het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ou<strong>de</strong>rs of wettige voog<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> godsdienstig en morele opvoeding <strong>van</strong> hun kin<strong>de</strong>ren<br />
overeenkomstig hun eigen levensovertuiging te verzekeren.<br />
De bepaling <strong>van</strong> artikel 18, eerste lid IVBPR is nagenoeg i<strong>de</strong>ntiek aan die <strong>van</strong> artikel 9<br />
EVRM.<br />
4.5 Jurispru<strong>de</strong>ntie met betrekking tot <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> godsdienst en levensovertuiging<br />
Algemeen<br />
Wanneer is er sprake <strong>van</strong> <strong>het</strong> belij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> iemands godsdienst of levensovertuiging?<br />
Vooral in <strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie over art. 9 EVRM en art. 18 IVBPR wordt gepoogd hierop een<br />
antwoord te geven. De rechter werd voor <strong>de</strong> vraag gesteld of <strong>het</strong> een aantasting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
godsdienstvrijheid was, om predikanten aan <strong>de</strong> algemene ou<strong>de</strong>rdomswet on<strong>de</strong>rwerpen. De<br />
Hoge Raad overwoog d<strong>at</strong> <strong>de</strong> godsdienstvrijheid ‘niet samenvalt met eens ie<strong>de</strong>rs vrijheid om<br />
wettelijke voorschriften aan zijn godsdienstige opv<strong>at</strong>tingen of aan zijn overtuiging te toetsen en<br />
<strong>de</strong> bepaling <strong>van</strong> <strong>het</strong> verdrag mitsdien niet betekent d<strong>at</strong> <strong>het</strong> een ie<strong>de</strong>r zou vrijstaan zich te<br />
onttrekken aan een wettelijke regeling, ook indien <strong>de</strong>ze op <strong>het</strong> tot uiting brengen <strong>van</strong> godsdienst<br />
of overtuiging in enigerlei vorm geen betrekking heeft, door op grond <strong>van</strong> aan zijn godsdienstige<br />
opv<strong>at</strong>tingen of overtuiging ontleen<strong>de</strong> bezwaren <strong>de</strong> nietigheid of ongeldigheid te zijnen aanzien<br />
in te roepen. 156 Aldus werd <strong>het</strong> bezwaar <strong>van</strong> beperking <strong>van</strong> <strong>de</strong> godsdienstvrijheid afgewezen<br />
met <strong>het</strong> antwoord d<strong>at</strong> <strong>de</strong>ze vrijheid in <strong>het</strong> geheel niet in <strong>het</strong> geding was. 157 Een wettelijke<br />
regeling wordt in principe dan ook slechts als een beperking <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vrijheid aangemerkt<br />
wanneer <strong>de</strong>ze regeling betrekking heeft op <strong>het</strong> tot uiting brengen <strong>van</strong> godsdienst of<br />
levensovertuiging in enigerlei vorm. De vrijheid <strong>van</strong> godsdienst of levensovertuiging beschermt<br />
enkel <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling die ‘op zichzelf’ aan te merken is ‘als een praktische toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
godsdienst of overtuiging’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkene, d<strong>at</strong> wil zeggen als een gedraging waardoor hij<br />
‘naar objectieve ma<strong>at</strong>staven een directe uitdrukking geeft aan zijn godsdienst of<br />
levensovertuiging. 158<br />
De ARRvS heeft met betrekking tot een op een antroposofische levensovertuiging<br />
gebaseer<strong>de</strong> afwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong>elneming in een beroepspensioenregeling, overwogen d<strong>at</strong><br />
weliswaar aannemelijk was d<strong>at</strong> er verband bestond tussen <strong>de</strong> door appellant aangehangen<br />
levensovertuiging en zijn afwijzen<strong>de</strong> standpunt, maar d<strong>at</strong> hieruit nog niet volg<strong>de</strong> d<strong>at</strong> die<br />
afwijzing op zichzelf een gedraging oplever<strong>de</strong> waardoor appellant ‘naar objectieve ma<strong>at</strong>staven<br />
een directe uitdrukking’ gaf aan zijn godsdienst of overtuiging in <strong>de</strong> zin <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />
verdragsartikelen. 159 Enerzijds kan <strong>de</strong> rechter niet altijd ontkomen aan <strong>de</strong> vraag of in concreto<br />
sprake is <strong>van</strong> <strong>het</strong> belij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> godsdienst of levensovertuiging, an<strong>de</strong>rzijds is <strong>het</strong> niet <strong>de</strong> taak<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsrechter zich over dogm<strong>at</strong>ische vragen uit te l<strong>at</strong>en. 160<br />
Art. 6 Gw en art. 9 EVRM staan beperkingen aan <strong>de</strong> uitoefening <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
godsdienstvrijheid toe. Even moeilijk als <strong>het</strong> is om <strong>de</strong> reikwijdte <strong>van</strong> <strong>de</strong> godsdienstvrijheid vast<br />
te stellen, is <strong>het</strong> om <strong>de</strong> beperkingsmogelijkhe<strong>de</strong>n nauwkeurig af te bakenen. D<strong>at</strong> een beroep op<br />
een godsdienstige overtuiging geen algemene vrijbrief geeft om algemeen aanvaar<strong>de</strong> normen<br />
te negeren, of zich schuldig te maken aan strafbare feiten, is vrij breed aanvaard. 161<br />
Tegelijkertijd wordt, ook in <strong>de</strong> rechtspraak, erkend d<strong>at</strong> er situ<strong>at</strong>ies zijn waarin <strong>het</strong> niet re<strong>de</strong>lijk is<br />
om vast te hou<strong>de</strong>n aan onverkorte handhaving <strong>van</strong> bijvoorbeeld strafrechterlijke normen. 162<br />
In <strong>de</strong> (eer<strong>de</strong>re) zaken betreffen<strong>de</strong> <strong>het</strong> e<strong>van</strong>gelistenechtpaar Goeree had <strong>de</strong> Hoge Raad<br />
aanvaard d<strong>at</strong> art. 6:162 BW (onrechtm<strong>at</strong>ige daad) <strong>de</strong> grondslag kan vormen voor een beperking<br />
156 HR 13 april 1960, NJ 1960, 436.<br />
157 Van <strong>de</strong>r Pot 2006, p. 368.<br />
158 Koekkoek 2000. p. 95-96.<br />
159 ARRvS 7 april 1983 AB 1983, 430.<br />
160 HR 15 februari 1957, NJ 1957, 201.<br />
161 Van <strong>de</strong>r Pot 2006, p. 372.<br />
162 RB. Amsterdam 21 mei 2001, AB 2001, 342.<br />
43