18.02.2016 Views

De Route van Breda naar Princenhage (1993)

Ter gelegenheid van monumentendag 1993 verscheen het boekje 'De route van Breda naar Princenhage'. Dit pareltje beschrijft alles wat je daarover zou willen weten.

Ter gelegenheid van monumentendag 1993 verscheen het boekje 'De route van Breda naar Princenhage'. Dit pareltje beschrijft alles wat je daarover zou willen weten.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gemeenten op de kerkhoven), zijnde drie parochies,<br />

wordt aangelegd in '1826. <strong>De</strong> eerste begrafenis vindt er<br />

plaats op 1 juni 1828, welke gebeurtenis is afgebeeld<br />

op een schilderij <strong>van</strong> C.C. Huysmans (1832). (Afb.<br />

f rontpagina)<br />

Door de tijd heen is de begraafplaats steeds uitgebreid<br />

tot de om<strong>van</strong>grijke begraafplaats die ze heden is (Afb.<br />

16). Een aantal nieuwe parochies die rond <strong>Breda</strong> ontstaan<br />

na het slechten <strong>van</strong> de wallen begraven hun<br />

doden op Katholiek Zuilen. Echter Ginneken en <strong>Princenhage</strong><br />

hebben eigen begraafplaatsen, waarop men<br />

heden nog begraaft. Er kwomen ook nieuwe begraafplaatsen,<br />

aan de Tilburgseweg (Driesprongkerk) en bij<br />

de Mariakerk (Overakkerstraat). <strong>De</strong> katholieke begraafplaats<br />

wordt uiteindelijk Zuilen genoemd, de Protestante<br />

Haageveld (1 980).<br />

Afb. 16<br />

<strong>De</strong> voorste gedeelten <strong>van</strong> beide begraafplaatsen zijn de<br />

meest interessante. Hier liggen grofweg de oudere graven.<br />

<strong>De</strong>ze dateren nog <strong>van</strong> een tijd dat strenge bepalingen<br />

golden ten aanzien <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g, vorm, hoogte,<br />

opschrilt en versiering <strong>van</strong> de graven. Het K.B. <strong>van</strong> 1825<br />

werd in 1869 ver<strong>van</strong>gen door de wet op de lijkbezorging<br />

(48 artikelen), waarin voorschriften waren opgenomen<br />

t.a.v. de ligging <strong>van</strong> de begraafplaats, het aantal in een<br />

stad, de ruiming <strong>van</strong> graven, de vorm <strong>van</strong> de kist en<br />

tijdstip (niet voor 36 uur na het overlijden en niet na vijf<br />

dagen). Een en ander heeft gevolgen voor het aanzicht<br />

<strong>van</strong> de begraafplaatsen. lmmers, men mag niet.?lle<br />

grafvormen bouwen en de begraafplaats moet voldoen<br />

aan bepaalde eisen. Het ontwerpen <strong>van</strong> graven en<br />

begraafplaatsen komt in de belangstelling. Heeft het<br />

ontwerpen <strong>van</strong> praalgraven voorheen in de kerken veel<br />

aandacht gekregen, nu krijgen buitengraven deze aandacht.<br />

Op de begraafplaatsen wordl de natuur aangepast.<br />

Treurbomen, populieren en donker naaldhout zorgen<br />

voor een droevige stemming. L.A. Springer en D.J.<br />

Zocher zijn bekende ontwerpers <strong>van</strong> begraaafplaatsen<br />

waar<strong>van</strong> het werk algemeen wordt nagevolgd. Zuilen<br />

krijgt een strak stramien met <strong>van</strong> lanen en pleintjes en<br />

daarmee een echt Springerkarakter, dat echter in latere<br />

tijd deels werd gewijzigd.<br />

ln Zuid-Europa krijgen begraafplaatsen een martelarenl,ape!.<br />

ln de noordelijke landen is dit een herdenkingskapel,<br />

waarin men een H. Mis kan laten opdragen of de<br />

dode kan opbaren. Op de katholieke begraafplaats<br />

Zuilen verdween rond 1970 helaas de neo-klassicistische<br />

kapel met koepel, die hier in vorige eeuwgebouwd<br />

was. Ze stond aan het einde <strong>van</strong> het laantje dat wij<br />

opkomen wanneer wij de begraafplaats betreden en<br />

was het middelpunt in het aanlegstramien.<br />

Tot ca. 1970 telt de begraafplaats, naast de speciale<br />

locaties voor religieuzen, vier klassen. <strong>De</strong>ze zijn ingedeeld<br />

in velden en/of vakken. <strong>De</strong> eerste klasse omvat<br />

grafkelders, waarin men wordt bijgezet voor onbeperkte<br />

duur. <strong>De</strong> tweede klasse omvat zandgraven voor de duur<br />

<strong>van</strong> 25 jaar, waarna men de bestaande situatie steeds<br />

kan verlengen. <strong>De</strong> derde klasse omvatte zandgraven<br />

voor de duur <strong>van</strong> 15 jaar, de vierde klasse zandgraven<br />

omvat voor de duur <strong>van</strong> 10 jaar. Na 1970 vervalt dit<br />

systeem en worden ook nieuwe graven tussen de oude<br />

gedolven op plaatsen waar deze worden geruimd. Door<br />

het hanteren <strong>van</strong> de klassen ontstaand op de begraafplaats<br />

clusters <strong>van</strong> graven <strong>van</strong> families en personen die<br />

een bepaalde sociaal-maatschappelijke afkomst hadden<br />

of nog hebben. Zowel op de kathotieke als op het<br />

protestante gedeelte vinden wij velden met grafkelders<br />

of individuele zandgraven waarin personen liggen begraven<br />

<strong>van</strong> bekende <strong>Breda</strong>se families. Ook is er een<br />

veld speciaal voor overleden woonwagenbewoners.<br />

Vanal de vorige eeuw maken de graven qua vormgeving<br />

en uitvoering een enorme ontwikkeling door. Hier<strong>van</strong><br />

een overzicht.<br />

<strong>De</strong> stijlontwikkeling der graven.<br />

Aan het einde <strong>van</strong> de 18e eeuw behoort het ontwerpen<br />

<strong>van</strong> graven in Frankrijk tot de belangrijke bezigheden<br />

<strong>van</strong> architecten. Bekende architecten die graven ontwerpen<br />

waren Boull6e en Ledoux. Zijdoen met name<br />

onderzoek <strong>naar</strong> de vormgeving <strong>van</strong> klassieke grafmonumenten<br />

en laten zich er in hun ontwerpen door inspireren.<br />

Dit resulteert in een aantal modelllen die uiteenlopen<br />

<strong>van</strong> de klassieke graftombe met deksel, tot vormen<br />

<strong>van</strong> tempeltjes, steles, obilisken. Dit alles wordt<br />

aangevuld met een scala aan doodssymbolen, zoals<br />

f akkels, zandlopers en doodshoofden. ln de 19e eeuw,<br />

wanneer ook in Engeland en Duitsland weer meer belangstelling<br />

bestaat voor de grafmonumenlen, komt er<br />

verandering in de klassieke modellen. <strong>De</strong> so-ciaalmaatschappelijke<br />

status <strong>van</strong> de overledene wordt belangrijk<br />

hetgeen tot uiting komt in protserige graven met<br />

invloeden <strong>van</strong> allerlei perioden (neo-architectuur), ol in<br />

teksten op de graven. Er wordt g[ewerkt in diverse<br />

materiaalsoorten, maar steeds meer is er zotg voor de<br />

eenheid tussen grafarchitectuur en de omringende natuur.<br />

Witmarmeren graven werden omringd door<br />

donkerbladige struiken of bomen en ijzeren graven door<br />

lichtbladige struiken. Vanaf de 19e eeuw hebben<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!