het vernieuwde ontvankelijkheidscriterium in de voegingsprocedure ...
het vernieuwde ontvankelijkheidscriterium in de voegingsprocedure ...
het vernieuwde ontvankelijkheidscriterium in de voegingsprocedure ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Mogelijk vormen <strong>de</strong> uit dat systeem gegenereer<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>bedragen een <strong>in</strong>dicatie voor<br />
strafrechters om –<strong>in</strong>dien nodig – scha<strong>de</strong> te schatten. De bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij krijgt op die manier<br />
misschien niet <strong>de</strong> volledige scha<strong>de</strong> vergoed, maar on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> motto van ’beter iets dan niets’ <strong>in</strong><br />
ie<strong>de</strong>r geval een <strong>de</strong>el daarvan. Schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> was al mogelijk on<strong>de</strong>r <strong>het</strong><br />
eenvoudscriterium 230 maar werd niet altijd toegepast. Zeker niet wanneer strafrechters<br />
onvoldoen<strong>de</strong> kennis van en aff<strong>in</strong>iteit met <strong>het</strong> civiele recht hebben. 231 In dat opzicht zou sprake<br />
kunnen zijn van een aanscherp<strong>in</strong>g als uitvloeisel van <strong>het</strong> onevenredigheidscriterium.<br />
Een an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>nkbare mogelijkheid is dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij <strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong> niet of<br />
onvolledig heeft on<strong>de</strong>rbouwd. In dat geval zou door <strong>het</strong> woord ‘onmid<strong>de</strong>llijk’ veron<strong>de</strong>rsteld<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij alsnog <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelegenheid wordt gesteld<br />
bewijsmid<strong>de</strong>len aan te vullen. Ook kan gedacht wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> situatie dat <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />
partij, die ter terechtzitt<strong>in</strong>g afwezig is, alsnog wordt opgeroepen te verschijnen om <strong>de</strong><br />
noodzakelijke toelicht<strong>in</strong>g te geven. Concreet betekent dit dat <strong>de</strong> strafzaak zal moeten wor<strong>de</strong>n<br />
geschorst, 232 wat <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel conflicteert met <strong>het</strong> accessoire karakter dat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g ten<br />
opzichte van <strong>de</strong> strafzaak dient te hebben. 233 De verdachte heeft er recht op dat <strong>de</strong> strafzaak<br />
b<strong>in</strong>nen een re<strong>de</strong>lijke termijn wordt behan<strong>de</strong>ld, 234 niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste plaats als hij zich <strong>in</strong><br />
preventieve hechtenis bev<strong>in</strong>dt. 235 Daarbij doemt <strong>het</strong> onwenselijke scenario op dat <strong>de</strong> regie<br />
over <strong>het</strong> verloop van <strong>de</strong> strafzitt<strong>in</strong>g uit han<strong>de</strong>n wordt gegeven aan <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij, die<br />
meer tijd nodig heeft om bewijsmid<strong>de</strong>len te verzamelen. Dit zou wellicht voorkomen kunnen<br />
wor<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> strafzaak voor bepaal<strong>de</strong> tijd aanhoudt. Maar ook dan richt <strong>de</strong><br />
afdoen<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> strafproces zich naar <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> civiele vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, wat strijdig is<br />
met <strong>het</strong> beg<strong>in</strong>sel van on<strong>de</strong>rgeschiktheid. Een extra compliceren<strong>de</strong> factor kan zijn dat, op grond<br />
van <strong>het</strong> gelijkheidsbeg<strong>in</strong>sel, ook <strong>de</strong> verdachte <strong>de</strong>sgewenst extra tijd zal moeten wor<strong>de</strong>n<br />
gegeven bewijsmid<strong>de</strong>len te verzamelen ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> verweer. 236<br />
230 Zie hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.2.<br />
231 Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2.4.<br />
232 Art. 281 Sv. Dit wordt ook wel aanhoud<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> strafzaak genoemd.<br />
233 Zie ook <strong>de</strong> ‘Aanbevel<strong>in</strong>gen civiele vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en scha<strong>de</strong>vergoed<strong>in</strong>gsmaatregel’, p. 16 waar gesteld<br />
wordt dat <strong>het</strong> schorsen van <strong>de</strong> strafzaak om <strong>de</strong> bena<strong>de</strong>el<strong>de</strong> partij alsnog op te roepen veelal <strong>in</strong><br />
strijd zal zijn met <strong>het</strong> onevenredigheidscriterium.<br />
234 Art. 6 Europees Verdrag voor <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong> mens.<br />
235 Cleiren & Verpalen 2011, art. 361 Sv, aant. 3.<br />
236 Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.2.2.<br />
55