10.02.2024 Views

VVP 1-24 eZine

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LEREN VAN KIFID-UITSPRAKEN<br />

Kifid verwacht dat adviseur<br />

notities maakt<br />

DOSSIERVORMING – Wanneer er een discussie tussen een klant en<br />

een financieel adviseur ontstaat of bepaalde gesprekken hebben plaatsgevonden<br />

en wat die gesprekken inhielden, dan verwacht de Geschillencommissie<br />

dat het klantdossier van de adviseur helderheid kan verschaffen:<br />

“Van een adviseur als professionele dienstverlener, mag worden<br />

verwacht dat hij van telefoongesprekken met cliënten een telefoonnotitie<br />

maakt. Nu hij de stelling van consumenten louter betwist<br />

met een ontkenning, zonder enig dossierdocument daaromtrent in het<br />

geding te brengen, gaat de commissie van de juistheid van de stelling<br />

van de consumenten uit. Wanneer de adviseur wel een telefoonnotitie<br />

mocht hebben gemaakt, had het immers in de rede gelegen dat de adviseur<br />

deze in het geding zou hebben ingebracht, mocht deze een afwijkende<br />

inhoud hebben gehad ten opzichte van de stelling van de consumenten.”<br />

– Uitspraak GC 2023-0959<br />

Schriftelijk is geen vormvereiste<br />

bij OTD<br />

OPDRACHT – Nadat de consument over een langere periode een aantal<br />

malen contact heeft gehad met de adviseur over de mogelijkheid om de<br />

aankoop van een woning te financieren, wendt hij zich op enig moment<br />

tot een andere adviseur. De eerste adviseur stuurt de consument vervolgens<br />

een nota. De consument beroept zich op het feit dat er geen schriftelijke<br />

overeenkomst tussen hen is.<br />

De Geschillencommissie merkt hierover het volgende op: “Volgens de<br />

consument heeft hij de adviseur geen opdracht gegeven voor het verlenen<br />

van hypotheekadvies. Hij heeft ook geen overeenkomst van opdracht<br />

ondertekend. Voor de commissie is echter komen vast te staan dat er een<br />

overeenkomst van opdracht tot stand gekomen is. De consument heeft<br />

immers meermaals gesprekken gevoerd met de adviseur en de adviseur<br />

heeft in elk geval conceptcijfers van de accountant van de consument<br />

ontvangen, ter vaststelling van het inkomen. De adviseur heeft die cijfers<br />

en overige financiële informatie bovendien zodanig bestudeerd dat hij een<br />

bedrag kon noemen voor het uitbrengen van een bod op een woning. Weliswaar<br />

is de opdracht niet schriftelijk vastgelegd, maar overeenkomsten<br />

zijn vormvrij en kunnen dus ook mondeling zijn aangegaan, en blijken uit<br />

de gedragingen over en weer. Overigens heeft de consument zich bereid<br />

getoond om iets aan de adviseur te betalen, waaruit ook blijkt dat de consument<br />

wel een opdracht heeft gegeven aan de adviseur.” – Uitspraak<br />

GC 2023-0939<br />

Voortdurende<br />

bemoeienis<br />

ZORGPLICHT – Onderhoud en nazorg in de visie<br />

van de Geschillencommissie: “De zorgplicht<br />

van de tussenpersoon geldt niet alleen ten tijde<br />

van het sluiten van de overeenkomst maar ook<br />

erna. Daarbij hoort ook dat de assurantietussenpersoon<br />

de verzekeringnemer tijdig opmerkzaam<br />

maakt op de gevolgen die, hem bekend<br />

geworden feiten, voor de tot zijn portefeuille<br />

behorende verzekeringen kunnen hebben. Het<br />

gaat dan om feiten die aan de tussenpersoon<br />

bekend zijn of die hem redelijkerwijs bekend behoorden<br />

te zijn. De zorgplicht vergt een voortdurende<br />

bemoeienis door de tussenpersoon<br />

met de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen.<br />

Een tussenpersoon mag dus in beginsel<br />

niet stil blijven zitten wanneer hij tijdens de<br />

looptijd van de tot zijn portefeuille behorende<br />

verzekeringen kennis neemt van feiten of omstandigheden<br />

die meebrengen dat de door hem<br />

beheerde verzekeringen mogelijk aanpassing<br />

behoeven.”<br />

En: “Op de adviseur in zijn hoedanigheid van<br />

tussenpersoon rust, anders dan de consument<br />

stelt, geen verplichting om (periodiek) contact<br />

op te nemen, als daar geen concrete aanleiding<br />

voor bestaat. In dat verband is de adviseur ook<br />

niet gehouden om contact met de consument<br />

op te nemen zodra er een nieuw product op de<br />

markt komt.” – Uitspraak GC 2023-0998<br />

De samenvatting Hypotheken<br />

wordt u aangeboden door de<br />

NR 1 FEBRUARI 2019 20<strong>24</strong> <strong>VVP</strong> | 57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!