inleiding

I N L E I D I N G . 31wis zouden doen vast ftellen, dat daar aan doorgem: Secretarisfen, die by derzelver Request zo-veel ophef maaken van hunne ondergefchiktheidaan de wetten, zou zyn geobedieert; doch 'tgeen noch niet fehynt gefchied te zyn, daar menvan ter zyde vernomen heeft, dat de voorn: veilderzig daar toe andermaal by herhaaling aan 't•Committé Provinciaal heeft moeten adresferen;-dan zulks gehoort niet verder tot clit beftek, endus overgaande tot V $de gedeelte SUB LITT:C zal men uit de korte opgaave der daar ondergehcorcn-le ftukken zien, hoe het Dykscollegie•al wederom werkzaam is moeten zyn met zaaken,die voorheen reeds zo breedvoerig wederlcgd waren, en waar van genoegzaam alles gezegd was,dat de ongeryratheid daar van kon aan den dagleggen.Op den d;3VIei 1797 kwam by 't Dykscollegieweder in zeker Request door 34 van die zelfdezig noemende Ingelanden van de Schermecr aan't Provinciaal Beftuur gepraifenteerd, en door 'tzelve wel in handen van 't Committé Provinciaalgefteld om executie, doch door gem: Committéalvoorens gezonden aan 't voorn: Dykscollegie oraberigt; 't welk op den 25 daar aan volgende tenzeiven einde gevolgd wierd door zeker ander Request,flechts door een gering getal van 12 vandie zelfde lieden reeds in de ïnaand Juny van 'c. • • - 1 2 ' voo: