02.09.2013 Views

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ongelovigen, die denken, dat zij terwille <strong>van</strong> hun vele woorden zullen worden<br />

verhoord. Op deze wijze treft men tegenwoordig in alle kerken veel klokgelui,<br />

muziek, gezang, geroep en gelees aan, maar ik vrees, heel weinig lof aan God; want,<br />

zoals Hij in Joh. 4: 24 zegt: Hij wil in geest en in waarheid geprezen zijn.<br />

b) Met vele woorden, die niet uit het hart komen, wordt God onteerd.<br />

Salomo zegt in Spr. 27: 14: "Wie zijn naaste met luider stemme prijst en daartoe vroeg<br />

opstaat, moet als een lasteraar beschouwd worden"; immers hij maakt de zaak<br />

verdacht, omdat iedereen denkt, dat hij een slechte zaak wil vergoelijken; doordat hij<br />

echter zo heftig te werk gaat, maakt hij de zaak alleen maar erger. Wie omgekeerd zijn<br />

naaste met luider stemme lastert en daarbij 's morgens vroeg opstaat (d.w.z. niet traag<br />

is, een grote ijver aan de dag legt), kan als een lofredenaar beschouwd worden. Want<br />

dan meent men: het is niet waar, hij doet het uit haat en boosaardigheid; daarmede<br />

maakt hij zijn eigen zaak slechter en die <strong>van</strong> zijn naaste beter. Precies zo is het ook,<br />

wanneer men God meent te loven met veel woorden, geroep en klokgelui; dan doet<br />

men net, alsof Hij doof was of nergens <strong>van</strong> wist, als moesten wij Hem wakker maken<br />

en onderrichten 25 . Zulk een valse voorstelling <strong>van</strong> God strekt Hem meer tot smaad en<br />

oneer dan tot lof. Daarentegen staat het anders, wanneer iemand Zijn goddelijke daden<br />

diep in het hart wel overlegt en ze met bewondering en dank gadeslaat; dan uit hij zich<br />

met geestdrift en hij zucht meer dan dat hij spreekt; de woorden breken dan <strong>van</strong>zelf in<br />

een vloed te voorschijn, niet <strong>van</strong> tevoren overdacht en geordend, zodat als het ware de<br />

geest mee uitstroomt en de woorden leven, handen en voeten krijgen, ja dat<br />

tegelijkertijd het gehele lichaam in heel zijn levensvolheid en in al zijn leden gaarne<br />

zou willen spreken. Dat is eerst recht God prijzen in geest en in waarheid; daar zijn de<br />

woorden louter vuur, licht en leven, zoals David in Psalm 119: 140 zegt: "Heere, het<br />

spreken over U is gans vurig" 26 . Voorts (Psalm 119: 171): "Van mijn lippen zal Uw<br />

lof opbruisen" 27 , precies zoals heet water als het kookt overloopt en opbruist, omdat<br />

het <strong>van</strong>wege de grote hitte het in de ketel niet meer kan uithouden. In deze geest zijn<br />

ook alle woorden <strong>van</strong> de zalige Maagd in dit lied slechts weinig in aantal, maar toch<br />

diep en groot. Zulke mensen noemt Paulus in Romeinen 12: 11: spiritu ferventes, "die<br />

geestelijk vurig zijn en bruisen", en hij leert ons, ook <strong>van</strong> zodanige geest te zijn.<br />

2. Als Gods grote daad verheerlijkt Maria deze, dat zij "Moeder Gods" is geworden.<br />

a) Doordat zij Moeder Gods werd, ervoer zij het allergrootste.<br />

De "grote dingen" zijn niets anders dan dat Maria Moeder Gods is geworden. In deze<br />

zaak zijn haar zo vele en grote goederen gegeven, dat niemand ze begrijpen kan; want<br />

daaruit vloeit alle eer en alle zaligheid voort, daar<strong>van</strong> komt het, dat zij temidden <strong>van</strong><br />

het ganse menselijk geslacht boven allen een persoon is, geheel enig in haar soort.<br />

Want niemand is aan haar gelijk, omdat zij met de hemelse Vader een kind, en wel<br />

zulk een kind bezit. En zelf kan zij het wegens zijn overweldigende grootheid geen<br />

naam geven en moet het erbij laten, dat zij in haar opbruisende geestdrift losbreekt,<br />

dat het grote dingen zijn, die men in woorden noch vertolken noch vatten kan. In één<br />

woord heeft men daarom al haar eer samengevat: wanneer men haar namelijk Moeder<br />

Gods noemt; niemand is in staat iets groters over haar of tot haar te zeggen, ook al zou<br />

hij net zoveel tongen hebben als er loof en gras, sterren aan de hemel en zand aan de<br />

25<br />

<strong>Luther</strong> zinspeelt hier wel op de roepende Baälspriesters op de Karmel en de spot <strong>van</strong> Elia met hen (1<br />

Kon. 18: 21 v.v.).<br />

26<br />

Naar de Latijnse vertaling (Vulgaat): Ignitum eloquium tuum vehementer.<br />

27<br />

Eveneens naar de Latijnse overzetting: Eructabant labia mea hymnum.<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!