DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther
DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther
DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
haar geprezen worde en door haar ieder tot oprecht vertrouwen op Gods genade worde<br />
gebracht.<br />
c) Maria wil ons niet tot haarzelf, maar alleen tot God leiden. Wie haar daarom op de<br />
rechte wijze eren wil, die mag haar niet afzonderlijk plaatsen voor zich, maar moet<br />
haar voor God en diep beneden God plaatsen en haar "ledig" maken en het oog<br />
vestigen op haar nietigheid. Alsdan verwondere hij zich over Gods overvloedige<br />
genade, die zulk een gering en nietig mensenkind zo rijk en genadig aanziet, om<strong>van</strong>gt<br />
en zegent. Door deze aanblik moet u er dus toe gedrongen worden, om voor zulk een<br />
genade God lief te hebben en te loven, en moet u u er door laten aansporen, <strong>van</strong> zulk<br />
een God alle goeds voor u te verwachten, die geringe, verachte, nietige mensen zo<br />
genadig aanziet en niet versmaadt. Zo moet uw hart jegens God in het geloof, in de<br />
liefde en in de hoop worden versterkt. Wat schoners, meent u, kan haar ten deel<br />
vallen, dan wanneer u op zulk een wijze door haar tot God komt en 't aan haar leert, op<br />
God te vertrouwen en te hopen, ook indien u veracht en tot niets gemaakt wordt, in<br />
welk opzicht ook, in leven of sterven? Zij begeert niet, dat u tot Maria maar dat u door<br />
haar tot God komt. Aan de andere kant moet u leren vrezen voor al het hoge, waarnaar<br />
de mensen haken, wanneer u bemerkt, dat God zelfs bij Zijn eigen Moeder een<br />
voornaam uiterlijk noch aantrof noch begeerde.<br />
d) De ervaring <strong>van</strong> haar genade maakt Maria tot een vertroostend voorbeeld.<br />
Maar de kunstenaars, die ons de zalige Maagd zodanig schilderen en op het doek<br />
brengen, dat niets verachtelijks aan haar valt op te merken, maar louter schoons en<br />
verhevens, wat doen zij anders dan dat zij ons alleen voor de Moeder Gods en niet<br />
voor God Zelf plaatsen? Hierdoor maken zij ons beschroomd en angstig en verbergen<br />
het vertroostend genadebeeld: zoals men in de vastentijd de beelden verbergt 23 . Want<br />
dan is geen voorbeeld meer voorhanden, waardoor wij ons kunnen troosten, maar<br />
wordt zij boven alle voorbeelden uitgeheven. En toch zou en wou zij graag het<br />
allervoornaamste voorbeeld <strong>van</strong> de genade <strong>van</strong> God zijn, om de ganse wereld jegens<br />
de goddelijke genade tot vertrouwen, tot liefde en tot lof aan te sporen; alle harten<br />
moesten door haar zulk een vertrouwen op God verwerven, dat zij met volkomen<br />
overtuiging zouden kunnen zeggen: "O, u zalige Maagd en Moeder Gods, welk een<br />
grote troost heeft God ons aan u getoond, omdat Hij uw onwaardigheid en nietigheid<br />
zo genadig heeft aangezien; hierdoor kunnen wij ons ook in de toekomst bewust<br />
worden, dat Hij naar dit voorbeeld ook ons arme, nietige mensen niet zal verachten,<br />
maar genadig zal aanzien".<br />
e) Het geloof zoekt bij Maria een voorbeeld, het bijgeloof hulp.<br />
Wat denkt u? David, Petrus, Paulus, Maria Magdalena en hun gelijken zijn door de<br />
grote genade, die hun, zonder dat zij het waard waren, tot troost <strong>van</strong> alle mensen is<br />
gegeven, voorbeelden, om het vertrouwen en het geloof in God te versterken. Verdient<br />
dan ook niet de zalige Moeder Gods terecht als zulk een voorbeeld voor de gehele<br />
wereld te gelden? Weliswaar kan zij het niet zijn voor de overdadige lofredenaars en<br />
de nutteloze praatjesmakers, die niet in staat zijn, op grond <strong>van</strong> dit vers duidelijk te<br />
maken, hoe bij haar de overweldigende rijkdom <strong>van</strong> God met haar diepe armoede, de<br />
goddelijke eer met haar nietigheid, de goddelijke waardigheid met haar verachtelijkheid,<br />
de goddelijke grootheid met haar geringheid, Gods goedheid met haar<br />
gebrek aan verdienste, Gods genade met haar onwaardigheid zich hebben verenigd.<br />
23 In de vastentijd werden de beelden in de R.K. kerk bedekt.<br />
26