31.07.2013 Views

het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...

het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...

het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Gerechtshof Den Haag (civiel) 20 <strong>de</strong>cember 2007 133<br />

Het Gerechtshof Den Haag geeft in <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> 20 <strong>de</strong>cember 2007 aan d<strong>at</strong> <strong>het</strong>, in<br />

verband met <strong>de</strong> vraag of artikel 7 Vrouwenverdrag rechtstreekse werking heeft, <strong>van</strong> belang is<br />

d<strong>at</strong> <strong>de</strong> in art. 7 Vrouwenverdrag voor w<strong>at</strong> betreft <strong>de</strong> daarin geformuleer<strong>de</strong> rechten in grote lijnen<br />

overeenkomt met art. 25 IVBPR, aan welke bepaling in Ne<strong>de</strong>rland rechtstreekse werking wordt<br />

toegekend. 134 De Sta<strong>at</strong> maakt, door geen ma<strong>at</strong>regelen tegen <strong>de</strong> SGP te nemen, in beginsel<br />

inbreuk op <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> vrouwen die voortvloeien uit art. 7 Vrouwenverdrag respectievelijk uit<br />

an<strong>de</strong>re rechtstreeks werken<strong>de</strong> verdragsbepalingen waarop Clara Wichmann c.s. een beroep<br />

hebben gedaan. Uitgangspunt voor <strong>het</strong> hof is d<strong>at</strong> <strong>de</strong> SGP on<strong>de</strong>rscheid maakt tussen mannen<br />

en vrouwen bij <strong>het</strong> passief kiesrecht en d<strong>at</strong> voor d<strong>at</strong> on<strong>de</strong>rscheid geen objectieve<br />

rechtvaardiging besta<strong>at</strong>. De SGP voorkomt effectief d<strong>at</strong> vrouwen zich verkiesbaar kunnen<br />

stellen voor <strong>de</strong> vertegenwoordigen<strong>de</strong> colleges. Het on<strong>de</strong>rscheid tussen mannen en vrouwwen<br />

uitsluitend <strong>van</strong>wege hun geslacht wordt door <strong>de</strong> SGP ook beoogd. Voor zover <strong>de</strong> SGP voor dit<br />

on<strong>de</strong>rscheid een rechtvaardiging poogt te zoeken met haar betoog d<strong>at</strong> in <strong>de</strong> opv<strong>at</strong>ting <strong>van</strong> da<br />

SGP man en vrouw gelijkwaardig zijn maar een verschillen<strong>de</strong> roeping hebben, faalt <strong>de</strong>ze<br />

poging. Ondanks <strong>het</strong> feit d<strong>at</strong> nu ook vrouwen lid kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> SGP en daarmee wordt<br />

voldaan aan art. 7, sub c, Vrouwenverdrag, kunnen vrouwen niet op gelijke voet met mannen<br />

aan <strong>de</strong> politieke activiteiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> SGP <strong>de</strong>elnemen zolang vrouwen uitgesloten wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

passief kiesrecht. De omstandigheid d<strong>at</strong> die vrouwen ook zelf een partij zou<strong>de</strong>n kunnen<br />

oprichten of zich bij een an<strong>de</strong>re partij zou<strong>de</strong>n kunnen aansluiten doet daaraan niet af. Deze<br />

zienswijze is niet verenigbaar met doel en strekking <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag.<br />

Art. 7 Vrouwenverdrag verplicht <strong>de</strong> st<strong>at</strong>en niet slechts <strong>het</strong> recht te verzekeren om verkiesbaar te<br />

zijn, maar om hen dit op gelijke voet met mannen te verzekeren. De SGP werpt belemmeringen<br />

op voor <strong>de</strong> verkiesbaarheid <strong>van</strong> vrouwen en <strong>de</strong> Sta<strong>at</strong> treedt daartegen niet op. Het hof is <strong>van</strong><br />

oor<strong>de</strong>el d<strong>at</strong> <strong>de</strong> Sta<strong>at</strong> inbreuk maakt op art. 7 Vrouwenverdrag, omd<strong>at</strong> <strong>de</strong> Sta<strong>at</strong> tolereert d<strong>at</strong><br />

vrouwen <strong>van</strong> <strong>het</strong> passief kiesrecht wor<strong>de</strong>n uitgesloten. Daarnaast is <strong>het</strong> hof <strong>van</strong> oor<strong>de</strong>el d<strong>at</strong> <strong>de</strong><br />

Sta<strong>at</strong> ook in strijd met <strong>de</strong> artikelen 25 en 26 IVBPR han<strong>de</strong>lt door niet tegen <strong>de</strong> SGP op te<br />

tre<strong>de</strong>n. Deze bepalingen hebben rechtstreekse werking. Met name is <strong>van</strong> belang d<strong>at</strong> art. 2<br />

IVBPR, waarnaar art 25 IVBPR verwijst, <strong>de</strong> verdragspartijen verplicht specifieke ma<strong>at</strong>regelen te<br />

nemen tenein<strong>de</strong> burgers in sta<strong>at</strong> te stellen hun door <strong>het</strong> verdrag gewaarborg<strong>de</strong> rechten te<br />

genieten en in voorkomend geval om ook discrimin<strong>at</strong>ie tussen priv<strong>at</strong>e partijen op te heffen. De<br />

Sta<strong>at</strong> is gehou<strong>de</strong>n om ma<strong>at</strong>regelen te nemen die er daadwerkelijk toe lij<strong>de</strong>n d<strong>at</strong> <strong>de</strong> SGP <strong>het</strong><br />

passief kiesrecht aan vrouwen toekent.<br />

3.7 Toetsing SGP standpunt / conclusie<br />

Uit <strong>het</strong> bovenstaan<strong>de</strong> blijkt d<strong>at</strong> <strong>de</strong> toetsing <strong>van</strong> <strong>het</strong> SGP-standpunt met betrekking tot<br />

<strong>het</strong> kiesrecht tegelijk ook een toetsing inhoudt <strong>van</strong> <strong>het</strong> han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> sta<strong>at</strong> naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> SGP-<strong>vrouwenstandpunt</strong>. Waar <strong>het</strong> om ga<strong>at</strong> is of door <strong>de</strong> toepassing<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>vrouwenstandpunt</strong> binnen <strong>de</strong> SGP <strong>de</strong> sta<strong>at</strong> gehou<strong>de</strong>n is om ma<strong>at</strong>regelen te nemen om<br />

een eventuele schending <strong>van</strong> artikel 7 Vrouwenverdrag en/of an<strong>de</strong>re bepalingen als gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>vrouwenstandpunt</strong> binnen <strong>de</strong> SGP op te heffen. Het ene is als <strong>het</strong> ware<br />

een gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re. Als <strong>de</strong> conclusie is d<strong>at</strong> er in beginsel sprake is <strong>van</strong> inbreuk op <strong>de</strong><br />

rechten <strong>van</strong> vrouwen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>het</strong> kiesrecht, voortvloeiend uit een of meer rechtstreeks<br />

werken<strong>de</strong> verdragsbepalingen, moet nagegaan wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> sta<strong>at</strong> gehou<strong>de</strong>n is om<br />

ma<strong>at</strong>regelen te treffen op grond <strong>van</strong> bovengenoem<strong>de</strong> bepalingen.<br />

133 Hof Den Haag 20 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BC0619.<br />

134 HR 18 november 1981, NJ 1982, 444 en HR 16 februari 2001, NJ 2001, 291.<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!