inleiding

C 127 )door aanhoudende reparatien, zo veel ons mogelykis, daar voor tragtcn te zorgen, blyft plaats hebben, dat dezelve noch eens op eenmaal ons begeven, en de nadeeligde gevolgen voor aile de binnènlanden zal komen aan te brengen; zonder datons vermogen ons toelaat om die zelfs te doendroogmaaken, en daar door eene nauwkeurige infpectievan de fituatie, waar in dezelve zig bevind,te doen neemen , daar zodanige afdamming endroogmaking alleen eene importante zom zou komente bedragen; die, al konden wy in eenen tydals deze, waarin de fchaarsheid van gelden den intrestaanmerkelyk heeft doen dygen , zo eene grootezom, daar toe nodig, eens tegen eene redelykeintrest bekomen, onze fchuld merkelyk vergrooten, en ons in de grootde verlegenheid zou brengen, waar uit de intresfen en aflosfing dier Capitaalcntc vinden, zonder de eigenaaren der landenbinnen onze polder zodanig te drukken, dat hunneeigendommen, daar door geheel van derzelverwaarde beroofd, eindelyk tot niet zouden moetenloopen, en veele hunner uit een daat van welvaaren,tot dien van behoeftigheid zouden gebragtworden: En indien by zodanige infpectie , die,fchoon dezelve voor ons onuitvoerlyk is, echter teeenigcr tyd zal moeten plaats plaats hebben, eensbevonden mogt worden, dat dezelve onherftelbaarwas, en in dien daat blyvende geene mindere gcvaarlykegevolgen , als 't doorbreken of overlopender Zeedyken voor het geheele quartier zou kunnendoen verwagren; moeten wy van nu af aanreeds declareeren zonder eene toereikende hulpdaar toe geheel buiten daat te zyn , en wie zal inonze nood ons dan de gerequireerde hulp toebrengen,als 't verleenen van fubfidien uit 'slands kas,die