02.09.2013 Views

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mensen geëerd en erkend worden. Wat God bij hen heeft gedaan, beschouwen zij als<br />

hun eigen verdienste, zij klemmen er zich aan vast en maken er als op hun bezit<br />

aanspraak op en tegenover anderen, die er zoiets niet op na houden, verbeelden zij<br />

zich iets bijzonders te zijn. Dit is inderdaad een gladde, glibberige situatie: Gods<br />

goederen maken hier de harten, zoals met hun natuur overeenkomt, hoogmoedig en<br />

zelfingenomen.<br />

c) Maria roemt op voorbeeldige wijze uitsluitend de daad <strong>van</strong> God.<br />

Derhalve is het hier noodzakelijk, aandacht te schenken aan het laatste woordje:<br />

"God". Immers Maria zegt niet: "Mijn ziel maakt groot - zichzelf" of "ziet tegen<br />

zichzelf op"; <strong>van</strong> zichzelf wil zij trouwens ook niet de geringste dunk hebben.<br />

Integendeel: zij maakt God alleen groot; aan Hem schrijft zij het volkomen en<br />

uitsluitend toe. Zij ontgeeft zich alles en brengt het weer volkomen tot God terug, <strong>van</strong><br />

Wie zij het ont<strong>van</strong>gen heeft. Want ofschoon zij zulk een overweldigende daad <strong>van</strong><br />

God in zich ervoer, was zij en bleef zij toch zó gezind, dat zij zich niet boven de<br />

geringste mens op aarde verhief; wanneer zij het had gedaan, dan zou zij met Lucifer 11<br />

in de afgrond <strong>van</strong> de hel zijn gestort. Haar gedachtengang was eenvoudig deze: indien<br />

een andere maagd deze goederen <strong>van</strong> God had ont<strong>van</strong>gen, zou zij even vrolijk hebben<br />

willen zijn en het haar net zo goed gegund hebben als aan zichzelf, ja zij zou zichzelf<br />

zulk een eer onwaardig en alle anderen waardig hebben geacht; en zij zou zelfs dan<br />

nog weltevreden zijn geweest, indien God haar deze goederen ontnomen en voor haar<br />

ogen aan een ander gegeven had; zij is niet meer dan een vrolijke woonstee en<br />

dienstvaardige gastvrouw voor deze gast geweest Daarom ook is zij dit alles, blij en<br />

dienstvaardig, steeds gebleven.<br />

d) Maria overwint de grote verzoeking <strong>van</strong> zelfverheffing.<br />

Ziet, dat is God alleen groot maken, alleen tot Hem hoog opzien en voor zichzelf geen<br />

eisen stellen. Hieruit kan men opmerken, hoe menigmaal er aanleiding voor haar<br />

geweest is om te vallen en te zondigen, zodat het wonder, dat zij zich <strong>van</strong> hoogmoed<br />

en aanmatiging heeft vrijgehouden, niet kleiner is dan dit, dat zij zulke goederen heeft<br />

ont<strong>van</strong>gen Komt u <strong>van</strong> het bijzondere <strong>van</strong> dit gemoed niet onder de indruk? Als<br />

Moeder Gods ziet Maria zich boven alle mensen uitgeheven, en toch blijft zij zo<br />

eenvoudig en kalm hieronder, dat zij een geringe dienstmaagd niet als beneden haar<br />

staande zou hebben beschouwd. O, wij arme mensen: Wanneer wij enig goed, macht<br />

of eer hebben, ja een weinig aantrekkelijker zijn dan anderen, dan zijn wij niet in staat<br />

ons met een mindere gelijk te stellen, en kennen wij in onze pretenties geen grenzen;<br />

wat zouden wij dan doen, indien wij grote, hoge goederen bezaten?<br />

Daarom laat God ons dan ook arm en ongelukkig blijven, omdat wij Zijn lieflijke<br />

goederen niet onbevlekt houden; wij spelen het niet klaar, over onszelf evenzo te<br />

denken, als tevoren 12 , maar laten ons zelfgevoel steeds meegroeien en verminderen,<br />

naar gelangde goederen komen of gaan. Maar dit hart <strong>van</strong> Maria blijft te allen tijde<br />

vast en gelijk; zij laat God in zich werken naar Zijn wil en neemt voor zichzelf daaruit<br />

niets meer dan een goede troost, vreugde en vertrouwen in God. Zo moesten ook wij<br />

doen; dat zou een echt zingen <strong>van</strong> het "Magnificat" zijn.<br />

11 Lucifer (= morgenster) was een benaming <strong>van</strong> de duivel in verband met Jes. 14: 12. Op grond <strong>van</strong><br />

schaarse gegevens <strong>van</strong> de Bijbel zag men in de duivel een gevallen geest, die vóór zijn val in de hemel<br />

bij God was.<br />

12 N.l. toen wij Zijn goederen nog niet bezaten.<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!