het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
kracht nad<strong>at</strong> ze zijn bekendgemaakt. Artikel 94 Gw bepaalt d<strong>at</strong> binnen <strong>het</strong> Koninkrijk wettelijke<br />
voorschriften geen toepassing vin<strong>de</strong>n indien <strong>de</strong>ze toepassing niet verenigbaar is met een ie<strong>de</strong>r<br />
verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepalingen <strong>van</strong> verdragen en <strong>van</strong> besluiten <strong>van</strong> volkenrechtelijke organis<strong>at</strong>ies.<br />
Artikel 93 Gw verleent aan bepalingen die ‘naar haar inhoud een ie<strong>de</strong>r kunnen verbin<strong>de</strong>n’<br />
rechtstreekse werking jegens <strong>de</strong> burgers en ingevolge art. 94 Gw heeft ‘een ie<strong>de</strong>r verbin<strong>de</strong>nd’<br />
intern<strong>at</strong>ionaal recht voorrang boven <strong>de</strong> Grondwet, <strong>de</strong> wet in formele zin en lagere wetgeving. 58<br />
De formulering <strong>van</strong> art. 14 EVRM geeft op zichzelf geen enkel criterium aan om te<br />
bepalen wanneer er sprake is <strong>van</strong> ‘discrimin<strong>at</strong>ie’. Van oudsher, en meer bepaald sinds <strong>de</strong><br />
Belgische taalzaak (23 juli 1968), is door <strong>het</strong> Europese Hof gesteld d<strong>at</strong> alleen on<strong>de</strong>rscheid<br />
waarvoor geen re<strong>de</strong>lijke en objectieve rechtvaardiging besta<strong>at</strong>, verbo<strong>de</strong>n is. 59 Hier is ver<strong>de</strong>r een<br />
heel toetsingsmo<strong>de</strong>l rond uitgewerkt. De rechtspraak <strong>van</strong> <strong>het</strong> EHRM, en <strong>het</strong> toetsingsmo<strong>de</strong>l<br />
meer in <strong>het</strong> algemeen, is geconcipieerd om ongelijke behan<strong>de</strong>ling door <strong>de</strong> overheid te<br />
beoor<strong>de</strong>len. 60<br />
Het eigenlijke toetsingsmo<strong>de</strong>l d<strong>at</strong> gehanteerd wordt om te bepalen of een bepaal<strong>de</strong><br />
ongelijke behan<strong>de</strong>ling al dan niet verbo<strong>de</strong>n discrimin<strong>at</strong>ie uitmaakt besta<strong>at</strong> grofweg uit twee<br />
(eventueel drie) stappen. In een eerste stap moet wor<strong>de</strong>n vastgesteld d<strong>at</strong> er in<strong>de</strong>rdaad sprake<br />
is <strong>van</strong> een ongelijke behan<strong>de</strong>ling (<strong>van</strong> vergelijkbare ‘zaken’). Vervolgens wordt dan bepaald of<br />
<strong>de</strong>ze ongelijke behan<strong>de</strong>ling een verbo<strong>de</strong>n discrimin<strong>at</strong>ie uitmaakt. Eerst en vooral moet <strong>het</strong> gaan<br />
om een verschil in behan<strong>de</strong>ling tussen personen. Deze ongelijke behan<strong>de</strong>ling moet bovendien<br />
teruggaan op een persoonlijk kenmerk, ook bij <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> open mo<strong>de</strong>llen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
discrimin<strong>at</strong>ieverbod. Het Hof komt slechts toe aan <strong>de</strong> rechtvaardigingstoets als <strong>het</strong> heeft<br />
vastgesteld d<strong>at</strong> <strong>de</strong> klacht gevallen betreft die voldoen<strong>de</strong> vergelijkbaar zijn en die ook effectief<br />
ongelijk wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.<br />
Het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>het</strong> toetsingsmo<strong>de</strong>l betreft <strong>de</strong> eigenlijke rechtvaardigingstoets.<br />
Sinds <strong>de</strong> Belgische taalzaak wordt <strong>de</strong> uitdrukking ‘re<strong>de</strong>lijke en objectieve rechtvaardiging’<br />
ver<strong>de</strong>r uitgesplitst in twee componenten, meer bepaald een doeltoets en een<br />
proportionaliteitstoets. De doeltoets vereist d<strong>at</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid in behan<strong>de</strong>ling een legitiem<br />
doel dient. In tegenstelling tot w<strong>at</strong> gebruikelijk is bij <strong>het</strong> leerstuk <strong>van</strong> legitieme beperkingen, is er<br />
bij artikel 14 geen limit<strong>at</strong>ieve opsomming <strong>van</strong> mogelijk inroepbare legitieme doelen. In <strong>het</strong><br />
algemeen kan wel gesteld wor<strong>de</strong>n d<strong>at</strong> <strong>het</strong> doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid niet verbo<strong>de</strong>n mag zijn in<br />
<strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> EVRM en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong> verdrag. Het doel moet, met<br />
an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, minstens verzoenbaar zijn met <strong>de</strong> beginselen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocr<strong>at</strong>ische<br />
rechtssta<strong>at</strong>.<br />
Er wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> eisen gesteld aan <strong>de</strong> verhouding tussen <strong>het</strong> legitieme doel en<br />
<strong>het</strong> gemaakte on<strong>de</strong>rscheid in behan<strong>de</strong>ling, in die zin d<strong>at</strong> <strong>het</strong> gemaakte on<strong>de</strong>rscheid pertinent en<br />
a<strong>de</strong>qua<strong>at</strong>, of rele<strong>van</strong>t moet zijn om <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong> d<strong>at</strong> doel mogelijk te maken. Hoewel dit<br />
pertinentiecriterium doorgaans wordt on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> proportionaliteitstoets, zijn bei<strong>de</strong><br />
criteria met elkaar verweven. Wanneer <strong>het</strong> doel <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid niet kan verklaren, zal <strong>de</strong><br />
aangevochten ma<strong>at</strong>regel evenmin <strong>de</strong> proportionaliteitstoets kunnen doorstaan. Een pertinent<br />
on<strong>de</strong>rscheid is echter niet noodzakelijkerwijs proportioneel. De proportionaliteitstoets koppelt<br />
ook terug naar <strong>het</strong> legitieme doel, en stelt een aantal bijkomen<strong>de</strong> eisen over <strong>de</strong> verhouding<br />
tussen <strong>het</strong> gemaakte on<strong>de</strong>rscheid en <strong>het</strong> legitieme doel waarvoor d<strong>at</strong> on<strong>de</strong>rscheid wordt<br />
gemaakt. Deze toets is ongetwijfeld <strong>de</strong> toets die <strong>de</strong> meeste impact heeft, in die zin d<strong>at</strong> <strong>de</strong><br />
invulling in concreto <strong>van</strong> <strong>de</strong> gestrengheid <strong>van</strong> proportionaliteit die vereist wordt, meestal<br />
doorslaggevend is voor <strong>de</strong> bepaling of er al dan niet een schending <strong>van</strong> <strong>het</strong> discrimin<strong>at</strong>ieverbod<br />
heeft pla<strong>at</strong>sgevon<strong>de</strong>n. De formulering <strong>van</strong> artikel 14 EVRM toont ver<strong>de</strong>r ook aan d<strong>at</strong> <strong>de</strong> aan- of<br />
afwezigheid <strong>van</strong> een discrimin<strong>at</strong>oire bedoeling niet doorslaggevend is. Een <strong>de</strong>rgelijke bedoeling<br />
is dus niet vereist om <strong>van</strong> discrimin<strong>at</strong>ie te kunnen spreken; <strong>de</strong> discrimin<strong>at</strong>oire effecten volstaan<br />
58<br />
Koekkoek 2000, p. 459-465.<br />
59<br />
EHRM, 23 juli 1968, Publ. ECHR, Series A vol. 6, par. 10 (Belgische taalzaak).<br />
60<br />
Henrard 2006, p. 222 en 223.<br />
17