Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
6 HOOFDSTUK 1. DE PERNICIEUZE PLOT<br />
Toch lijkt Forster te suggereren dat de causaliteit niet inherent is aan de ge-<br />
beurtenissen zelf, maar daar in zekere zin aan opgelegd is. Hij heeft het over<br />
‘the sense of causality’. Blijkbaar hebben plots het effect van samenhang op<br />
de lezer, terwijl bij verhalen zonder plot deze indruk afwezig is. Bovendien is<br />
deze indruk belangrijker, of heftiger, dan de temporele ordening. De volgorde<br />
in tijd wordt overschaduwd door causaliteit.<br />
Dat een gegeven verzameling gebeurtenissen niet uit zichzelf een plot<br />
vormt, wordt nog veel sterker beargumenteerd door Hayden White (1999;<br />
1987). Vanuit de hoek van de geschiedschrijving wijst hij erop dat geen<br />
enkele gebeurtenis uit zichzelf onderdeel van een <strong>verband</strong> is. Volgens Whi-<br />
te bestaat de waarde van geschiedschrijving er dan ook niet zozeer in dat<br />
de historicus de feiten naar waarheid verhaalt. Eerder is het de taak van<br />
de historicus feiten te plaatsen in een <strong>verband</strong> opdat zij betekenis krijgen.<br />
De betekenis van historische gebeurtenissen ligt namelijk nooit in de fei-<br />
ten zelf besloten. Gebeurtenissen krijgen pas betekenis als onderdeel van<br />
een verhaalstructuur. Geschiedschrijving is dus een vorm van ‘emplotment’.<br />
Emplotment verklaart waarom er verschillende geschiedenissen geschreven<br />
worden over een bepaalde periode, terwijl de diverse historici allemaal van<br />
dezelfde verzameling feiten uitgaan. Het is de manier waarop deze opeenvol-<br />
ging van feiten van een plotstructuur wordt voorzien die maakt dat de ene<br />
geschreven geschiedenis niet de andere is.<br />
Een plotstructuur, of gewoonweg verhaalstructuur, maakt het mogelijk<br />
voor een publiek de gebeurtenissen te plaatsen en te begrijpen op dezelfde<br />
manier waarop het publiek andere, fictionele verhalen begrijpt. ‘Goede’ ge-<br />
schiedschrijving gebruikt de vertrouwde kunstgrepen (waaraan het publiek in<br />
een bepaalde tijd gewend is geraakt) om het vreemde vertrouwd te maken.<br />
White noemt dit “familiarizing the unfamiliar”. Het vreemde (“the unfa-<br />
miliar”) wordt dan belichaamd door de gebeurtenissen uit een ingrijpende<br />
historische periode, bijvoorbeeld een revolutie. Deel van White’s project is<br />
aan te tonen dat de manier waarop het vreemde vertrouwd wordt gemaakt<br />
zelf historisch en/of ideologisch bepaald is. Dat wil zeggen dat de verhaal-<br />
structuur waarin vreemde (want contingente) feiten gegoten worden, geen<br />
onderdeel is van de historische werkelijkheid die de historicus vereist is te