het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
het vrouwenstandpunt van de staatkundig - DSpace at Open ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
prevaleren, voor zover <strong>het</strong> politieke partijen betreft. Ne<strong>de</strong>rland heeft, ondanks <strong>de</strong> mogelijkheid<br />
daartoe en ondanks d<strong>at</strong> bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag<br />
uitdrukkelijk is gesproken over <strong>de</strong> mogelijkheid tot inperking <strong>van</strong> <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> godsdienst<br />
indien er sprake zou zijn <strong>van</strong> strijd met <strong>het</strong> discrimin<strong>at</strong>ieverbod (zie <strong>de</strong> Memorie <strong>van</strong> Antwoord<br />
bij <strong>de</strong> Goedkeuringswet; EK 1990-1991, 18950 (R 1281), nr. 72a) <strong>het</strong> Vrouwenverdrag<br />
ger<strong>at</strong>ificeerd zon<strong>de</strong>r een voorbehoud te maken. Aangezien <strong>de</strong> SGP een politieke partij is, geldt<br />
voor <strong>de</strong> Sta<strong>at</strong> een onbeperkte plicht om actief op te tre<strong>de</strong>n zoals <strong>het</strong> Vrouwenverdrag vereist.<br />
Geen an<strong>de</strong>r grondrecht dwingt tot een terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opstelling, aldus <strong>de</strong> rechtbank<br />
Rechtbank Den Haag (sector bestuursrecht) 30 november 2006 95<br />
De SGP is tegen <strong>de</strong> subsidieafwijzing door <strong>de</strong> overheid in beroep gegaan bij <strong>de</strong><br />
bestuursrechter. Naar <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank zou verweer<strong>de</strong>r (<strong>de</strong> Sta<strong>at</strong>) blijkens <strong>het</strong><br />
civiele vonnis onrechtm<strong>at</strong>ig han<strong>de</strong>len door <strong>de</strong> subsidieaanvraag in te willigen, <strong>het</strong>geen niet <strong>van</strong><br />
verweer<strong>de</strong>r kan wor<strong>de</strong>n gevergd. Verweer<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong> aanvraag niet afgewezen op <strong>de</strong> grond<br />
d<strong>at</strong> <strong>de</strong> SGP in strijd han<strong>de</strong>lt met <strong>het</strong> Vrouwenverdrag. De afwijzing is uitsluitend gebaseerd op<br />
<strong>het</strong> uitvoerbaar verklaar<strong>de</strong> dictum <strong>van</strong> <strong>het</strong> vonnis. De rechtbank conclu<strong>de</strong>ert d<strong>at</strong> <strong>het</strong> bestre<strong>de</strong>n<br />
besluit tot afwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvraag tot subsidieverlening in beroep stand houdt. Het beroep<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> SGP wordt ongegrond verklaard.<br />
Raad <strong>van</strong> St<strong>at</strong>e 5 <strong>de</strong>cember 2007 96<br />
Tegen <strong>de</strong> uitspraak <strong>van</strong> 30 november 2006 heeft <strong>de</strong> SGP hoger beroep ingesteld bij <strong>de</strong><br />
Af<strong>de</strong>ling bestuursrechtspraak <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> St<strong>at</strong>e. De Af<strong>de</strong>ling stelt vast d<strong>at</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> SGP<br />
ingedien<strong>de</strong> subsidieaanvraag is afgewezen, omd<strong>at</strong> subsidiëring <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze partij in strijd komt<br />
met artikel 7, aanhef en on<strong>de</strong>r a en c, <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag en d<strong>at</strong> <strong>het</strong> besluit <strong>van</strong> 20<br />
<strong>de</strong>cember 2005 is gebaseerd op <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el d<strong>at</strong>, in zoverre <strong>de</strong> Wspp <strong>de</strong> Minister dwingt tot <strong>het</strong><br />
verlenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> in die wet voorziene subsidie, die wet buiten toepassing moet blijven. Hierin ligt<br />
besloten d<strong>at</strong> artikel 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht heeft jegens<br />
priva<strong>at</strong>rechtelijke personen als <strong>de</strong> SGP.<br />
De SGP heeft hiertegen aangevoerd d<strong>at</strong> artikel 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag geen<br />
rechtstreekse werking heeft en als artikel 7 <strong>van</strong> <strong>het</strong> Vrouwenverdrag al rechtstreekse werking<br />
zou hebben, zou bij <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> die verdragsbepaling in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rhavige geval een<br />
afweging moeten wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen <strong>het</strong> gelijkheidsbeginsel en <strong>het</strong> kiesrecht enerzijds en<br />
<strong>de</strong> godsdienstvrijheid, <strong>de</strong> verenigingsvrijheid en <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting an<strong>de</strong>rzijds,<br />
waarbij <strong>de</strong> la<strong>at</strong>stgenoem<strong>de</strong> grondrechten dienen te prevaleren. Vervolgens stelt <strong>de</strong> SGP d<strong>at</strong> <strong>de</strong><br />
wetgever er bewust voor heeft gekozen <strong>het</strong> in artikel 16 Wspp <strong>van</strong> rechtswege vervallen <strong>van</strong><br />
een op grond <strong>van</strong> die wet verstrekte subsidie uitsluitend, maar dan ook dwingendrechtelijk te<br />
verbin<strong>de</strong>n aan een strafrechtelijke veroor<strong>de</strong>ling wegens discrimin<strong>at</strong>ie. Ook betoogt <strong>de</strong> SGP d<strong>at</strong><br />
er geen rechtsregel is op grond waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursrechter beperkt zou zijn om een<br />
inhou<strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtm<strong>at</strong>igheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> neg<strong>at</strong>ieve subsidiebeschikking te geven.<br />
Volgens Clara Wichmann e.a. is een inhou<strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> afwijzing <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
aanvraag door <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling niet mogelijk omd<strong>at</strong> <strong>het</strong> vonnis in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige procedure niet ter<br />
beoor<strong>de</strong>ling sta<strong>at</strong> en door <strong>de</strong> Minister en <strong>de</strong> bestuursrechter als een gegeven dient te wor<strong>de</strong>n<br />
beschouwd. Mocht een inhou<strong>de</strong>lijke beoor<strong>de</strong>ling wel mogelijk zijn, dan hebben Clara Wichmann<br />
e.a. zich op <strong>het</strong> standpunt gesteld d<strong>at</strong> aan artikel 7 Vrouwenverdrag rechtstreekse werking<br />
toekomt en d<strong>at</strong> er geen ruimte is voor een afweging <strong>van</strong> belangen en d<strong>at</strong>, zo <strong>de</strong>ze afweging al<br />
zou moeten wor<strong>de</strong>n gemaakt, ten aanzien <strong>van</strong> politieke partijen <strong>het</strong> gelijkheidsbeginsel en <strong>het</strong><br />
passief kiesrecht dienen te prevaleren boven <strong>het</strong> recht op vrijheid <strong>van</strong> godsdienst, vereniging<br />
en meningsuiting.<br />
95 RB. Den Haag 30 november 2006, LJN: AZ5393.<br />
96 ABRvS 5 <strong>de</strong>cember 2007, LJN: BB9493.<br />
25