02.05.2013 Views

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

2009-2 - Algemene Ledenvergadering zaterdag 21 april 2012

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

onderwijs aan het oranjehof in de 17de eeuw 95<br />

gereformeerde kerk. Zij hadden als taak de gereformeerde confessie, zoals vervat in de Nederlandse<br />

Geloofsbelijdenis (1561), de Heidelbergse Catechismus (1563) en de Dordtse<br />

Leerregels (1619), te handhaven en te verdedigen. In de Republiek was de handhaving van de<br />

gereformeerde religie namelijk een grondbeginsel van de Unie, die door de Grote Vergadering<br />

van 1651 opnieuw was vastgelegd. 78 De confessionalisering in de Republiek leidde derhalve<br />

tot een staatsbestel met een heel eigen politiek-religieuze hiërarchie. Bovenaan de ladder<br />

stond de gereformeerde kerk, bevoorrecht door de overheid. Op het tweede plan<br />

stonden de getolereerde kerken. Onder hen namen protestantse dissenters, die in de 17de<br />

en 18de eeuw een relatieve vrijheid van godsdienstoefening genoten, de eerste plaats in.<br />

Daarna kwamen de katholieken, die het in de Republiek lastiger werd gemaakt om hun<br />

godsdienst uit te oefenen. Sluitstuk van de hiërarchie vormden de joden. 79<br />

Triglands vorstenspiegel is een geschrift waaruit deze confessionalisering duidelijk is af<br />

te leiden. Ten eerste is volgens de opvoeder van Willem III het handhaven van de gereformeerde<br />

religie in het publieke domein van groot belang. De vorst moet niet alleen deze religie<br />

zijn toegedaan, hij moet die als christelijke vorst ondersteunen en trachten twist en partijschap<br />

tegen te gaan om de eenheid te bewaren. Hij dient voor het algemene welzijn alleen<br />

gereformeerde mannen in publieke ambten te benoemen, omdat volgens Trigland religieuze<br />

dissenters vaderland en kerk nooit oprecht kunnen dienen. Verder breekt Trigland duidelijk<br />

met het humanistische mensbeeld dat in de 15de en 16de eeuw het genre van de vorstenspiegel<br />

domineerde. Dat is ook bij Duitse protestantse vorstenspiegels het geval. Daarin<br />

wordt het leven door hen als ‘Mühe und Arbeit, Kreuz und Leiden’ voorgesteld. Lutherse<br />

auteurs gaan zeer duidelijk uit van een negatief mensbeeld. In deze visie is het niet langer de<br />

slechte vorst die als de grootste bedreiging voor de maatschappelijke orde beschouwd<br />

wordt, maar het zondige en losbandige volk dat daarom door de overheid in toom moet<br />

worden gehouden. 80<br />

Enerzijds kan men dus Rivets ‘humanistische’ vorstenspiegel, gezien de confessionele<br />

context van het vroegmoderne Europa, een uitzonderlijk geschrift noemen. Vergelijking<br />

met protestantse vorstenspiegels die in Duitsland vervaardigd zijn, lijkt dat ook uit te wijzen.<br />

Daar overheerst immers het ‘augustiniaanse’ denken over mens en maatschappij. Anderzijds<br />

sluit Rivets werk goed aan bij de gereformeerde theologie vòòr 1620, zoals we hierboven<br />

zagen. Een aantal gereformeerde theologen was van mening dat een natuurlijke<br />

ethiek ontwikkeld kon worden, waarmee men het burgerlijke leven kon inrichten. Bovendien,<br />

vanuit de context van het Oranjehof bezien was het niet Rivets onderwijs, maar juist<br />

dat van Trigland dat als een breuk met het recente verleden gezien kan worden. In zeker zin<br />

zette Rivet met zijn ‘humanistisch’ onderwijs een bepaalde Oranjetraditie voort. Willem van<br />

Oranje omringde zich reeds met calvinistische humanisten als Marnix van Sint Aldegonde<br />

(1540-1598) die zijn naaste adviseur werd en Pierre Loyseleur de Villiers (†1582), Oranjes<br />

hofpredikant en raadgever. 81 Verder schreef op verzoek van Jan van Nassau – de broer van<br />

78 A. Th. van Deursen, Bavianen en slijkgeuzen. Kerk en kerkvolk ten tijde van Maurits en Oldenbarnevelt (3 e druk; Franeker 1998)<br />

hoofdstuk 2; Van Eijnatten, Liberty and concord, 29vv.<br />

79 Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg, Nederlandse religiegeschiedenis (2 e druk; Hilversum 2006) 178-187.<br />

80 Singer, Die Fürstenspiegel, 38-43; Oakley, ‘Christian obedience’, 17. Vgl. Rainer A. Müller, ‘Die deutsche Fürstenspiegel des<br />

17. Jahrhunderts: Regierungslehren und Politische Pädagogik’, Historische Zeitschrift 240 (1985) 9-20, aldaar 9-20.<br />

81 M.E.H.N. Mout, ‘Het intellectuele milieu van Willem van Oranje’, Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden<br />

99 (1984) 596-625.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!