Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44 HOOFDSTUK 3. DE ZIENER<br />
De kunstenaar die LeRoy personifieert heeft een ambivalente houding ten<br />
opzichte van het leven. Aan de ene kant verlangt hij naar het leven zoals an-<br />
deren dat leiden. LeRoy begluurt vrijende paartjes eenvoudigweg om ‘erbij<br />
te zijn’ (173). Aan de andere kant erkent hij dat hij daar als persoon niet<br />
geschikt voor is. In zekere zin vindt hij zichzelf een misbaksel, niet aange-<br />
past aan het werkelijke leven. Hij verruilt daarom het werkelijke voor het<br />
mogelijke van de kunst. In dit hoofdstuk wil ik een interpretatie geven van<br />
de roman die toegespitst is op de relatie tussen zienerschap en contingentie.<br />
Het zien van zieners heeft een temporele component. Het zien van zieners<br />
is namelijk een voorzien. Zieners kunnen in de toekomst kijken op basis van<br />
een (mogelijk door god gegeven) gave. De temporaliteit van zieners-zien –<br />
een discrepantie tussen het moment van gebeuren en kennis van het gebeuren<br />
– staat in nauwe relatie met het concept van narratief <strong>verband</strong>, omdat de<br />
mogelijkheid van zienerschap vooronderstelt dat de werkelijkheid/fabula op<br />
een bepaalde manier in elkaar zit, namelijk: volgens een vaststaand, kenbaar<br />
plan.<br />
De personage LeRoy vertegenwoordigt in zich twee historisch-mythologische<br />
figuren uit de Griekse oudheid: Teiresias en Homeros. Beiden waren op een<br />
bepaalde manier onaangepast aan de werkelijkheid, vanwege hun blindheid 2 .<br />
Teiresias representeert de zienerscomponent, Homeros de kunstenaarscom-<br />
ponent. Het zienerschap staat echter in problematische verhouding tot een<br />
creatief kunstenaarsschap. Het is immers zo dat het gebeuren van iets dat<br />
voorzien is, al van tevoren vaststaat. Als een ziener de toekomst ziet, dan<br />
is een creatio ex nihilo niet mogelijk. Zienerschap vooronderstelt een vaste<br />
samenhang in de wereld die de toekomst voorspelbaar maakt. De kunste-<br />
naar, zoals die in LeRoy gepersonifieerd is, kan dit niet accepteren. Voor<br />
hem bestaat de toekomst uit mogelijkheden, die juist niet van tevoren voor-<br />
speld kunnen worden. We zien dus een conceptueel spanningsveld tussen<br />
determinisme aan de ene kant, en contingentie aan de andere kant.<br />
De interpretatie die ik in dit hoofdstuk uiteen wil zetten, draait om de<br />
kern dat in De ziener determinisme en contingentie, zoals ervaren door de<br />
2 Vestdijk heeft dit thema uitgewerkt in het verhaal Homerus fecit uit de bundel Nar-<br />
cissus op vrijersvoeten (1987).