inleiding

C =4 )ten Derden, dat zelfs de opbrenging van dezefom, of fchoon maar ten beloopen van 150 gl:,binnen den tyd van een maand voor de polder geheelondoenlvk is, daar deszelvs kas op een tydftip,dat 't bctaalen der omdagen tot het laatdeoogenblik verfchooven word, en er geene mogclykheidis om gelden te kunnen krygen , niet eenstoelaat, om aan de prefent noodzaakelykde uitgaavete voldoen, indien niet fommigc Ingelandenaan de gedaane indanticn tot prompter bctaalinghunner omdagen hadden gelieven te dcfereren.Dat de fuppln: met alle fiducie vertrouwende,dat 't hun by ULieder beduur, even min als tevooren, ten kwaade zal geduid worden, toen zyter bevryding van een ongehouden en drukkendenHst, waar mede men in den jaare 1791 by gelegenheidvan 't verzoek van" die van dc Zuidpolder,om uit hoofde van 't onvermogen van diepolder; tot bchoorlyke indandhouding van hungedeelte Zeedyk , te werden gefubfidicert meteene fom van ƒ 85000 gl:; der fuppln: polderwilde bczwaaren met eene jaarlykfche last vanƒ 1500 gl:; des polders belangens vrymoedig onderhet oog van het hoog beduur gebragt, cn dcwaare gedeldheid van derzelver polder, benevensde gronden van ongehoudenheid, welken zydaar'toe vermeenden te hebben, naar waarheid gefchetsthebben; daarom met te minder fchroom de vryheidzonden durven gebruiken om, in een paralclgeval van ongehouden bezwaar, de meesten vandie gronden, welken toen meerendeels, zo welals nu, voor derzelver fustcnuc nulkeerden, opnieuw te avanceren, indien zy niet gefchikteroordeeldencopie van dc —-nmaalige delendeaan