Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
24 HOOFDSTUK 2. PARANOIA<br />
niet maar zien <strong>verband</strong>en, patronen en tekens die ‘normale’ mensen niet zien.<br />
Niettemin zijn de interpretaties van paranoïci nooit te bewijzen of te weerleg-<br />
gen. Daarom is de paranoïde interpretatie slechts gradueel verschillend van<br />
de ‘normale’ interpretatie. ‘Normale’ mensen interpreteren de werkelijkheid<br />
namelijk ook via <strong>verband</strong>en die niet weerlegd kunnen worden. Alleen geldt<br />
voor hun interpretatie dat de meerderheid hem ondersteunt. Theoretisch ge-<br />
zien is elk systeem even arbitrair, maar de paranoïcus zal dit nooit toegeven<br />
omdat er teveel in geïnvesteerd is en teveel van afhangt. Paranoia is een<br />
vorm van mystificatie. Het behelst het geloof in een interpretatief systeem,<br />
zonder de contingentie daarvan te erkennen.<br />
Het <strong>verband</strong> tussen paranoia en narrativiteit kan op twee manieren gestal-<br />
te gegeven worden. Allereerst is paranoia een cultureel, thematisch concept.<br />
Hierbij heeft paranoia onder meer een politieke inhoud. Met name in Ameri-<br />
kaanse teksten over de Koude Oorlog en de moord op John F. Kennedy is deze<br />
vorm van paranoia (‘everything is connected’) een belangrijk thema (Marcus<br />
1999; Knight 1999; Hendershot 1997; Flieger 1997) . Don DeLillo en Thomas<br />
Pynchon zijn schrijvers die zich overduidelijk met deze paranoïde thematiek<br />
bezighouden (Pynchon 1999; DeLillo 1997).<br />
De andere vorm van paranoia is meer theoretisch van aard. Paranoia<br />
is dan een epistemologische structuur van overgedetermineerdheid. In deze<br />
vorm heeft paranoia meer te maken met narrativiteit en plotstructuur. Pa-<br />
ranoia duidt dan op een leeshouding. Zonder de eerste vorm van paranoia<br />
in waarde te onderschatten, zal ik me richten op de tweede vorm. In dit<br />
hoofdstuk wil ik namelijk onderzoeken hoe de paranoia in het vehaal Para-<br />
noia (1993), zoals belichaamd in de hoofdpersoon Arnold Cleever, terugslaat<br />
op de lezer. De manier waarop Cleever de verhaalwerkelijkheid interpreteert<br />
vertoont namelijk grote overeenkomsten met hoe verhalen geïnterpreteerd<br />
worden. Dit is een gevolg zowel van de leeshouding van lezers als van be-<br />
paalde narratieve technieken. Eve Kosofsky Sedgwick (1997) beschrijft de<br />
hermeneutics of suspicion in termen van paranoia. Deze leeshouding ver-<br />
moedt overal structuren van onderdrukking en zoekt heil in de blootlegging<br />
daarvan, net zoals conspiracy theorists. Mijns inziens valt elke leeshouding<br />
(zowel demystificerend als mystificerend) te zien als een soort paranoia omdat