Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
26 HOOFDSTUK 2. PARANOIA<br />
Zij haalden hem niet in, neen, immers, zij zouden hem te pakken<br />
hebben voor hij er erg in had. (44)<br />
Het blijkt ook uit het feit dat Anna ons zegt dat de foto die Cleever in de<br />
krant zag helemaal niet op hem lijkt (69). De zaken liggen echter niet zó<br />
simpel en ik kom hier nog op terug. Tenslotte komt ook grootheidswaan<br />
komt naar voren. Ergens in het verhaal stelt hij zichzelf de taak niet meer te<br />
dralen: ‘Ik laat mij nu niet langer afleiden door onbetekenende handlangers<br />
van een vroeger leven. Ik ga mijn gang als de geschiedenis zelf’ (58).<br />
Het lijkt voor de hand te liggen dat Paranoia de ontwikkeling beschrijft<br />
van een ziektebeeld dat in de oorlog ontstaan is toen Cleever in het Neder-<br />
landse leger diende. Zo vertelt althans de vader van Anna:<br />
Ze lagen in Zuid-Limburg en kregen bevel de benen te nemen voor<br />
ze één Duitser hadden gezien. Daar is Cleever nooit overheen<br />
gekomen. (65)<br />
Cleever heeft nooit kunnen verwerken dat zijn compagnie voor de Duitsers<br />
moest vluchten. De afgang van de onverhoopte vlucht zonder ook maar<br />
een schot gelost te hebben, was voor Cleever niet te accepteren. Daarom<br />
ontwikkelde hij zijn paranoia. De identiteit van de gevluchte SS’er gaf zijn<br />
leven de heroïek die hem in de oorlog ontzegd was. Door een contingent feit:<br />
de capitulatie van Nederland. Het onvermogen zich te kunnen bewijzen is<br />
een verlies van betekenis. Cleevers leven werd zinloos. Hij zat tijdens de<br />
‘héle bezetting op één en dezelfde kamer, zonder een boek te lezen, zonder<br />
iets uit te voeren’ (65). Als reactie op die zinloosheid meet Cleever zich later<br />
de identiteit van de gevluchte SS’er aan. Het tekort aan zingeving keert terug<br />
als een overschot aan zingeving in omgekeerde vorm.<br />
Maar hiermee is nog niet alles gezegd. Want hoeveel weten wij eigenlijk<br />
uit het verhaal zelf over Cleevers oorlogsverleden? Alleen de vader van Anna<br />
vertelt het verhaal van Cleevers noodgedwongen vlucht. Hij heeft Arnold<br />
maar één keer gezien: ‘Ik heb geloof ik niets tegen hem gezegd, Ajo zei<br />
‘Heil Hitler’, dat was alles 1 ’ (65). Verder heeft de vader van Anna ‘hoogst<br />
1 Ajo is een van twee papegaaien. De andere, Inquam, zegt nooit wat en wordt daarom<br />
Tacitus genoemd.