02.05.2013 Views

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

onderwijs aan het oranjehof in de 17de eeuw 85<br />

eenstemming met de natuurwetten, dus in overeenstemming met de recta ratio, handelde.<br />

Hartstochten en emoties vormden een bedreiging omdat het redelijke handelen erdoor<br />

werd belemmerd. 18 Vaak wordt gezegd dat Lipsius’ neostoïcisme een geestelijke reactie was<br />

op de 16de-eeuwse burgeroorlogen die in Frankrijk en de Nederlanden woedden. In zijn Politica<br />

bijvoorbeeld stelt hij dat een land een sterke vorst nodig heeft om chaos te vermijden. 19<br />

Veel van wat bij Lipsius is te vinden, kan men ook lezen in Rivets Instruction du prince chrestien.<br />

Stoïsche deugden als standvastigheid (constance) en matigheid (temperance) spelen een grote<br />

rol in zijn vorstenspiegel en de bedreiging van emoties en vleselijke begeerten worden breed<br />

uitgemeten. 20 En zoals gezegd is Rivet van mening dat ware deugdzaamheid alleen kan worden<br />

bereikt indien de vorst zich laat leiden door de rede. Daarnaast is Rivet net als Lipsius voorstander<br />

van een sterke vorst en een krachtig leger. <strong>21</strong> Toch kan Rivet niet als aanhanger van het<br />

neostoïcisme worden beschouwd. De meeste humanisten namen een eclectische houding tegenover<br />

het stoïcisme aan en dat is ook bij Rivet het geval. 22 De opvoeder van Willem II is, anders<br />

dan Lipsius, geen voorstander van de volstrekte emotieloosheid, de apatheia. Gerechtvaardigde<br />

woede bijvoorbeeld is volgens Rivet toegestaan. Over het kwaad mag men zich<br />

opwinden. Christus verdreef immers ook de geldwisselaars uit de tempel (Joh. 2:14-16). 23 En<br />

waar Lipsius van mening is dat een vorst in het belang van de staat de regels van moraal en<br />

recht mag breken (raison d’etat), 24 verklaart Rivet zich daar een fel tegenstander van. 25<br />

Dat in Rivets vorstenspiegel stoïsche elementen te vinden zijn, is wellicht niet opmerkelijk.<br />

Onder de hugenoten genoot het stoïcisme een zekere mate van populariteit. 26 Het is ook<br />

niet verwonderlijk dat Franse gereformeerden, die te lijden hadden onder de vervolgingen<br />

en beroeringen van de godsdienstoorlogen, een troostrijke filosofie als het stoïcisme<br />

omarmden. Wat wel nadere uitleg behoeft, is dat Rivet in zijn Instruction een volledig seculiere<br />

ethiek presenteert, geënt op de Aristotelische en stoïsche deugdenleer. Theologische<br />

noties als geloof, wedergeboorte, zonde, bekering en goede werken spelen nauwelijks een<br />

rol in zijn geschrift. Deze observatie staat op gespannen voet met uitlatingen van Rivets biograaf<br />

Honders, die schrijft dat de ethiek volgens Rivet voor alles Schriftuurlijk moet zijn.<br />

Daarom moet zij volgens Rivet, zo stelt Honders, ‘bij de exegese ondergebracht blijven opdat<br />

er geen ethische systemen en definities worden opgebouwd, zoals dikwijls tegen de<br />

Schrift en bijna altijd zonder de Schrift geschiedt.’ 27 Eerder had Honders Rivet al een ‘ethisch<br />

pessimist’ genoemd, omdat hij de degens had gekruist met de ‘ethisch optimist’ Hugo Gro-<br />

18 Papy, ‘Lipsius’ (neo-)stoicism’, 65-66.<br />

19 J.H. Waszink, ‘Critici van de republiek. De politieke theorie van Justus Lipsius’, Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland<br />

11 (2000) 3-20, aldaar 6, 9-10; Toon van Houdt, ‘Justus Lipsius and the archdukes Albert and Isabella’ in: Marc Laureys<br />

(red.), The world of Justus Lipsius. A contribution towards his intellectual biography (Brussel en Rome 1998) 405-432, aldaar 420,<br />

428-429.<br />

20 Rivet, Instruction, 172-174, 315-319, 369-410, 437-455.<br />

<strong>21</strong> Ibidem, 227-228, 305-313.<br />

22 Jill Kraye, ‘Stoicism in the Renaissance from Petrach to Lipsius’ in: Hans W. Blom en Laurens C. Winkel (red.), Grotius and<br />

the Stoa (Assen 2004) <strong>21</strong>-46.<br />

23 Rivet, Instruction, 177.<br />

24 Waszink, ‘Critici van de republiek’, 4-11; Peter Burke, ‘Tacitism, sceptisism, and reason of state’ in: Burns (red.), Cambridge<br />

history of political thought, 479-498, aldaar 479-498.<br />

25 Rivet, Instruction, 265-279.<br />

26 Amy Graves, ‘Les épreuves du huguenot et la vulgarisation du stoïcisme’ in: Stoïcisme et christianisme à la Renaissance (Parijs<br />

2006) 117-130, aldaar 117-119; Jaqueline Lagrée, ‘Simon Goulart et Sénèque, ou comment butiner?’ in: Stoïcisme et christianisme,<br />

131-144, aldaar 131-132.<br />

27 Honders, Andreas Rivetus, 131.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!