Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2 INLEIDING<br />
verre van contingent. Juist in verhalen hangt alles met alles samen. Alles<br />
heeft betekenis. Gebeurtenissen verlopen volgens een bepaald plan of ont-<br />
werp. Er is een samenhang tussen onderling uit elkaar liggende gebeurtenis-<br />
sen die tekstuele opeenvolging ontstijgt. Deze vormen van narratief <strong>verband</strong><br />
kunnen samengevat worden in het woord plot.<br />
De structuralistische narratologie veronderstelt dat ook verhalen gestruc-<br />
tureerd zijn als een taal. Maar de relaties tussen tekstgedeeltes (of elementen<br />
van de fabula) zijn niet genoeg om de betekenisvolle samenhang te vatten. In<br />
de structuralistische narratologie is het bijgeloof waar Wittgenstein het over<br />
heeft, belichaamd in de notie van plot. Verhalen hebben een samenhang die<br />
betekenis toekenning mogelijk maakt. In tegenstelling tot de gebeurtenissen<br />
in de werkelijkheid, zijn gebeurtenissen in verhalen nooit contingent. De im-<br />
peratief van interpretatie heeft tot gevolg dat elke gebeurtenis altijd in een<br />
bepaald <strong>verband</strong> geplaatst wordt. Niettemin is ook narratieve samenhang<br />
niet empirisch – door naar de tekst te wijzen – aan te tonen.<br />
Deze scriptie is erop gericht het concept van narratief <strong>verband</strong> aan een<br />
nader onderzoek te onderwerpen. De hypothese is dat de relatie tussen con-<br />
tingentie en <strong>verband</strong> gekarakteriseerd kan worden als een verdringingsrelatie.<br />
Dat wil zeggen dat in de teksten en auteurs die ik bespreek bepaalde strate-<br />
gieën waar te nemen zijn om contingentie van de (verhaal)wereld of tekst op<br />
te lossen.<br />
In het eerste hoofdstuk, De pernicieuze plot, wil ik analyseren wat de<br />
consequenties zijn voor het concept plot wanneer een werkelijk contingente<br />
verhaalwerkelijkheid wordt aangenomen. De teksten die ik analyseer spreiden<br />
allen een strategie tentoon om met deze contingentie om te gaan. Kort<br />
samengevat vallen deze strategieën in twee soorten uiteen: de verheffing van<br />
causaliteit tot logica, en personificatie van de fabula. De personificatie heeft<br />
het effect dat een verhaal intenties en motieven – antropomorfe voorwaarden<br />
om te kunnen betekenen – krijgt.<br />
De twee hoofdstukken die volgen zijn case-studies. Paranoia bestaat uit<br />
een interpretatie van het gelijknamige verhaal van W. F. Hermans (1993).<br />
Centraal staat hoe de lezer de hoofdpersoon imiteert om de contingentie<br />
in en van het verhaal op te lossen. Paranoia kan gezien worden als een