Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Narratief verband - CWI
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
58 BESLUIT<br />
heeft. Het narratief <strong>verband</strong> is dan bijna theologisch van aard: er is een bron<br />
van betekenis, een onbeweeglijke beweger die alles in gang gezet heeft.<br />
Bal daarentegen legt de nadruk op de verteller en focalisator. De sub-<br />
jectiviteit van deze agents bevat het narratief <strong>verband</strong> in de vorm van een<br />
interpretatie in de fabula. Deze subjectiviteit uit zich in het mediërende<br />
niveau van de story. De story drukt een overgedetermineerde interpretatie<br />
uit. De lezer construeert op eenzelfde manier interpretaties van verhalen.<br />
Hiermee is echter geenszins het narratief <strong>verband</strong> immanent aan het verhaal<br />
geworden. De interpretaties van verteller, focalisator of lezer hebben betrek-<br />
king op een contingente fabula. Als zodanig spelen deze interpretaties zich<br />
af aan de rand van de fabula:<br />
Das Subjekt gehört nicht zur Welt, sondern es ist eine Grenze der<br />
Welt. (Wittgenstein 1998, 5.632/118)<br />
In de twee laatste hoofdstukken heb ik geprobeerd het interpretatiemodel<br />
van Bal te gebruiken bij het analyseren van twee verhalen, Paranoia en De<br />
ziener. Hierbij heb ik geprobeerd de nadruk leggen op het graduele onder-<br />
scheid tussen vertellers, focalisators en personages aan de ene kant, en de<br />
lezers van het verhaal aan de andere kant. De problematische relatie van de<br />
hoofdpersonages tot hun verhaalwereld verheldert de problematische relatie<br />
van interpreten en hun tekst. In het geval van de besproken interpretaties<br />
blijkt dat de lezers het drama van de protagonisten in de verhalen die zij<br />
hebben gelezen, heropvoeren en uiteindelijk de tekst ingrijpend beïnvloeden.<br />
Wittgensteins grens tussen de binnenkant en de buitenkant van de wereld<br />
blijkt in de context van verhalen een kneedbaar begrip.<br />
In het geval van Paranoia blijkt de paranoïde dispositie van de hoofdper-<br />
soon Arnold Cleever verdacht veel te lijken op hoe het verhaal geïnterpreteerd<br />
wordt, in dit geval door Raat. De lezer interpreteert het verhaal op dezelfde<br />
wijze als Cleever de verhaalwereld interpreteert. Maar daarmee staat of valt<br />
het feit dat Cleever aan paranoia lijdt. Om aan te tonen dat Cleever aan pa-<br />
ranoia lijdt, moet de lezer zich van middelen bedienen die juist de paranoïcus<br />
kenmerken.