02.09.2013 Views

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

DE LOFZANG VAN MARIA - Geschriften van Maarten Luther

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

aan de andere kant God wat de mens wil. Zo is dus Israël een mens, die aan God gelijk<br />

is en over God macht heeft, die in God, met God en door God een heer is, om alle<br />

dingen te doen en te vermogen 69 .<br />

II. Gods belofte schenkt Christus aan een zondige wereld.<br />

10. Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, Abraham en zijn zaad in eeuwigheid<br />

70 .<br />

1. De belofte Gods aan Abraham oordeelt en begenadigt de wereld.<br />

a) De belofte geschiedde uit genade en sluit elke verdienste uit.<br />

Daar is het uit met alle verdienste en alle aanmatiging en is de loutere genade en<br />

barmhartigheid <strong>van</strong> God omhoog geheven; want God heeft hen, die <strong>van</strong> Israël zijn,<br />

niet om hun verdienste aangenomen, maar alleen uit hoofde <strong>van</strong> Zijn eigen belofte.<br />

Uit louter genade heeft Hij het vast beloofd, uit louter genade heeft Hij het ook<br />

vervuld. Daarom getuigt Paulus in Galat. 3: 17 v. v. , dat God vierhonderd jaar<br />

vóórdat Hij Mozes de wet gaf, aan Abraham een stellige belofte heeft geschonken,<br />

opdat niemand zou kunnen roemen of zeggen, dat hij deze genade en toezegging door<br />

de wet of door wetswerken verdiend of verworven heeft. Juist deze belofte prijst en<br />

verheft hier de Moeder Gods ook boven alles en brengt dit werk <strong>van</strong> de menswording<br />

<strong>van</strong> God geheel in verband met de goddelijke, genadige, onverdiende toezeggingen,<br />

die Hij aan Abraham heeft gedaan. De belofte <strong>van</strong> God aan Abraham vinden wij<br />

voornamelijk in Gen. 12: 3 en 22: 18; maar ook elders wordt op vele plaatsen er naar<br />

verwezen. Zij luidt als volgt: "Ik heb bij Mijzelf gezworen: in uw zaad zullen alle<br />

geslachten (of volken) der aarde gezegend worden". Deze woorden <strong>van</strong> God worden<br />

door Paulus en alle profeten, zoals ook betaamt, geëerbiedigd. Want door deze<br />

woorden zijn Abraham en al zijn nakomelingen gered en gezaligd, en ook wij moeten<br />

nog allen daarin zalig worden; immers hierin is Christus besloten en wordt Hij beloofd<br />

als de Heiland <strong>van</strong> de ganse wereld. En dat is de "schoot <strong>van</strong> Abraham" (Luc. 16: 22),<br />

waarin allen, die vóór de geboorte <strong>van</strong> Christus zalig geworden zijn, in veiligheid zijn<br />

gebracht, en zonder deze woorden is geen mens zalig geworden, ook al had hij alle<br />

goede werken verricht. Dit willen wij nader beschouwen.<br />

b) De belofte toont ons, dat de wereld buiten Christus staat onder de vloek.<br />

Allereerst volgt uit deze woorden <strong>van</strong> God, dat de gehele wereld buiten Christus in<br />

zonden en verdoemenis ligt en met al haar doen en laten is vervloekt. Want wanneer<br />

God zegt, niet dat "enige", maar dat "alle" volkeren in Abraham's zaad gezegend<br />

zullen worden, dan zal er zonder dit zaad <strong>van</strong> Abraham onder geen enkel <strong>van</strong> de<br />

volkeren zegen zijn. Wat had God nodig, meteen zo grote ernst en een zo dure eed<br />

zegen te beloven, indien reeds zegen en niet louter vloek voorhanden was geweest?<br />

Uit deze uitspraak hebben de profeten verstrekkende gevolgtrekkingen gemaakt, n.l.<br />

dat alle mensen boos, nietswaardig, leugenachtig, vals, blind, kortom zonder God zijn,<br />

zodat het in de Schrift geen grote eer is, mens te heten. Want voor God geldt deze<br />

naam even zoveel als voor de wereld iemand, die een leugenaar en bedrieger wordt<br />

69 Vergl. <strong>Luther</strong>'s beroemde woorden uit het geschrift <strong>van</strong> 1520: "Over de vrijheid <strong>van</strong> een<br />

Christenmens": "Een Christen is een vrij heer over alle dingen en niemands onderdaan (in het geloof);<br />

een Christen is een dienstbare knecht aller dingen en ieders onderdaan (in de liefde)".<br />

70 Luc. 1: 55. Opmerkelijk is het, dat <strong>Luther</strong> de afzonderlijke verzen anders citeert dan het gehele<br />

"Magnificat".<br />

54

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!