10.09.2013 Views

Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...

Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...

Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

KO RT L O P E N D O N D E RW I J S O N D E R Z O E K<br />

<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

Vernieuw<strong>in</strong>gen, perspectieven, keuzes en gronden<br />

Vormgev<strong>in</strong>g van<br />

leerprocessen 78<br />

Yvette Sol<br />

Karel Stokk<strong>in</strong>g


<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

Vernieuw<strong>in</strong>gen, perspectieven, keuzes en gronden<br />

Yvette Sol<br />

Karel Stokk<strong>in</strong>g


CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG<br />

Sol, Y.B., Stokk<strong>in</strong>g, K.M.<br />

Dit onderzoek is uitgevoerd als samenwerk<strong>in</strong>gsproject van <strong>het</strong> IVLOS en de afdel<strong>in</strong>g<br />

Onderwijskunde (Faculteit Sociale Wetenschappen) van de Universiteit Utrecht.<br />

Y.B. Sol & K.M. Stokk<strong>in</strong>g, 2010, Utrecht<br />

ISBN 978-90-6709-081-0<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen<br />

<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of op enige<br />

wijze, <strong>het</strong>zij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige manier, zonder<br />

voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van de uitgever.<br />

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored <strong>in</strong> a retrieval<br />

system, or transmitted, <strong>in</strong> any form or by any means, electronic, mechanical, photocopy<strong>in</strong>g, or<br />

otherwise, without the prior written permission of the publisher.<br />

Uitgave:<br />

Telefoon:<br />

Copyright © Universiteit Utrecht, 2010<br />

2<br />

Dit onderzoek is gef<strong>in</strong>ancierd uit <strong>het</strong> budget dat <strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie van OCW jaarlijks<br />

beschikbaar stelt aan de LPC ten behoeve van Kortlopend Onderwijsonderzoek dat<br />

uitgevoerd wordt op verzoek van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>veld.


Inhoud<br />

Woord vooraf 5<br />

Samenvatt<strong>in</strong>g 7<br />

1 Inleid<strong>in</strong>g 9<br />

2 Opzet van <strong>het</strong> onderzoek 11<br />

3 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens wetenschappelijke literatuur 13<br />

3.1 Inleid<strong>in</strong>g 13<br />

3.2 Leren en leeromgev<strong>in</strong>gen 14<br />

3.3 De dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen 18<br />

3.4 Factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong> 20<br />

3.5 Standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren 21<br />

3.6 Opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren 22<br />

3.7 Samenvatt<strong>in</strong>g 24<br />

4 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens landelijk beleid 27<br />

4.1 Inleid<strong>in</strong>g 27<br />

4.2 Docenthandelen <strong>in</strong> kaart 27<br />

4.3 Bekwaamheden en bekwaamheidseisen 28<br />

4.4 “Evidence-based”? 29<br />

4.5 Ontwikkel<strong>in</strong>gen, problemen en vernieuw<strong>in</strong>gsprocessen 31<br />

4.6 <strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> beeld 32<br />

4.7 Samenvatt<strong>in</strong>g 36<br />

5 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen 37<br />

5.1 De <strong>onderwijs</strong>concepten: documenten en <strong>in</strong>terpretaties 37<br />

5.2 Samenvatt<strong>in</strong>g 42<br />

6 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens schoolleiders, teamleiders en docenten 45<br />

6.1 Keuze van belangrijke docenttaken 45<br />

6.2 Samenvatt<strong>in</strong>g 50<br />

7 Achterliggende motieven en argumenten van schoolleiders,<br />

teamleiders, docenten en stakeholders 51<br />

7.1 Motieven en gronden bij de keuze van belangrijke taken 51<br />

7.2 Keuzes bij paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen van taken 55<br />

7.3 Argumenten voor de keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen 69<br />

7.4 Samenvatt<strong>in</strong>g 76<br />

8 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 79<br />

3


Literatuur 87<br />

Bijlage 1: Keuze van belangrijke docenttaken (opdracht A) 93<br />

Bijlage 2: Interviewprotocol schoolleiders en teamleiders 95<br />

Bijlage 3: Interviewprotocol docenten 97<br />

Bijlage 4: Interviewprotocol leerl<strong>in</strong>gen 99<br />

Bijlage 5: Interviewprotocol stakeholders 101<br />

Bijlage 6: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden (opdracht B) 103<br />

4


Woord vooraf<br />

Scholen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> geven ieder op hun eigen manier actief vorm<br />

aan nieuwe <strong>onderwijs</strong>praktijken. Zij benutten de nieuw verkregen autonomie en nemen<br />

hun verantwoordelijkheid om antwoorden te ontwikkelen op uitdag<strong>in</strong>gen waarvoor<br />

zij zich gesteld zien. Als gevolg hiervan maken scholen eigen keuzes bij <strong>het</strong><br />

denken over de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van hun leeromgev<strong>in</strong>g, de specifieke leerdoelen die zij bij<br />

leerl<strong>in</strong>gen nastreven en <strong>het</strong> handelen dat zij als gewenst handelen van docenten zien.<br />

Scholen verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij de gemaakte keuzes expliciteren en deze<br />

verantwoorden. Bij de verantwoord<strong>in</strong>g van keuzes blijkt de gebruikte argumentatie<br />

bovendien divers en afkomstig uit verschillende bronnen.<br />

Voor docenten betekent deze ontwikkel<strong>in</strong>g dat zij, naast dat zij hun handelen kunnen<br />

baseren op hun eigen kennisbasis en ervar<strong>in</strong>g, ook reken<strong>in</strong>g moeten houden met wat<br />

<strong>in</strong> de visie of <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school wordt beoogd.<br />

Een belangrijke vraag voor docenten is dan ook welke consequenties de visie en<br />

uitgangspunten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept hebben voor <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch<br />

handelen dat van hen wordt verwacht.<br />

Op basis van eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten<br />

op een aantal scholen met een vernieuwd <strong>onderwijs</strong>concept, is door de schoolleiders<br />

en onderzoekers vastgesteld dat <strong>het</strong> handelen van docenten en de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

van de scholen niet altijd duidelijk op elkaar aansluiten.<br />

Een belangrijke andere vaststell<strong>in</strong>g was dat de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>het</strong> handelen<br />

van docenten niet altijd aansluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten over <strong>onderwijs</strong> en<br />

de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de<br />

leerl<strong>in</strong>gen (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008).<br />

Op basis van de uitkomsten van dit eerdere onderzoek is bij een aantal schoolleiders<br />

de wens ontstaan verder onderzoek te laten doen naar de <strong>in</strong>valshoeken of bronnen<br />

die ten grondslag kunnen liggen aan keuzes voor gewenst handelen van docenten.<br />

Zij willen graag aanwijz<strong>in</strong>gen voor hoe zij de opvatt<strong>in</strong>gen van betrokkenen, visies<br />

en <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen, en wetenschappelijke kennis, beter op elkaar<br />

kunnen afstemmen, en hoe zij de uitkomsten daarvan kunnen benutten bij de verdere<br />

vormgev<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> op hun scholen.<br />

5


Scholengemeenschap Huizermaat te Huizen is de hoofdaanvrager van dit project. De<br />

hierna genoemde negen scholen hebben deze aanvraag ondersteund: de Werkplaats<br />

K<strong>in</strong>dergemeenschap te Bilthoven, <strong>het</strong> Amadeus Lyceum te Vleuten, <strong>het</strong> A. Roland<br />

Holst College te Hilversum, Via Nova College te Utrecht, UNIC te Utrecht, <strong>het</strong><br />

M<strong>in</strong>kema College te Woerden, <strong>het</strong> Vader Rijn College te Utrecht, <strong>het</strong> Montaigne<br />

Lyceum <strong>in</strong> Den Haag en de Nieuwste school <strong>in</strong> Tilburg.<br />

Graag bedanken wij de schoolleid<strong>in</strong>g van deze scholen voor <strong>het</strong> <strong>in</strong> ons gestelde vertrouwen<br />

en de plezierige samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

Onze speciale dank gaat uit naar de schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen<br />

en stakeholders van Scholengemeenschap Huizermaat, <strong>het</strong> Amadeus Lyceum, <strong>het</strong><br />

A. Roland Holstcollege en de Werkplaats K<strong>in</strong>dergemeenschap, de vier scholen die<br />

<strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> onderzoek hebben geparticipeerd.<br />

We hebben <strong>het</strong> als een voorrecht ervaren om de opvatt<strong>in</strong>gen, keuzes, argumenten en<br />

dilemma’s van alle betrokkenen <strong>in</strong> kaart te mogen brengen. De grote betrokkenheid<br />

die we zijn tegengekomen, bij <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> en bij de leerl<strong>in</strong>gen, heeft op ons veel<br />

<strong>in</strong>druk gemaakt.<br />

Utrecht, maart 2010 Yvette Sol en Karel Stokk<strong>in</strong>g<br />

6


Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Op verzoek van de schoolleiders van tien vernieuwende scholen voor <strong>voortgezet</strong><br />

<strong>onderwijs</strong> is onderzocht welk pedagogisch-didactisch handelen van hun docenten<br />

wenselijk is en waarop uitspraken daarover kunnen worden gebaseerd. Daartoe zijn<br />

vier bronnen gebruikt: wetenschappelijke literatuur, beleidsgerichte publicaties, de<br />

<strong>onderwijs</strong>concepten en andere documenten van scholen, en bevrag<strong>in</strong>g (mondel<strong>in</strong>g en<br />

schriftelijk) van schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders.<br />

In wetenschappelijke literatuur wordt <strong>het</strong> wenselijk geacht dat docenten zich richten<br />

op <strong>het</strong> bevorderen van cognitieve en metacognitieve denkprocessen bij leerl<strong>in</strong>gen,<br />

bij <strong>het</strong> analyseren en redeneren <strong>in</strong> dome<strong>in</strong>en van kennis en vaardigheid. Het gewenste<br />

handelen omvat uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van discussie, laten<br />

oefenen, op maat hulp bieden en feedback geven en beoordelen aan een standaard,<br />

leerl<strong>in</strong>gen denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen laten articuleren en hen daarop laten reflecteren,<br />

en hen aanmoedigen tot verdere exploratie. Met dit repertoire coachen<br />

docenten hun leerl<strong>in</strong>gen naar steeds meer zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> de betreffende<br />

dome<strong>in</strong>en. Naast deze aanwijz<strong>in</strong>gen uit de cognitieve psychologie zijn er<br />

ook aanwijz<strong>in</strong>gen uit de behavioristische traditie (gestructureerd <strong>in</strong>formatie aanbieden<br />

en vaardigheden tra<strong>in</strong>en), <strong>het</strong> socio-constructivisme (laten samenwerken aan<br />

betekenisvolle taken) en de motivatiepsychologie (aandacht voor affectieve aspecten<br />

bij leren), en onderzoek naar gewenste kenmerken van leraren (deskundig, duidelijk,<br />

enthousiast, flexibel en taakgericht zijn en hoge verwacht<strong>in</strong>gen hebben).<br />

In beleidsgerichte publicaties wordt voornamelijk aandacht besteed aan wat leraren<br />

zouden moeten weten en kunnen en veel m<strong>in</strong>der aan hoe ze zouden moeten handelen.<br />

Uitspraken daarover blijven meestal beperkt tot <strong>het</strong> benadrukken van <strong>het</strong> belang<br />

van <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen. De meest uitgewerkte uitwerk<strong>in</strong>g van dat<br />

handelen is gevonden <strong>in</strong> de SBL-competenties. De laatste tijd wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleid <strong>in</strong><br />

toenemende mate aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> doen van onderzoek door docenten en<br />

voor <strong>het</strong> signaleren en begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen.<br />

De <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen refereren aan diverse tradities en benadrukken<br />

onder meer een goed leerklimaat, gevarieerd lesgeven, leerl<strong>in</strong>gen activeren, hun<br />

zelfstandigheid bevorderen, leerl<strong>in</strong>gen keuzes bieden en laten samenwerken. Ze lijken<br />

zich meer te oriënteren op pedagogische doelen, aansluiten bij de leerl<strong>in</strong>gen en<br />

socio-constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen, dan op kennis over leren uit de cognitieve<br />

psychologie. Ze benoemen veel aspecten maar niet duidelijk vanuit een organiserend<br />

pr<strong>in</strong>cipe of richt<strong>in</strong>ggevend kader.<br />

7


Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen de keuzes<br />

van schoolleiders, teamleiders en docenten van de belangrijkste taken betrekk<strong>in</strong>g<br />

hebben op <strong>het</strong> zorgen voor een goed leerklimaat, stimuleren en activeren van leerl<strong>in</strong>gen,<br />

geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie, geven van feedback, ondersteunen van<br />

leerl<strong>in</strong>gen bij <strong>het</strong> zelf sturen van <strong>het</strong> leerproces en bijdragen aan hun persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g, en daarnaast op werken aan de eigen verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Leerl<strong>in</strong>gen noemen vooral aspecten van <strong>het</strong> leerklimaat en <strong>het</strong> lesgeven en v<strong>in</strong>den<br />

daarnaast belangrijk dat docenten samenwerken en d<strong>in</strong>gen op elkaar afstemmen.<br />

De gronden waarop schoolleiders, teamleiders en docenten hun keuzes baseren zijn<br />

vooral terug te voeren op hun eigen ervar<strong>in</strong>g en opvatt<strong>in</strong>gen en m<strong>in</strong>der op bepaalde<br />

kennis of op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school. De <strong>onderwijs</strong>concepten lijken wel<br />

te leven bij externe stakeholders, maar dit verschilt wel sterk tussen de scholen. De<br />

<strong>onderwijs</strong>concepten lijken <strong>in</strong> hun huidige vorm meer een verzamel<strong>in</strong>g van (deels<br />

verschillende) ambities te vormen dan een samenhangende en richt<strong>in</strong>ggevende visie.<br />

De betrokkenen <strong>in</strong> de scholen ordenen de taken van docenten nogal verschillend en<br />

dat komt mogelijk mede door onvoldoende duidelijkheid van de visie.<br />

De onderzochte <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen <strong>in</strong> hun huidige vorm duidelijker worden<br />

verbonden met pedagogisch en maatschappelijk gewenste doelen dan met beschikbare<br />

kennis over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. De mogelijkheden om de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

te verb<strong>in</strong>den met zulke kennis en met landelijk beleid lijken nog niet volledig<br />

te worden benut. Zulke mogelijkheden zijn er wel, bijvoorbeeld waar <strong>het</strong> gaat om<br />

<strong>het</strong> leerklimaat, <strong>in</strong>structie, coach<strong>in</strong>g, zelfstur<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>teractie en samenwerk<strong>in</strong>g, taken<br />

en hun kenmerken, feedback en beoordel<strong>in</strong>g.<br />

Vergeleken met de huidige <strong>onderwijs</strong>concepten en de uitspraken van betrokkenen<br />

over gewenst handelen van docenten geven de wetenschappelijke literatuur en de<br />

beleidsdocumenten aanvullende aanwijz<strong>in</strong>gen bij <strong>het</strong> stellen van prioriteiten, gericht<br />

op <strong>het</strong> stap voor stap coachen van leerl<strong>in</strong>gen naar meer zelfregulatie, <strong>het</strong> systematisch<br />

signaleren van en <strong>in</strong>spelen op problemen van leerl<strong>in</strong>gen, en maken van keuzes<br />

op basis van beschikbare kennis en van onderzoek <strong>in</strong> de eigen <strong>onderwijs</strong>praktijk.<br />

Op basis van dit onderzoek wordt aanbevolen bij de uitwerk<strong>in</strong>g en concretiser<strong>in</strong>g<br />

van de <strong>onderwijs</strong>concepten expliciet de beschikbare kennis over leren te betrekken<br />

(vooral over <strong>het</strong> ontwikkelen van kennis en vaardigheden <strong>in</strong> de vakgebieden), de<br />

diverse onderdelen van de <strong>onderwijs</strong>concepten te <strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> een samenhangende<br />

visie op uitgangspunten en taakstell<strong>in</strong>gen, en b<strong>in</strong>nen de scholen <strong>in</strong> dialoog te treden<br />

over de ontwikkel<strong>in</strong>g van deze visie, de betekenissen die docenten geven aan hun<br />

diverse taken en de plaats die deze <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> hun dagelijkse handelen, en de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />

tussen de visie en de taken. Deze kennis, visie en dialoog kunnen richt<strong>in</strong>g<br />

geven aan onderzoek, reflectie, leren, verbeteren en samenwerken.<br />

8


1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

Veel scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> zijn bezig een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept<br />

te realiseren dat meer of m<strong>in</strong>der afwijkt van <strong>het</strong> traditionele klassikale en<br />

vakgerichte <strong>onderwijs</strong>. Zij doen dit <strong>in</strong> antwoord op problemen die zich bij handhav<strong>in</strong>g<br />

van de traditionele aanpak <strong>in</strong> deze tijd voordoen. Van docenten die werkzaam<br />

zijn op deze scholen worden <strong>in</strong> dit kader meer verschillende vaardigheden gevraagd<br />

dan welke kenmerkend zijn voor <strong>het</strong> traditionele repertoire. De schoolleid<strong>in</strong>g van<br />

deze scholen ziet zich geplaatst voor de uitdag<strong>in</strong>g om gemaakte keuzes helder te<br />

beschrijven en te beargumenteren en deze <strong>in</strong> de school te bevorderen en evalueren,<br />

en naar buiten toe te verantwoorden.<br />

Op basis van eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten<br />

op een aantal scholen met een vernieuwd <strong>onderwijs</strong>concept, is door de schoolleiders<br />

en onderzoekers vastgesteld dat <strong>het</strong> handelen van de docenten en de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

van de scholen niet altijd duidelijk op elkaar aansluiten. Ook blijken<br />

beide niet duidelijk aan te sluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten over <strong>onderwijs</strong> en<br />

de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van<br />

leerl<strong>in</strong>gen (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008). Hierdoor is bij een aantal schoolleiders de wens<br />

ontstaan verder onderzoek te laten doen.<br />

Dit onderzoek moet meer <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>docenthandelen</strong> dat door schoolleid<strong>in</strong>g,<br />

teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en externe stakeholders wordt gewenst en de<br />

visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen die daaraan ten grondslag liggen. Daarnaast<br />

willen de schoolleiders een systematische vergelijk<strong>in</strong>g laten maken tussen dit gewenste<br />

<strong>docenthandelen</strong> en de tot nu toe uitgewerkte <strong>onderwijs</strong>concepten op de scholen.<br />

Ook is er behoefte aan kritische toets<strong>in</strong>g van visies en opvatt<strong>in</strong>gen, gewenst<br />

<strong>docenthandelen</strong> en <strong>onderwijs</strong>concepten aan relevante wetenschappelijke kennis.<br />

Men vroeg zich daarnaast ook af op welke manier deze uitkomsten zich verhouden<br />

tot <strong>het</strong> landelijke <strong>onderwijs</strong>beleid (waaronder adviezen van commissies en raden,<br />

wetgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spectiekaders), welke overeenkomstige of verschillende perspectieven<br />

daar<strong>in</strong> zichtbaar worden en welke aanwijz<strong>in</strong>gen hieruit volgen voor rollen, taken<br />

en bekwaamheden van docenten.<br />

Op basis van de resultaten van dit onderzoek willen de schoolleiders <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

op hun scholen en de vernieuw<strong>in</strong>g daarvan verder vormgeven en tot een betere afstemm<strong>in</strong>g<br />

komen tussen de <strong>onderwijs</strong>concepten en de keuzes voor bepaald gewenst<br />

<strong>docenthandelen</strong>.<br />

9


De volgende onderzoeksvragen staan <strong>in</strong> dit onderzoek centraal:<br />

1) Welk profiel van pedagogisch-didactisch handelen van docenten wordt op deze<br />

scholen met een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept wenselijk geacht door de<br />

schoolleid<strong>in</strong>g, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen? Welke visies, opvatt<strong>in</strong>gen en<br />

verwacht<strong>in</strong>gen van betrokkenen liggen daaraan ten grondslag?<br />

2) In hoeverre passen dit profiel en de achterliggende visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen<br />

(zie vraag 1) bij <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept op deze scholen? In hoeverre<br />

past een en ander bij de visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen van stakeholders<br />

buiten de school?<br />

3) In hoeverre past <strong>het</strong> voorgaande bij landelijk beleid ten aanzien van vernieuw<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> en <strong>het</strong> op basis daarvan gewenste <strong>docenthandelen</strong>?<br />

4) In hoeverre passen <strong>het</strong> profiel van gewenst <strong>docenthandelen</strong> (vraag 1), <strong>het</strong> huidige<br />

<strong>onderwijs</strong>concept en de genoemde visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen<br />

(vraag 2), en <strong>het</strong> landelijke beleid (vraag 3) bij wetenschappelijke kennis over<br />

kenmerken van <strong>onderwijs</strong> en de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen<br />

aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen?<br />

5) Hoe kunnen schoolleiders, teamleiders en docenten de antwoorden op de voorgaande<br />

vragen benutten bij de verdere vormgev<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> op hun<br />

school? Hoe kunnen zij de aanwezige visies en opvatt<strong>in</strong>gen, <strong>onderwijs</strong>concepten,<br />

beleidsdocumenten en wetenschappelijke kennis op elkaar afstemmen en<br />

hun keuzes beargumenteren, evalueren en verantwoorden?<br />

Om deze vragen te kunnen beantwoorden is vanuit vier verschillende <strong>in</strong>valshoeken<br />

of bronnen getracht zicht te krijgen op dat wat docenten zouden moeten doen en<br />

welke funder<strong>in</strong>g daaraan ten grondslag ligt, namelijk:<br />

- wetenschappelijk literatuur (zie hoofdstuk 3)<br />

- beleidsdocumenten (zie hoofdstuk 4)<br />

- <strong>onderwijs</strong>concepten van vier deelnemende scholen (zie hoofdstuk 5)<br />

- keuzes van schoolleiders, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen (zie hoofdstuk 6).<br />

In hoofdstuk 7 wordt <strong>in</strong>gegaan op achterliggende motieven en argumenten bij de<br />

gemaakte keuzes, van schoolleiders, teamleiders, docenten en stakeholders.<br />

In hoofdstuk 8 worden de uitkomsten samengevat en wordt een aantal conclusies<br />

geformuleerd. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />

10


2 Opzet van <strong>het</strong> onderzoek<br />

Om antwoord te kunnen geven op de vraag welk profiel van pedagogisch-didactisch<br />

handelen van docenten wenselijk wordt geacht, is aan de schoolleiders van de deelnemende<br />

scholen gevraagd alle schoolspecifieke documenten aan te leveren die gaan<br />

over <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school, de beoogde leerdoelen bij leerl<strong>in</strong>gen en<br />

<strong>het</strong> gewenste handelen van docenten. Door de onderzoekers zijn wetenschappelijke<br />

artikelen en beleidsdocumenten verzameld die aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten voor gewenst<br />

<strong>docenthandelen</strong>.<br />

Vervolgens zijn op verschillende manieren gegevens verzameld bij de schoolleiders,<br />

teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders. Dit gebeurde <strong>in</strong> twee rondes (meijuni<br />

en september-oktober 2009), waarbij de opbrengst van de eerste ronde is gebruikt<br />

voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>strumenten voor de tweede ronde.<br />

In mei en juni zijn <strong>in</strong> de eerste ronde voorgestructureerde (groeps-)<strong>in</strong>terviews gehouden<br />

met de schoolleid<strong>in</strong>g, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen op de vier scholen.<br />

Deze gesprekken zijn, <strong>in</strong> aanwezigheid van beide onderzoekers, gevoerd aan de<br />

hand van <strong>in</strong>terviewleidraden. De <strong>in</strong>terviews werden <strong>in</strong>tegraal opgenomen, na afloop<br />

uitgetypt en vervolgens geanalyseerd.<br />

De <strong>in</strong>terviewleidraden voor de schoolleiders, teamleiders, docenten en stakeholders<br />

zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar gehouden. Bij de <strong>in</strong>terviews met de schoolleid<strong>in</strong>g<br />

en de teamleiders werd (na de <strong>in</strong>troductie van <strong>het</strong> onderzoek) gestart met de vraag:<br />

”Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?” en werd vervolgens<br />

gevraagd waarom hiervoor gekozen was. Daarna werd gevraagd wat belangrijk is<br />

dat docenten doen gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school en waarom dat zo is.<br />

In de <strong>in</strong>terviews met de docenten werd na de <strong>in</strong>troductie direct concreet gevraagd<br />

wat volgens hen de belangrijkste taken zijn van een docent op deze school. Daarna<br />

werd dezelfde vraag opnieuw gesteld vanuit een meer algemeen perspectief, dus los<br />

van de betreffende school. Nadat deze vragen waren beantwoord, werd een korte<br />

gesprekspauze <strong>in</strong>gelast waar<strong>in</strong> iedere deelnemer, met uitzonder<strong>in</strong>g van de leerl<strong>in</strong>gen,<br />

<strong>in</strong>dividueel een opdracht uitvoerde. Zij moesten uit een set van 22 kaarten met taken<br />

van docenten de volgens hen belangrijkste taken kiezen (opdracht A, zie bijlage 1).<br />

Direct daarna beantwoordden de schoolleiders, teamleiders en docenten <strong>in</strong>dividueel<br />

een aantal schriftelijk gestelde vragen over de gemaakte keuze (zie bijlagen 2 en 3).<br />

Het (groeps-)<strong>in</strong>terview werd daarna vervolgd met diverse aanvullende vragen over<br />

<strong>het</strong> beoogde handelen van docenten <strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en de leerdoelen<br />

(o.a. betreffende de mate van realisatie en de realiseerbaarheid ervan).<br />

11


De schoolleiders van de deelnemende scholen hebben zelf gekozen welke collega’s<br />

aan de gesprekken zouden meedoen, en welke leerl<strong>in</strong>gen bij dit onderzoek werden<br />

betrokken. Aan de leerl<strong>in</strong>gen werd gevraagd mee te werken aan een groeps<strong>in</strong>terview<br />

met beide onderzoekers. Hier<strong>in</strong> werd o.a. <strong>in</strong>gegaan op wat docenten doen, wat docenten<br />

(volgens de leerl<strong>in</strong>gen) belangrijk v<strong>in</strong>den, wat de leerl<strong>in</strong>gen zouden willen<br />

dat docenten doen en, meer specifiek, wat, volgens de leerl<strong>in</strong>gen, de kenmerken zijn<br />

van een ideale docent. De <strong>in</strong>terviewleidraad van <strong>het</strong> gesprek met de leerl<strong>in</strong>gen is<br />

opgenomen als bijlage 4.<br />

In <strong>het</strong> najaar van 2009 is <strong>in</strong> de tweede ronde met behulp van (groeps-)<strong>in</strong>terviews per<br />

school <strong>in</strong> kaart gebracht welke concrete docenttaken door verschillende stakeholders<br />

van de scholen van belang worden geacht, <strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de<br />

school. Elke schoolleider heeft op verzoek van de onderzoekers drie of vier stakeholders<br />

gekozen en gevraagd aan dit onderzoek mee te werken. Dit betrof ouders,<br />

directeuren van toeleverende basisscholen, leden van de medezeggenschapsraad of<br />

ouderraad, bestuursleden en zorgcoörd<strong>in</strong>atoren. In <strong>het</strong> <strong>in</strong>terview werd o.a. <strong>in</strong>gegaan<br />

op de aard van de relatie met de school, de vraag wat centraal staat <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

en wat de belangrijkste taken zijn van een docent op de betreffende school<br />

(zei bijlage 5)<br />

Tijdens de <strong>in</strong>terviews met de stakeholders kregen zij ook, <strong>in</strong>dividueel, een vragenlijst<br />

voorgelegd (opdracht B, zie bijlage 6). Daar<strong>in</strong> werd hen gevraagd steeds een<br />

(gedwongen) keuze te maken tussen paarsgewijs aangeboden taken. In totaal g<strong>in</strong>g<br />

<strong>het</strong> om zeven geselecteerde taken die <strong>in</strong> 21 verschillende comb<strong>in</strong>aties werden aangeboden.<br />

Per keuze werd tevens gevraagd naar de grond(en) voor de gemaakte keuze.<br />

Hierbij konden ze kiezen uit een aantal voorgestructureerde antwoordcategorieën<br />

(zie bijlage 6).<br />

In deze tweede ronde kregen de schoolleiders, teamleiders en docenten die hadden<br />

meegewerkt aan de eerste ronde een soortgelijke schriftelijke vragenlijst toegestuurd.<br />

Daarbij g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> niet om 7 taken die <strong>in</strong> 21 comb<strong>in</strong>aties werden aangeboden,<br />

maar om 8 taken die <strong>in</strong> 28 comb<strong>in</strong>aties werden voorgelegd. Ook hen werd gevraagd<br />

hun keuzes te beargumenteren (zie bijlage 6).<br />

12


3 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens<br />

wetenschappelijke literatuur<br />

3.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

We hebben gezocht <strong>in</strong> wetenschappelijke literatuur naar aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />

handelen van docenten. Om dit gericht te kunnen doen, moesten keuzes worden gemaakt.<br />

De eerste vraag was, gezien de vele publicaties die jaarlijks verschijnen over<br />

leren, <strong>onderwijs</strong> en leraren: welke literatuur?<br />

We besloten ons te richten op publicaties vanaf ongeveer 1985. Vanaf die tijd begonnen<br />

namelijk <strong>in</strong>ternationaal allerlei opvatt<strong>in</strong>gen over leren en <strong>onderwijs</strong> te veranderen<br />

en ontstond een levendige discussie over oude en nieuwe theorieën, onderzoeken<br />

en visies, waarvan de diversiteit door <strong>het</strong> kiezen van deze ruime periode<br />

goed kan worden gedekt. Verder lag <strong>het</strong> voor de hand publicaties te kiezen van bekende<br />

wetenschappers, publicaties waarnaar door anderen vaak wordt verwezen, en<br />

zowel artikelen <strong>in</strong> tijdschriften als hoofdstukken <strong>in</strong> handboeken.<br />

Tijdens <strong>het</strong> verzamelen van mogelijk relevante publicaties bleken deze te kunnen<br />

worden <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> vijf rubrieken: theorie en onderzoek over a) leerprocessen en<br />

leeromgev<strong>in</strong>gen, b) de dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen een leraar en een groep leerl<strong>in</strong>gen,<br />

c) factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong>, d) standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g<br />

van leraren, e) opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren. In de hierna volgende<br />

beschrijv<strong>in</strong>g volgen we deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g.<br />

Al lezend bleek dat aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst handelen van docenten deels expliciet<br />

worden beschreven zodat zij direct uit de tekst kunnen worden gehaald en deels<br />

impliciet blijven en daaruit moeten worden afgeleid. Verder stoelen ze deels op uitkomsten<br />

van empirisch onderzoek en deels op theorie die <strong>het</strong> belang van bepaald<br />

handelen <strong>in</strong>zichtelijk en aannemelijk maakt. Publicaties die m<strong>in</strong> of meer duidelijk<br />

uitmonden <strong>in</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen voor handelen van docenten, bevatten vaak de vermeld<strong>in</strong>g<br />

dat <strong>het</strong> criterium daarbij is dat <strong>het</strong> handelen bijdraagt aan <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen,<br />

meer direct (bijvoorbeeld door een bepaalde <strong>in</strong>structieaanpak) dan wel meer<br />

<strong>in</strong>direct (bijvoorbeeld via bevorder<strong>in</strong>g van de motivatie).<br />

Het laatste aspect waarbij keuzes moesten worden gemaakt, betrof de aard van <strong>het</strong><br />

handelen zelf. Gelet op de behoeften van de schoolleiders die onderhavig onderzoek<br />

hebben aangevraagd en de vernieuwende <strong>onderwijs</strong>concepten op hun scholen, gaat<br />

13


<strong>het</strong> vooral om <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>teracties<br />

met leerl<strong>in</strong>gen. Dit betekent dat handelen van docenten buiten die context, waaronder<br />

ontwikkelen van materiaal en vervullen van specifieke taken <strong>in</strong> de schoolorganisatie<br />

(zoals studiekeuzebegeleid<strong>in</strong>g en coörd<strong>in</strong>atietaken), niet is meegenomen. Wel<br />

is gelet op eventuele aanwijz<strong>in</strong>gen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op samenwerk<strong>in</strong>g tussen<br />

en professionele ontwikkel<strong>in</strong>g van docenten, gezien <strong>het</strong> belang daarvan voor <strong>het</strong><br />

vormgeven van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept.<br />

3.2 Leren en leeromgev<strong>in</strong>gen<br />

In de afgelopen vijftig jaar is vanuit drie opeenvolgende paradigma’s gekeken naar,<br />

nagedacht over, en onderzoek gedaan naar leren en leeromgev<strong>in</strong>gen: behaviorisme,<br />

cognitieve psychologie, sociaal constructivisme. Elk van deze drie kaders heeft<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen opgeleverd voor <strong>het</strong> handelen van docenten, en alle drie zijn nog<br />

steeds relevant, afhankelijk van de beoogde leerdoelen en leerprocessen. Het is dan<br />

ook geen wonder dat auteurs die een overzicht willen bieden van theorie en onderzoek<br />

op dit terre<strong>in</strong>, regelmatig beg<strong>in</strong>nen met <strong>het</strong> opnieuw kort beschrijven van deze<br />

drie strom<strong>in</strong>gen (bijv. Veenman, 1992; Shuell, 1993; Greeno, Coll<strong>in</strong>s & Resnick,<br />

1996; Seidel & Shavelson, 2007).<br />

Vanuit <strong>het</strong> behaviorisme gezien is leren <strong>het</strong> opnemen van <strong>in</strong>formatie en oefenen van<br />

vaardigheden en zijn de taken van de leraar <strong>het</strong> overdragen en tra<strong>in</strong>en daarvan, <strong>in</strong><br />

een gestructureerde omgev<strong>in</strong>g. Het gaat hierbij om leerstof die <strong>in</strong> duidelijke onderdelen<br />

kan worden verdeeld en waarbij antwoorden goed of fout zijn (zoals bij feitenkennis)<br />

en om vaardigheden die stapsgewijs kunnen worden <strong>in</strong>geslepen tot een<br />

efficiënte rout<strong>in</strong>e. Effectief docentgedrag en te behalen leerresultaten zijn observeerbaar<br />

en wetmatig, goed klassenmanagement en effectieve leertijd belangrijke<br />

voorwaarden. Transfer van <strong>het</strong> geleerde, dus toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> nieuwe situaties, wordt<br />

niet als problematisch gezien.<br />

In de cognitieve psychologie verschuift de aandacht naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer<br />

complexe kennis en leren oplossen van problemen, met meer mogelijke aanpakken<br />

en meer goede oploss<strong>in</strong>gen, en <strong>het</strong> denken van de leerl<strong>in</strong>g dat hiervoor nodig is. Onderkend<br />

wordt dat de leerl<strong>in</strong>g zelf <strong>in</strong> <strong>het</strong> leerproces een actieve rol speelt. Theorieën<br />

hierover baseren zich mede op aannames, redener<strong>in</strong>gen en afleid<strong>in</strong>gen. Leerl<strong>in</strong>gen<br />

moeten leren hun eigen denken en leren te sturen (monitoren, evalueren, bijstellen),<br />

en docenten moeten de gewenste cognitieve en metacognitieve denkprocessen voordoen<br />

en leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen voor zover en zolang dat nodig is (cognitive apprenticeship<br />

(meester-gezel relatie); zone van naaste ontwikkel<strong>in</strong>g; leren van afkij-<br />

14


ken en leren van verwoorden <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractie en reflectie). Over de mogelijkheid van<br />

transfer wordt verschillend gedacht, toepass<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> geleerde op nieuwe problemen<br />

of <strong>in</strong> nieuwe situaties blijkt vaak lastig.<br />

De gedachte dat aangeboden kennis niet kant en klaar wordt opgenomen en opgeslagen<br />

maar door lerenden wordt verbonden met wat zij reeds weten en denken en zodoende<br />

wordt ge(re)construeerd, bekend als “constructivisme”, valt nog onder de<br />

cognitieve psychologie. In <strong>het</strong> sociaal constructivisme verschuift de focus naar <strong>het</strong><br />

leren om competent deel te nemen aan praktijken die kenmerkend zijn voor een bepaalde<br />

sociaal en cultureel gevormde gemeenschap (community of practice), zoals<br />

een schoolklas, vakgebied (discipl<strong>in</strong>e) of beroepsgroep. Docenten en leerl<strong>in</strong>gen<br />

vormen <strong>in</strong> die optiek een community of learn<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> wordt gediscussieerd en<br />

onderhandeld over betekenissen, bedoel<strong>in</strong>gen en verworvenheden.<br />

Afhankelijk van de leerl<strong>in</strong>gen en de beoogde leerprocessen en leerdoelen, zijn al<br />

deze denkkaders (nog) actueel. Ook <strong>in</strong> theorievorm<strong>in</strong>g en onderzoek zijn deze drie<br />

tradities nog actief, respectievelijk gericht op <strong>het</strong> leggen van (empirische) relaties<br />

tussen <strong>in</strong>put (proces) en output (product), op leren als <strong>in</strong>dividueel (en <strong>in</strong>dividueel<br />

verschillend) cognitief proces, en op leren als gemeenschappelijk proces van participatie<br />

en acculturatie (zie Brown, Coll<strong>in</strong>s & Duguid, 1989; Veenman, 1992; Wilson<br />

& Cole, 1996; Duffy & Cunn<strong>in</strong>gham, 1996; Seidel & Shavelson, 2007).<br />

Een belangrijke sleutelpublicatie is die van Brown en Campione (1996). Zij maken<br />

duidelijk dat post-behavioristische leerpr<strong>in</strong>cipes niet langer zijn te vangen <strong>in</strong> vaste<br />

procedures. Docenten die vanuit moderne leerpr<strong>in</strong>cipes willen werken, kunnen daardoor<br />

geen houvast ontlenen aan bepaalde welomschreven aanpakken. Ze moeten <strong>het</strong><br />

hebben van hun begrip van de pr<strong>in</strong>cipes, en deze flexibel en op maat toepassen, <strong>in</strong><br />

onderl<strong>in</strong>ge samenhang, en gericht op <strong>het</strong> doel om leerl<strong>in</strong>gen te leren denken en redeneren<br />

(<strong>in</strong> hun hoofd, op papier, <strong>in</strong> gesprek) <strong>in</strong> een bepaald kennisdome<strong>in</strong>. Voor docenten<br />

liggen hierbij volgens Brown en Campione drie typen opgaven:<br />

a) een leeromgev<strong>in</strong>g creëren waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen werken aan betekenisvolle taken<br />

waarbij zij moeten zoeken en verzamelen, delen en bespreken, en presteren en<br />

beoordelen (en beoordeeld worden);<br />

b) <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractie met de leerl<strong>in</strong>gen een aantal taken vervullen: uitleggen, <strong>in</strong>strueren,<br />

voordoen (model zijn), discussie bewerkstelligen, coachen (ondersteunen, op<br />

maat hulp bieden, feedback geven), beoordelen;<br />

c) een repertoire gebruiken van specifieke acties en reacties <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractiesituaties:<br />

(verschillende typen) vragen stellen, h<strong>in</strong>ts geven, etc.<br />

Nadere uitwerk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> wenselijk geachte type leeromgev<strong>in</strong>g (ad a) zijn beschreven<br />

door onder meer Greeno e.a. (1996), De Corte (2000) en Bolhuis (2003).<br />

15


Greeno e.a. stellen dat een leeromgev<strong>in</strong>g ook betrekk<strong>in</strong>g heeft op een bepaalde <strong>in</strong>houd<br />

(kennisdome<strong>in</strong>) en is <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> een curriculum. Daarnaast geven ze aan dat<br />

opdrachten aan leerl<strong>in</strong>gen op zich al een leeromgev<strong>in</strong>g oproepen, waar<strong>in</strong> op bepaalde<br />

kennis en vaardigheden een beroep wordt gedaan, bepaalde (dezelfde of andere)<br />

kennis en vaardigheden (verder) kunnen worden ontwikkeld, en op verschillende<br />

manieren en <strong>in</strong> verschillende mate (ook variërend tussen leerl<strong>in</strong>gen) materiaal, steun<br />

en <strong>in</strong>teractie wenselijk kan zijn, en dus ook een verschillend beroep op de docent<br />

kan worden gedaan.<br />

De Corte werkt <strong>het</strong> begrip “krachtige leeromgev<strong>in</strong>g” uit, met een aantal kenmerken:<br />

realiseren van doelgerichte en cumulatieve leerprocessen, <strong>in</strong> (voor leerl<strong>in</strong>gen) betekenisvolle<br />

contexten en met voldoende ruimte voor samenwerk<strong>in</strong>g, met een goede<br />

balans tussen systematische <strong>in</strong>structie en begeleid<strong>in</strong>g en ontdekkend en explorerend<br />

leren, bevorder<strong>in</strong>g van zelfregulatie van <strong>het</strong> leerproces en ontwikkel<strong>in</strong>g van (meta-)<br />

cognitieve (meer of m<strong>in</strong>der) dome<strong>in</strong>specifieke vaardigheden, en reken<strong>in</strong>g houden<br />

met <strong>in</strong>dividuele verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Bolhuis beschrijft <strong>het</strong> model van “procesgericht onderwijzen”, waar<strong>in</strong> eveneens <strong>het</strong><br />

geleidelijk bevorderen van zelfregulatie bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van dome<strong>in</strong>specifieke<br />

kennis centraal staat en <strong>het</strong> behandelen van leerprocessen en leerresultaten als sociale<br />

verschijnselen, met daarnaast speciale aandacht voor motivationele en affectieve<br />

(emotionele) aspecten van leren.<br />

Beschrijv<strong>in</strong>gen van gewenst geachte leeromgev<strong>in</strong>gen (ad a) bevatten of impliceren<br />

ook door docenten te vervullen taken (ad b), zoals <strong>het</strong> geven van <strong>in</strong>structie, <strong>het</strong> aan<br />

leerl<strong>in</strong>gen geven van leerzame opdrachten, <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen (als zij aan<br />

opdrachten werken), <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen laten discussiëren en samenwerken, en <strong>het</strong> reken<strong>in</strong>g<br />

houden met affectieve aspecten en met <strong>in</strong>dividuele verschillen.<br />

Een centrale rol <strong>in</strong> gewenst <strong>docenthandelen</strong> wordt vervuld door de begeleid<strong>in</strong>g, die<br />

<strong>het</strong> karakter zou moeten hebben van coach<strong>in</strong>g, dat wil zeggen: op maat (<strong>in</strong>dividueel<br />

verschillend) en <strong>in</strong> de tijd afnemend (toewerkend naar zelfregulatie). Een belangrijke<br />

sleutelpublicatie hierbij is die van Coll<strong>in</strong>s, Brown en Newman (1989). Zij hebben<br />

een uitgebreide beschrijv<strong>in</strong>g gegeven van <strong>het</strong> “cognitive apprenticeship model”,<br />

waar<strong>in</strong> een aantal van de eerder genoemde docenttaken is opgenomen. Zij laten ook<br />

duidelijk zien hoe de <strong>in</strong> dit model beschreven reeks van pedagogisch-didactisch<br />

handelen door een docent altijd is <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> een kennisdome<strong>in</strong>. Bovendien maken<br />

zij <strong>in</strong> hun model duidelijk dat <strong>in</strong> <strong>onderwijs</strong> dat is gericht op bevorder<strong>in</strong>g van de zelfregulatie<br />

van leerl<strong>in</strong>gen, docent en leerl<strong>in</strong>gen samen <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces vormgeven<br />

en de leerl<strong>in</strong>gen daar<strong>in</strong> een eigen aandeel hebben: vanuit de geleidelijk afnemende<br />

coach<strong>in</strong>g moeten zij, via articulatie, reflectie en exploratie, hun vermogen tot<br />

zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong> ontwikkelen.<br />

16


De genoemde specifieke typen acties en reacties van moment tot moment tijdens<br />

<strong>in</strong>teractiesituaties (ad c) behoren ook tot de voor een docent gewenste vaardigheden,<br />

maar deze zien we als te elementair (kle<strong>in</strong> en basaal) om te betrekken bij <strong>het</strong> gewenst<br />

pedagogisch-didactisch handelen waarnaar we hier op zoek zijn.<br />

In verschillende andere publicaties vonden we aanvullend nog enkele belangrijke<br />

aandachtspunten, deels ook ter voorkom<strong>in</strong>g van eventuele misverstanden.<br />

Fredriksen en White (1997), Mayer (2004) en Kirschner, Sweller en Clark (2006)<br />

benadrukken dat de hedendaagse aandacht voor de gewenste actieve rol van de leerl<strong>in</strong>gen<br />

zelf, niet betekent dat <strong>het</strong> er vooral om zou gaan dat leerl<strong>in</strong>gen actief bezig<br />

zijn (met discussies, opdrachten, materialen, samenwerk<strong>in</strong>g, projecten etc.). Waar<br />

<strong>het</strong> om gaat is dat ze cognitief actief zijn, met begrijpen, redeneren, probleem oplossen.<br />

Dit geldt ook voor discussies en voor samenwerk<strong>in</strong>g: ook dan gaat <strong>het</strong> er om dat<br />

leerl<strong>in</strong>gen hun <strong>in</strong>zichten, problemen, suggesties, argumenten en oploss<strong>in</strong>gen expliciet<br />

verwoorden, uitwisselen en gezamenlijk productief maken (ervan leren). De<br />

ondersteun<strong>in</strong>g en begeleid<strong>in</strong>g door de docent moet er dus vooral op zijn gericht deze<br />

cognitieve activiteit op gang te houden, te voeden en waar nodig bij te sturen. Dit<br />

vergt een voortdurende afweg<strong>in</strong>g van de juiste balans, doser<strong>in</strong>g en tim<strong>in</strong>g.<br />

Constructivistische ideeën en idealen betekenen ook niet dat docenten niet meer<br />

“gewoon” zouden kunnen lesgeven, uitleggen en <strong>in</strong>strueren. Dat belemmert namelijk<br />

geensz<strong>in</strong>s de gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis bij de leerl<strong>in</strong>gen. Ook hoeft <strong>het</strong><br />

niet vooral te gaan over <strong>het</strong> gebruiken en toepassen van kennis, want <strong>het</strong> ontwikkelen<br />

van kennis op zich, van feiten, begrippen en pr<strong>in</strong>cipes, is ook een belangrijk<br />

leerdoel. Wel is <strong>het</strong> zaak de steun geleidelijk te verm<strong>in</strong>deren, gelijk op met de groei<br />

<strong>in</strong> kennis (op <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>) en de mogelijkheden tot zelfstur<strong>in</strong>g van de<br />

leerl<strong>in</strong>gen (eveneens op <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>, mede door die kennis!). Dit impliceert<br />

dat ook <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces een belangrijke docenttaak is.<br />

Elshout-Mohr, Van Hout-Wolters en Broekkamp (1999) laten gedetailleerd zien hoe<br />

<strong>het</strong> gewenste didactisch handelen van de docent afhankelijk is van <strong>het</strong> type leerdoel<br />

en type leertaak waar <strong>het</strong> om gaat (reproductief of productief, kennis of vaardigheid,<br />

cognitief of metacognitief, nabije transfer of verre transfer). Het <strong>in</strong> de praktijk brengen<br />

en effectief maken van dergelijk nauwkeurig didactisch handelen vergt vaak een<br />

leerproces bij zowel de leerl<strong>in</strong>gen als de docent zelf.<br />

Webb (2009), tot slot, wijst erop dat docenten met hun leerl<strong>in</strong>gen soms een lange<br />

aanloop moeten nemen voordat een bepaalde soort leersituatie vruchtbaar kan worden.<br />

Voor <strong>het</strong> leerzaam doen zijn en productief maken van, <strong>in</strong> dit geval, samenwerk<strong>in</strong>g<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen, moeten leerl<strong>in</strong>gen eerst leren om een groep te vormen en<br />

daar<strong>in</strong> te overleggen en samen te werken, moeten taken beschikbaar zijn die zodanig<br />

zijn gestructureerd dat leerl<strong>in</strong>gen deze doelgericht samenwerkend zelfstandig moe-<br />

17


ten en kunnen uitvoeren, en moeten docent en leerl<strong>in</strong>gen leren hoe de docent tussentijds<br />

de <strong>in</strong>teractie en de gedachteontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de groepen kan ondersteunen en<br />

bevorderen. Hieruit kunnen we leren dat <strong>het</strong> vormgeven <strong>in</strong> een school en door docenten<br />

van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept vraagt om cont<strong>in</strong>uïteit (<strong>in</strong> de relatie<br />

tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen) en cumulatieve ontwikkel<strong>in</strong>g (via leerlijnen), en dus<br />

goed moet worden doordacht en over een langere periode planmatig en <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge<br />

samenwerk<strong>in</strong>g moet worden aangepakt.<br />

3.3 De dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen<br />

Veel van <strong>het</strong> onderzoek dat ten grondslag ligt aan de <strong>in</strong> de vorige rubriek beschreven<br />

literatuur, is uitgevoerd bij specifiek uitgekozen zeer capabele docenten en/of <strong>in</strong><br />

speciaal voor <strong>het</strong> onderzoek geconstrueerde situaties. Daardoor kunnen theoretische<br />

pr<strong>in</strong>cipes en modellen duidelijker zichtbaar worden en enigsz<strong>in</strong>s zuiver op hun verloop<br />

en effecten worden onderzocht.<br />

Uit observaties <strong>in</strong> “echte” schoolklassen komt een dagelijkse praktijk naar voren die<br />

zeer veelvormig is, en heel complex, en wel des te meer naarmate leerl<strong>in</strong>gen daadwerkelijk<br />

eigen keuzes kunnen maken en zelfstandig en <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g aan <strong>het</strong><br />

werk en aan <strong>het</strong> leren zijn, zoals <strong>in</strong> nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten wordt beoogd (Doyle,<br />

1986; Shulman, 1986; Glaser, 1990; Shuell, 1993, 1996). De docent (of, bij teamteach<strong>in</strong>g<br />

of teamcoach<strong>in</strong>g: docenten) en leerl<strong>in</strong>gen reageren op elkaar, en hun handelen<br />

en gedrag staat daardoor <strong>in</strong> voortdurende wisselwerk<strong>in</strong>g. Er v<strong>in</strong>den allerlei transacties,<br />

uitwissel<strong>in</strong>gen en onderhandel<strong>in</strong>gen plaats, zowel op <strong>het</strong> sociale en relationele<br />

vlak als <strong>in</strong> termen van leerdoelen, leerstof, taken, feedback en beoordel<strong>in</strong>g. De<br />

onderl<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>teracties worden beïnvloed door denkbeelden, emoties, percepties en<br />

verwacht<strong>in</strong>gen over en weer, en zijn daar op hun beurt weer op van <strong>in</strong>vloed. Dit<br />

werkt door op de leerprocessen bij de leerl<strong>in</strong>gen, bedoeld en onbedoeld, en ook bij<br />

de docent kan sprake zijn van leren. Waar docent en leerl<strong>in</strong>gen gedurende langere<br />

tijd met elkaar te maken hebben, zal ook sprake kunnen zijn van ontwikkel<strong>in</strong>g (van<br />

de betrokkenen, en van hun onderl<strong>in</strong>ge relatie en <strong>in</strong>teractie), waardoor <strong>het</strong> hele patroon<br />

van processen zelf ook nog eens verschuift.<br />

Voor ervaren docenten bevat de voorafgaande al<strong>in</strong>ea mogelijk we<strong>in</strong>ig nieuws (al zal<br />

wel de mate waar<strong>in</strong> docenten de processen die zich afspelen (kunnen) onderkennen,<br />

begrijpen, erop <strong>in</strong>spelen en ervan leren, <strong>in</strong>dividueel verschillen). De complexe dagelijkse<br />

realiteit brengt wel twee vragen met zich mee die <strong>in</strong> <strong>het</strong> onderhavige onderzoek<br />

van belang zijn, namelijk: a) kan onderzoek van die praktijk dan wel <strong>in</strong>zicht<br />

geven <strong>in</strong> wat wenselijk handelen van docenten is?, en b) hoe kunnen <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />

18


wenselijk <strong>docenthandelen</strong> die voortkomen uit theorie en onderzoek zoals beschreven<br />

<strong>in</strong> de vorige rubriek dan <strong>in</strong> de praktijk vruchtbaar worden gemaakt?<br />

Waar <strong>het</strong> handelen van docenten zo veelvormig is dat <strong>het</strong> moeilijk valt te typeren <strong>in</strong><br />

termen van een duidelijk te omschrijven theorie of model over leren, didactiek en<br />

<strong>in</strong>structie, ligt <strong>het</strong> voor de hand dat <strong>het</strong> vooral persoonlijke eigenschappen van de<br />

docent zijn waarvan eventuele relaties met leeractiviteiten, –processen en –resultaten<br />

bij leerl<strong>in</strong>gen zullen kunnen worden gelegd Dat is ook wat er gebeurde, toen <strong>in</strong> de<br />

jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw onderzoek via observaties <strong>in</strong> schoolklassen <strong>in</strong><br />

zwang kwam (zie Shuell, 1996). Daaruit kwam naar voren dat docenten die duidelijk,<br />

enthousiast, flexibel en taakgericht waren, hun leerl<strong>in</strong>gen veel gelegenheid boden<br />

om zich de stof eigen te maken, en zorgden voor een hoog cognitief niveau van<br />

<strong>in</strong>teractie, gemiddeld de beste resultaten behaalden.<br />

In een ander type onderzoek dat <strong>in</strong> dezelfde periode op gang kwam, <strong>het</strong> zogenoemde<br />

proces-product onderzoek, was men eveneens gericht op bepalende kenmerken van<br />

effectief <strong>onderwijs</strong>. In dit geval g<strong>in</strong>g men echter uit van geconstrueerde modellen<br />

met clusters van factoren waar<strong>in</strong> men uitkomsten van reeds uitgevoerde onderzoeken<br />

probeerde te plaatsen om zo tot conclusies te komen. Ook dit type onderzoek<br />

heeft kenmerken van docenten opgeleverd (zie Scheerens, 2007). Naast gedragskenmerken<br />

die vergelijkbaar zijn met de hierboven genoemde, zoals betrouwbaarheid,<br />

<strong>in</strong>zet en flexibiliteit, zijn dit aspecten van kennis, vaardigheid en ambitie: beheers<strong>in</strong>g<br />

van de leerstof, verbale vaardigheid, hoge verwacht<strong>in</strong>gen, steeds streven<br />

naar verbeter<strong>in</strong>g.<br />

Onderzoek naar de bestaande praktijk kan dus wel enig <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> wenselijk<br />

handelen van docenten (zie vraag a hiervoor), maar niet zo duidelijk gerelateerd aan<br />

theorie over leren en <strong>onderwijs</strong>leerprocessen. Omgekeerd kunnen resultaten van<br />

onderzoek dat wel op zulke theorie is gebaseerd wel bijdragen aan <strong>het</strong> handelen van<br />

docenten (zie vraag b hiervoor), maar dat gaat niet vanzelf. Docenten moeten zulke<br />

resultaten kunnen begrijpen (en dus herkennen), accepteren (en dus geloofwaardig<br />

en belangrijk achten en niet zien als miskenn<strong>in</strong>g van hun praktijk of persoon) en<br />

kunnen gebruiken (en dus <strong>in</strong>passen <strong>in</strong> hun praktijk). Dit zal om te beg<strong>in</strong>nen afhangen<br />

van de aard van de resultaten en de manier waarop ze worden gepresenteerd.<br />

Resultaten kunnen de vorm hebben van beschrijv<strong>in</strong>gen van ‘good practice’ (case<br />

studies), <strong>in</strong>formatie over <strong>in</strong> onderzoek gebleken samenhangen (hoe meer dit, hoe<br />

meer dat), ontwikkelde en effectief gebleken procedures en ‘tools’ (draaiboeken en<br />

materialen), visies, begrippen en <strong>in</strong>zichten (ideeën, woorden en kennis als gereedschap<br />

voor denken, uitwisselen en bespreken), en redener<strong>in</strong>gen die uitmonden <strong>in</strong> een<br />

moreel appel (bijvoorbeeld ‘gelijke kansen’) (Shulman 1986, 1987; Tom en Valli,<br />

1990). Onderzoek naar gebruik en effecten van kennis uit onderzoek laat zien dat<br />

19


vooral casebeschrijv<strong>in</strong>gen en conceptuele uitkomsten (visies, begrippen en <strong>in</strong>zichten)<br />

goede kansen bieden.<br />

3.4 Factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong><br />

In de literatuur <strong>in</strong> de eerste rubriek hierboven staan theorieën centraal, <strong>in</strong> de tweede,<br />

vorige rubriek is dat de praktijk, en nu richten we ons op de uitkomsten van empirisch<br />

onderzoek <strong>in</strong> de proces-product traditie. Het is dit type onderzoek dat meestal<br />

wordt bedoeld (of verondersteld) bij “harde” gegevens en “evidence”, en dat ten<br />

grondslag ligt aan overzichten van “wat werkt”. Het is vaak theorie-arm en m<strong>in</strong>der<br />

gericht op begrijpen en begrijpelijk maken hoe en waarom of waardoor iets werkt.<br />

De boodschap is <strong>in</strong> feite “vraag niet hoe <strong>het</strong> kan, maar profiteer ervan”.<br />

Studies <strong>in</strong> deze traditie zijn vaak gebaseerd op zogenoemde “meta-analyses”: statistische<br />

analyses van de (gemiddelde) uitkomsten van grote aantallen (eerder en door<br />

anderen uitgevoerde) onderzoeken. Deze werkwijze voegt aan <strong>het</strong> theorie-arme karakter<br />

nog een tweede nadeel toe, namelijk dat <strong>in</strong> al die onderzoeken uiteenlopende<br />

variabelen zijn onderzocht die slechts <strong>in</strong> eenzelfde model zijn onder te brengen door<br />

dat wat enigsz<strong>in</strong>s op elkaar lijkt samen te nemen. De categorieën <strong>in</strong> zo’n model bevatten<br />

daardoor zulke uiteenlopende zaken dat <strong>het</strong> lastig is om er een duidelijke betekenis<br />

aan toe te kennen. Categorieën met labels als “Leeromgev<strong>in</strong>g”, “Onderwijsstrategie<br />

(gestructureerd, direct, beheers<strong>in</strong>g, etc.)”, “Onderwijsstrategie (constructivistisch)”,<br />

“Ondersteun<strong>in</strong>g” en “Feedback/controle/evaluatie/tests” zijn zo breed en<br />

vaag, dat ze vrijwel hun nuttige waarde verliezen.<br />

Wie diverse van zulke studies bestudeert en vergelijkt (zie Shuell, 1996; Campbell<br />

e.a., 2004; Scheerens, 2007; Seidel & Shavelson, 2007), constateert enerzijds dat de<br />

uitkomsten variëren (niet verwonderlijk als men zich baseert op verschillende selecties<br />

van uitgevoerde onderzoeken en verschillende modellen en categorieën hanteert<br />

om tot gemiddelde effecten te komen) maar ziet anderzijds ook iets heel belangrijks,<br />

namelijk: vrijwel alles kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een steentje bijdragen (<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe, want er<br />

zijn geen methoden die altijd werken, effecten zijn altijd meervoudig, en leerl<strong>in</strong>gen<br />

kunnen uiteenlopend reageren, zie Shuell, 1996).<br />

Anders gezegd: resultaten van <strong>onderwijs</strong>leerprocessen kunnen door veel factoren<br />

worden beïnvloed en bevorderd. Schoolleiders, curriculumontwerpers en docenten<br />

kunnen dus <strong>in</strong>derdaad, zoals soms wel gebeurt, worden vergeleken met dirigenten:<br />

<strong>het</strong> gaat om <strong>het</strong> geheel, de balans, de afstemm<strong>in</strong>g, de wisselwerk<strong>in</strong>g. De boodschap<br />

kan dan zelfs worden: “<strong>het</strong> [goed samengestelde] geheel is meer dan de som der<br />

delen” (zie ook Bosker, Creemers & Str<strong>in</strong>gfield, 1999). Dit wil overigens niet zeggen<br />

dat dit goed samengestelde geheel ook vooraf moet en kan worden ontworpen.<br />

20


Heel goede docenten laten vaak geen bepaald patroon zien (handelen niet volgens<br />

een zorgvuldig opgesteld model van handelen) (Shulman, 1987), maar spelen heel<br />

alert en flexibel <strong>in</strong> op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces zoals zich dat ontwikkelt (zie de vorige<br />

rubriek: processen <strong>in</strong> schoolklassen zijn veelvorm<strong>in</strong>g en complex en voor een<br />

docent zijn daarbij bepaalde eigenschappen van belang).<br />

Er is echter, tot slot, nog een tweede en meer specifieke conclusie mogelijk, namelijk<br />

dat <strong>het</strong> er vooral om gaat te bevorderen dat leerl<strong>in</strong>gen veel, <strong>in</strong>tensief en gevarieerd<br />

met de leerstof bezig zijn (cognitief, affectief, metacognitief). Dit een samenvattende<br />

<strong>in</strong>terpretatie van de gebleken effectiviteit van uiteenlopende factoren als:<br />

veilig leerklimaat, ordelijke omgev<strong>in</strong>g, goed klassenmanagement, taakgerichtheid,<br />

structuur, duidelijkheid, beschikbare en bestede tijd, stellen van denkvragen, activerende<br />

werkvormen, betekenisvolle en uitdagende opdrachten, op leer<strong>in</strong>houd (kennis,<br />

vaardigheid) gerichte sociale <strong>in</strong>teractie (tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen, tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

onderl<strong>in</strong>g), feedback. Anders gezegd: hoe dichter op de kern van <strong>het</strong> leerproces,<br />

hoe beter (zie Seidel & Shavelson, 2007).<br />

Hierbij horen wel twee nuancer<strong>in</strong>gen (zie ook Campbell e.a., 2004). De eerste is dat<br />

effecten van <strong>docenthandelen</strong> zullen verschillen al naar gelang de schoolcontext, de<br />

leerl<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> schoolvak. De tweede is dat docenten, zeker <strong>in</strong> deze tijd met vele,<br />

hoge en diverse taken en verwacht<strong>in</strong>gen, niet steeds en op alle fronten succesvol<br />

zullen kunnen zijn.<br />

3.5 Standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren<br />

Na de theorieën, de praktijk, en <strong>het</strong> onderzoek (zie de voorgaande drie rubrieken) nu<br />

de lerarenopleiders (resp. de beleidsmakers daarachter), waar <strong>het</strong> gaat om de opleid<strong>in</strong>g<br />

van docenten, en de schoolleiders, waar <strong>het</strong> gaat om de beoordel<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> <strong>het</strong> kader<br />

van personeelsbeleid). Hoewel <strong>in</strong> <strong>het</strong> voorgaande een aantal belangrijke taken en<br />

een aantal aspecten en onderdelen van gewenst <strong>docenthandelen</strong> naar voren zijn gekomen,<br />

hebben we die niet uitgebreid teruggevonden <strong>in</strong> de bestudeerde literatuur<br />

over standaarden voor de opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren. In Nederland is er<br />

weliswaar <strong>het</strong> uitgewerkte raamwerk van de SBL-competenties, maar dat stoelt niet<br />

op de wetenschappelijke literatuur die <strong>in</strong> dit hoofdstuk aan de orde is. Deze SBLcompetenties<br />

komen aan bod <strong>in</strong> <strong>het</strong> volgende hoofdstuk, dat is gebaseerd op bestuder<strong>in</strong>g<br />

van beleidsmatige en beleidsgerichte documenten.<br />

De voor dit hoofdstuk bestudeerde wetenschappelijke literatuur betreft voornamelijk<br />

Amerikaanse publicaties, en daar<strong>in</strong> blijkt vooral aandacht te worden geschonken aan<br />

de kennisbasis die docenten zouden moeten hebben. Die kennisbasis wordt echter<br />

wel breed opgevat, <strong>in</strong>clusief de zogenoemde “procedurele kennis”, <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

21


vaak “vaardigheden” genoemd. Gezien de hiervoor beschreven complexiteit van de<br />

omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> docenten en leerl<strong>in</strong>gen werken en leren en waar<strong>in</strong> docenten flexibel<br />

en adequaat moeten kunnen opereren, is er <strong>in</strong>derdaad veel voor te zeggen hen te<br />

voorzien van veel bagage (kennis) en een breed repertoire (vaardigheden).<br />

In een veel geciteerde publicatie benoemde Shulman (1987) een aantal categorieën<br />

van kennis waarover docenten zouden moeten beschikken: vak<strong>in</strong>houdelijke kennis,<br />

algemene pedagogische kennis over klassenmanagement en groepsprocessen, kennis<br />

over curriculum, leerdoelen, programma’s en leermiddelen, kennis over leerl<strong>in</strong>gen,<br />

en kennis over manieren waarop leerl<strong>in</strong>gen vak<strong>in</strong>houdelijke kennis en vaardigheden<br />

kunnen ontwikkelen, de typische problemen die daarbij kunnen optreden en hoe je<br />

daar als docent op kunt reageren (door Shulman “pedagogical content knowledge”<br />

genoemd, <strong>in</strong> Nederlands van oudsher bekend als “vakdidactische kennis”).<br />

Daarnaast constateerde Shulman (<strong>in</strong> 1987) dat er steeds meer “general pr<strong>in</strong>ciples of<br />

effective teach<strong>in</strong>g” bekend werden. Volgens hem is de zwakte daarvan, namelijk dat<br />

die voorbijgaan aan <strong>het</strong> feit dat gewenst <strong>docenthandelen</strong> vaak sterk (vak)<strong>in</strong>houdspecifiek<br />

is, tegelijk ook hun kracht, omdat algemene pr<strong>in</strong>cipes de toch al enorm<br />

complexe taak van een docent enigsz<strong>in</strong>s kunnen vereenvoudigen. Anderen echter<br />

(bijvoorbeeld Mayer, 2004; Grossman & Schoenfeld, 2005) bepleiten <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend <strong>het</strong><br />

belang van specifieke vak<strong>in</strong>houdelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden.<br />

In een recente, eveneens gezaghebbende publicatie (Bransford e.a., 2005) wordt<br />

expliciet gesteld dat docenten tussen allerlei aspecten en gezichtspunten moeten<br />

kunnen pendelen en deze moeten kunnen comb<strong>in</strong>eren, en daarom een kader nodig<br />

hebben, een overzicht of totaalplaatje (‘conceptual map’), en de vaardigheid om met<br />

behulp daarvan gebeurtenissen en processen te <strong>in</strong>terpreteren en hun keuzes en handelen<br />

daarop af te stemmen. Het kader dat de auteurs hiertoe aanreiken (en dat overigens<br />

al werd voorgesteld door De Corte, 2000), bevat vier componenten: kennis<br />

over a) wat er moet worden geleerd, b) hoe leerl<strong>in</strong>gen dit kunnen leren, c) welke<br />

leeromgev<strong>in</strong>g dit leren kan bevorderen, en d) hoe kan worden vastgesteld dat en wat<br />

er is geleerd. Effectief <strong>onderwijs</strong> vergt dat deze vier componenten goed op elkaar<br />

worden afgestemd.<br />

3.6 Opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren<br />

Tot slot de leraren zelf. Wat meldt de literatuur over hun visies, ervar<strong>in</strong>gen en praktijkkennis,<br />

<strong>in</strong> relatie tot gewenst handelen volgens nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten? Uit<br />

<strong>het</strong> vele dat hierover is geschreven, beperken we ons tot de volgende vaststell<strong>in</strong>gen<br />

(zie Fox, 1983; Larsson, 1983; Doyle, 1986; Lyons, 1990; Pratte en Rury, 1991;<br />

Prawat, 1992; W<strong>in</strong>dschitl, 2002).<br />

22


Leraren hebben eigen opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>onderwijs</strong>, leren en de rollen van en relatie<br />

tussen henzelf en de leerl<strong>in</strong>gen. Zo kunnen leraren de vak<strong>in</strong>houd als uitgangspunt<br />

nemen en als hun taak zien die zo goed mogelijk over te dragen, of vertrekken vanuit<br />

de leerl<strong>in</strong>gen en hun leerproces en zich primair daarop richten. Zij kunnen hun<br />

vak zien als een vast omlijnd geheel of als een dome<strong>in</strong> <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, en analoog<br />

de mogelijkheden en voorkeuren van de leerl<strong>in</strong>gen als gegeven of als onderhevig<br />

aan verander<strong>in</strong>g en vatbaar voor beïnvloed<strong>in</strong>g. Zij kunnen zichzelf onmisbaar achten<br />

en <strong>in</strong> hun handelen vasthouden aan bepaalde patronen, of leerl<strong>in</strong>gen veel ruimte geven<br />

en open staan voor nieuwe ervar<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>zichten en aanpakken.<br />

Opvatt<strong>in</strong>gen en handelen van leraren hangen vaak samen en voor verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

handelen is vaak eerst of ook verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen nodig. Als leraren niet achter<br />

een voorstel tot vernieuw<strong>in</strong>g kunnen staan, zal hun handelen waarschijnlijk niet<br />

wezenlijk veranderen. (Zo kan bijvoorbeeld een docent <strong>in</strong> een keuzewerktijduur,<br />

waar<strong>in</strong> de bedoel<strong>in</strong>g is dat leerl<strong>in</strong>gen zelf kiezen waaraan ze werken en daarbij op<br />

maat worden begeleid, van de leerl<strong>in</strong>gen eisen dat ze aan ‘zijn eigen vak’ werken, of<br />

<strong>het</strong> hele uur gebruiken om les te geven). Als leraren een nieuwe visie niet goed begrijpen,<br />

zullen ze wellicht wel hun handelen veranderen maar is de kans reëel dat de<br />

beoogde vernieuw<strong>in</strong>g schipbreuk lijdt. (Zo kan een docent die heeft begrepen dat hij<br />

de leerl<strong>in</strong>gen meer zelfstandig moet laten werken en leren, m<strong>in</strong> of meer stoppen met<br />

lesgeven en de leerl<strong>in</strong>gen alles zelf laten uitzoeken).<br />

Als leraren hun <strong>onderwijs</strong> willen veranderen volgens een meer constructivistische<br />

visie zien zij zich voor lastige dilemma’s geplaatst. Hoe de balans te leggen tussen<br />

<strong>in</strong>dividueel leren en samenwerkend leren? Tussen aansluiten bij kennisontwikkel<strong>in</strong>g<br />

zoals die zich bij leerl<strong>in</strong>gen voordoet en <strong>het</strong> nemen van de kennis van experts als<br />

norm? Tussen vooraf uitleggen en <strong>in</strong>strueren en leerl<strong>in</strong>gen zelf laten ontdekken?<br />

Tussen diepgaande verwerk<strong>in</strong>g van geselecteerde stof en de breedte die <strong>het</strong> programma<br />

vereist? Tussen opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen van hemzelf, de schoolleid<strong>in</strong>g,<br />

de leerl<strong>in</strong>gen, de ouders en de toezichthouders?<br />

Ook leerl<strong>in</strong>gen hebben opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>onderwijs</strong>, leren, en de rollen van de docent<br />

en henzelf. Leraren zullen hun <strong>onderwijs</strong>praktijk alleen samen met de leerl<strong>in</strong>gen<br />

kunnen veranderen. Veel leerl<strong>in</strong>gen hebben een voorkeur voor een meer traditionele<br />

rolverdel<strong>in</strong>g (de docent geeft klassikaal en gestructureerd les, de leerl<strong>in</strong>gen luisteren<br />

en werken daarna aan gesloten opdrachten) en als een leraar daar<strong>in</strong> verander<strong>in</strong>g wil<br />

aanbrengen (de leerl<strong>in</strong>gen werken zelfstandig aan open opdrachten), zullen leraar en<br />

leerl<strong>in</strong>gen beiden hun <strong>in</strong>vloed gaan aanwenden om de ander de gewenste rol te laten<br />

nemen. Het omgekeerde is ook mogelijk: leerl<strong>in</strong>gen die meer ruimte willen voor<br />

eigen <strong>in</strong>breng en samenwerken en leraren die aan de bestaande praktijk willen vasthouden<br />

(omdat ze vrezen hun grip op de gang van zaken te verliezen), of de veran-<br />

23


der<strong>in</strong>g niet aandurven (omdat ze denken dat de leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> niet aankunnen). Onderwijs<br />

wordt door leraar en leerl<strong>in</strong>gen samen gemaakt.<br />

Naarmate de keuzeruimte en zelfstandigheid van de leerl<strong>in</strong>gen toenemen, neemt <strong>het</strong><br />

belang van <strong>het</strong> traditionele ambacht van de leraar op <strong>het</strong> vlak van vakkennis, pedagogische<br />

kwaliteiten en klassenmanagement eerder toe dan af. In een meer constructivistische<br />

leeromgev<strong>in</strong>g moet de leraar (nog) meer met de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gesprek<br />

en (nog) meer <strong>in</strong>spelen op <strong>het</strong> verloop van leeractiviteiten en leerprocessen. Op zijn<br />

ambachtelijke professionaliteit zal een (nog) groter beroep worden gedaan om <strong>in</strong>tensief<br />

en flexibel bruggen te bouwen tussen zijn kennis van en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de belangrijke<br />

<strong>in</strong>houden en vaardigheden <strong>in</strong> zijn vakgebied, zijn waarnem<strong>in</strong>g en taxatie van wat<br />

en hoe leerl<strong>in</strong>gen denken (begrippen, redener<strong>in</strong>gen, misconcepties, lacunes), en de<br />

processen die zich <strong>in</strong> de leeromgev<strong>in</strong>g tijdens <strong>het</strong> werken <strong>in</strong> de groep en bij <strong>in</strong>dividuele<br />

leerl<strong>in</strong>gen afspelen.<br />

3.7 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Tijdens <strong>het</strong> zoeken <strong>in</strong> wetenschappelijke literatuur naar aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />

<strong>docenthandelen</strong> bleek dat zulke aanwijz<strong>in</strong>gen deels expliciet <strong>in</strong> publicaties zijn te<br />

v<strong>in</strong>den en deels daaruit kunnen worden afgeleid. De aanwijz<strong>in</strong>gen stoelen soms op<br />

uitkomsten van empirisch onderzoek en soms op theorie die <strong>het</strong> belang van bepaald<br />

handelen <strong>in</strong>zichtelijk en aannemelijk maakt.<br />

De meeste aanwijz<strong>in</strong>gen zijn gevonden <strong>in</strong> theorie en onderzoek over leren en<br />

leeromgev<strong>in</strong>gen en literatuur over de <strong>in</strong>teractie tussen leraar en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> reële<br />

klassensituaties. Publicaties over onderzoek naar effectief <strong>onderwijs</strong> en over standaarden<br />

voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren bleken voor ons doel m<strong>in</strong>der op<br />

te leveren. De aanwijz<strong>in</strong>gen die uit de diverse bestudeerde literatuur konden worden<br />

gehaald, blijken elkaar te ondersteunen en aan te vullen.<br />

In de behavioristische traditie bleken goed klassenmanagement, effectieve bested<strong>in</strong>g<br />

van de leertijd, gestructureerde overdracht van <strong>in</strong>formatie en systematisch oefenen<br />

belangrijke voorwaarden voor <strong>het</strong> bereiken van leerresultaten. Dit geldt nog steeds,<br />

maar s<strong>in</strong>dsdien is duidelijk geworden dat de uitkomsten die toen werden verkregen<br />

verband houden met de leerdoelen die toen centraal stonden (zoals feitenkennis en<br />

concrete vaardigheden). S<strong>in</strong>dsdien hebben de leerdoelen een verbred<strong>in</strong>g ondergaan,<br />

en sommige behavioristische pr<strong>in</strong>cipes zijn bij bepaalde nieuwe leerdoelen m<strong>in</strong>der<br />

op hun plaats.<br />

In de cognitief psychologische traditie draait <strong>het</strong> om cognitieve en metacognitieve<br />

denkprocessen bij de leerl<strong>in</strong>gen (analyseren, redeneren, problemen oplossen, e.d.),<br />

die altijd ergens op zijn gericht, een bepaald dome<strong>in</strong> van kennis en vaardigheden.<br />

24


Docenten die deze processen willen ondersteunen staat een arsenaal aan methoden<br />

ter beschikk<strong>in</strong>g, die goed zijn samengevat <strong>in</strong> <strong>het</strong> cognitive apprenticeship model:<br />

uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van discussie, laten oefenen en daarbij<br />

ondersteunen, op maat hulp bieden en feedback geven, en beoordelen, leerl<strong>in</strong>gen<br />

denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen laten articuleren en hen erop laten reflecteren, en hen<br />

aanmoedigen tot verdere exploratie. De coach<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>dividueel verschillend en <strong>in</strong> de<br />

tijd afnemend, toewerkend naar zelfregulatie: zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

betreffende dome<strong>in</strong>. Steeds is een bepaalde balans nodig, met de juiste doser<strong>in</strong>g en<br />

tim<strong>in</strong>g, tussen systematische <strong>in</strong>structie, en begeleid<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen die zelfstandig<br />

aan <strong>het</strong> werk zijn.<br />

In verschillende constructivistische tradities wordt <strong>het</strong> belang benadrukt van sociale<br />

<strong>in</strong>teractie, tussen lerenden en experts (gezel-meester relatie) en tussen lerenden onderl<strong>in</strong>g<br />

(samenwerkend leren), en van <strong>het</strong> werken aan betekenisvolle taken (gesitueerd<br />

<strong>in</strong> een bepaalde context).<br />

Deze cognitief psychologische en constructivistische pr<strong>in</strong>cipes zijn geen vaste procedures<br />

die docenten kunnen volgen, <strong>het</strong> zijn pr<strong>in</strong>cipes die docenten, vanuit een<br />

goed begrip ervan, flexibel en op maat kunnen en moeten toepassen, <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge<br />

samenhang, en gericht op <strong>het</strong> doel om leerl<strong>in</strong>gen te leren denken en redeneren <strong>in</strong> een<br />

bepaald dome<strong>in</strong>.<br />

Meerdere van de genoemde pr<strong>in</strong>cipes of aanpakken, zoals leerl<strong>in</strong>gen betekenisvolle<br />

taken geven, leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken, en de zelfregulatie van leerl<strong>in</strong>gen bevorderen<br />

(wat o.a. betekent dat ze eigen keuzes moeten kunnen maken), worden<br />

aanbevolen op drie gronden tegelijk: ze kunnen <strong>het</strong> beoogde cognitieve leerproces<br />

ondersteunen, ze kunnen bijdragen aan de motivatie van leerl<strong>in</strong>gen, en ze vertegenwoordigen<br />

wenselijke leerdoelen op zich (bepaalde taken kunnen vervullen en problemen<br />

oplossen; kunnen samenwerken; <strong>het</strong> eigen handelen, denken en leren kunnen<br />

reguleren).<br />

Goede docenten laten <strong>in</strong> hun handelen geen vast patroon zien, maar spelen steeds<br />

alert en adaptief <strong>in</strong> op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces zoals dit zich ontwikkelt. Dit betekent<br />

<strong>in</strong> deze tijd ook: <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en dus ook volgen van <strong>het</strong><br />

leerproces. Voorwaardelijk voor een dergelijke vorm van professionaliteit is een<br />

gedegen kennisbasis en een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire, een voortdurend persoonlijk<br />

streven naar verbeter<strong>in</strong>g en goede onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> schoolteam.<br />

Al met al wijst de bestudeerde literatuur op <strong>het</strong> belang van veel van de pedagogischdidactische<br />

taken en bekwaamheden die ook <strong>in</strong> de volgende hoofdstukken naar voren<br />

komen en waarop de aanvraag voor dit onderzoek was gericht. Daarnaast zoomt<br />

de literatuur over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen, vooral vanuit de cognitieve traditie, <strong>in</strong><br />

op de centrale betekenis van <strong>het</strong> stimuleren en ondersteunen van de gewenste cognitieve<br />

processen bij de leerl<strong>in</strong>gen: <strong>het</strong> mentaal actief, doelgericht, kritisch, <strong>in</strong> <strong>in</strong>terac-<br />

25


tie met anderen en steeds meer op eigen kracht bezig zijn met leer<strong>in</strong>houden en problemen<br />

<strong>in</strong> verschillende dome<strong>in</strong>en (van kennis, vaardigheid en toepass<strong>in</strong>g). Om dit<br />

te realiseren, moeten docenten met leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gesprek en moeten leerl<strong>in</strong>gen met<br />

elkaar <strong>in</strong> gesprek, zodat zij, docenten en leerl<strong>in</strong>gen, zicht krijgen op elkaars kennis,<br />

denken en redeneren.<br />

In dit hoofdstuk is geprobeerd om uit publicaties over wetenschappelijke theorieën<br />

en onderzoeken aanwijz<strong>in</strong>gen te halen voor gewenst handelen van docenten. Dit is<br />

gelukt, want er is een aantal aanwijz<strong>in</strong>gen verkregen, op verschillende niveaus van<br />

abstractie en specificatie, die elkaar deels bevestigen en deels aanvullen.<br />

Het is lastig te zeggen hoe overtuigend en generaliseerbaar deze opbrengst is. Op<br />

basis van wetenschappelijke theorieën kan de <strong>onderwijs</strong>praktijk niet zomaar worden<br />

getypeerd en, omgekeerd, uit onderzoeken naar de praktijk kunnen niet zomaar conclusies<br />

worden getrokken, want de praktijk is veelvormig en bevat tegenstrijdigheden<br />

en losse e<strong>in</strong>djes, en wordt niet zuiver vormgegeven vanuit een bepaalde theorie<br />

of volgens een bepaalde aanpak. Bovendien kunnen vanuit eenzelfde theorie verschillende<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen worden geformuleerd en kunnen omgekeerd verschillende<br />

theorieën tot overeenkomstige aanwijz<strong>in</strong>gen komen.<br />

De zegg<strong>in</strong>gskracht en bruikbaarheid van de verkregen aanwijz<strong>in</strong>gen kan toenemen<br />

als zij samen een m<strong>in</strong> of meer coherent geheel kunnen vormen en kunnen worden<br />

begrepen vanuit een gemeenschappelijk conceptueel kader, waar<strong>in</strong> de achterliggende<br />

theorieën eveneens op elkaar worden betrokken. Anderzijds zijn er verschillen tussen<br />

vakken, te leren <strong>in</strong>houden (kennis en vaardigheden), leerl<strong>in</strong>gen, docenten en<br />

scholen, zullen veel aanwijz<strong>in</strong>gen alleen of vooral <strong>in</strong> bepaalde situaties van toepass<strong>in</strong>g<br />

zijn, en zullen <strong>in</strong> de praktijk altijd keuzes moeten worden gemaakt.<br />

Tot slot is duidelijk dat de aanwijz<strong>in</strong>gen betrekk<strong>in</strong>g hebben op “content standards”,<br />

<strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van aandachtspunten en streefricht<strong>in</strong>gen, en niet op “performance standards”<br />

(hoe vaak of <strong>in</strong>tensief of goed een docent iets zou moeten doen). Sterker nog:<br />

uiteenlopende wetenschappers waarschuwen tegen de gedachte dat <strong>het</strong> handelen van<br />

docenten kan worden benaderd alsof <strong>het</strong> van technische aard zou zijn, en geven aan<br />

dat van leraren moet worden verwacht dat zij zich bij hun professionele oordelen en<br />

keuzes door kennis uit theorie en onderzoek laten voeden. Leraren zouden daarbij<br />

nog sterker staan als zij hun ideeën, aanpakken, ervar<strong>in</strong>gen en oploss<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>g<br />

zouden uitwisselen en vastleggen, zodat zich een collectief professioneel geheugen<br />

kan ontwikkelen.<br />

26


4 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens landelijk beleid<br />

4.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

De vraag welk handelen van docenten gewenst is, is behalve <strong>in</strong> de wetenschappelijke<br />

literatuur (zie hoofdstuk 3) ook al enige tijd actueel <strong>in</strong> <strong>het</strong> landelijke <strong>onderwijs</strong>beleid.<br />

Vanaf de eerste helft van de jaren ’90 wordt <strong>in</strong> beleidsgerichte onderzoeken,<br />

adviezen van commissies en raden, wetgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spectiekaders aandacht besteed<br />

aan rollen, taken en bekwaamheden van docenten.<br />

De laatste jaren wordt hierbij regelmatig gepleit voor “evidence-based” <strong>onderwijs</strong>.<br />

Dit betekent echter niet dat <strong>het</strong> handelen van docenten helemaal zou kunnen worden<br />

gebaseerd op resultaten van onderzoek. Het gaat vooral om <strong>het</strong> repertoire waarover<br />

docenten zouden moeten beschikken, zodat zij, werkend <strong>in</strong> een bepaalde context,<br />

van dag tot dag weloverwogen keuzes kunnen maken.<br />

Die context waar<strong>in</strong> docenten werken, is al een aantal jaren <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Er zijn ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

gaande, <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, onder de jeugd, en dus ook <strong>in</strong> scholen, die<br />

maken dat docenten worden geconfronteerd met meer en andere verwacht<strong>in</strong>gen,<br />

vereisten en mogelijkheden. Om daaraan tegemoet te komen, werken schoolleiders<br />

en docenten aan <strong>in</strong>novaties. Deze <strong>in</strong>novaties worden gestimuleerd en gevolgd vanuit<br />

<strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie van OC&W en de Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>.<br />

In dit hoofdstuk vatten we samen welke aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong><br />

uit deze bronnen naar voren komen. In rapporten, nota’s, adviezen en beleidskaders<br />

wordt daarover geschreven vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken en concepten. We<br />

beg<strong>in</strong>nen daarom met een korte sc<strong>het</strong>s van de uiteenlopende manieren waarop <strong>docenthandelen</strong><br />

kan worden benoemd en geordend.<br />

4.2 Docenthandelen <strong>in</strong> kaart<br />

In <strong>het</strong> vorige hoofdstuk bleek al dat <strong>het</strong> handelen van docenten op heel verschillende<br />

manieren kan worden benoemd en beschreven. Ook <strong>in</strong> bekende handboeken is dit<br />

<strong>het</strong> geval (zie bijv. Verloop en Lowyck, 2003; Driscoll, 2005; Woolfolk et al.,<br />

2008). Het gebeurt <strong>in</strong> termen van:<br />

27


- door de docent te vervullen rollen, bijvoorbeeld: kennisoverdrager, begeleider;<br />

dit gebeurt vaak <strong>in</strong> publicaties over <strong>onderwijs</strong>vernieuw<strong>in</strong>g, en blijft vaak globaal<br />

(bijv. docenten moeten m<strong>in</strong>der de ene rol en meer de andere gaan vervullen); -<br />

door de docent te creëren leeromgev<strong>in</strong>gen; dit gebeurt vaak <strong>in</strong> publicaties vanuit<br />

bepaalde opvatt<strong>in</strong>gen over leren en leerprocessen, en wordt dan uitgewerkt <strong>in</strong><br />

termen van <strong>in</strong>structiemodellen, didactische werkvormen, typen opdrachten, e.d.; -<br />

door de docent te vervullen taken, met name op (algemeen) pedagogisch-<br />

didactisch vlak <strong>in</strong> de groep en bij <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen, en als professi-<br />

onal <strong>in</strong> de school (zie bijv. Sol en Stokk<strong>in</strong>g, 2008);<br />

- door de docent te hanteren <strong>in</strong>structiestrategieën; dit betreft vaak vakdidactische<br />

publiaties waar<strong>in</strong> gedetailleerd wordt <strong>in</strong>gegaan op de precieze <strong>in</strong>teractie met<br />

leerl<strong>in</strong>gen rond een specifiek begrip of probleem <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende vak;<br />

- <strong>in</strong> <strong>het</strong> handelen van een docent te onderscheiden dimensies; deze <strong>in</strong>steek is<br />

zichtbaar <strong>in</strong> de SBL-competenties: <strong>in</strong>terpersoonlijk, pedagogisch, didactisch, en<br />

dergelijke. Dit betreft, anders dan bij de bovengenoemde manieren om docent-<br />

handelen te beschrijven, geen opties waaruit kan worden gekozen, maar facetten<br />

van <strong>docenthandelen</strong> die altijd en tegelijkertijd aan de orde zijn (verg. Brekel-<br />

mans e.a., 2000; Doyle, 1986; Shuell, 1996; Volman, 2006).<br />

<br />

In publicaties waar<strong>in</strong> rollen, leeromgev<strong>in</strong>gen, taken of <strong>in</strong>structiestrategieën worden<br />

beschreven, gebeurt dit vaak <strong>in</strong> termen van wat wenselijk zou zijn, en daarbij komt<br />

ook regelmatig aan de orde wat docenten zouden moeten weten en kunnen om <strong>het</strong><br />

gewenste handelen te kunnen uitvoeren, dus gewenste bekwaamheden.<br />

<br />

4.3 Bekwaamheden en bekwaamheidseisen<br />

In beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties over gewenst <strong>docenthandelen</strong>, <strong>in</strong><br />

termen van bekwaamheden of bekwaamheidseisen, wordt meestal onderscheid ge-<br />

maakt tussen enerzijds vakkennis (vak<strong>in</strong>houdelijk en vakdidactisch), anderzijds pe-<br />

dagogisch-didactische kwaliteiten en handel<strong>in</strong>gsrepertoire (zie bijvoorbeeld M<strong>in</strong>iste-<br />

rie van OC&W, 1993; Onderwijsraad, 2005a; Van Gennip en Vrieze, 2008).<br />

In meer concrete uitwerk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> termen van competenties worden hieraan meestal<br />

nog twee andere comptenties toegevoegd: gewenste bekwaamheden op <strong>het</strong> vlak van<br />

samenwerken met anderen (<strong>in</strong> en buiten de school), en werken aan voortgaande per-<br />

soonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g, met <strong>het</strong> oog op <strong>onderwijs</strong>verbeter<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> de context van<br />

schoolontwikkel<strong>in</strong>g (zie bijvoorbeeld Stuurgroep Beroepskwaliteit Leraarschap, 1997;<br />

SBL, 2004).<br />

28


Met enige regelmaat is geschreven over te stellen (m<strong>in</strong>imum) bekwaamheidseisen,<br />

die zouden moeten kunnen worden getoetst aan duidelijke normen (SBL, 1997; Onderwijsraad,<br />

2005a). Gaandeweg is dit streven echter genuanceerd. Zo vroeg de Onderwijsraad<br />

<strong>in</strong> 2005 om aandacht voor <strong>het</strong> feit dat bekwaamheidseisen onderl<strong>in</strong>g<br />

samenhangen en niet allemaal even belangrijk zullen zijn waar <strong>het</strong> gaat om <strong>het</strong> bevorderen<br />

van <strong>het</strong> leren van leerl<strong>in</strong>gen. De Commissie Leraren (2007), die eveneens<br />

stelde dat een goede leraar primair zorgt dat zijn leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren,<br />

ziet de ontwikkelde SBL-bekwaamheden als basis maar wijst erop dat verdere ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

onontbeerlijk is, en dat leraren daartoe moeten beschikken over onderzoekende<br />

vaardigheden en een gerichtheid op werken op basis van dat wat effectief<br />

blijkt (“evidence-based”).<br />

In deze beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties gaat de aandacht vaak uit naar<br />

wat kan worden opgemerkt over gewenst <strong>docenthandelen</strong> zonder te verbijzonderen<br />

naar schoolvak of <strong>onderwijs</strong>sector. Het (algemeen) pedagogisch-didactisch handelen<br />

komt daarmee centraal te staan. Daarnaast wordt ook wel aandacht gevraagd voor de<br />

persoon van de leraar (Commissie Leraren, 2007; Van Gennip en Vrieze, 2008),<br />

waarbij persoonskenmerken (zoals passie, betrokkenheid, humor) echter vooral<br />

worden geacht tot uitdrukk<strong>in</strong>g te komen <strong>in</strong> <strong>het</strong> pedagogisch handelen.<br />

De genoemde publicaties benoemen amper specifieke aspecten of onderdelen van<br />

gewenst <strong>docenthandelen</strong>. De enige meer concrete uitwerk<strong>in</strong>g is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBLcompetenties<br />

(2004). Het beeld dat uit <strong>het</strong> voorgaande naar voren komt is dat een<br />

goede leraar beschikt over een breed repertoire van handel<strong>in</strong>gsmogelijkheden waaruit<br />

deze van moment tot moment en reken<strong>in</strong>g houdend met de context een adequate<br />

keuze maakt. Voor nadere richtlijnen wordt vooral verwezen naar <strong>het</strong> belang van<br />

kennisnemen en gebruiken van resultaten uit onderzoek. Op deze trend naar meer<br />

“evidence-based” <strong>onderwijs</strong> gaan we nu nader <strong>in</strong>.<br />

4.4 “Evidence-based”?<br />

Gravemeijer en Kirschner (2007) maken duidelijk dat de roep om verbeter<strong>in</strong>g en<br />

verantwoord<strong>in</strong>g niet kan steunen op zogenoemde harde bewijzen uit onderzoek. De<br />

daarvoor gewenste echte experimenten zijn volgens hen namelijk amper uitvoerbaar.<br />

Bovendien is zulk onderzoek gericht op generaliserende conclusies (terwijl tegenwoordig<br />

juist wordt gevraagd reken<strong>in</strong>g te houden met verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

en omstandigheden en maatwerk te bieden), laat <strong>het</strong> voornamelijk zien wat werkt en<br />

niet hoe <strong>het</strong> werkt (terwijl docenten juist behoefte hebben aan <strong>in</strong>zichten waarop zij<br />

hun keuzes voor bepaalde aanpakken kunnen baseren), en werkt <strong>het</strong> vertragend<br />

29


(want gegronde kennis ontwikkelen duurt lang) en conserverend (omdat <strong>het</strong> zich<br />

richt op wat goed uitvoerbaar en goed meetbaar is).<br />

Geen wonder dan dat er momenteel steeds meer aandacht komt voor onderzoek <strong>in</strong> de<br />

school en door docenten zelf. Docenten moeten daartoe dan wel worden geëquipeerd,<br />

en dat is opgenomen <strong>in</strong> de kwaliteitsagenda voor <strong>het</strong> opleiden van leraren van<br />

<strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie van OC&W (2008b). Daar<strong>in</strong> wordt gepleit voor <strong>het</strong> duidelijk vastleggen<br />

van <strong>het</strong> e<strong>in</strong>dniveau van de opleid<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> termen van een gezamenlijke kennisbasis,<br />

e<strong>in</strong>dtermen en examens. De opleid<strong>in</strong>gen dienen dit te doen <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />

met de beroepsgroep en <strong>het</strong> afnemende scholenveld. Onderdeel van <strong>het</strong> te behalen<br />

e<strong>in</strong>dniveau zou moeten zijn dat leraren opbrengstgericht en evidence-based kunnen<br />

en willen werken: ze moeten leeropbrengsten kunnen analyseren en daarover <strong>in</strong> gesprek<br />

kunnen gaan, en conclusies kunnen trekken voor bijstell<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>proces.<br />

Een en ander neemt niet weg dat <strong>het</strong> belangrijk is kennis te hebben, en dus te nemen,<br />

van resultaten uit onderzoek dat door onderzoekers is gedaan. De scholen die onderhavig<br />

onderzoek hebben aangevraagd, hebben hun leeromgev<strong>in</strong>g en aanpak gericht<br />

op vormen die <strong>in</strong> ons land bekend zijn geworden onder de noemer “nieuw leren”. De<br />

laatste jaren zijn enkele daarop gerichte studies uitgevoerd op verzoek van <strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie<br />

van OC&W. We vatten deze hieronder kort samen.<br />

Teurl<strong>in</strong>gs e.a. (2006) stellen vast dat uitwerk<strong>in</strong>gen van nieuw leren vooral betrekk<strong>in</strong>g<br />

hebben op drie aspecten: een activerende leeromgev<strong>in</strong>g met accent op zelfstandig<br />

leren, werken met betekenisvolle contexten en opdrachten en <strong>in</strong>tegratie van vakken,<br />

en samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen. Ten aanzien van actief en zelfstandig leren<br />

wijst <strong>het</strong> beschikbare onderzoek volgens hen op positieve effecten op motivatie,<br />

leergedrag en leerresultaten, maar <strong>het</strong> zelfstandig leren moet wel geleidelijk worden<br />

opgebouwd, met de docent als begeleider en coach. Wat betreft <strong>het</strong> werken met betekenisvolle<br />

contexten en <strong>in</strong>tegratie van vakken, laat onderzoek meer betrokkenheid,<br />

motivatie en begrip bij leerl<strong>in</strong>gen zien, maar ook hierbij is goede begeleid<strong>in</strong>g door<br />

de docent onontbeerlijk. Van samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen kunnen volgens onderzoek<br />

effecten worden verwacht op motivatie, sociale vaardigheden en manier van<br />

verwerken van de leerstof en transfer, maar de docent moet deze samenwerk<strong>in</strong>g wel<br />

aanleren en begeleiden. De algemene conclusie is dat de genoemde effecten pas te<br />

verwachten zijn op termijn, en ook alleen als de nieuwe manier van werken en leren<br />

consequent is <strong>in</strong>gevoerd. In <strong>het</strong> algemeen hangt <strong>het</strong> te verwachten effect van dergelijke<br />

nieuwe <strong>onderwijs</strong>vormen af van de kwaliteit van de begeleid<strong>in</strong>g door de docent,<br />

en dus zijn of haar pedagogisch-didactisch handelen. Het is daarbij ook van<br />

belang vanuit welke opvatt<strong>in</strong>g over leren de docent handelt, en hoe coherent de<br />

school de vernieuw<strong>in</strong>g uitwerkt.<br />

30


Oostdam, Peetsma en Blok (2007) constateren dat de doelen van nieuw leren niet<br />

heel duidelijk zijn, en dat er ook nog we<strong>in</strong>ig onderzoek naar is gedaan. Ook zij verwijzen<br />

naar de drie hiervoor genoemde aspecten, en zij zien vooral evidentie voor de<br />

effectiviteit van <strong>in</strong>structie die mede is gericht op zelfregulatie en van begeleid<strong>in</strong>g die<br />

<strong>in</strong>speelt op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen (<strong>het</strong> eerste aspect), en veel m<strong>in</strong>der duidelijk<br />

voor beide overige aspecten (authentiek leren en samenwerkend leren). Naar hun<br />

men<strong>in</strong>g biedt de wetenschap op dit moment voornamelijk een constellatie van <strong>in</strong>zichten<br />

<strong>in</strong> leerprocessen en leerarrangementen. Die <strong>in</strong>zichten wijzen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

van de wenselijkheid van een balans tussen een <strong>in</strong>structiegerichte en een leerl<strong>in</strong>ggerichte<br />

aanpak. De specifieke omschrijv<strong>in</strong>gen van gewenst <strong>docenthandelen</strong> die Oostdam<br />

e.a. noemen, betreffen <strong>het</strong> voordoen, volgen en op maat ondersteunen van de<br />

gewenste denkprocessen (“cognitive apprenticeship”: model<strong>in</strong>g, monitor<strong>in</strong>g, feedback,<br />

scaffold<strong>in</strong>g), en <strong>het</strong> geven van betekenisvolle taken waarbij leerl<strong>in</strong>gen kunnen<br />

samenwerken.<br />

Tot zover deze beknopte besprek<strong>in</strong>g van de aandacht <strong>in</strong> adviser<strong>in</strong>g, beleid en onderzoek<br />

voor wat zich heeft bewezen als effectief.<br />

4.5 Ontwikkel<strong>in</strong>gen, problemen en vernieuw<strong>in</strong>gsprocessen<br />

Onderhavig onderzoek is uitgevoerd op verzoek van vernieuwende scholen voor<br />

<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> die behoefte hebben aan beter zicht op <strong>het</strong> <strong>docenthandelen</strong> dat<br />

op hun scholen gewenst is. Zij voelen deze behoefte <strong>in</strong> een tijd waar<strong>in</strong> zij proberen<br />

zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden waarmee zij te maken hebben.<br />

Een aantal van die veranderende omstandigheden is expliciet benoemd <strong>in</strong> een<br />

advies van de Onderwijsraad (1998), die stelde dat <strong>het</strong> werk van docenten door een<br />

reeks van ontwikkel<strong>in</strong>gen zwaarder is geworden: een meer divers wordende samenlev<strong>in</strong>g,<br />

meer <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g, mondiger leerl<strong>in</strong>gen en ouders, verbred<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />

<strong>onderwijs</strong>- en vorm<strong>in</strong>gsaanbod, <strong>in</strong>troductie van e<strong>in</strong>dtermen en kerndoelen, dereguler<strong>in</strong>g<br />

en vergrot<strong>in</strong>g van de autonomie van scholen en schaalvergrot<strong>in</strong>g van en concurrentie<br />

tussen scholen, de opkomst van ICT, en didactische verander<strong>in</strong>gen.<br />

Tegelijk is de druk om de kwaliteit van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> te verbeteren en daarover verantwoord<strong>in</strong>g<br />

af te leggen, toegenomen. De Onderwijsraad (2007) stelt echter vast<br />

dat de kwaliteit van <strong>het</strong> primaire proces, <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van<br />

docenten, moeilijk valt te borgen en te verantwoorden, doordat <strong>het</strong> lastig is om op<br />

dat handelen zicht te krijgen en ook om te bepalen wat <strong>het</strong> aandeel en de verantwoordelijkheid<br />

van <strong>in</strong>dividuele docenten is voor de <strong>onderwijs</strong>kwaliteit <strong>in</strong> de school<br />

als geheel.<br />

31


Zoals hiervoor werd aangegeven, handelen schoolleiders en docenten <strong>in</strong> een context<br />

waar<strong>in</strong> o.a. sprake is van motivatieproblemen bij leerl<strong>in</strong>gen en toenemende verschillen<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen. Als gevolg daarvan ontstaat behoefte aan de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

nieuwe leerarrangementen die leerl<strong>in</strong>gen meer aanspreken en zijn veel scholen bezig<br />

met processen van vernieuw<strong>in</strong>g (M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2004, 2008a; Busman,<br />

Kle<strong>in</strong> en Oomen, 2006; Kle<strong>in</strong> e.a., 2008; Oostdam e.a., 2007). De scholen bepalen<br />

zelf hoe <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> wordt vormgegeven en welke pedagogisch-didactische aanpak<br />

wordt gehanteerd, en scholen ondernemen dan ook allerlei <strong>in</strong>itiatieven en laten<br />

een grote variëteit zien aan nieuwe vormen van leren (Onderwijsraad, 2005b; Inspectie,<br />

2006). Op bijna alle scholen neemt de schoolleid<strong>in</strong>g <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief tot <strong>in</strong>novatie,<br />

maar ook docenten doen dit. Schoolleiders, teamleiders en docenten kunnen<br />

daarbij <strong>in</strong> hun perceptie van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun school behoorlijk verschillen<br />

(M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2008a).<br />

Een relatief beperkte groep scholen (de schatt<strong>in</strong>gen variëren van 5% tot 15% van<br />

alle scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>) voert echt <strong>in</strong>grijpende vernieuw<strong>in</strong>gen door,<br />

waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen veel zelfstandig werken en leren <strong>in</strong> grotere ruimten en daarbij<br />

worden begeleid door meerdere docenten (met aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gebouw en rooster).<br />

Gemeenschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen op veel scholen betreffen een toenemende aandacht<br />

voor activerende didactiek en een <strong>in</strong>teractieve leeromgev<strong>in</strong>g, zelfstandig werken<br />

en leren, samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen, verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en de<br />

persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (Oostdam e.a., 2007; Hofman e.a., 2007;<br />

M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2008a). Belangrijke aandachtspunten zijn momenteel <strong>het</strong><br />

v<strong>in</strong>den van een goede balans tussen docentgestuurde en leerl<strong>in</strong>ggestuurde aanpakken<br />

en <strong>het</strong> signaleren van en begeleiden bij problemen van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen.<br />

4.6 <strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> beeld<br />

In <strong>het</strong> voorafgaande is gebleken dat beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties<br />

slechts <strong>in</strong> beperkte mate aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten voor gewenst <strong>docenthandelen</strong>. Deze<br />

blijven beperkt tot enkele algemene suggesties voor de gewenste leeromgev<strong>in</strong>g<br />

(aanbieden van betekenisvolle taken en van de mogelijkheid tot samenwerken), en<br />

<strong>in</strong>cidentele verwijz<strong>in</strong>gen naar elementen uit <strong>het</strong> cognitive apprenticeship model<br />

(modell<strong>in</strong>g, feedback, scaffold<strong>in</strong>g) die liggen op <strong>het</strong> snijvlak van algemeen pedagogisch-didactisch<br />

handelen en vakspecifieke <strong>in</strong>structiestrategieën. In de meeste bestudeerde<br />

documenten staat <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten centraal,<br />

maar wordt dit niet verder geconcretiseerd.<br />

32


Het “pedagogisch-didactisch handelen” kan <strong>het</strong> beste worden benaderd <strong>in</strong> termen<br />

van taken van docenten. Dit past ook bij de enige meer uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>gen<br />

van gewenst <strong>docenthandelen</strong>: de bekwaamheden <strong>in</strong> de SBL-competenties (2004).<br />

Het toezichtkader voor <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> van de Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

(2009) onderscheidt een negental kwaliteitsaspecten, geclusterd <strong>in</strong> vier rubrieken:<br />

opbrengsten, <strong>onderwijs</strong>leerproces, zorg en begeleid<strong>in</strong>g, en kwaliteitszorg, elk onderverdeeld<br />

<strong>in</strong> subaspecten (<strong>in</strong> totaal 41). Daar<strong>in</strong> wordt grotendeels de school aangesproken.<br />

De volgende subaspecten verwijzen naar gewenst <strong>docenthandelen</strong>:<br />

(4,7) zorgen dat de leerl<strong>in</strong>gen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan<br />

(4.8) stimuleren van <strong>het</strong> welbev<strong>in</strong>den en de motivatie van de leerl<strong>in</strong>gen (mentoren)<br />

(5.1) geven van duidelijke uitleg van de leerstof<br />

(5.2) realiseren van een taakgerichte werksfeer<br />

(5.3) leerl<strong>in</strong>gen actief betrekken bij de <strong>onderwijs</strong>activiteiten<br />

(6.2) de <strong>in</strong>structie afstemmen op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

(6.3) de verwerk<strong>in</strong>gsopdrachten afstemmen op (idem)<br />

(6.4) de <strong>onderwijs</strong>tijd afstemmen op (idem)<br />

(7.2) systematisch volgen en analyseren van de voortgang <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />

leerl<strong>in</strong>gen<br />

Deze kwaliteitsaspecten passen bij de hiervoor samengevatte kennis uit onderzoek,<br />

maar vormen daaruit wel een selectie. Het toezichtkader bestrijkt daarmee slechts<br />

een deel van <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten.<br />

Gelet op de schaarste aan meer systematische <strong>in</strong>del<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> pedagogischdidactisch<br />

handelen van docenten is <strong>in</strong> onderhavig onderzoek gebruik gemaakt van<br />

een <strong>in</strong> eerder onderzoek ontwikkelde en gevalideerde vragenlijst waarmee dit handelen<br />

<strong>in</strong> brede z<strong>in</strong> <strong>in</strong> kaart kan worden gebracht (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008). De daar<strong>in</strong><br />

onderscheiden (22) taken van docenten zijn voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders,<br />

docenten en externe stakeholders op de scholen waar onderhavig onderzoek<br />

is uitgevoerd. Hiervan wordt verslag gedaan <strong>in</strong> hoofdstuk 6. De aanwijz<strong>in</strong>gen voor<br />

gewenst algemeen pedagogisch-didactisch <strong>docenthandelen</strong> die kunnen worden gedestilleerd<br />

uit de SBL-competenties en <strong>het</strong> Toezichtkader van de Inspectie kunnen<br />

worden geplaatst naast de 22 taken uit <strong>het</strong> genoemde eerdere onderzoek. Het resultaat<br />

daarvan staat <strong>in</strong> Tabel 1.<br />

33


Tabel 1: Aanwijz<strong>in</strong>gen voor algemeen pedagogisch-didactisch <strong>docenthandelen</strong> vanuit de SBLcompetenties,<br />

<strong>het</strong> Toezichtkader van de Inspectie en de 22 taken uit de Vragenlijst PDH.<br />

Indicatoren SBL (2004)<br />

[(x) = nummer competentie]<br />

(1) Schept klimaat voor samenwerk<strong>in</strong>g<br />

(1) Maakt Lln medeverantwoordelijk<br />

(2) Biedt veilige leer- en werkomgev<strong>in</strong>g<br />

(2) Bespreekt de sfeer en de omgang<br />

(4) Zorgt voor taakgerichte omgev<strong>in</strong>g<br />

(2) (3) Bevordert de zelfstandigheid<br />

van leerl<strong>in</strong>gen<br />

(3) Brengt Lln <strong>in</strong> contact met toepass<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> beroep en samenlev<strong>in</strong>g<br />

(2) Is nieuwsgierig naar ideeën van<br />

Lln<br />

(3) Motiveert en daagt uit<br />

(3) Zorgt voor actieve betrokkenheid<br />

(2) (3) Houdt reken<strong>in</strong>g met verschillen<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

(3) Biedt gevarieerde leeractiviteiten<br />

aan<br />

(3) Biedt keuzemogelijkheden<br />

(1) Schept klimaat voor samenwerk<strong>in</strong>g<br />

(1) Stimuleert samenwerken<br />

(2) Leert Lln samenwerken<br />

(3) Biedt keuzemogelijkheden aan<br />

(4) Ook wat betreft de plann<strong>in</strong>g<br />

(2) Zorgt dat Lln zelf keuzes kunnen<br />

maken<br />

34<br />

Toezichtkader Inspectie<br />

(2009)<br />

4.7 Respectvolle omgang<br />

4.8 Stimuleren welbev<strong>in</strong>den<br />

5.2 Taakgericht werken<br />

5.1 Geven van duidelijke<br />

uitleg<br />

5.3 Lln actief erbij betrekken<br />

6.2 Instructie afstemmen<br />

op verschillen<br />

6.3 Opdrachten afstemmen<br />

op verschillen<br />

6.4 Onderwijstijd afstemmen<br />

op verschillen<br />

Taken <strong>in</strong> Vragenlijst<br />

PDH (2008)<br />

1 Zorgen voor een<br />

goed leerklimaat<br />

2 Bijdragen aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

3 Geven van les, uitleg<br />

en <strong>in</strong>structie<br />

4 Lln <strong>het</strong> nut van de<br />

leerstof laten zien<br />

5 Lln wijzen op verbanden<br />

tussen vakken<br />

6 Lln laten werken<br />

aan opdrachten<br />

7 Lln stimuleren en<br />

activeren<br />

8 Lln vaardigheden<br />

aanleren<br />

9 Inspelen op verschillen<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

10 Inspelen op verschillen<br />

door middel<br />

van opdrachten<br />

11 Lln laten samenwerken<br />

en hen daarbij<br />

ondersteunen<br />

12 Lln eigen keuzes<br />

laten maken<br />

13 Lln ondersteunen<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> maken van keuzes


(2) Laat Lln zelfstandig werken 14 Lln eigen leerproces<br />

laten sturen<br />

(1) Biedt kader en hulp voor vormgeven<br />

eigen leerproces<br />

(2) Stimuleert reflectie op eigen leerproces<br />

(3) Begeleidt Lln <strong>in</strong> hun leerproces<br />

(3) Leert Lln leren en werken<br />

(2) (3) Signaleert problemen bij leerl<strong>in</strong>gen<br />

(3) Vormt zich een beeld van wat<br />

leerl<strong>in</strong>gen kunnen en hoe ze werken<br />

(3) Weet hoe Lln zich ontwikkelen en<br />

welke problemen zich (kunnen) voordoen<br />

(3) Geeft opbouwend commentaar op<br />

<strong>het</strong> werk en werken van leerl<strong>in</strong>gen<br />

(3) Doet op basis van evaluatie en<br />

toets<strong>in</strong>g betrouwbare uitspraken over<br />

kennis en vaardigheid<br />

(2) Bespreekt met collega’s de sfeer<br />

<strong>in</strong> de groepen en problemen bij <strong>in</strong>dividuele<br />

leerl<strong>in</strong>gen<br />

(4) Organiseert samenwerk<strong>in</strong>g met<br />

collega’s<br />

(5) Werkt goed samen met collega’s<br />

(7) Gebruikt evaluatie, reflectie en<br />

feedback om zich verder te ontwikkelen<br />

(7) Formuleert leervragen, werkt daar<br />

aan<br />

(7) Benut kansen om zichzelf verder<br />

te ontwikkelen zoals vakbladen, tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen,<br />

deelname projecten, uitvoeren<br />

onderzoek<br />

15 Lln ondersteunen<br />

bij <strong>het</strong> sturen van hun<br />

eigen leerproces<br />

16 Volgen van <strong>het</strong><br />

leerproces<br />

17 Geven van feedback<br />

18 Zorgen dat feedback<br />

wordt gebruikt<br />

19 Beoordelen van <strong>het</strong><br />

werk en de prestaties<br />

van leerl<strong>in</strong>gen<br />

20 Open staan voor<br />

leren en samenwerken<br />

21 Samen met collega’s<br />

een groep leerl<strong>in</strong>gen<br />

begeleiden<br />

22 Werken aan de<br />

eigen professionele<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

35


4.7 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

In beleidsgerichte publicaties wordt meer aandacht besteed aan wat leraren zouden<br />

moeten weten en kunnen, dus hun bekwaamheden, dan aan hoe ze zouden moeten<br />

handelen. Traditioneel worden van docenten bekwaamheden verwacht op twee gebieden:<br />

vakkennis en pedagogisch-didactische bekwaamheden. Tegenwoordig worden<br />

ook bekwaamheden verwacht op <strong>het</strong> vlak van samenwerken en van verdere professionele<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g, en recent ook meer specifiek <strong>in</strong> <strong>het</strong> doen van onderzoek.<br />

Centraal <strong>in</strong> veel publicaties staat <strong>het</strong> pedagogisch-didactische dome<strong>in</strong>.<br />

Vaak wordt opgemerkt dat <strong>het</strong> er bij een goede leraar uite<strong>in</strong>delijk om gaat dat zijn<br />

leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren. De meest uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>g van daartoe<br />

wenselijk geachte bekwaamheden is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBL-competenties. Deze zijn<br />

veelal geformuleerd <strong>in</strong> termen van taken die docenten zouden moeten (kunnen) vervullen.<br />

Uit de bestudeerde publicaties komt naar voren dat algemeen wordt verwacht<br />

dat een leraar beschikt over een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire waaruit hij <strong>in</strong> elke specifieke<br />

situatie een adequate keuze maakt. Er is een trend om te verwachten dat de<br />

leraar zich daarbij mede baseert op kennis uit onderzoek.<br />

S<strong>in</strong>ds een jaar of tien werken scholen <strong>in</strong> Nederland aan de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van vormen van<br />

“nieuw leren”, <strong>in</strong> antwoord op verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g en bij de leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Het gaat daarbij vooral om de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer zelfstandig leren, <strong>het</strong> aanbieden<br />

van leerstof <strong>in</strong> betekenisvolle contexten gepaard aan <strong>in</strong>tegratie van vakken en<br />

authentieke opdrachten, en <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken. Van deze drie vernieuw<strong>in</strong>gen<br />

is de evidentie voor effectiviteit <strong>het</strong> grootste bij <strong>het</strong> zelfstandig leren<br />

(bevorder<strong>in</strong>g van zelfregulatie). Bij alle huidige vernieuw<strong>in</strong>gen blijkt begeleid<strong>in</strong>g<br />

door de leraar cruciaal te zijn; zonder goede begeleid<strong>in</strong>g wordt geen w<strong>in</strong>st geboekt.<br />

Vooral bij <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen naar meer zelfstandig leren wordt van leraren<br />

duidelijk meer gevraagd dan traditioneel <strong>het</strong> geval was. Zij zullen moeten zorgen<br />

voor een voortdurende balans tussen <strong>in</strong>structie en stur<strong>in</strong>g door henzelf en zelfregulatie<br />

door leerl<strong>in</strong>gen, en de gewenste balans verschuift <strong>in</strong> de tijd en is bovendien verschillend<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />

De laatste jaren lijkt hiernaast meer aandacht te worden gevraagd voor <strong>het</strong> signaleren<br />

en begeleiden van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met (uiteenlopende) problemen<br />

kampen. Hoe dit zich zou kunnen of moeten verhouden tot de hiervoor genoemde<br />

vernieuw<strong>in</strong>gen, is nog niet uitgekristalliseerd.<br />

De SBL-competenties, uitgewerkt als te vervullen taken op pedagogisch-didactisch<br />

gebied, blijken geheel te worden gedekt door de eerder ontwikkelde vragenlijst (Sol<br />

& Stokk<strong>in</strong>g, 2008). Het Toezichtkader van de Inspectie omvat daarvan een beperkte<br />

selectie.<br />

36


5 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens de<br />

<strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen<br />

5.1 De <strong>onderwijs</strong>concepten: documenten en <strong>in</strong>terpretaties<br />

Naast de wetenschappelijke literatuur en beleidsdocumenten zijn de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

van de deelnemende scholen als bron benut om zicht te krijgen op de vraag<br />

welk handelen van docenten gewenst is. De schoolleiders hebben op verzoek documenten<br />

aangeleverd waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en de visie van de school worden<br />

beschreven. Naast deze documenten zijn van alle scholen de websites, schoolgidsen<br />

en meerjarenbeleidsplannen bestudeerd. Ook andere documenten waar<strong>in</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen<br />

voor gewenst handelen van docenten worden beschreven, zijn opgevraagd en<br />

geanalyseerd. Dit betrof bijvoorbeeld <strong>in</strong>formatie voor nieuwe medewerkers, <strong>in</strong>formatie<br />

over de zorgstructuur, de opbrengsten van professionaliser<strong>in</strong>gsdagen, schoolspecifieke<br />

overzichten van gewenste competenties van docenten, en beoordel<strong>in</strong>gscriteria<br />

en uitkomsten van tevredenheidonderzoeken.<br />

Een van de onderzoekers heeft deze documenten geanalyseerd en de belangrijkste<br />

aspecten daar<strong>in</strong> genoteerd, van de kenmerken van de school en <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

(visie), de taken en activiteiten van docenten, leeractiviteiten en leerprocessen en<br />

leerresultaten (doelen). Vervolgens zijn de uitkomsten per school <strong>in</strong> een aantal categorieën<br />

samengevat. De andere onderzoeker heeft deze exercitie nagevolgd, waarna<br />

de selectie en <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>formatie voor 89% van de aspecten overeen bleek te<br />

komen. Over de overige 11 % is <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>g overleg consensus bereikt.<br />

Naast de analyse van documenten zijn op elke deelnemende school met de schoolleiders,<br />

teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen en met een aantal stakeholders van buiten<br />

de school gesprekken gevoerd over <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school en de<br />

daaruit voortvloeiende aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst handelen van docenten. Alle relevante<br />

gegevens uit de documenten zijn ondergebracht <strong>in</strong> overzichten per school;<br />

zie tabellen 2, 3, 4 en 5 op de volgende pag<strong>in</strong>a’s. De <strong>in</strong> die tabellen cursief gedrukte<br />

gegevens zijn toegevoegd vanuit de gehouden <strong>in</strong>terviews.<br />

37


Tabel 2: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school A.<br />

Zorgen voor een<br />

goed pedagogisch<br />

leerklimaat en bijdragen<br />

aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

38<br />

School A 1<br />

- Relatie opbouwen, vertrouwen geven<br />

- Bieden van veiligheid en structuur<br />

- Grenzen stellen, duidelijk zijn, aan afspraken houden<br />

- Soepel en flexibel zijn<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen gelijk en gelijkwaardig behandelen<br />

- Opvoeden tot open en kritische houd<strong>in</strong>g, en tot wereldburger<br />

- Stimuleren van zelfstandigheid en van eigen <strong>in</strong>itiatief<br />

- Leren kennen van persoonlijke kwaliteiten van leerl<strong>in</strong>gen<br />

Aanbod curriculum - Naast reguliere aanbod ook extra- en keuzeopdrachten aanbieden.<br />

Instructie geven,<br />

werkvormen en<br />

opdrachten aanbieden<br />

Activeren, stimuleren<br />

van leeractiviteiten<br />

en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />

Begeleiden van<br />

leerproces en/of<br />

zelfstandigheid,<br />

zelfstur<strong>in</strong>g, coachen<br />

Inspelen op verschillen<br />

Volgen, feedback<br />

geven en beoordelen<br />

Reflecteren en leren<br />

en samenwerken<br />

met collega’s<br />

- Instructie geven, aanvullende uitleg kunnen bieden<br />

- Variatie aanbieden <strong>in</strong> leersituaties, didactiek, werkvormen<br />

- Activerende opdrachten aanbieden<br />

- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten aanbieden<br />

- Keuzes bieden<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen succeservar<strong>in</strong>gen laten opdoen.<br />

- Activeren voorkennis, stimuleren kennisconstructie, steun<br />

bieden bij betekenisgev<strong>in</strong>g, (hogere orde) vragen stellen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vragen en opdrachten laten verz<strong>in</strong>nen, schema’s<br />

laten maken, doelen stellen, hypotheses formuleren en testen<br />

- Stimuleren van gebruik <strong>in</strong> nieuwe contexten (transfer)<br />

- Stimuleren van <strong>in</strong>teractie<br />

- Stimuleren van reflectie<br />

- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />

- Begeleiden bij kennisconstructie, <strong>in</strong>teractie en reflectie<br />

- Begeleiden van sociale <strong>in</strong>teractie<br />

- Begeleiden bij maken van keuzes<br />

- Aansluiten bij zone van naaste ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

- Aansluiten bij leervoorkeuren, leerstijlen, typen <strong>in</strong>telligentie<br />

- Inspelen op mavo/havo groepen en lln. die meer kunnen<br />

- Werkvormen op maat (niveau) <strong>in</strong>zetten<br />

- Eruit halen wat er<strong>in</strong> zit<br />

- Volgen, bevragen <strong>in</strong> dialoog<br />

- Feedback geven<br />

- Onderwijsleergesprek voeren<br />

- Beoordel<strong>in</strong>gcriteria communiceren<br />

- Toetsen bespreken<br />

- In dialoog gaan met andere docenten<br />

- Experimenteren, reflecteren, feedback benutten<br />

1 Aanvullende gegevens uit de <strong>in</strong>terviews worden <strong>in</strong> de tabel cursief weergegeven


Tabel 3: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school B.<br />

Zorgen voor een<br />

goed pedagogisch<br />

leerklimaat en bijdragen<br />

aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

School B<br />

- Relatie opbouwen, vertrouwen geven, dialoog aangaan,<br />

- Zorgen voor orde<br />

- Grenzen stellen, regels uitdragen en handhaven<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen gelijkwaardig behandelen<br />

- Tolerantie en respect vragen, normen en waarden uitdragen<br />

- Leren omgaan met vrijheid en grenzen<br />

- Stimuleren van leren vanuit eigen verantwoordelijkheid<br />

- Ruimte bieden voor eigenheid en creativiteit<br />

Aanbod curriculum - Herkenbare en contextrijke leerstof aanbieden<br />

- Thematische modules (cultuurgebaseerd <strong>onderwijs</strong>) aanbieden<br />

- Vakoverstijgende vaardigheden stimuleren<br />

Instructie geven,<br />

werkvormen en opdrachten<br />

aanbieden<br />

Activeren, stimuleren<br />

van leeractiviteiten<br />

en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />

Begeleiden van leerproces<br />

en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />

coachen<br />

Inspelen op verschillen<br />

Volgen, feedback<br />

geven en beoordelen<br />

Reflecteren en leren<br />

en samenwerken met<br />

collega´s<br />

- Inspirerende <strong>in</strong>structie geven, op meer manieren uitleggen<br />

- Verschillende werkvormen hanteren<br />

- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten aanbieden<br />

- Keuzeopdrachten aanbieden<br />

- Leerdoelen en leerlijnen goed voor ogen hebben<br />

- Luisteren, vragen stellen<br />

- Stimuleren zelf verantwoord<strong>in</strong>g te nemen voor <strong>het</strong> leerproces, de<br />

plann<strong>in</strong>g en de werkvormen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen uitdagen en helpen daarmee creatief om te gaan<br />

- Begeleiden van <strong>het</strong> leerproces (kennis en vaardigheden)<br />

- Helpen eigen doelen formuleren en reflecteren op leerproces<br />

- Gesprekken voeren over samenwerk<strong>in</strong>g<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen begeleiden bij <strong>het</strong> leren maken van keuzes<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen begeleiden bij <strong>het</strong> leren geven van feedback<br />

- Kader aanbieden en stur<strong>in</strong>g los durven laten<br />

- Aanbieden van basisstof, keuzestof en verdiep<strong>in</strong>gsstof<br />

- Ruimte geven aan eigenheid, begeleiden naar eigen leerstijl<br />

- Opdrachten aanbieden op niveau en die aansluiten bij wensen<br />

- Leerl<strong>in</strong>g eigen leerroute laten bepalen<br />

- Eruit halen wat er<strong>in</strong> zit<br />

- Volgen van <strong>het</strong> leerproces<br />

- Bespreken van <strong>het</strong> leerproces<br />

- Gelijke normen hanteren<br />

- Proactieve houd<strong>in</strong>g ten opzichte van taken<br />

- In dialoog gaan met en afstemmen op collega’s<br />

- Samen kijken naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong>deren<br />

- Samenwerken <strong>in</strong> team bij diverse taken<br />

39


Tabel 4: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school C.<br />

Zorgen voor een<br />

goed pedagogisch<br />

leerklimaat en bijdragen<br />

aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

40<br />

School C<br />

- Relatie aangaan, vertrouwen geven, elkaar serieus nemen<br />

- Creëren van rustige, duidelijke en veilige omgev<strong>in</strong>g<br />

- Duidelijk, betrouwbaar, consequent, streng en assertief zijn<br />

- Aardig, flexibel en creatief zijn, open en goed communiceren<br />

- Handelen op basis van gelijkwaardigheid<br />

- Stimuleren toenemende verantwoordelijkheid voor eigen leren<br />

- Stimuleren van eigen <strong>in</strong>itiatief en van leren voor <strong>het</strong> leven<br />

- Oog hebben voor eigenheid, creativiteit en solidariteit<br />

Aanbod curriculum - Kennis <strong>in</strong> samenhang aanbieden (leergebieden of thematisch)<br />

- Doorlopende leerlijn cultuur aanbieden<br />

- Stimuleren van ontwikkel<strong>in</strong>g vakoverstijgende vaardigheden<br />

Instructie geven,<br />

werkvormen en opdrachten<br />

aanbieden<br />

Activeren, stimuleren<br />

van leeractiviteiten<br />

en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />

Begeleiden van leerproces<br />

en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />

coachen<br />

Inspelen op verschillen<br />

Volgen, feedback<br />

geven en beoordelen<br />

Reflecteren en leren<br />

en samenwerken met<br />

collega’s<br />

- Instructie geven, goed uitleggen, vak en streefniveau kennen<br />

- Niet langer dan 20 m<strong>in</strong>uten aan <strong>het</strong> woord zijn<br />

- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten bieden, samenwerk<strong>in</strong>g organiseren<br />

- Keuzes bieden<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en uitdagen, vragen stellen, eisen stellen<br />

- Zelfstandig laten werken en laten plannen<br />

- Laten reflecteren op eigen leren en verbeterpunten formuleren<br />

- Laten samenwerken<br />

- Elkaar laten begeleiden en feedback geven<br />

- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />

- Steeds meer verantwoord<strong>in</strong>g leren nemen voor eigen leren<br />

- Inzicht geven <strong>in</strong> eigen talenten en hoe die verder te ontwikkelen<br />

- Ontwikkelen van zelfstandig denken<br />

- Begeleiden van groeps- en werkprocessen, coachen bij plannen<br />

- Stimuleren van sociaal bewustzijn en sociale vaardigheid<br />

- Durven loslaten<br />

- Inspelen op verschillen<br />

- Stimuleren van talenten<br />

- Extra verdiep<strong>in</strong>g aanbieden<br />

- Inspelen op verschillen<br />

- Het maximale uit een leerl<strong>in</strong>g halen<br />

- Signaleren<br />

- Geven van feedback<br />

- Proactieve houd<strong>in</strong>g, nemen <strong>in</strong>itiatief, tonen verantwoordelijkheid<br />

- Reflecteren, benutten van feedback<br />

- Aangaan dialoog, elkaar aanspreken<br />

- Samenwerken


Tabel 5: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school D.<br />

Zorgen voor een<br />

goed pedagogisch<br />

leerklimaat en bijdragen<br />

aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

School D<br />

- Vertrouwen geven, handelen op basis van openheid en respect<br />

- Structuur bieden, goed organiseren<br />

- Regels hanteren, grenzen aangeven<br />

- Handelen op basis van gelijkwaardigheid, weerbaar maken<br />

- Tolerantie, gemeenschapsz<strong>in</strong> en verantwoordelijkheid bijbrengen<br />

- Leren zien als sociaal proces en cyclus van doen en reflecteren<br />

Aanbod curriculum - Cluster<strong>in</strong>g van vakken<br />

- Doorlopende leerlijnen <strong>in</strong> projecten<br />

- Aanbieden van vakoverstijgende vaardigheden<br />

Instructie geven,<br />

werkvormen en opdrachten<br />

aanbieden<br />

Activeren, stimuleren<br />

van leeractiviteiten<br />

en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />

Begeleiden van leerproces<br />

en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />

coachen<br />

Inspelen op verschillen<br />

Volgen, feedback<br />

geven en beoordelen<br />

Reflecteren en leren<br />

en samenwerken met<br />

collega’s<br />

- Instructie geven, herkenbare voorbeelden aandragen<br />

- Activerende didactiek aanbieden <strong>in</strong> projecten<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken <strong>in</strong> vaste tafelgroepen<br />

- Keuzemogelijkheden bieden<br />

- Stimuleren actief met stof bezig zijn, hoge verwacht<strong>in</strong>gen tonen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen uitdagen, leerl<strong>in</strong>gen motiveren<br />

- Activeren door <strong>in</strong>teractie, stimuleren van samenwerken<br />

- Leren elkaar feedback te geven<br />

- Bevorderen zelfstur<strong>in</strong>g, zelf nadenken, verantwoordelijkheid<br />

- Reflectieverslag laten schrijven<br />

- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />

- Begeleiden bij bevorderen van zelfstandigheid<br />

- Begeleiden bij leren samenwerken en samenwerkend leren<br />

- Begeleiden bij keuzeprocessen<br />

- Recht doen aan verschillen <strong>in</strong> niveau, tempo en leefwereld<br />

- Recht doen aan verschillen <strong>in</strong> leerstijl en typen <strong>in</strong>telligentie<br />

- Aandacht hebben voor zorgleerl<strong>in</strong>gen<br />

- Differentiëren <strong>in</strong> aanbod en aanpak, aanbieden van keuzes<br />

- Volgen en controleren van <strong>in</strong>dividuele leerroutes en vorder<strong>in</strong>gen<br />

- Feedback geven, <strong>in</strong> gesprek gaan over resultaten<br />

- Zorgen voor aansluit<strong>in</strong>g tussen leerstof en toetsen<br />

- Beoordelen van werk en gedrag<br />

- Blijven leren en ontwikkelen, <strong>het</strong> uiterste uit jezelf halen<br />

- Feedback ontvangen, reflecteren op eigen handelen<br />

- Elkaar <strong>in</strong>formeren en onderl<strong>in</strong>g afstemmen<br />

- Begeleiden van collega’s<br />

41


5.2 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

Bij de beschrijv<strong>in</strong>g van de aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> de tabellen<br />

op de vorige pag<strong>in</strong>a’s is een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> rubrieken gehanteerd. Per school zijn per<br />

rubriek de <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten aangetroffen en aanvullend <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terviews<br />

verkregen aanwijz<strong>in</strong>gen genoteerd. We vatten hier de resultaten samen en vergelijken<br />

deze tussen de vier scholen. Daarbij worden per rubriek de overeenkomsten en<br />

verschillen kort getypeerd.<br />

Zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

- <strong>in</strong> de leeromgev<strong>in</strong>g die op de scholen wordt nagestreefd, staan aspecten centraal<br />

die te maken hebben met veiligheid, orde en <strong>het</strong> aanbieden van structuur en met <strong>het</strong><br />

hanteren van duidelijke regels en grenzen.<br />

- op alle vier scholen v<strong>in</strong>dt men <strong>het</strong> belangrijk leerl<strong>in</strong>gen vertrouwen te geven en op<br />

drie van de vier scholen wordt <strong>het</strong> aangaan en opbouwen van een relatie benadrukt.<br />

Men streeft ernaar leerl<strong>in</strong>gen gelijkwaardig te behandelen, met daarbij soms nog<br />

expliciet een nadruk op openheid, wederzijds respect en elkaar serieus nemen.<br />

- op twee scholen wordt een aantal gewenste persoonskenmerken van medewerkers<br />

benoemd: open, flexibel, maar ook betrouwbaar, duidelijk en streng.<br />

- de scholen benoemen verschillende pedagogische doelen: stimuleren van zelfstandigheid<br />

en eigen verantwoordelijkheid (meer <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen (2x) of toegespitst op<br />

<strong>het</strong> leren (2x)); stimuleren van eigen <strong>in</strong>itiatief (2x); leren omgaan met vrijheid en<br />

grenzen (2x) en de nadruk leggen op <strong>het</strong> bijbrengen van normen en waarden (3x),<br />

gemeenschapsz<strong>in</strong> (2x) en leren als sociaal proces (1x).<br />

- op drie scholen benadrukt men <strong>het</strong> oog hebben voor de eigenheid van leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Het aanbod <strong>in</strong> <strong>het</strong> curriculum<br />

- op drie scholen gaat <strong>het</strong> specifiek om <strong>het</strong> aanbieden van herkenbare, contextrijke<br />

leerstof die <strong>in</strong> samenhang en <strong>in</strong> doorlopende leerlijnen wordt aangeboden. Tevens<br />

worden vakoverstijgende vaardigheden aangeboden (3x). Bij school A gaat <strong>het</strong><br />

vooral om <strong>het</strong> aanbieden van extra opdrachten.<br />

Instructie geven, werkvormen en opdrachten aanbieden<br />

- wensen op dit vlak betreffen activerende, <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie, waarbij de docent<br />

op meer manieren kan uitleggen (2x), herkenbare voorbeelden kan aandragen (1x)<br />

en een goed overzicht heeft over de leerstof en de leerlijn (2x).<br />

- variatie wordt belangrijk gevonden, tot uitdrukk<strong>in</strong>g komend <strong>in</strong> <strong>het</strong> aanbieden van<br />

verschillende werkvormen (2x) en gevarieerde didactiek (1x).<br />

42


- er moeten, naast <strong>in</strong>dividuele opdrachten, veel samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten worden<br />

aangeboden (4x).<br />

- leerl<strong>in</strong>gen moeten de mogelijkheid krijgen bij <strong>het</strong> uitvoeren van opdrachten keuzes<br />

te maken (4x) en succeservar<strong>in</strong>gen op kunnen doen (1x).<br />

Activeren, stimuleren van leeractiviteiten en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />

- op alle scholen is <strong>het</strong> de bedoel<strong>in</strong>g dat docenten leerl<strong>in</strong>gen motiveren, activeren,<br />

stimuleren en uitdagen. Zij kunnen dat doen door te luisteren, vragen te stellen, eisen<br />

te stellen en verwacht<strong>in</strong>gen te expliciteren (2x).<br />

- zij moeten de leerl<strong>in</strong>gen zelfstandig laten werken, plannen, samenwerken, reflecteren<br />

(3x), elkaar begeleiden (1x) en feedback geven (2x).<br />

- ze moeten leerl<strong>in</strong>gen stimuleren zelf meer verantwoord<strong>in</strong>g te nemen voor hun eigen<br />

leerproces.<br />

- op school A is een accent zichtbaar op <strong>het</strong> benutten van <strong>in</strong>zichten uit de cognitieve<br />

psychologie, gericht op de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en van hogere orde cognitieve<br />

vaardigheden.<br />

Begeleiden van <strong>het</strong> leerproces en/of de zelfstandigheid en zelfstur<strong>in</strong>g; coachen<br />

- op alle scholen wordt <strong>het</strong> belang benadrukt van <strong>het</strong> begeleiden van de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

van kennis en vaardigheden (zelfstandig werken, samenwerken, keuzes maken,<br />

feedback geven, reflecteren).<br />

- op school B wordt ook <strong>het</strong> aanbieden van een duidelijk kader genoemd. Op de<br />

scholen B en C geeft men aan dat docenten de stur<strong>in</strong>g moeten “durven loslaten.”<br />

- op school C legt men ook nadruk op <strong>het</strong> aan leerl<strong>in</strong>gen geven van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g van eigen talenten en op <strong>het</strong> stimuleren van sociaal bewustzijn.<br />

Inspelen op verschillen<br />

- op alle vier scholen wil men maatwerk leveren, toegespitst op niveau (4x), leerstijl<br />

(3x), typen <strong>in</strong>telligentie (2x), wensen (2x), talenten (1x) en zorgbehoeften (1x) van<br />

leerl<strong>in</strong>gen.<br />

- docenten moeten daartoe differentiëren <strong>in</strong> aanbod en aanpak en de leerl<strong>in</strong>gen keuzes<br />

bieden; ze moeten aansluiten bij <strong>het</strong> niveau van leerl<strong>in</strong>gen en eruit halen wat er<strong>in</strong><br />

zit (3x).<br />

Volgen, feedback geven en beoordelen<br />

- op alle vier de scholen wordt <strong>het</strong> volgen, signaleren, feedback geven en <strong>in</strong> gesprek<br />

gaan over resultaten, leerproces en/of gedrag benadrukt.<br />

- op drie scholen worden ook nog andere aspecten onder de aandacht gebracht: <strong>het</strong><br />

communiceren van de beoordel<strong>in</strong>gscriteria en <strong>het</strong> bespreken van toetsen (school A);<br />

43


<strong>het</strong> hanteren van gelijke normen (school B); <strong>het</strong> zorgen voor de aansluit<strong>in</strong>g tussen<br />

leerstof en toetsen (school D).<br />

Reflecteren en leren en samenwerken met collega’s<br />

- hierbij worden belangrijk geacht: een pro-actieve houd<strong>in</strong>g aannemen (2x), experimenteren<br />

(1x), elkaar <strong>in</strong>formeren (1x), elkaar aanspreken (1x), onderl<strong>in</strong>g afstemmen<br />

(2x), de dialoog aangaan (3x), samenwerken (2x), feedback ontvangen en benutten<br />

(2x), reflecteren op <strong>het</strong> eigen handelen (2x), blijven leren en zich ontwikkelen (1x),<br />

<strong>het</strong> uiterste uit jezelf halen (1x), begeleiden van collega’s (1x).<br />

Al met al blijkt uit <strong>het</strong> voorgaande dat <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen en<br />

bij de geïnterviewde schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders<br />

een aantal docenttaken centraal staan.<br />

Belangrijk is dat docenten zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen. Zij moeten <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie kunnen geven,<br />

die aansluit bij <strong>het</strong> niveau van verschillende (groepen) leerl<strong>in</strong>gen. Ze moeten leerl<strong>in</strong>gen<br />

activeren en stimuleren en daarbij <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen en<br />

leerl<strong>in</strong>gen keuzes bieden.<br />

Zij moeten <strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen volgen en (liefst zoveel mogelijk op maat)<br />

leerl<strong>in</strong>gen begeleiden en coachen bij <strong>het</strong> zelfstandig werken en <strong>het</strong> samenwerken. Zij<br />

moeten leerl<strong>in</strong>gen feedback geven en de dialoog aangaan met leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Ze moeten zelf bereid zijn tot reflecteren en tot <strong>het</strong> ontvangen van feedback. Ze<br />

moeten zichzelf blijven ontwikkelen en samenwerken.<br />

In de overzichten per school (tabellen 2 t/m 5) en bovenstaande samenvatt<strong>in</strong>g zijn<br />

ook de <strong>in</strong>terviews met groepjes leerl<strong>in</strong>gen verwerkt. Hun <strong>in</strong>breng betrof vooral de<br />

taken “leerklimaat”, “lesgeven” en “samenwerken” en verdient hier een korte, aparte<br />

samenvatt<strong>in</strong>g. Wat docenten volgens hen moeten doen, valt als volgt te ordenen.<br />

Docenten moeten a) leerl<strong>in</strong>gen respectvol en onderl<strong>in</strong>g gelijk behandelen; b) contact<br />

met hen leggen, een band met hen opbouwen, aardig zijn; c) duidelijke kaders en<br />

regels stellen en consequent zijn; d) goed voorbereid, enthousiast en afwisselend<br />

lesgeven, iets toevoegen aan <strong>het</strong> boek, duidelijk en met voorbeelden uitleggen, niet<br />

teveel <strong>in</strong> één les proppen, begeleid<strong>in</strong>g geven, feedback geven, toetsen nabespreken,<br />

uitleggen waarom bepaalde zaken nodig zijn; e) samenwerken en afstemmen met<br />

andere docenten over plann<strong>in</strong>g en eisen. Deze aspecten van leerklimaat (a t/m c),<br />

lesgeven (d) en samenwerken (e) zijn op alle vier scholen genoemd. Leerl<strong>in</strong>gen op<br />

school A noemden meer specifieke aspecten van <strong>het</strong> lesgeven dan leerl<strong>in</strong>gen op de<br />

andere scholen.<br />

44


6 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens schoolleiders,<br />

teamleiders en docenten<br />

6.1 Keuze van belangrijke docenttaken<br />

In de eerste ronde van de gegevensverzamel<strong>in</strong>g zijn bij schoolleiders, teamleiders,<br />

docenten en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>terviews afgenomen en hebben alle betrokkenen, behalve<br />

de leerl<strong>in</strong>gen, een zelfde opdracht uitgevoerd (opdracht A, zie bijlage 1). De deelnemers<br />

werd gevraagd een aantal taken uit te kiezen. De specifieke vraag die hierbij<br />

werd voorgelegd was: “Wilt u uit deze 22 taken m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken<br />

kiezen die u vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt” (docenten) of “Wilt u uit deze 22 taken m<strong>in</strong>imaal<br />

3 en maximaal 7 taken kiezen, waarvan u <strong>het</strong> vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt dat docenten<br />

dit doen” (schoolleiders en teamleiders). De 22 taken die de respondenten<br />

kregen voorgelegd, waren gebaseerd op eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogischdidactisch<br />

handelen van docenten (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008).<br />

Tabel 6 laat <strong>het</strong> aantal respondenten per school zien dat heeft meegedaan aan dit<br />

onderzoek.<br />

Tabel 6: Aantal respondenten per school (SL=schoolleider; TL=teamleider; D=docent)<br />

School SL<br />

Aantal respondenten<br />

TL D Totaal<br />

A 1 9 5 15<br />

B 3 4 2 9<br />

C 2 5 4 11<br />

D 1 7 4 12<br />

Totaal 7 25 15 47<br />

Niet elke respondent heeft evenveel taken gekozen. Tabel 7 op de volgende pag<strong>in</strong>a<br />

laat de percentages zien waarmee voor een bepaald aantal taken is gekozen. Hieruit<br />

blijkt dat de meeste respondenten 7 taken hebben gekozen (<strong>het</strong> gestelde maximum).<br />

Slechts een kle<strong>in</strong> deel van de respondenten heeft gekozen voor vier taken, de overigen<br />

kozen er vijf of zes. Het door ons aangeven m<strong>in</strong>imum van drie taken werd geen<br />

enkele keer gekozen.<br />

45


Tabel 7: Percentages waarmee voor een aantal taken is gekozen: per school (A t/m D) en<br />

over alle respondenten (N=47)<br />

Tabel 8 (volgende pag<strong>in</strong>a) biedt een overzicht van de 22 taken die zijn aangeboden<br />

en per taak <strong>het</strong> percentage van de deelnemers dat voor die taak heeft gekozen (over<br />

alle respondenten en per school).<br />

Over alle respondenten gezien blijkt dat de volgende taken <strong>het</strong> meest zijn gekozen:<br />

taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat: 77%), taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en<br />

activeren: 72 %) en taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie: 53 %). Vervolgens<br />

zijn <strong>het</strong> meest gekozen: taak 17 (<strong>het</strong> geven van feedback), taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />

bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces), taak 22 (professionele ontwikkel<strong>in</strong>g) en<br />

taak 2 (bijdragen aan persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g).<br />

Bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen de scholen blijkt dat ze van elkaar verschillen. Op de scholen<br />

A en C wordt <strong>het</strong> geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen (taak 17) vaker gekozen dan op<br />

de andere scholen. Op school D wordt vaker gekozen voor taak 13 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />

bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes) dan op de andere scholen. Op school B<br />

wordt m<strong>in</strong>der vaak gekozen voor taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en taak<br />

3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) dan op de andere scholen.<br />

Op de scholen C en D is m<strong>in</strong>der vaak gekozen voor taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en<br />

activeren) dan op de scholen A en B, maar juist vaker voor taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten<br />

samenwerken en hen daarbij ondersteunen). Op de scholen B en C is m<strong>in</strong>der vaak<br />

gekozen voor taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanbieden) en taak 22 (professionele<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g) dan op de andere scholen.<br />

Taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces) wordt op school<br />

A m<strong>in</strong>der vaak gekozen dan op de andere drie scholen.<br />

De scholen verschillen dus onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> de taken zijn gekozen. Bij<br />

drie taken waren deze verschillen statistisch significant (bij p


Tabel 8: Percentages waarmee de taken zijn gekozen (per school en over alle respondenten).<br />

De meest gekozen taken (per school en over alle respondenten) zijn vet gemarkeerd.<br />

Taken van docenten 2 School A B C D T<br />

1. Zorgen voor een goed leerklimaat 87 33 82 92 77<br />

2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen 40 44 36 25 36<br />

3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie 53 33 55 67 53<br />

4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien 13 22 27 8 17<br />

5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken 13 - - 8 6<br />

6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten 6 - - - 2<br />

7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren 93 78 55 58 72<br />

8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren 53 22 27 42 38<br />

9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen 13 11 27 25 19<br />

10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten 27 11 - - 11<br />

11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen 20 22 64 50 38<br />

12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken 6 33 18 - 13<br />

13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes 27 22 18 42 28<br />

14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen 6 33 - - 9<br />

15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces 20 56 64 50 45<br />

16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen 13 33 36 - 19<br />

17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen 67 22 55 33 47<br />

18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt 6 22 36 25 21<br />

19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen - 44 - 42 19<br />

20. Open staan voor leren en samenwerken 20 11 27 17 19<br />

21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden - 11 18 8 9<br />

22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g 53 22 27 50 40<br />

2<br />

De 22 taken zijn gebaseerd op een eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen<br />

van docenten (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008)<br />

47


Tabel 9: Percentages waarmee de taken zijn gekozen per groep respondenten<br />

(SL=schoolleider; TL=teamleider; D=docent).<br />

De meest gekozen taken per groep zijn vet gemarkeerd.<br />

48<br />

Taken van docenten SL TL D<br />

1. Zorgen voor een goed leerklimaat 71 68 93<br />

2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen 71 16 53<br />

3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie 43 52 60<br />

4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien 14 16 20<br />

5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken - 8 7<br />

6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten 14 - -<br />

7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren 29 72 93<br />

8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren 14 36 53<br />

9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen 29 24 7<br />

10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten 14 8 13<br />

11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen 57 32 40<br />

12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken 14 16 7<br />

13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes 29 24 33<br />

14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen 14 8 7<br />

15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces 29 48 47<br />

16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen 29 24 7<br />

17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen 43 44 53<br />

18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt 29 24 13<br />

19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen 14 20 20<br />

20. Open staan voor leren en samenwerken 43 24 -<br />

21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden - 8 13<br />

22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g 43 52 20


In tabel 9 is onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen respondenten:<br />

schoolleiders, teamleiders en docenten. Hieruit blijkt dat de mate waar<strong>in</strong> men voor<br />

bepaalde taken heeft gekozen verschilt al naar gelang de functie die men heeft. Alle<br />

drie groepen respondenten hebben <strong>in</strong> hoge mate gekozen voor taak 1 (zorgen voor<br />

een goed leerklimaat), taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 17 (<strong>het</strong><br />

geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen). Drie andere taken worden door zowel teamleiders<br />

als docenten vaker gekozen dan door schoolleiders: taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren<br />

en activeren), taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />

ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). Taak 22 (professionele ontwikkel<strong>in</strong>g)<br />

wordt vaker door schoolleiders en teamleiders gekozen dan door docenten.<br />

De verschillen tussen de groepen respondenten <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> taken zijn gekozen<br />

blijken voor drie taken statistisch significant te zijn (bij p


6.2 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

De respondenten hebben bepaalde taken uit de aangeboden set van 22 taken duidelijk<br />

vaker gekozen dan andere taken. De volgende taken zijn <strong>het</strong> meest gekozen (<strong>in</strong><br />

afnemende mate waar<strong>in</strong> ze zijn gekozen):<br />

- zorgen voor een goed leerklimaat (taak 1)<br />

- leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren (taak 7)<br />

- geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3)<br />

- geven van feedback (taak 17)<br />

- leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15)<br />

- professionele ontwikkel<strong>in</strong>g (taak 22)<br />

- bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (taak 2)<br />

De scholen verschillen onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waarmee de respondenten op de scholen<br />

hebben gekozen voor bepaalde taken. Dit geldt vooral bij:<br />

- taak 1: zorgen voor een goed leerklimaat (op de scholen A, C en D vaker dan op<br />

school B)<br />

- taak 15: leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen (op school B vaker dan op<br />

de scholen A, C en D)<br />

- taak 19: beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen (op de scholen<br />

B en D vaker dan op de scholen A en C)<br />

Al naar gelang hun functie <strong>in</strong> de school hebben de respondenten <strong>in</strong> verschillende<br />

mate gekozen voor:<br />

- taak 2: bijdragen aan de persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (vooral<br />

schoolleiders vaker, maar ook docenten vaker dan teamleiders)<br />

- taak 7 leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren (vooral docenten vaker, maar ook<br />

teamleiders vaker dan schoolleiders)<br />

- taak 20: open staan voor leren en samenwerken (schoolleiders vaker dan teamleiders<br />

en docenten).<br />

50


7 Achterliggende motieven en argumenten<br />

van schoolleiders, teamleiders, docenten<br />

en stakeholders<br />

7.1 Motieven en gronden bij de keuze van belangrijke taken<br />

Direct na <strong>het</strong> uitvoeren van de opdracht waarbij de schoolleiders, teamleiders en<br />

docenten m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken konden kiezen uit de 22 aangeboden<br />

taken, kregen zij schriftelijk een aantal open vragen voorgelegd over de motieven<br />

voor en verantwoord<strong>in</strong>g van de door hen zojuist gemaakt keuzes.<br />

De motieven voor de keuze<br />

De eerste vraag had betrekk<strong>in</strong>g op de motieven voor de keuze ( “Kunt u motiveren<br />

waarom u juist deze taken heeft gekozen?”). De antwoorden die de respondenten<br />

(N=47) hebben gegeven, kunnen worden <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> twee categorieën: gebaseerd<br />

op de taken zelf en gebaseerd op een doel of kader dat ligt buiten de gekozen taken.<br />

In de categorie “gebaseerd op de taken zelf “kunnen twee subcategorieën worden<br />

onderscheiden:<br />

a. Maakt onderscheid <strong>in</strong> voorwaardelijke taken en kerntaken of primaire taken. De<br />

respondenten die voor deze onderscheid<strong>in</strong>g hebben gekozen, relateren dit aan<br />

bepaalde taken, vaak aan taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en taak 7<br />

(leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren) en iets m<strong>in</strong>der vaak aan taak 3 (geven van<br />

les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Daarnaast<br />

worden de taken genoemd die betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>het</strong> begeleiden en coachen<br />

van leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit verband (taak 11, 13, 15, 17), maar duidelijk m<strong>in</strong>der vaak.<br />

b. Maakt onderscheid <strong>in</strong> meer algemene of meer specifieke taken of taken die de<br />

andere taken omvatten. De taken 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en 15<br />

(leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces) worden <strong>in</strong> dit verband<br />

<strong>het</strong> meest genoemd als algemeen of omvattend.<br />

In de categorie “antwoorden die zijn gebaseerd op een doel of kader dat ligt buiten<br />

de gekozen taken” zijn ook twee subcategorieën te onderscheiden:<br />

51


a. Sluit aan bij een centraal uitgangspunt van de respondent zelf (thema, <strong>in</strong>houdelijk<br />

idee, persoonlijke theorie, opvatt<strong>in</strong>gen), bijvoorbeeld:<br />

- Deze taken maken deel uit van <strong>het</strong> leerproces; ze zijn allemaal actiegericht<br />

- Je hebt als expert de rol van kennisloket<br />

- Hierbij staat de zelfstur<strong>in</strong>g centraal<br />

- Hiermee leren leerl<strong>in</strong>gen veel<br />

- Leren ontstaat als er meer gebeurt dan kennisoverdracht van A naar B. Er moet<br />

worden gewerkt d.m.v. denkvragen, samenwerken, complexe opdrachten etc.<br />

- Het accent ligt voor mij op de coachende rol van de docent<br />

- Hiermee worden leerl<strong>in</strong>gen uitgedaagd<br />

b. Verwijst naar <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school.<br />

De redenen waarom een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen<br />

In antwoord op de vraag waarom een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen, geven de<br />

respondenten diverse typen antwoorden. Deze kunnen worden onderverdeeld <strong>in</strong> de<br />

volgende categorieën:<br />

- Om voorwaarden voor leren te creëren (je zorgt voor een veilige omgev<strong>in</strong>g, je<br />

bent duidelijk <strong>in</strong> wat je verwacht; dit motiveert leerl<strong>in</strong>gen; om <strong>het</strong> leerrendement<br />

te maximaliseren; leerl<strong>in</strong>gen hebben een “leermeester” nodig die <strong>het</strong> eerst voordoet)<br />

(23x)<br />

- Om specifieke leerdoelen te stimuleren (naast kennis ook vaardigheden aanbieden;<br />

leerstof aanbieden, maar ook aandacht voor bredere ontwikkel<strong>in</strong>g) (13x)<br />

- Om bij leerl<strong>in</strong>gen activiteit en zelfstur<strong>in</strong>g te bevorderen (de leerl<strong>in</strong>g moet <strong>in</strong><br />

beweg<strong>in</strong>g komen; je maakt leerl<strong>in</strong>gen eigenaar van hun leerproces) (2x)<br />

- Om resultaten te bereiken op de langere termijn (om leerl<strong>in</strong>gen optimaal te laten<br />

deelnemen aan de maatschappij, om kansen te creëren voor de toekomst, om<br />

een attitude te ontwikkelen voor de rest van <strong>het</strong> leven) (8x)<br />

- Om <strong>in</strong> te kunnen spelen op verschillen (aansluiten bij voorkennis, bij verschillende<br />

typen leerl<strong>in</strong>gen) (2x)<br />

- Om tegemoet te komen aan de visie van de school (3x)<br />

- Om recht te doen aan <strong>het</strong> eigen functioneren, de eigen professionaliteit (dat is<br />

vakmanschap; deze taken behoren tot de essentie van leraarschap) (3x)<br />

De gronden waarop de uitspraken worden gebaseerd<br />

Bij de argumentatie voor de gemaakte keuzes noemt men vaak de eigen ervar<strong>in</strong>g<br />

(32x). Ook worden als argumenten genoemd: gesprekken met andere betrokkenen<br />

(bijvoorbeeld <strong>in</strong>tervisie en feedback, 11x) en bepaalde uitgangspunten of theorieën<br />

en vakliteratuur (10x). Het schoolconcept en de e<strong>in</strong>dexamennormen worden slechts<br />

door een enkel<strong>in</strong>g genoemd als argument voor de gemaakte keuzes.<br />

52


Dilemma’s die docenten zelf tegen komen bij <strong>het</strong> uitvoeren van de gekozen taken<br />

Aan de docenten is gevraagd of zij bij <strong>het</strong> uitvoeren van deze taken nog knelpunten<br />

of dilemma’s tegenkomen. De antwoorden die de docenten gaven waren van diverse<br />

aard en zijn als volgt <strong>in</strong> te delen:<br />

- voorwaarden (gebrek aan tijd, gebrek aan contacttijd met leerl<strong>in</strong>gen; we<strong>in</strong>ig tijd<br />

om leerproces te kunnen volgen; de grootte en samenstell<strong>in</strong>g van klassen (diversiteit<br />

<strong>in</strong> typen leerl<strong>in</strong>gen, aantal rugzakleerl<strong>in</strong>gen))<br />

- elkaar beconcurrerende (leer)doelen (aandacht voor vakkennis versus vaardigheden;<br />

bieden van vrijheid versus voorkomen van vrijblijvendheid; eisen stellen<br />

versus motiveren en <strong>in</strong>teresse wekken; <strong>in</strong>spelen op verschillen versus nadruk op<br />

samenwerk<strong>in</strong>g)<br />

- <strong>het</strong> aanbod aan leerstof <strong>in</strong> methodes (veel “onz<strong>in</strong>nige” <strong>in</strong>formatie)<br />

- een verschil <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over te voeren beleid met de directie<br />

De oploss<strong>in</strong>gen waarvoor deze docenten kiezen als zij dilemma’s willen hanteren<br />

zijn ook divers van aard (mede samenhangend met <strong>het</strong> type dilemma):<br />

- zelf extra tijd <strong>in</strong>vesteren<br />

- eigen welbev<strong>in</strong>den als uitgangspunt nemen en de gewenste aanpak aanpassen<br />

- keuzes maken en prioriteiten stellen (gericht op bepaalde groepen of leerl<strong>in</strong>gen)<br />

- nadruk leggen op bepaalde leerdoelen (juist op <strong>het</strong> sociale aspect of juist op <strong>het</strong><br />

bereiken van een optimaal e<strong>in</strong>dexamenresultaat)<br />

- zich conformeren aan <strong>het</strong> beleid<br />

De standaard bij de uitvoer<strong>in</strong>g van de gekozen taken<br />

Aan alleen de schoolleiders en teamleiders (N=31) is gevraagd <strong>in</strong> welke mate een<br />

goede docent de gekozen taken moet uitvoeren (een vraag naar de standaard). Zij<br />

gaven daarop de volgende antwoorden: de docent moet<br />

- achter de waarden van de school staan en bereid zijn om zich te ontwikkelen<br />

(willen leren, reflecteren, samenwerken, open staan voor feedback, gedreven<br />

zijn, zijn best doen) (14x)<br />

- een bepaalde breedte <strong>in</strong> <strong>het</strong> repertoire beheersen (alle taken, een groot deel) (2x)<br />

- een bepaald gewenst niveau van handelen beheersen (voor 80 %; <strong>in</strong> hoge mate;<br />

streven naar excellentie; hoogst mogelijke niveau; heel goed) (6x)<br />

- niet alle taken beheersen (<strong>het</strong> niveau tussen docenten mag verschillen; ieder<br />

brengt eigen kwaliteiten <strong>in</strong>) (2x)<br />

- bepaalde leerresultaten bij leerl<strong>in</strong>gen behalen (5x)<br />

- positieve reacties van leerl<strong>in</strong>gen nastreven (3x)<br />

- bepaalde denkactiviteiten bij leerl<strong>in</strong>gen stimuleren (3x)<br />

53


De achterliggende gronden waarop de standaarden zijn gebaseerd<br />

Aan de schoolleiders en teamleiders is ook gevraagd op welke gronden zij deze standaarden<br />

baseren. De leverde de volgende gronden op: mijn (onze) visie of mijn persoonlijke<br />

overtuig<strong>in</strong>g (11x), ervar<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>tuïtie (8x). Daarnaast werden vakliteratuur,<br />

onderzoek, bijschol<strong>in</strong>g (4x) en discussies met andere betrokkenen en consensus (4x)<br />

genoemd. Een enkel<strong>in</strong>g noemde nog observaties van lessen (2x).<br />

Het leraarschap <strong>in</strong> deze tijd<br />

Op de (aan alle respondenten gestelde) vraag of de gegeven antwoorden samenhangen<br />

met de manier waarop men aankijkt tegen <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd, antwoordt<br />

77% van de schoolleiders, teamleiders en docenten bevestigend (36 van de <strong>in</strong> totaal<br />

47 respondenten). De toelicht<strong>in</strong>g die zij hierbij geven, laat de volgende antwoorden<br />

zien:<br />

- <strong>het</strong> takenpakket van de docent is veranderd en uitgebreid (meer begeleiden (<strong>in</strong>dividueel<br />

en <strong>in</strong> groepen); meer maatwerk leveren; bij meerdere vakken kunnen<br />

begeleiden; leerl<strong>in</strong>gen kunnen motiveren; normen en waarden aanleren) (11x)<br />

- de school heeft meer opvoed<strong>in</strong>gstaken gekregen dan vroeger (verschuiv<strong>in</strong>g van<br />

opvoed<strong>in</strong>gstaken van ouders naar school) (3x)<br />

- de samenlev<strong>in</strong>g stelt andere eisen aan toekomstige werknemers en <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

moet leerl<strong>in</strong>gen daarop voorbereiden (5x)<br />

- de leerl<strong>in</strong>gen van nu zijn anders dan de leerl<strong>in</strong>gen van vroeger (meer autonoom,<br />

soms vluchtiger, willen gezien worden; ze hebben veel andere d<strong>in</strong>gen aan hun<br />

hoofd) (7x)<br />

- scholen moeten onderl<strong>in</strong>g meer concurreren (1x)<br />

- nieuwe neurologische <strong>in</strong>zichten hebben consequenties voor <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> (1x).<br />

54


7.2 Keuzes bij paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen van taken<br />

7.2.1 Opzet<br />

In de tweede ronde zijn per school bij verschillende typen stakeholders <strong>in</strong>terviews<br />

afgenomen. Het g<strong>in</strong>g om ouders, directeuren van toeleverende basisscholen, leden<br />

van de medezeggenschapsraad of ouderraad, bestuursleden en zorgcoörd<strong>in</strong>atoren.<br />

Deze stakeholders kregen tijdens <strong>het</strong> <strong>in</strong>terview een vragenlijst voorgelegd waar<strong>in</strong> 7<br />

taken van docenten waren uitgewerkt <strong>in</strong> 21 verschillende comb<strong>in</strong>aties van twee taken<br />

en hen werd gevraagd bij elk paar een keuze te maken voor een van beide taken.<br />

Tabel 10: Overzicht gekozen taken uit Vragenlijst PDH (G=gekozen taken;* = extra taak<br />

toegevoegd bij schoolleiders, teamleiders en docenten)<br />

Cluster Taken G<br />

Pedagogisch 1. Zorgen voor een goed leerklimaat<br />

leerklimaat 2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen x<br />

Leeromgev<strong>in</strong>g 3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie x<br />

en leerdoelen 4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien<br />

5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken<br />

6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten<br />

7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren<br />

8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren x<br />

Differentiatie 9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten<br />

x<br />

Leeractivitei- 11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen ondersteunen x<br />

ten en zelfstandig<br />

leren<br />

12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken<br />

13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes<br />

14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen<br />

15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces x<br />

Volgen van 16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen x*<br />

<strong>het</strong> leerproces,<br />

feedback en<br />

beoordel<strong>in</strong>g<br />

17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt<br />

19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen<br />

x<br />

Leren en sa- 20. Open staan voor leren en samenwerken<br />

menwerken 21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden<br />

22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

55


Per keuze werd ook gevraagd naar de gronden voor de gemaakte keuze, aan de hand<br />

van voorgestructureerde antwoordcategorieën (zie opdracht B, bijlage 2).<br />

Een vergelijkbare vragenlijst werd ook voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders<br />

en docenten die hadden meegedaan aan de eerste ronde, maar nu met 8 (<strong>in</strong> plaats van<br />

7) paarsgewijs aangeboden taken (zie tabel 10 op de vorige pag<strong>in</strong>a), verwerkt <strong>in</strong> 28<br />

verschillende comb<strong>in</strong>aties. Hen werd eveneens gevraagd per paar een keuze te maken<br />

en deze keuze te beargumenteren, aan de hand van dezelfde categorieën gronden<br />

als <strong>in</strong> de vragenlijst bij de stakeholders.<br />

De keuze voor de acht taken die zijn voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders en<br />

docenten hebben we ons gebaseerd op de uitkomsten van de eerste ronde (opdracht<br />

A), waarbij de deelnemers uit 22 aangeboden taken m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 belangrijke<br />

docenttaken moesten kiezen (zie 6.1).<br />

De selectie van acht taken is gemaakt op basis van de volgende overweg<strong>in</strong>gen:<br />

- De selectie was primair gericht op de taken die door docenten, schoolleiders en<br />

teamleiders bij de eerste dataverzamel<strong>in</strong>g <strong>het</strong> meest zijn gekozen. De verwacht<strong>in</strong>g<br />

was dat de m<strong>in</strong>der gekozen taken ten opzichte van de meer gekozen taken<br />

bij de paarsgelijke vergelijk<strong>in</strong>gen meteen al niet of m<strong>in</strong>der vaak zouden worden<br />

gekozen (en zo geen evenwichtige vergelijk<strong>in</strong>g zouden opleveren). Dit leidde <strong>in</strong><br />

eerste <strong>in</strong>stantie tot de keuze voor negen taken: 1, 2, 3, 7, 8, 11, 15, 17 en 22.<br />

- Uitgangpunt was tevens <strong>het</strong> streven naar een zo goed mogelijke verdel<strong>in</strong>g van<br />

de te selecteren taken over de onderscheiden clusters (zie tabel 10), waarbij <strong>het</strong><br />

laatste cluster (taken 20, 21 en 22) niet is meegenomen. De focus lag daarmee<br />

op de vijf clusters die zijn gericht op de <strong>in</strong>teractie van de docent met leerl<strong>in</strong>gen.<br />

- Ook is daarbij gelet op een evenwichtige verdel<strong>in</strong>g van taken tussen de clusters<br />

met de doelen en <strong>in</strong>houden van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept enerzijds (clusters 1 en 2)<br />

en de clusters met de didactische <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g anderzijds (clusters 3, 4 en 5).<br />

- Tot slot is tevens meegewogen of de formuler<strong>in</strong>gen van de taken wel voldoende<br />

uitgesproken was. Op basis van deze overweg<strong>in</strong>g is de meer algemene taak 7<br />

(leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren) <strong>in</strong>geruild voor de meerzeggende taak 16<br />

(volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen).<br />

Dit resulteerde <strong>in</strong> de volgende negen taken: 1, 2, 3, 8, 9, 11, 15, 16, en 17. Voor<br />

paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen zou dit 36 comb<strong>in</strong>aties van taken vergen en dit aantal<br />

werd uite<strong>in</strong>delijk toch te groot geacht. Besloten werd taak 1 te schrappen omdat deze<br />

taak algemeen is en door velen wordt onderschreven. Bij de stakeholders is, om hen<br />

niet te overvragen, <strong>het</strong> aantal comb<strong>in</strong>aties beperkt tot 21, door <strong>het</strong> alsnog schrappen<br />

van taak 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces), omdat stakeholders mogelijk geen zicht<br />

hebben op hoe dit op de school wordt vormgegeven.<br />

56


De analyse van de antwoorden<br />

De schoolleiders, teamleiders en docenten kregen acht taken paarsgewijs aangeboden<br />

<strong>in</strong> 28 verschillende comb<strong>in</strong>aties. De stakeholders kregen 7 taken aangeboden <strong>in</strong><br />

21 verschillende comb<strong>in</strong>aties. De vraag die aan de respondenten werd gesteld per<br />

keuzepaar, was: “Welke taak v<strong>in</strong>dt u <strong>het</strong> belangrijkste voor een docent op deze<br />

school?” De respondenten kregen steeds twee taken onder elkaar aangeboden en<br />

konden aankruisen welke taak van die twee zij <strong>het</strong> belangrijkste v<strong>in</strong>den. Ze mochten<br />

per keuzepaar slechts één taak kiezen (gedwongen keuze). Antwoorden werden verkregen<br />

van <strong>in</strong> totaal 18 stakeholders en 39 schoolleiders, teamleiders en docenten.<br />

Bij de analyse van de antwoorden is gebruik gemaakt van een multidimensionele<br />

schaaltechniek (Alscal), waarbij de data zijn verwerkt als ord<strong>in</strong>ale gegevens (rangorden<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> meer en m<strong>in</strong>der belangrijk). Hierbij is <strong>het</strong> mogelijk de proporties te berekenen<br />

waarmee aangeboden items, <strong>in</strong> dit geval taken, zijn gekozen en vervolgens<br />

de onderl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen de items (taken) visueel zichtbaar te maken.<br />

De gemaakte bereken<strong>in</strong>gen zijn gebaseerd op de gedachte dat als <strong>in</strong> een keuzepaar<br />

een taak wordt gekozen door de helft van de respondenten, de conceptuele afstand<br />

tussen beide taken <strong>in</strong> de ogen van de respondenten m<strong>in</strong>imaal is. In dat geval worden<br />

beide taken immers even vaak gekozen (beide 50%), en <strong>in</strong> termen van “populariteit”<br />

kunnen we dan zeggen dat beide taken even populair zijn. Aan de andere kant geldt<br />

dan dat hoe meer de proportie waarmee <strong>in</strong> een paar een bepaalde taak is gekozen<br />

afwijkt van 50%, hoe groter de conceptuele afstand is tussen de twee taken, want de<br />

ene taak is dan vaker gekozen en dus meer populair dan de andere taak.<br />

Per aangeboden paar per taak kan <strong>het</strong> verschil worden berekend tussen de proportie<br />

waarmee de taak is gekozen en 50%. Dit kan worden omgezet <strong>in</strong> coörd<strong>in</strong>aten op<br />

verschillende dimensies. Deze coörd<strong>in</strong>aten kunnen worden uitgedrukt <strong>in</strong> getallen,<br />

maar kunnen ook grafisch zichtbaar worden gemaakt.<br />

Tijdens de analyse kan worden gekozen hoeveel dimensies worden onderscheiden.<br />

Daarbij wordt ernaar gestreefd een zodanig aantal dimensies te kiezen dat aan alle<br />

onderl<strong>in</strong>ge verschillen <strong>in</strong> populariteit tussen de aangeboden taken zoveel mogelijk<br />

recht wordt gedaan (<strong>in</strong> termen van “proportie verklaarde variantie” (RSQ)). Een<br />

belangrijk ander criterium om voor een bepaald aantal dimensies te kiezen is dat de<br />

uitkomsten ook <strong>in</strong>houdelijk goed <strong>in</strong>terpreteerbaar moeten zijn.<br />

57


7.2.2 Interpretaties op twee dimensies<br />

Bij de analyse van de verkregen gegevens is gekozen voor een tweedimensionale<br />

oploss<strong>in</strong>g. Hiermee werd <strong>in</strong> de groep respondenten als geheel (N=57) een percentage<br />

verklaarde variantie bereikt van 88% (RSQ=.88). Deze oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> twee dimensies<br />

blijkt ook <strong>in</strong>houdelijk goed <strong>in</strong>terpreteerbaar. De dimensies blijken bovendien<br />

redelijk stabiel, zowel bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen de stakeholders en de schoolleiders,<br />

teamleiders en docenten, als bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen 7 en 8 aangeboden taken.<br />

Tabel 11 bevat de precieze coörd<strong>in</strong>aten van de taken op de twee dimensies bij de<br />

stakeholders (over 7 taken) en bij de schoolleiders, teamleiders en docenten (over 7<br />

taken en over 8 taken).<br />

Tabel 11: Uitkomsten multi-dimensionele schaalanalyses <strong>in</strong> twee dimensies<br />

(SL=schoolleiders,TL=teamleiders, D=docenten)<br />

Stakeholders<br />

(N=18)<br />

SL, TL, D (N=39) SL, TL, D (N=39)<br />

Aantal taken 7 7 8<br />

RSQ .94 .88 .85<br />

Dimensies 1 2 1 2 1 2<br />

T2 -.03 1.28 .97 1.38 1.17 1.04<br />

T3 .30 .68 .07 -.07 -.31 .64<br />

T8 .58 -.31 .19 .29 -.17 .33<br />

T9 2.02 -.05 1.74 -.43 1.31 -.27<br />

T11 -.06 -1.50 0.07 -1.59 -.39 -1.16<br />

T15 -2.14 -.03 -2.03 .05 -2.00 -.28<br />

T16 - - - - 1.51 -1.15<br />

T17 -.67 -.06 -1.01 .37 -1.11 .85<br />

Dezelfde gegevens worden grafisch weergegeven <strong>in</strong> de figuren 1 en 2 op de volgende<br />

bladzijde. Voor een juiste <strong>in</strong>terpretatie hiervan moet men zich realiseren dat <strong>het</strong><br />

bij de getallen op X- en Y-as niet gaat om hoe vaak de taken zijn gekozen, maar om<br />

de posities van de taken op de twee dimensies die door de analysetechniek zijn gegenereerd.<br />

Deze dimensies moeten vervolgens <strong>in</strong>houdelijk worden geïnterpreteerd.<br />

Bij de afstanden tussen de taken <strong>in</strong> de grafiek kan worden opgemerkt dat als taken<br />

dicht bij elkaar liggen, dit kan worden opgevat als een aanwijz<strong>in</strong>g dat deze taken <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> referentiekader van de respondenten ook dicht bij elkaar liggen, en dus op een of<br />

andere manier <strong>in</strong> hun denken op elkaar lijken of nauw met elkaar te maken hebben<br />

of misschien zelfs onderl<strong>in</strong>g samenhangen.<br />

58


Figuur 1: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de stakeholders (N=18)<br />

Figuur 2: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen (N=39)<br />

59


De figuren 1 en 2 bevatten de resultaten over zeven taken bij de stakeholders en bij<br />

de schoolleiders, teamleiders en docenten. Beide figuren lijken vrij sterk op elkaar.<br />

Kennelijk variëren de populariteiten van de zeven geselecteerde taken bij de stakeholders<br />

ongeveer op dezelfde wijze als bij de schoolleiders, teamleiders en docenten,<br />

waardoor de taken <strong>in</strong> beide grafieken ongeveer dezelfde posities op beide dimensies<br />

<strong>in</strong>nemen. Dit is een aanwijz<strong>in</strong>g dat de referentiekaders van beide groepen <strong>in</strong> behoorlijke<br />

mate overeenkomen.<br />

Op de eerste dimensie (horizontale as) zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />

ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces) en 17 (geven van feedback<br />

aan leerl<strong>in</strong>gen), <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8<br />

(leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en rechts taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen<br />

leerl<strong>in</strong>gen).<br />

Op de tweede dimensie (verticale as) zien we onder<strong>in</strong> taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken<br />

en hen daarbij ondersteunen); daarboven opnieuw de taken 3 (geven van<br />

les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en boven<strong>in</strong> taak 2<br />

(bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen).<br />

De taken 3 en 8 blijken op beide dimensies op een middenpositie te liggen, dus m<strong>in</strong><br />

of meer neutraal ten opzichte van de uitersten. Deze taken behoren tot de traditionele<br />

basistaken van een docent.<br />

Vanuit <strong>het</strong> midden geredeneerd ligt op de verticale dimensie de keuze en aandacht<br />

voor taak 2 (bijdragen aan persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g) als uiterste aan de ene kant en<br />

de keuze en aandacht voor taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij<br />

ondersteunen) aan de andere kant. Daarmee lijkt <strong>het</strong> alsof men vanuit de basistaken<br />

aan de ene kant zich meer kan richten op <strong>het</strong> bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

van een leerl<strong>in</strong>g of aan de andere kant meer aandacht kan hebben voor de sociale<br />

vorm<strong>in</strong>g (<strong>het</strong> samenwerken). Gezien de vrij grote afstand tussen deze taken op de<br />

verticale as lijken deze taken voor de respondenten nogal verschillende, om niet te<br />

zeggen enigsz<strong>in</strong>s tegenover elkaar liggende keuzes te vertegenwoordigen. De verticale<br />

as lijkt <strong>in</strong>houdelijk te kunnen worden getypeerd als een vorm<strong>in</strong>gsdimensie,<br />

waarop de docent zich vanuit zijn basistaken m<strong>in</strong> of meer kan richten op enerzijds<br />

bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen of anderzijds <strong>het</strong> samenwerken<br />

tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Op de eerste dimensie (horizontale as) zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />

ondersteunen bij <strong>het</strong> leren sturen van hun leerproces) en 17 (geven van feedback).<br />

Deze taken hebben beide betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> begeleiden van <strong>het</strong> cognitieve<br />

leerproces bij leerl<strong>in</strong>gen. In <strong>het</strong> midden van de dimensie zien we opnieuw de taken 3<br />

en 8 en aan de rechterkant zien we taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen).<br />

Kennelijk is <strong>het</strong> zo <strong>in</strong> de gedachtegang van de respondenten, dat <strong>het</strong> begeleiden van<br />

60


<strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong> of meer los staat van <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen<br />

bij leerl<strong>in</strong>gen. Dit zou kunnen betekenen dat <strong>het</strong> ondersteunen bij <strong>het</strong> leren sturen<br />

van <strong>het</strong> eigen leerproces wordt opgevat als iets dat m<strong>in</strong> of meer algemeen opgaat<br />

voor leerl<strong>in</strong>gen en dat <strong>het</strong> leveren van maatwerk daarbij niet op de voorgrond staat.<br />

Deze eerste dimensie is dan zo op te vatten dat de docent vanuit zijn primaire taken<br />

meer nadruk kan leggen op enerzijds <strong>het</strong> begeleiden van <strong>het</strong> leerproces of anderzijds<br />

<strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen. Mogelijk wordt <strong>het</strong> leerproces vooral geassocieerd met<br />

de te leren vak<strong>in</strong>houd en <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen vooral met de leerl<strong>in</strong>gen als<br />

persoon.<br />

Bij vergelijk<strong>in</strong>g van de figuren 1 en 2 zien we als duidelijkste verschil dat bij de<br />

stakeholders de taken 3, 8 en 17 rondom <strong>het</strong> midden liggen op ongeveer even grote<br />

afstanden van elkaar. Bij de schoolleiders, teamleiders en docenten ligt taak 17 (<strong>het</strong><br />

geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen) duidelijk op wat een grotere afstand van de taken<br />

3 en 8, die juist samen veel meer een cluster vormen. Kennelijk is <strong>het</strong> zo dat<br />

voor deze laatste groep de taken 3 en 8 dicht bij elkaar liggen en dat <strong>het</strong> geven van<br />

feedback daar niet direct bij hoort, maar meer bij <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces.<br />

In de figuren 3 en 4 op de volgende bladzijde wordt zichtbaar wat de onderl<strong>in</strong>ge<br />

posities van de taken worden als er een andere taak <strong>in</strong> <strong>het</strong> aanbod van keuzeparen<br />

wordt toegevoegd. De toegevoegde taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze<br />

zich ontwikkelen) krijgt op de horizontale dimensie een positie toebedeeld aan de<br />

rechterkant en lijkt daarmee te passen bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

en m<strong>in</strong>der bij <strong>het</strong> cognitieve leerproces dat zich aan de l<strong>in</strong>kerkant van deze dimensie<br />

bev<strong>in</strong>dt. Op de verticale dimensie ligt taak 16 wat aan de onderkant, dat wil<br />

zeggen: volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren lijkt voor de respondenten meer te passen bij de<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen dan bij de persoonlijk vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen dat<br />

zich aan de bovenkant van deze dimensie bev<strong>in</strong>dt.<br />

Hoewel de posities van de andere taken door <strong>het</strong> toevoegen van taak 16 iets verschuiven,<br />

is deze verschuiv<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imaal en blijven de posities van de taken ten opzichte<br />

van elkaar m<strong>in</strong> of meer dezelfde. Dat de weergave van de taken op deze twee<br />

dimensies zo stabiel is, ondersteunt de waarde van de afbeeld<strong>in</strong>g van de taken <strong>in</strong><br />

deze twee dimensies en de daarop gebaseerde <strong>in</strong>terpretaties.<br />

61


Figuur 3: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen (N=39)<br />

Figuur 4: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen (N=39)<br />

62


7.2.3 Overeenkomsten en verschillen tussen de scholen<br />

De verzamelde gegevens kunnen ook worden uitgesplitst per school. Tabel 12 bevat<br />

de precieze coörd<strong>in</strong>aten van de acht taken op twee dimensies. In de figuren 5 tot en<br />

met 8 zijn de posities van de taken op beide dimensies grafisch afgebeeld.<br />

Tabel 12: Uitkomsten multi-dimensionale schaalanalyses over twee dimensies per school<br />

School A<br />

(N=8)<br />

School B<br />

(N=9)<br />

School C<br />

(N=10)<br />

School D<br />

(N=12)<br />

Aantal taken 8 8 8 8<br />

RSQ .52 .65 .65 .71<br />

Dimensies 1 2 1 2 1 2 1 2<br />

T2 .20 1.46 .04 1.09 .15 1.35 1.34 .98<br />

T3 -.19 -1.16 -.12 -.33 -.89 .31 -1.47 .93<br />

T8 .61 -.69 -.12 -.33 .25 .86 -1.12 -.36<br />

T9 .56 -.67 1.56 -.1.03 1.30 .22 .55 .44<br />

T11 -.03 1.11 -.58 -.50 .17 -1.20 1.66 -.60<br />

T15 -1.62 -.02 -2.17 -.66 -1.13 -1.49 -1.21 -.75<br />

T16 -1.62 -.17 1.69 .23 1.75 -.25 .17 -1.54<br />

T17 2.08 .15 -.30 1.53 -1.60 .21 .08 .90<br />

Bij de besprek<strong>in</strong>g van de gegevens per school zal worden <strong>in</strong>gegaan op de afstanden<br />

van de taken ten opzichte van elkaar, op eventuele clusters van taken die zichtbaar<br />

worden en op de posities van de taken op de beide dimensies.<br />

School A (zie figuur 5 op pag<strong>in</strong>a 66)<br />

Bij school A zien we op de eerste dimensie aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 16 (volgen wat<br />

leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen) dicht bij taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />

bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). Deze taken gaan mogelijk volgens de respondenten<br />

op deze school met elkaar samen. Aan de rechterkant zien we taak 17 (geven<br />

van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen). Gezien de afstand tussen de taken 15 en 16 en taak 17<br />

lijkt <strong>het</strong> geven van feedback niet duidelijk <strong>in</strong> relatie te staan met <strong>het</strong> volgen wat leerl<strong>in</strong>gen<br />

doen (taak 16) en <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15).<br />

Op de tweede dimensie zien we taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) aan de<br />

onderkant en de taken 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen) en<br />

11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen) aan de bovenkant.<br />

Deze taken (2 en 11) vormen duidelijk een cluster en horen volgens de respondenten<br />

op deze school mogelijk bij elkaar.<br />

63


De taken 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) vormen<br />

samen ook een cluster en hun positie ligt <strong>in</strong> de buurt van taak 3 (geven van uitleg en<br />

<strong>in</strong>structie) Deze taken (8 en 9) liggen op duidelijke afstand van de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />

ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces) en 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces). Volgen en<br />

ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces is voor de respondenten kennelijk toch iets op zich.<br />

School B (zie figuur 6 op pag<strong>in</strong>a 66)<br />

Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij<br />

<strong>het</strong> leren sturen van hun leerproces); M<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden op deze dimensie<br />

zien we taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen ondersteunen) relatief dicht<br />

bij taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden<br />

aanleren). Deze taken horen volgens de respondenten op deze school kennelijk nauw<br />

bij elkaar. Aan de rechterkant zien we de taken 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces) en 9<br />

(<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen). Deze laatste taak ligt echter wat meer<br />

naar onderen.<br />

Op de tweede dimensie liggen de taken 3 en 8 vrijwel <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden ten opzichte<br />

van de andere taken. Boven<strong>in</strong> zien we taak 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

van leerl<strong>in</strong>gen) en taak 17 (geven van feedback). Deze taken liggen relatief dicht bij<br />

elkaar. Het lijkt alsof <strong>het</strong> geven van feedback voor deze respondenten vooral gericht<br />

is op <strong>het</strong> leveren van een bijdrage aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen en<br />

m<strong>in</strong>der betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak<br />

15). Het volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen (taak 16) staat daar<br />

vrij ver vanaf en de taken 15, 16 en 17 gaan kennelijk voor deze respondenten niet<br />

direct met elkaar samen.<br />

School C (zie figuur 7 op pag<strong>in</strong>a 67)<br />

Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 17 (geven van feedback aan<br />

leerl<strong>in</strong>gen) en taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie). Deze taken liggen relatief<br />

dicht bij elkaar en hebben voor de respondenten op deze school kennelijk met elkaar<br />

te maken. Daarmee lijkt <strong>het</strong> geven van feedback te worden gerelateerd aan <strong>het</strong> cognitieve<br />

leerproces. Aan de rechterkant zien we taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen<br />

leerl<strong>in</strong>gen) en taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen). Deze<br />

taken lijken voor de respondenten met elkaar te maken hebben.<br />

Op de tweede dimensie zien we onderaan taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en<br />

hen ondersteunen) en bovenaan de taken 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

van leerl<strong>in</strong>gen) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Deze respondenten brengen<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>g van vaardigheden kennelijk <strong>in</strong> verband met <strong>het</strong> bijdragen aan de<br />

persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g. Gezien de wat aparte positie l<strong>in</strong>ksonder van taak 15<br />

(leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces) lijken deze respondenten<br />

64


deze taak enerzijds te relateren aan <strong>het</strong> leren <strong>in</strong> een sociale context (taak 11: leerl<strong>in</strong>gen<br />

leren samenwerken en hen daarbij ondersteunen) maar anderzijds aan <strong>het</strong> meer<br />

cognitieve leerproces (taak 3: geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie).<br />

School D (zie figuur 8 op pag<strong>in</strong>a 67)<br />

Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 3 (geven van les, uitleg en<br />

<strong>in</strong>structie), taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />

bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). De laatste twee taken liggen dichtbij elkaar;<br />

<strong>het</strong> lijkt erop dat <strong>het</strong> ondersteunen van leerl<strong>in</strong>gen bij hun leerproces voor de<br />

respondenten op deze school wat meer samengaat met <strong>het</strong> aanleren van vaardigheden<br />

dan met <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie.<br />

Aan de rechterkant zien we taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij<br />

ondersteunen) en taak 2 (bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g). Gezien de vrij grote<br />

afstand op deze dimensie tussen deze twee taken en de meer op cognitief leren gerichte<br />

taken 3, 15 en 8, staat <strong>het</strong> samenwerken voor deze respondenten kennelijk niet<br />

direct <strong>in</strong> <strong>het</strong> teken van <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> cognitieve leerproces, maar lijkt <strong>het</strong><br />

meer een vorm<strong>in</strong>gsdimensie en/of een werkvorm op zich te vertegenwoordigen. Deze<br />

eerste dimensie lijkt daarmee een onderscheid te maken tussen meer cognitieve<br />

leerdoelen en andere leerdoelen (persoonlijke vorm<strong>in</strong>g en leren samenwerken).<br />

Daarmee lijkt de eerste dimensie op deze school op de tweede dimensie op de andere<br />

scholen. De dimensie die op die scholen op de tweede plaats kwam (want de eerste<br />

dimensie die de techniek onderscheidt is de meest dom<strong>in</strong>erende), komt op deze<br />

school kennelijk op de eerste plaats.<br />

De tweede, verticale dimensie lijkt op deze school iets m<strong>in</strong>der uitgesproken dan op<br />

de andere scholen en de <strong>in</strong>terpretatie ligt m<strong>in</strong>der direct voor de hand. We zien aan de<br />

bovenkant de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie), 2 (bijdragen aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g), 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) en 17 (geven van feedback) en aan de<br />

onderkant taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen). Mogelijk<br />

is deze dimensie op deze school te typeren als een waarop de docent zelf actief<br />

is (lesgeven, feedback geven, <strong>in</strong>spelen op verschillen) of meer observerend (volgen<br />

van <strong>het</strong> leerproces).<br />

65


Figuur 5: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen van school A.<br />

Figuur 6: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen van school B.<br />

66


Figuur 7: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen van school C.<br />

Figuur 8: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />

centen van school D.<br />

67


Bij <strong>het</strong> vergelijken van clusters van taken die mogelijk voor de respondenten nauw<br />

met elkaar samen hangen, worden de volgende verschillen tussen scholen zichtbaar.<br />

Op school A ligt <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 11) dicht bij persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

(taak 2), <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces (taak 16) bij <strong>het</strong> ondersteunen bij <strong>het</strong> leren<br />

sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15), en <strong>het</strong> vaardigheden aanleren (taak 8) bij <strong>het</strong><br />

<strong>in</strong>spelen op verschillen (taak 9).<br />

Op school B liggen <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3), <strong>het</strong> aanleren van<br />

vaardigheden (taak 8), en <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 11) dicht bij elkaar. Het geven<br />

van feedback (taak 17) ligt vrij dicht bij <strong>het</strong> bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

(taak 2).<br />

Op school C liggen <strong>het</strong> bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (taak 2) en <strong>het</strong> leren<br />

van vaardigheden (taak 8) dicht bij elkaar, evenals <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces<br />

(taak 16) bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen (taak 9), en <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 17)<br />

bij <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3).<br />

Op school D liggen <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren (taak 8) en <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />

ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces (taak 15) vrij dicht bij elkaar.<br />

Uit deze per school verschillende manieren waarop taken lijken samen te hangen,<br />

kan mogelijk worden geconcludeerd dat leerdoelen die de afgelopen 10-15 jaar meer<br />

worden benadrukt, zoals vaardigheden en samenwerk<strong>in</strong>g, per school een iets andere<br />

betekenis kunnen krijgen. Vaardigheden aanleren kan samenhangen met <strong>in</strong>spelen op<br />

verschillen (verschillen <strong>in</strong> vaardigheid), persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (vaardigheid als vorm<strong>in</strong>gsaspect),<br />

leren samenwerken (samenwerken als vaardigheid), geven van les,<br />

uitleg en <strong>in</strong>structie (<strong>in</strong>structie <strong>in</strong> vaardigheden) en leren sturen van <strong>het</strong> leerproces<br />

(zelfstur<strong>in</strong>g als vaardigheid). Samenwerk<strong>in</strong>g kan samenhangen met persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g (<strong>het</strong> sociale als vorm<strong>in</strong>gsaspect), vaardigheden aanleren (samenwerk<strong>in</strong>g als<br />

vaardigheid) en geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (<strong>in</strong>structie <strong>in</strong> samenwerken).<br />

Verschillen tussen scholen worden ook zichtbaar als we kijken naar wat <strong>het</strong> meest<br />

centraal ligt op beide dimensies. Op school B liggen de taken 3 (geven van les, uitleg<br />

en <strong>in</strong>structie), 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en 11 (leren samenwerken)<br />

duidelijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden. Dit zou kunnen betekenen dat voor de respondenten op deze<br />

school dit ook de meest centrale taken zijn, van waaruit aanvullend andere taken (<strong>in</strong><br />

de grafiek meer excentrisch gelegen) aandacht kunnen krijgen. Op school D ligt taak<br />

9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) vrij centraal. Dit zou kunnen betekenen dat voor de respondenten<br />

op deze school <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op de verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen een<br />

centrale betekenis heeft, van waaruit de andere taken worden gekozen en <strong>in</strong>gevuld.<br />

Op de andere twee scholen is een dergelijk centraal punt m<strong>in</strong>der zichtbaar.<br />

68


7.3 Argumenten voor de keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen<br />

7.3.1 Opzet<br />

In paragraaf 6.2 is <strong>in</strong>gegaan op de vraag wat volgens de respondenten essentiële<br />

taken zijn die een docent moet vervullen om goed te kunnen functioneren. Deze<br />

taakperceptie maakt deel uit van een persoonlijk normatief raamwerk dat vaak<br />

slechts <strong>in</strong> ger<strong>in</strong>ge mate met andere leden b<strong>in</strong>nen een schoolcultuur wordt gedeeld<br />

(Kelchtermans, 2007). In paragraaf 6.4 is beschreven welke keuzes de deelnemers<br />

hebben gemaakt bij zeven respectievelijk acht paarsgewijs aangeboden taken vanuit<br />

de vraag welke zij daarvan de belangrijkste v<strong>in</strong>den. Bij <strong>het</strong> maken van zulke keuzes<br />

spelen onderliggende visies, (taak)opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen vaak een rol, maar<br />

deze blijven vaak onbewust en impliciet.<br />

In deze paragraaf wordt <strong>in</strong>gegaan op de antwoorden op de vraag per keuzepaar <strong>in</strong><br />

opdracht B (de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen) waarom men de gekozen taak de belangrijkste<br />

v<strong>in</strong>dt. De basis waarvop keuzes worden gemaakt, kan verschillen, en kan<br />

bijvoorbeeld een meer pragmatische, ethische of moreel georiënteerde <strong>in</strong>valshoek of<br />

grondslag hebben (Luttenberg, 2000). Deze oriëntaties kunnen al dan niet <strong>in</strong> lijn<br />

liggen met de beoogde <strong>onderwijs</strong>vernieuw<strong>in</strong>g en onbewust van <strong>in</strong>vloed zijn op de<br />

keuzes die een docent maakt.<br />

Op basis van literatuur (Kelchtermans, 2007; van Maanen, 1977, Luttenberg, 2000,<br />

Eraut, 1994) hebben we aanvankelijk negen typen gronden onderscheiden die een<br />

rol kunnen spelen bij <strong>het</strong> kiezen voor bepaalde typen taken als belangrijkste:<br />

1) een technisch-rationele <strong>in</strong>valshoek, op basis van wetenschappelijke kennis (theorie,<br />

onderzoek) over oorzaak-gevolg relaties (<strong>in</strong>strumenteel voor middel-doel)<br />

2) een economische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van efficiëncy<br />

3) een praktische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van praktijkkennis en ervar<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> de context<br />

van deze school en leerl<strong>in</strong>gen, gedeeld met collega's, middelen en doelen afwegend<br />

4) een traditionele <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van tradities en gewoonten (zo doen we <strong>het</strong><br />

nu eenmaal of altijd)<br />

5) een persoonlijke <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van eigen centrale waarden en overtuig<strong>in</strong>gen<br />

(vaak affectief geladen)<br />

6) een sociaal normatieve <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van sociale normen of “<strong>het</strong> behoort"<br />

(van collega's, de school, de overheid)<br />

7) een morele <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van plichten en verantwoordelijkheden<br />

8) een ethische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van universeel geldig geachte waarden<br />

9) een politieke <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van macht, sociale condities en emancipatie<br />

69


Omdat <strong>het</strong> niet haalbaar leek vanwege de belast<strong>in</strong>g van de respondenten om bij elk<br />

paar taken negen antwoordcategorieën aan te bieden, is dit aantal beperkt tot vijf<br />

voorgestructureerde antwoordmogelijkheden. De keuze van vijf uit de hiervoor genoemde<br />

negen typen gronden is gemaakt op basis van de volgende overweg<strong>in</strong>gen:<br />

- De typen 7 en 8 zijn <strong>in</strong>houdelijk moeilijk te onderscheiden en zijn daarom samengenomen<br />

- Type 4 is weggelaten omdat <strong>het</strong> <strong>in</strong>houdelijk de meest zwakke grond is<br />

- De typen 2 en 9 zullen naar verwacht<strong>in</strong>g niet zo snel naar voren worden gebracht<br />

door stakeholders en zijn op grond daarvan geschrapt.<br />

Dit heeft geleid tot <strong>het</strong> aanbieden per keuzepaar van de volgende vijf antwoordmodaliteiten,<br />

bij de vraag: “Ik maak deze keuze, omdat de gekozen taak: (meerdere<br />

antwoorden mogelijk)”:<br />

1) <strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />

wat daarover bekend is<br />

2) <strong>in</strong> de praktijk vaak <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />

aan te besteden<br />

3) volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op<br />

deze school<br />

4) <strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en<br />

dus van hem wordt verwacht<br />

5) <strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen zou moeten betekenen<br />

Besloten werd een extra open antwoordcategorie toe te voegen om de respondenten<br />

de mogelijkheid te bieden zelf een afwijkend of aanvullend antwoord te formuleren.<br />

70


7.3.2 Uitkomsten<br />

De stakeholders en de schoolleiders, teamleiders en docenten hebben bij elk keuzepaar<br />

een of meer van de vijf aangeboden gronden aangekruist. De respondenten verschilden<br />

we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> <strong>het</strong> aantal aangekruiste gronden; per groep (stakeholders en andere<br />

respondenten) varieerde dit aantal van 1,4 tot 1,9 gemiddeld over alle keuzeparen.<br />

In de tabellen 13 en 14 zijn de keuzeparen weergegeven met de bijbehorende taken<br />

en is per paar gemarkeerd welke taak <strong>het</strong> meest is gekozen (vetgedrukt en onderstreept).<br />

Tevens is per paar zichtbaar hoe vaak (percentage) elke grond is gekozen.<br />

Tabel 13 rapporteert over de stakeholders; tabel 14 over de schoolleiders, teamleiders<br />

en docenten. Per keuzepaar is de grond die <strong>het</strong> meest is gekozen, gemarkeerd<br />

(vetgedrukt en onderstreept); <strong>in</strong>dien een andere grond (ook) door tenm<strong>in</strong>ste 50% van<br />

de respondenten <strong>in</strong> de betreffende groep (tabel) is gekozen, is dit ook gemarkeerd.<br />

Onderaan beide tabellen is een regel toegevoegd met de percentages waarmee de<br />

gronden zijn aangekruist, over alle keuzeparen samengenomen.<br />

Als we de totaalpercentages van de stakeholders (tabel 13) vergelijken met de subtotaalpercentages<br />

(over 21 keuzeparen) bij de andere respondenten (tabel 14, rij “subtotaal”),<br />

dan zien we dat de mate waar<strong>in</strong> voor de verschillende gronden is gekozen<br />

tussen beide groepen niet veel verschilt. Beide groepen hebben grond 3 <strong>het</strong> meest<br />

gekozen (“omdat de gekozen taak volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële<br />

taak is van een leraar op deze school”). Bij de stakeholders gaat <strong>het</strong> hierbij om<br />

45 % en bij de schoolleiders, teamleiders en docenten om 49 %.<br />

De stakeholders hebben iets vaker dan de andere respondenten ook voor de gronden<br />

4 en 5 gekozen (44% en 23%; de andere respondenten 36% en 15 %). Grond 4 luidde:<br />

“(omdat de gekozen taak) <strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid<br />

van de leraar behoort en dus van hem wordt verwacht”. Grond 5 luidde: “(omdat<br />

de gekozen taak) <strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen<br />

zou moeten betekenen”.<br />

De verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij naar bepaalde gronden verwijzen blijken tussen<br />

de beide groepen respondenten over alle 21 keuzeparen samen gezien niet heel groot<br />

en blijken statistisch niet significant.<br />

71


Tabel 13: Meest gekozen taken b<strong>in</strong>nen keuzeparen en gemiddelde percentages van gekozen<br />

gronden bij de stakeholders<br />

Keuze<br />

paar<br />

72<br />

Nr.<br />

1 e taak<br />

Nr.<br />

2 e taak<br />

Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />

K1 2 17 .78 .11 .39 .33 .33<br />

K2 8 9 .28 .17 .56 .50 .22<br />

K3 11 15 .33 .06 .50 .61 .06<br />

K4 8 17 .39 .06 .56 .44 .22<br />

K5 11 2 .50 .06 .39 .67 .22<br />

K6 2 3 .22 .28 .39 .44 .28<br />

K7 17 9 .61 .17 .33 .17 .39<br />

K8 15 9 .39 .17 .33 .50 .28<br />

K9 3 8 .33 .28 .28 .44 .28<br />

K10 17 15 .33 .17 .44 .33 .22<br />

K11 3 11 .22 .28 .56 .39 .22<br />

K12 9 3 .33 .28 .50 .28 .33<br />

K13 8 15 .50 .11 .44 .72 .17<br />

K14 9 11 .44 .06 .44 .67 .11<br />

K15 8 2 .22 .17 .44 .39 .28<br />

K16 2 15 .39 .17 .44 .56 .17<br />

K17 17 3 .44 .28 .50 .22 .22<br />

K18 2 9 .17 .00 .50 .39 .33<br />

K19 11 17 .44 .17 .50 .33 .22<br />

K20 15 3 .33 .33 .44 .50 .17<br />

K21 11 8 .22 .28 .56 .39 .11<br />

Totaal - - .38 .17 .45 .44 .23<br />

NB: Bij de keuzeparen k2, k9, k17 en k21 werden de beide taken gemiddeld precies even<br />

vaak gekozen (.50) en dus gemiddeld even belangrijk gevonden


Tabel 14: Meest gekozen taken b<strong>in</strong>nen keuzeparen en gemiddelde percentages van gekozen<br />

gronden bij de schoolleiders, teamleiders en docenten<br />

Keuze<br />

paar<br />

Nr.<br />

1 e taak<br />

Nr.<br />

2 e taak<br />

Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />

K1 2 17 .51 .18 .59 .31 .33<br />

K2 8 9 .44 .18 .38 .33 .18<br />

K3 11 15 .36 .10 .36 .49 .13<br />

K4 8 17 .44 .15 .49 .26 .10<br />

K5 11 2 .28 .10 .49 .46 .15<br />

K6 2 3 .31 .28 .54 .36 .23<br />

K7 17 9 .62 .18 .49 .31 .28<br />

K8 15 9 .41 .26 .59 .38 .08<br />

K9 3 8 .33 .28 .41 .26 .18<br />

K10 17 15 .46 .23 .62 .36 .08<br />

K11 3 11 .18 .41 .44 .46 .21<br />

K12 9 3 .23 .33 .33 .36 .15<br />

K13 8 15 .41 .23 .62 .28 .15<br />

K14 9 11 .31 .18 .46 .44 .03<br />

K15 8 2 .31 .23 .46 .38 .13<br />

K16 2 15 .36 .26 .56 .26 .21<br />

K17 17 3 .38 .28 .44 .31 .15<br />

K18 2 9 .23 .10 .54 .36 .15<br />

K19 11 17 .44 .21 .49 .44 .10<br />

K20 15 3 .31 .26 .49 .36 .18<br />

K21 11 8 .26 .18 .44 .46 .05<br />

Subtot. - - .36 .22 .49 .36 .15<br />

K22 16 8 .36 .15 .46 .38 .08<br />

K23 3 16 .26 .38 .51 .36 .23<br />

K24 15 16 .46 .18 .49 .33 .21<br />

K25 9 16 .28 .28 .38 .33 .28<br />

K26 16 17 .41 .33 .46 .36 .23<br />

K27 16 11 .23 .15 .51 .51 .10<br />

K28 16 2 .21 .10 .54 .33 .28<br />

Totaal - - .35 .22 .48 .37 .17<br />

73


De verschillen tussen stakeholders en overige respondenten per keuzepaar<br />

Er zijn wel duidelijke verschillen <strong>in</strong> gekozen gronden per keuzepaar tussen de groepen<br />

respondenten.<br />

Bij de stakeholders is relatief vaak (11 van de 21 keer) grond 3 de meest gekozen<br />

grond. Deze stelt dat de gekozen taak “volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een<br />

essentiële taak is van een leraar op deze school”. Bij 9 keuzeparen hebben de stakeholders<br />

grond 4 <strong>het</strong> meest gekozen. Deze stelt dat de gekozen taak “<strong>in</strong> de visie van<br />

deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus van hem wordt<br />

verwacht”.<br />

De schoolleiders, teamleiders en docenten hebben bij 16 van deze 21 keuzeparen<br />

gekozen voor grond 3: “volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is<br />

van een leraar op deze school”. Bij slechts 3 keuzeparen kozen ze voor grond 4 (“<strong>in</strong><br />

de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus<br />

van hem wordt verwacht”; dit betreft de keuzeparen 3, 11 en 21), bij 2 keuzeparen<br />

grond 1 (“<strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />

wat daarover bekend is”; dit betreft de keuzeparen 2 en 7), en bij 1 keuzepaar<br />

grond 2 (“ ïn de praktijk <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />

aan te besteden”; dit betreft keuzepaar 12).<br />

De schoolleiders, teamleiders en docenten hebben dus vaak grond 3 gekozen. Het is<br />

daarom mogelijk <strong>in</strong>teressant kort specifiek <strong>in</strong> te gaan op de keuzeparen waarbij ze<br />

een andere grond hebben gekozen.<br />

Bij de paren waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 4 (gerelateerd aan de visie van<br />

de school) (de paren 3, 11 en 21) vonden ze taak 15 (ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces)<br />

gemiddeld belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken en daarbij ondersteunen),<br />

taak 3 (geven van les) belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken en daarbij<br />

ondersteunen) en taak 8 (vaardigheden aanleren) belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken<br />

en daarbij ondersteunen). Mogelijk neemt <strong>het</strong> samenwerken tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> de visie van de scholen niet zo’n centrale plaats <strong>in</strong>.<br />

Bij de paren waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 1 (gerelateerd aan dat wat bekend<br />

is over leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen) (de paren 8 en 17) vonden ze<br />

taak 8 (vaardigheden aanleren) belangrijker dan taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) en<br />

ook taak 17 (geven van feedback) belangrijker dan taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen).<br />

Mogelijk zijn vaardigheden en feedback voor de respondenten meer gerelateerd aan<br />

kennis over leren en ontwikkel<strong>in</strong>g dan <strong>in</strong>spelen op verschillen.<br />

Bij <strong>het</strong> paar waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 2 (gerelateerd aan wat <strong>in</strong> de<br />

praktijk de belangrijkste taak is) (keuzepaar 12) vonden ze taak 3 (geven van les,<br />

uitleg en <strong>in</strong>structie) belangrijker dan taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Dit<br />

behoeft we<strong>in</strong>ig uitleg.<br />

74


7.3.3 Overeenkomsten en verschillen tussen scholen<br />

In de tabellen 15 en 16 wordt een overzicht gegeven van de percentages waarmee de<br />

vijf aangeboden gronden zijn gekozen per school, bij de stakeholders (tabel 15) en<br />

de schoolleiders, teamleiders en docenten (tabel 16). Per regel zijn de percentages<br />

die <strong>het</strong> hoogste zijn en/of tenm<strong>in</strong>ste 50% zijn, vet gezet.<br />

Tabel 15: Percentages en standaarddeviaties van gekozen gronden bij de stakeholders per<br />

school<br />

Over 21 keuzeparen Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />

School A S G 0.29 0.26 0.33 0.06* 0.32<br />

St.dev. 0.31 0.30 0.37 0.07 0.33<br />

School B S G 0.48 0.16 0.56 0.67* 0.27<br />

St.dev. 0.34 0.17 0.28 0.27 0.33<br />

School C S G 0.30 0.04 0.45 0.39* 0.07<br />

St.dev. 0.16 0.46 0.40 0.41 0.09<br />

School D S G 0.38 0.24 0.42 0.54* 0.28<br />

St.dev. 0.20 0.15 0.35 0.27 0.20<br />

De mate waar<strong>in</strong> de stakeholders de diverse gronden hebben aangekruist, verschilt<br />

tussen de scholen, vooral bij grond 4, waarbij de stakeholders bij de scholen B en D<br />

deze grond duidelijk vaker aankruisten dan die bij school C en vooral school A. Deze<br />

verschillen bij grond 4 zijn statistisch significant (F (3,14) = 3,93 bij p< 0.05). De<br />

stakeholders bij de scholen B en D refereerden vrij vaak aan de visie van de school,<br />

de stakeholders bij school A deden dat amper.<br />

Tabel 16: Percentages en standaarddeviaties van gekozen gronden bij de schoolleiders, teamleiders<br />

en docenten per school<br />

Over 21 keuzeparen Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />

School A D G 0.27 0.25 0.46 0.26 0.14<br />

St.dev. 0.23 0.26 0.31 0.22 0.22<br />

School B D G 0.40 0.24 0.44 0.37 0.10<br />

St.dev. 0.36 0.19 0.34 0.37 0.10<br />

School C D G 0.34 0.11 0.46 0.36 0.19<br />

St.dev. 0.18 0.08 0.22 0.18 0.21<br />

School D D G 0.37 0.28 0.55 0.43 0.21<br />

St.dev. 0.31 0.27 0.35 0.32 0.16<br />

75


Uit tabel 16 blijkt dat op alle scholen door de schoolleiders, teamleiders en docenten<br />

grond 4 <strong>het</strong> meest wordt gebruikt om de gemaakte keuze van de belangrijkste taak<br />

per keuzepaar te funderen. De percentages per grond verschillen niet significant tussen<br />

de scholen.<br />

Aanvullend is nagegaan <strong>in</strong> hoeverre b<strong>in</strong>nen de scholen de antwoorden van de drie<br />

bevraagde groepen (schoolleiders, teamleiders, docenten) van elkaar verschillen.<br />

Deze verschillen bleken nergens significant, en worden hier niet gerapporteerd.<br />

In de groep stakeholders is bij de helft van de keuzeparen gebruik gemaakt van de<br />

mogelijkheid een zelf geformuleerde grond toe te voegen. De gegeven antwoorden<br />

hebben vooral betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> feit dat de ene taak als voorwaarde wordt gezien<br />

voor de andere of dat men een bepaalde taak als een kerntaak van een docent ziet.<br />

Van de schoolleiders, teamleiders en docenten heeft 30 % (N=12) eenmaal of vaker<br />

gebruik gemaakt van de mogelijkheid een eigen antwoord toe te voegen. Dit gebeurde<br />

bij 12 % van de <strong>in</strong> totaal 1092 gemaakte keuzes, en vaak terwijl ook een of<br />

meer aangeboden gronden waren aangekruist, dus als aanvullende grond. De betreffende<br />

antwoorden hielden <strong>in</strong> dat de als belangrijkste gekozen taak een voorwaarde is<br />

voor of een onderdeel is van de andere taak <strong>in</strong> <strong>het</strong> paar, of dat je als je aan de ene<br />

(gekozen) taak werkt ook aan de andere taak werkt, of dat de keuze een persoonlijke<br />

uitdag<strong>in</strong>g vormt.<br />

7.4 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

In dit hoofdstuk is eerst gekeken naar de motieven voor de keuze van bepaalde taken<br />

als de belangrijkste (paragraaf 7.1). Deze motieven bleken enerzijds gebaseerd op de<br />

taken zelf, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat bepaalde taken als voorwaardelijk worden gezien (vooral de<br />

taken ‘zorgen voor een goed leerklimaat’ en ‘leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren’) of<br />

dat bepaalde taken andere taken omvatten (‘zorgen voor een goed leerklimaat’ en<br />

‘leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces’). Anderzijds motiveerde een aantal van<br />

de respondenten hun keuzes op hun eigen opvatt<strong>in</strong>gen of refereerden zij aan <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />

van de school (dit laatste gebeurde m<strong>in</strong>der vaak).<br />

Bij de vraag waarom een docent de betreffende taken moet uitvoeren, werd vooral<br />

verwezen naar <strong>het</strong> belang van <strong>het</strong> creëren van voorwaarden voor leren en van <strong>het</strong><br />

stimuleren van specifieke leerdoelen.<br />

De gronden waarop men de gemaakte keuzes baseert, zijn vooral terug te voeren op<br />

de eigen ervar<strong>in</strong>g en m<strong>in</strong>der op gesprekken met anderen of op bepaalde theorieën en<br />

vakliteratuur.<br />

76


Op de vraag naar de standaard (<strong>in</strong> welke mate een docent deze taken moet doen)<br />

benadrukken schoolleiders en teamleiders vooral dat docenten achter de waarden<br />

van de school moeten staan en bereid moeten zijn zich verder te ontwikkelen. Een<br />

aantal van hen v<strong>in</strong>dt dat docenten een breed repertoire moeten hebben, anderen v<strong>in</strong>den<br />

dat ze een bepaald gewenst niveau van handelen moeten beheersen. Een deel<br />

van de respondenten relateert de standaard aan <strong>het</strong> behalen van leerresultaten, <strong>het</strong><br />

stimuleren van bepaalde denkactiviteiten of <strong>het</strong> nastreven van positieve reacties bij<br />

leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Bij de uitvoer<strong>in</strong>g van de gewenste taken zien docenten zich soms voor dilemma’s<br />

gesteld. Enerzijds betreffen deze <strong>het</strong> ontbreken van goede voorwaarden (gebrek aan<br />

tijd, te grote klassen, veel zorgleerl<strong>in</strong>gen), anderzijds gaat <strong>het</strong> soms om elkaar beconcurrerende<br />

leerdoelen (aandacht voor vakkennis versus vaardigheden; bieden van<br />

vrijheid versus voorkomen van vrijblijvendheid; eisen stellen versus motiveren en<br />

<strong>in</strong>teresse wekken; <strong>in</strong>spelen op verschillen versus nadruk op samenwerk<strong>in</strong>g).<br />

Docenten kiezen <strong>in</strong> antwoord hierop voor verschillende oploss<strong>in</strong>gen, zoals extra tijd<br />

<strong>in</strong>vesteren, de gewenste aanpak aanpassen, keuzes maken en prioriteiten stellen, en<br />

de nadruk leggen op bepaalde typen leerdoelen.<br />

Driekwart van de respondenten geeft aan dat de gegeven antwoorden samenhangen<br />

met <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd. Zij geven vooral aan dat <strong>het</strong> takenpakket van de<br />

docent is veranderd en dat de leerl<strong>in</strong>gen van nu anders zijn dan de leerl<strong>in</strong>gen van<br />

vroeger. Daarnaast heeft de school meer opvoed<strong>in</strong>gstaken gekregen en stelt de samenlev<strong>in</strong>g<br />

andere eisen aan toekomstige werknemers.<br />

In paragraaf 7.2 is verslag gedaan van de opdracht “paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen”.<br />

Het g<strong>in</strong>g hierbij om <strong>het</strong> maken van keuzes bij paarsgewijs aangeboden taken met<br />

steeds per paar de vraag welke taak de belangrijkste is.<br />

De antwoorden bleken te kunnen worden gevisualiseerd op twee dimensies, met <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> midden de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden<br />

aanleren). Deze komen overeen met traditionele basistaken van een docent.<br />

De ene dimensie die vervolgens kan worden onderscheiden, kan worden gezien als<br />

een vorm<strong>in</strong>gsdimensie, waarbij de respondenten zich meer kunnen richten op <strong>het</strong><br />

bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (<strong>het</strong> <strong>in</strong>dividuele) of op <strong>het</strong><br />

laten en leren samenwerken (<strong>het</strong> sociale). Mogelijk beschouwt men deze vorm<strong>in</strong>gsaspecten<br />

enigsz<strong>in</strong>s als tegenpolen van elkaar.<br />

Op de andere dimensie v<strong>in</strong>den we enerzijds <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces en<br />

anderzijds <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen. Mogelijk worden taken<br />

bij <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces primair gerelateerd aan de leer<strong>in</strong>houden en<br />

niet direct <strong>in</strong> verband gebracht met <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />

77


De verschillen tussen de schoolleiders, teamleiders en docenten enerzijds en stakeholders<br />

anderzijds (bij 7 taken, aangeboden <strong>in</strong> 21 verschillende paren) zijn beperkt.<br />

Dit geldt ook voor de verschillen bij schoolleiders, teamleiders en docenten tussen<br />

<strong>het</strong> aanbieden van 7 taken (<strong>in</strong> 21 comb<strong>in</strong>aties) of van 8 taken (<strong>in</strong> 28 comb<strong>in</strong>aties).<br />

Ook hierbij blijven de twee onderscheiden dimensies duidelijk zichtbaar.<br />

De uitkomsten verschillen wel duidelijk tussen de vier scholen. Dit geldt zowel voor<br />

de ligg<strong>in</strong>g van de taken op de twee dimensies als voor de afstanden tussen de taken<br />

als voor de cluster<strong>in</strong>g van taken. De uitkomsten tonen per school een eigen profiel.<br />

In paragraaf 7.3 is verslag gedaan van de gronden die men heeft aangegeven voor de<br />

gemaakte keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen. Bij elk paar taken is niet alleen<br />

gevraagd aan te geven welke daarvan de belangrijkste is, maar ook waarom. Bij deze<br />

laatste vraag zijn steeds dezelfde vijf antwoordmogelijkheden aangeboden.<br />

Ook hierbij is een vergelijk<strong>in</strong>g gemaakt tussen de uitkomsten bij de stakeholders en<br />

die bij de schoolleiders, teamleiders en docenten. De mate waar<strong>in</strong> de verschillende<br />

gronden werden aangekruist, verschilde niet duidelijk tussen beide groepen. In beide<br />

groepen werd <strong>het</strong> vaakst aangegeven dat de gemaakte keuze voor de belangrijkste<br />

taak was gebaseerd op <strong>het</strong> feit dat de gekozen taak naar hun persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g<br />

een essentiële taak is van een leraar op de betreffende school.<br />

Er zijn wel duidelijke verschillen tussen beide groepen als wordt gekeken naar de<br />

meest gekozen grond per keuzepaar (<strong>in</strong> plaats van over alle 21 keuzeparen samen).<br />

De stakeholders hebben zo bezien vaker gekozen voor grond 4 dan de schoolleiders,<br />

teamleiders en docenten. Grond 4 houdt <strong>in</strong> dat de betreffende taak is gekozen als<br />

belangrijkste omdat deze <strong>in</strong> de visie van de school tot de verantwoordelijkheid van<br />

de leraar behoort en dus van hem of haar wordt verwacht. De stakeholders verwezen<br />

dus vaker naar de visie van de school dan de schoolleiders, teamleiders en docenten.<br />

De stakeholders van de vier scholen verschillen ook onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij<br />

hebben gekozen voor bepaalde gronden. Bij grond 4 (gerelateerd aan de visie van de<br />

school) is daarbij <strong>het</strong> verschil tussen de scholen <strong>het</strong> grootst. Mogelijk betekent dit<br />

dat de visie van de school bij de ene school voor externe stakeholders duidelijker is<br />

of meer leeft dan bij de andere.<br />

78


8 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Aanleid<strong>in</strong>g en vraagstell<strong>in</strong>g<br />

Een tiental schoolleiders van scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> die werken aan <strong>het</strong><br />

realiseren van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept heeft een onderzoek aangevraagd<br />

naar <strong>het</strong> op hun scholen gewenste pedagogisch-didactisch handelen van docenten.<br />

Zij willen hun keuzes op dit vlak beter kunnen funderen en verantwoorden. Uit een<br />

eerder onderzoek op hun scholen bleek dat de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>het</strong> handelen<br />

van docenten op hun scholen slechts gedeeltelijk op elkaar aansluiten en dat beide<br />

niet heel duidelijk aansluiten bij huidige wetenschappelijke kennis en <strong>in</strong>zichten over<br />

leren en leeromgev<strong>in</strong>gen.<br />

Het onderzoek waarvan hier verslag wordt gedaan, is gericht op de volgende vragen:<br />

- welk profiel van pedagogisch-didactisch handelen van docenten wordt door de<br />

betrokkenen op deze scholen wenselijk gevonden, en op grond waarvan?<br />

- <strong>in</strong> hoeverre passen dit profiel en de daarvoor genoemde gronden bij de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

van de scholen en de opvatt<strong>in</strong>gen van externe stakeholders?<br />

- <strong>in</strong> hoeverre sluit een en ander aan bij landelijk beleid met betrekk<strong>in</strong>g tot vernieuw<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> en <strong>het</strong> op basis daarvan gewenst <strong>docenthandelen</strong>?<br />

- <strong>in</strong> hoeverre sluit een en ander aan bij wetenschappelijke kennis over <strong>onderwijs</strong> dat<br />

bijdraagt aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen?<br />

Onderzoeksopzet<br />

Om deze vragen te beantwoorden zijn vier bronnen geraadpleegd: wetenschappelijke<br />

literatuur, landelijke beleidsdocumenten, de <strong>onderwijs</strong>concepten van vier scholen,<br />

en de schoolleiders en teamleiders en een aantal docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders<br />

van deze scholen. Deze betrokkenen zijn mondel<strong>in</strong>g en schriftelijk bevraagd over de<br />

taken die docenten op deze scholen vooral zouden moeten vervullen. Hun antwoorden<br />

zijn vergeleken met de aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> de bestudeerde<br />

literatuur, beleidsdocumenten en <strong>onderwijs</strong>concepten. De genoemde respondenten<br />

zijn aanvullend bevraagd op hun achterliggende opvatt<strong>in</strong>gen en de gronden<br />

waarop zij hun keuzes baseren.<br />

79


Aanwijz<strong>in</strong>gen per bron<br />

Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat van docenten handelen wordt verwacht<br />

op drie te onderscheiden niveaus: creëren van een goede leeromgev<strong>in</strong>g, vervullen<br />

van een aantal pedagogisch-didactische taken, en tijdens <strong>in</strong>teracties met leerl<strong>in</strong>gen<br />

een gedifferentieerd gespreksrepertoire hanteren (vragen stellen, h<strong>in</strong>ts geven, etc.).<br />

Aanwijz<strong>in</strong>gen voor wenselijke kenmerken van de leeromgev<strong>in</strong>g en de te vervullen<br />

taken zijn vooral te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> theorie en onderzoek <strong>in</strong> de cognitieve psychologie.<br />

Centraal staat <strong>het</strong> bevorderen van cognitieve en metacognitieve denkprocessen, gericht<br />

op analyseren, redeneren en problemen oplossen b<strong>in</strong>nen een bepaald dome<strong>in</strong><br />

van kennis en vaardigheid. De gewenste taken zijn <strong>het</strong> duidelijkste beschreven <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

cognitive apprenticeship model: uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van<br />

discussie, laten oefenen en daarbij ondersteunen, op maat hulp bieden en feedback<br />

geven, en beoordelen aan een standaard, leerl<strong>in</strong>gen denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen<br />

laten articuleren en hen daarop laten reflecteren, en hen aanmoedigen tot verdere<br />

exploratie. Docenten coachen met dit repertoire van handelen hun leerl<strong>in</strong>gen naar<br />

steeds meer zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>, mede op<br />

basis van de kennis die zij (de leerl<strong>in</strong>gen) <strong>in</strong> dat dome<strong>in</strong> ontwikkelen.<br />

Aanvullend blijft vanuit de behavioristische traditie goed klassenmanagement van<br />

belang en <strong>het</strong> gestructureerd aanbieden van <strong>in</strong>formatie en laten oefenen en automatiseren<br />

van vaardigheden, en wordt vanuit (sociaal-)constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen de<br />

waarde benadrukt van sociale <strong>in</strong>teracties tussen leerl<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>g (samenwerkend<br />

leren) en van werken aan betekenisvolle taken (geplaatst <strong>in</strong> een herkenbare context).<br />

Ook is aandacht wenselijk van docenten voor affectief-motivationele aspecten.<br />

Deze uit de wetenschappelijke literatuur voortkomende pr<strong>in</strong>cipes zijn geen vaste<br />

procedures die docenten kunnen volgen, maar pr<strong>in</strong>cipes die zij, vanuit een goed begrip<br />

ervan, flexibel, op maat en <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge samenhang kunnen toepassen.<br />

Een eerdere onderzoekstraditie, gericht op wenselijke persoonlijke kenmerken van<br />

docenten, leidde tot de conclusie dat docenten deskundig, duidelijk, enthousiast,<br />

flexibel en taakgericht moeten zijn en hoge verwacht<strong>in</strong>gen moeten hebben van de<br />

leerl<strong>in</strong>gen en van zichzelf. Deze kenmerken hebben kennelijk hun geldigheid nog<br />

niet verloren want ze werden ook <strong>in</strong> dit onderzoek door de leerl<strong>in</strong>gen genoemd.<br />

Momenteel worden hieraan als gewenste kenmerken toegevoegd dat docenten adaptief<br />

moeten kunnen werken vanuit een professioneel denkkader, waar<strong>in</strong> <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />

wat leerl<strong>in</strong>gen moeten leren, hoe zij dat kunnen leren, welke leeromgev<strong>in</strong>g en welk<br />

<strong>docenthandelen</strong> daaraan kunnen bijdragen, en hoe kan worden vastgesteld wat er is<br />

en wordt geleerd, <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge samenhang worden <strong>in</strong>gezet.<br />

80


In beleidsgerichte publicaties wordt meer aandacht besteed aan wat leraren zouden<br />

moeten weten en kunnen dan aan hoe ze zouden moeten handelen. Traditioneel verwacht<br />

men van docenten vakkennis en pedagogisch-didactische bekwaamheden.<br />

Tegenwoordig worden ook bekwaamheden verwacht voor samenwerken en verdere<br />

professionele ontwikkel<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong> toenemende mate ook voor doen van onderzoek.<br />

Vaak wordt opgemerkt dat bij een goede leraar de leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren.<br />

De meest uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>g van daartoe gewenste pedagogisch-didactische<br />

bekwaamheden is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBL-competenties. Deze worden <strong>in</strong> ruime mate<br />

gedekt door de (22) taken <strong>in</strong> een <strong>in</strong>strument dat <strong>in</strong> een eerder onderzoek op verzoek<br />

van een aantal vernieuwende scholen is ontwikkeld (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008) en die <strong>in</strong><br />

dit onderzoek ook zijn gebruikt bij de gegevensverzamel<strong>in</strong>g.<br />

Verder wordt verwacht dat een leraar beschikt over een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire<br />

waaruit hij <strong>in</strong> elke specifieke situatie een adequate keuze maakt. Er is een trend om<br />

te verwachten dat de leraar zich daarbij mede baseert op kennis uit onderzoek.<br />

In antwoord op verander<strong>in</strong>gen en problemen werken scholen aan vormen van<br />

“nieuw leren”: ontwikkel<strong>in</strong>g van meer zelfstandig leren, aanbieden van betekenisvolle<br />

contexten en opdrachten (<strong>in</strong> leergebieden), en samenwerk<strong>in</strong>g door leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Deze vernieuw<strong>in</strong>gen kunnen bijdragen aan leren maar goede begeleid<strong>in</strong>g door een<br />

docent blijft daarbij wel nodig.<br />

Momenteel wordt ook meer aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> signaleren en begeleiden<br />

van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen. Hoe dit zich verhoudt tot de<br />

hiervoor genoemde vernieuw<strong>in</strong>gen is nog niet uitgekristalliseerd.<br />

In de <strong>onderwijs</strong>concepten van de vier scholen staat een aantal docenttaken centraal.<br />

Belangrijk is dat docenten zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke<br />

vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen. Zij moeten <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie geven, die aansluit<br />

bij <strong>het</strong> niveau van verschillende (groepen) leerl<strong>in</strong>gen. Ze moeten leerl<strong>in</strong>gen<br />

activeren en stimuleren en daarbij <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen en leerl<strong>in</strong>gen<br />

keuzes bieden. Zij moeten <strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen volgen en (liefst zoveel<br />

mogelijk op maat) leerl<strong>in</strong>gen begeleiden en coachen bij <strong>het</strong> zelfstandig werken<br />

en <strong>het</strong> samenwerken. Zij moeten leerl<strong>in</strong>gen feedback geven en de dialoog aangaan<br />

met leerl<strong>in</strong>gen. Docenten moeten ook zelf bereid zijn tot reflecteren en tot <strong>het</strong> ontvangen<br />

van feedback. Ze moeten zich blijven ontwikkelen en samenwerken.<br />

Dat wat de leerl<strong>in</strong>gen op de scholen noemen als wenselijke kenmerken van docenten<br />

past goed bij de <strong>onderwijs</strong>concepten en heeft vooral betrekk<strong>in</strong>g op drie taakgebieden<br />

van docenten: <strong>het</strong> leerklimaat, <strong>het</strong> lesgeven, en de onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g.<br />

81


De schoolleiders, teamleiders en docenten op de vier scholen v<strong>in</strong>den als groep de<br />

volgende zeven taken van docenten (uit de 22 taken die werden voorgelegd) de belangrijkste:<br />

zorgen voor een goed leerklimaat; geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie;<br />

leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren; leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun<br />

leerproces; geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen; bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

van leerl<strong>in</strong>gen; werken aan eigen verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />

Vergelijk<strong>in</strong>g tussen de bronnen<br />

De uitspraken over gewenst handelen van docenten die uit deze vier bronnen zijn<br />

verkregen, vertonen zowel overeenkomsten als verschillen. De set van 22 taken die<br />

eerder is opgesteld en nu is gebruikt bij de bevrag<strong>in</strong>g van betrokkenen, kan dienen<br />

als kader voor de vergelijk<strong>in</strong>g, omdat die set <strong>het</strong> dome<strong>in</strong> van pedagogisch-didactisch<br />

handelen breed dekt.<br />

In de bestudeerde wetenschappelijke literatuur ontbreekt de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

van de leerl<strong>in</strong>gen; de betreffende literatuur is gericht op cognitieve leerprocessen en<br />

niet op pedagogische doelen. Ze besteedt wel ook aandacht, meer dan de andere<br />

bronnen, aan gewenst handelen ‘op microniveau’, <strong>in</strong> allerlei op leren gerichte gesprekjes<br />

met leerl<strong>in</strong>gen (tijdens <strong>het</strong> coachen). De reeks taken van docenten <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

cognitive apprenticeship model is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de set van 22 taken.<br />

In de beleidsgerichte documenten zijn <strong>het</strong> vooral de SBL-competenties die een breed<br />

scala aan pedagogisch-didactisch handelen beschrijven. De <strong>in</strong> de wetenschappelijke<br />

literatuur genoemde taken (zie hierboven) komen daar<strong>in</strong> m<strong>in</strong> of meer allemaal terug.<br />

Aanvullend op de bestudeerde wetenschappelijke literatuur wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleid speciale<br />

aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> doen van onderzoek door docenten, en voor <strong>het</strong><br />

signaleren en begeleiden van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen.<br />

In de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen wordt eveneens een breed pallet van taken<br />

beschreven. Daar<strong>in</strong> lijkt een zeker accent te liggen op pedagogische doelen en op <strong>het</strong><br />

zoveel mogelijk aansluiten bij de leerl<strong>in</strong>gen. In de wetenschappelijke literatuur<br />

(cognitive apprenticeship) en de SBL-competenties (organisatorisch, <strong>in</strong>terpersoonlijk,<br />

pedagogisch, didactisch) lijkt sprake te zijn van een organiserend pr<strong>in</strong>cipe of<br />

richt<strong>in</strong>ggevend kader. Dit komt <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten m<strong>in</strong>der duidelijk naar voren.<br />

(De orden<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> dit rapport is gebruikt om de <strong>in</strong>houden van de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

van de scholen te beschrijven, is door de onderzoekers aangebracht).<br />

De bevraagde schoolleiders, teamleiders en docenten hebben uit 22 aangeboden taken<br />

maximaal 7 taken gekozen die zij de belangrijkste v<strong>in</strong>den. De uitkomsten zijn<br />

door deze gedwongen keuze niet direct vergelijkbaar met de opbrengsten van de<br />

andere drie bronnen, maar laten wel iets van hun prioriteiten zien. Deze betreffen de<br />

meer traditioneel te noemen taken op <strong>het</strong> vlak leerklimaat, persoonlijke vorm<strong>in</strong>g,<br />

82


lesgeven, stimuleren, en ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces, naast geven van feedback<br />

en werken aan verdere eigen professionele ontwikkel<strong>in</strong>g. (Het geven van feedback is<br />

mogelijk op de voorgrond komen te staan door de deelname van de scholen aan een<br />

voorafgaand onderzoek dat op <strong>het</strong> geven van feedback was gericht). Taken die te<br />

maken hebben met nieuwere opvatt<strong>in</strong>gen, zoals betekenisvolle contexten en opdrachten,<br />

samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen en leerl<strong>in</strong>gen zelf keuzes laten maken,<br />

komen <strong>in</strong> de aangebrachte prioriteiten m<strong>in</strong>der naar voren, evenals <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op<br />

verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en <strong>het</strong> beoordelen.<br />

Opvatt<strong>in</strong>gen, motieven en argumenten van de betrokkenen<br />

Tot zover de vier bronnen over gewenst handelen van docenten. De betrokkenen op<br />

de scholen zijn ook bevraagd op achterliggende <strong>in</strong>zichten en motieven.<br />

De gronden waarop men zich baseert, blijkens de antwoorden op een open vraag, bij<br />

de keuzes van “de belangrijkste taken” van een docent op de betreffende school (<strong>in</strong><br />

hoofdstuk 6 aangeduid met “opdracht A”), zijn vooral terug te voeren op de eigen<br />

ervar<strong>in</strong>g en opvatt<strong>in</strong>gen, en m<strong>in</strong>der op gesprekken met anderen, bepaalde theorieën<br />

en vakliteratuur, of <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school. Veel respondenten geven<br />

aan dat de gegeven antwoorden samenhangen met <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd, waar<strong>in</strong><br />

volgens hen <strong>het</strong> takenpakket van de docent is veranderd en de leerl<strong>in</strong>gen anders<br />

zijn dan de leerl<strong>in</strong>gen van vroeger, de school meer opvoed<strong>in</strong>gstaken heeft gekregen<br />

en de voorbereid<strong>in</strong>g van de leerl<strong>in</strong>gen op de samenlev<strong>in</strong>g andere leerdoelen met zich<br />

meebrengt (zoals meer zelfstandigheid en <strong>het</strong> vermogen tot samenwerken en blijven<br />

leren).<br />

De grond die de respondenten, uit een aantal aangeboden mogelijke gronden,<br />

meestal hebben aangekruist voor elke keuze tussen steeds twee aangeboden taken (<strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> vorige hoofdstuk “opdracht B”) was dat de gekozen taak naar hun persoonlijke<br />

overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op de betreffende school. Over alle<br />

gemaakte keuzes samen, dus over alle aangeboden paren van steeds twee verschillende<br />

taken van docenten, waren hierbij geen duidelijke verschillen tussen de<br />

schoolleiders, teamleiders en docenten van de vier scholen enerzijds en de stakeholders<br />

rond deze scholen anderzijds. Per keuzepaar bezien kwam wel een duidelijk<br />

verschil naar voren. De stakeholders blijken dan vaker dan de schoolleiders, teamleiders<br />

en docenten te hebben gekozen voor de grond dat de gekozen taak <strong>in</strong> de visie<br />

van de school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus van hem of<br />

haar wordt verwacht. De externe stakeholders verwezen dus vaker naar de visie van<br />

de school dan de schoolleiders, teamleiders en docenten. Dit gebeurde echter niet bij<br />

elke school <strong>in</strong> dezelfde mate: de mate waar<strong>in</strong> de stakeholders naar de visie van de<br />

83


school verwezen, verschilde aanzienlijk tussen de vier scholen. Mogelijk betekent<br />

dit dat de visie van de school bij de ene school voor externe stakeholders duidelijker<br />

is of meer leeft dan bij de andere.<br />

De verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> beide taken van elk aangeboden paar door de respondenten<br />

werden gekozen als belangrijkste taak van de twee, bleken te kunnen<br />

worden gevisualiseerd op twee dimensies. Over alle scholen samen liggen daarbij de<br />

taken ‘geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie’ en ‘leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren’ <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> midden. Deze zou men kunnen zien als traditionele basistaken van een docent.<br />

Op de ene dimensie die vervolgens kan worden onderscheiden, ligt de taak ‘bijdragen<br />

aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen’ aan de ene kant en de taak ‘laten en<br />

leren samenwerken’ aan de andere. Mogelijk beschouwt men deze vorm<strong>in</strong>gsaspecten<br />

enigsz<strong>in</strong>s als elkaars tegenpolen (<strong>het</strong> <strong>in</strong>dividuele en <strong>het</strong> sociale). Op de andere<br />

dimensie staan enerzijds de taak ‘ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces’ en anderzijds de<br />

taak ‘<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen’. Mogelijk wordt <strong>het</strong> ondersteunen<br />

van <strong>het</strong> leerproces primair gerelateerd aan de leer<strong>in</strong>houden en niet direct <strong>in</strong> verband<br />

gebracht met <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />

Als de manier van afbeelden van de mate waar<strong>in</strong> de taken zijn gekozen wordt uitgevoerd<br />

per school, blijken de vier scholen m<strong>in</strong> of meer onderl<strong>in</strong>g te verschillen. Dit<br />

geldt zowel voor de ligg<strong>in</strong>g van de taken op de twee dimensies als voor de afstanden<br />

tussen de taken en voor de manier waarop clusters van taken zichtbaar worden. De<br />

uitkomsten tonen per school dus een eigen profiel.<br />

Conclusies<br />

Op basis van <strong>het</strong> voorafgaande kunnen we de antwoorden op de eerste vier gestelde<br />

onderzoeksvragen (zie hoofdstuk 1) als volgt samenvatten.<br />

De <strong>onderwijs</strong>concepten leven over <strong>het</strong> algemeen voor de betrokkenen b<strong>in</strong>nen de<br />

scholen niet heel sterk. Ze lijken meer te leven bij externe stakeholders, maar dit<br />

geldt voor de ene school veel meer dan voor de andere.<br />

De <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen omvattend worden genoemd: ze bestrijken een heel<br />

scala aan leerdoelen, leeromgev<strong>in</strong>gskenmerken en van docenten verwachte taken. Ze<br />

vertegenwoordigen daardoor meer een verzamel<strong>in</strong>g van (deels nogal verschillende)<br />

ambities dan een samenhangende richt<strong>in</strong>ggevende visie. Dit biedt mogelijk een verklar<strong>in</strong>g<br />

voor de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dat de te onderscheiden taken van docenten door de betrokkenen<br />

b<strong>in</strong>nen de scholen nogal verschillend blijken te kunnen worden gepercipieerd,<br />

geprioriteerd en geordend.<br />

84


De <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen <strong>in</strong> hun huidige vorm duidelijker worden verbonden<br />

met (nieuwe) pedagogisch en maatschappelijk gewenste doelen (zoals die mede<br />

doorkl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> beleidsdocumenten), dan met beschikbare wetenschappelijke kennis<br />

over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. Ook de gronden die betrokkenen aanvoeren voor gemaakte<br />

keuzes tussen taken, worden, mogelijk mede daardoor, we<strong>in</strong>ig verbonden<br />

met beschikbare kennis.<br />

De mogelijkheden om de <strong>onderwijs</strong>concepten te verb<strong>in</strong>den met wetenschappelijke<br />

<strong>in</strong>zichten en met landelijke beleidsdocumenten, worden op dit moment niet volledig<br />

benut. Meerdere pr<strong>in</strong>cipes of aanpakken, zoals leerl<strong>in</strong>gen betekenisvolle taken geven,<br />

leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken, en de zelfregulatie van leerl<strong>in</strong>gen bevorderen<br />

(<strong>het</strong>geen onder meer betekent dat ze eigen keuzes moeten kunnen maken), worden <strong>in</strong><br />

wetenschappelijke literatuur en/of beleidsdocumenten aanbevolen op drie gronden<br />

tegelijk. Ze kunnen <strong>het</strong> beoogde cognitieve leerproces ondersteunen, ze kunnen bijdragen<br />

aan de motivatie van leerl<strong>in</strong>gen, en ze vertegenwoordigen wenselijke leerdoelen<br />

op zich (bepaalde taken kunnen vervullen en problemen oplossen; kunnen<br />

samenwerken; <strong>het</strong> eigen handelen, denken en leren kunnen reguleren).<br />

Meer specifiek kan wetenschappelijke kennis over belangrijke aangrijp<strong>in</strong>gspunten<br />

voor <strong>docenthandelen</strong> wel degelijk worden verbonden met een aantal van de doelen<br />

en ambities <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten, zoals die met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> leerklimaat,<br />

de zelfregulatie, de rol van <strong>in</strong>teractie en samenwerk<strong>in</strong>g, werken met betekenisvolle<br />

taken en aandacht voor feedback en beoordel<strong>in</strong>g.<br />

De wetenschappelijke literatuur en de beleidsdocumenten geven, tot slot, enkele<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen voor belangrijke mogelijk aanvull<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten en<br />

voor de manier waarop <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>in</strong> <strong>het</strong> gewenste handelen van<br />

docenten prioriteiten kunnen worden gesteld. Deze wijzen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van:<br />

- meer systematische coach<strong>in</strong>g, op maat, over langere tijd, stap voor stap op weg<br />

naar meer zelfregulatie;<br />

- meer systematisch signaleren van en <strong>in</strong>spelen op problemen bij <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen;<br />

- meer expliciet kiezen en handelen op basis van beschikbare kennis en van onderzoek<br />

<strong>in</strong> de eigen <strong>onderwijs</strong>praktijk.<br />

Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

De vijfde onderzoeksvraag (zie hoofdstuk 1) luidde: op welke manier kunnen<br />

schoolleiders, teamleiders en docenten de opbrengsten uit dit onderzoek benutten bij<br />

de verdere vormgev<strong>in</strong>g van hun <strong>onderwijs</strong>? Op basis van dit onderzoek kunnen de<br />

volgende aanbevel<strong>in</strong>gen worden geformuleerd:<br />

85


- De <strong>onderwijs</strong>concepten lijken zich op drie van de vier scholen vooralsnog primair<br />

te oriënteren op pedagogische doelen en op (sociaal-)constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen<br />

over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. Aanvullend daarop verdient <strong>het</strong> aanbevel<strong>in</strong>g nadrukkelijker<br />

de beschikbare kennis uit de cognitieve psychologie er bij te betrekken. Voor<br />

<strong>het</strong> ontwikkelen van kennis en vaardigheden <strong>in</strong> de diverse vakgebieden zijn daar<strong>in</strong><br />

de duidelijkste aanwijz<strong>in</strong>gen voor <strong>in</strong>structie en begeleid<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den.<br />

- De <strong>onderwijs</strong>concepten hebben nog de vorm van een enigsz<strong>in</strong>s losse verzamel<strong>in</strong>g<br />

van vrij veel doelen, middelen en activiteiten. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g de onderdelen<br />

ervan meer nadrukkelijk met elkaar te verb<strong>in</strong>den en te doordenken tot een meer<br />

samenhangend en geïntegreerd geheel van uitgangspunten en taakstell<strong>in</strong>gen. De<br />

<strong>onderwijs</strong>visie van de school kan daardoor w<strong>in</strong>nen aan focus en zegg<strong>in</strong>gskracht en<br />

zo <strong>het</strong> handelen van docenten meer richt<strong>in</strong>g geven.<br />

- Veel betrokkenen <strong>in</strong> de scholen hebben bepaalde opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>het</strong> gewenste<br />

handelen van docenten, maar relateren dat niet primair aan <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van<br />

de school; ze maken persoonlijke, verschillende keuzes. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g<br />

om <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge dialoog tussen schoolleid<strong>in</strong>g en docenten <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept, als<br />

dat voldoende samenhangend en richt<strong>in</strong>ggevend is, en <strong>het</strong> gewenste handelen van<br />

docenten, meer systematisch met elkaar te verb<strong>in</strong>den. Dit kan bijdragen aan coherentie,<br />

realisme en doelgerichtheid.<br />

- In de dagelijkse <strong>onderwijs</strong>praktijk maken docenten allerlei keuzes <strong>in</strong> de manieren<br />

waarop ze hun taken <strong>in</strong>vullen en vormgeven en <strong>in</strong> de prioriteiten die ze stellen. Het<br />

verdient aanbevel<strong>in</strong>g om via uitwissel<strong>in</strong>g, discussie en overleg tussen docenten de<br />

dialoog voort te zetten over de betekenissen die docenten aan hun diverse taken geven<br />

en de plaats die deze <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> hun dagelijkse handelen. Dit kan bijdragen aan<br />

verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g door <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g en verrijk<strong>in</strong>g van denken,<br />

delen en samenwerken.<br />

- Veel docenten werken, als ze enige ervar<strong>in</strong>g hebben, voor een belangrijk deel op<br />

basis van ontwikkelde rout<strong>in</strong>es. Dat is begrijpelijk en z<strong>in</strong>vol. In een steeds meer veranderende<br />

omgev<strong>in</strong>g (en ook om zelf voldoende uitdag<strong>in</strong>g en motivatie te behouden<br />

en scherp te blijven) verdient <strong>het</strong> echter aanbevel<strong>in</strong>g om door middel van onderzoek<br />

en reflectie te blijven leren van ervar<strong>in</strong>gen, successen en tegenvallers en zo de eigen<br />

praktijk te blijven verbeteren. Juist wanneer wordt gewerkt b<strong>in</strong>nen een coherent en<br />

richt<strong>in</strong>ggevende visie aan daarop afgestemde en doordachte taken, is zulk leren en<br />

verbeteren op doelgerichte wijze mogelijk.<br />

86


Literatuur<br />

Bolhuis, S. (2003). Towards process-oriented reach<strong>in</strong>g for self-directed lifelong<br />

learn<strong>in</strong>g: a multidimensional perspective. Learn<strong>in</strong>g and Instruction 13, 327-347.<br />

Bosker, R.J., Creemers, B.P.M., & Str<strong>in</strong>gfield, S. (1999). Endur<strong>in</strong>g problems and<br />

chang<strong>in</strong>g conceptions. In: R. J. Bosker, B. P. M. Creemers, & S. Str<strong>in</strong>gfield.<br />

Enhanc<strong>in</strong>g educational excellence, equity and efficiency (pp. 1-9).<br />

Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Press.<br />

Bransford, J. , Derry, S. , Berl<strong>in</strong>er, D. , Hammerness, K. (2005). Theories of learn<strong>in</strong>g<br />

and their roles <strong>in</strong> teach<strong>in</strong>g. In: L. Darl<strong>in</strong>g-Hammond, J., Bransford, P.,<br />

LePage, K., Hammerness, & H. Duffy, (Eds. ), Prepar<strong>in</strong>g teachers for a chang<strong>in</strong>g<br />

world: what teachers should learn and be able to do (pp. 40-87). San Francisco:<br />

Jossey-Bass.<br />

Brekelmans, M., Sleegers, P., & Fraser, B. (2000). Teach<strong>in</strong>g for active learn<strong>in</strong>g. In:<br />

R.J. Simons, J. van der L<strong>in</strong>den, & T. Duffy (Eds.), New Learn<strong>in</strong>g (pp. 227-242).<br />

Dordrecht/Boston/ London: Kluwer Academic Publishers.<br />

Brown, A.L., & Campione, J.C. (1996). Psychological theory and the design of <strong>in</strong>novative<br />

learn<strong>in</strong>g environments: on procedures, pr<strong>in</strong>ciples, and systems. In: L.<br />

Schaeble & R. Glaser (Eds. ), Innovations <strong>in</strong> learn<strong>in</strong>g New environments for<br />

education (pp. 289-325). Mahwah: Lawrence Erlbaum.<br />

Brown, J.S., Coll<strong>in</strong>s, A., & Duguid, P. (1989). Situated cognition and the culture of<br />

learn<strong>in</strong>g. Educational Researcher 18 (1), 32-41.<br />

Busman, L., Kle<strong>in</strong>, T., & Oomen, C. (2006). Beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beeld. Innovatiemonitor_VO.<br />

Utrecht: Schoolmanagers_VO.<br />

Campbell, J., Kyriades, L., Muijs, D., & Rob<strong>in</strong>son, W. (2004). Assess<strong>in</strong>g teacher<br />

effectiveness. Develop<strong>in</strong>g a differentiated model. London/New York:<br />

RoutledgeFalmer.<br />

Coll<strong>in</strong>s, A, Brown, J.S, & Newman, S.E. (1989). Cognitive apprenticeship: Teach<strong>in</strong>g<br />

the Crafts of Read<strong>in</strong>g, Writ<strong>in</strong>g, and Mathematics. In Resnick, L.B. (Ed.),<br />

Know<strong>in</strong>g, learn<strong>in</strong>g and <strong>in</strong>struction (pp. 453-494). Hillsdale: Erlbaum.<br />

Commissie Leraren. (2007). Leerkracht! Advies van de Commissie Leraren. Den<br />

Haag: OC&W.<br />

Corte, E. de (2000). Marry<strong>in</strong>g theory build<strong>in</strong>g and the improvement of school practice:<br />

a permanent challenge for <strong>in</strong>structional psychology. Learn<strong>in</strong>g and Instruction<br />

10, 249-266.<br />

87


Doyle, W. (1986). Classroom organization and management. In: M.C. Wittrock<br />

(Ed.), Handbook of research on teach<strong>in</strong>g, third edition (pp. 392-431). New<br />

York: Simon & Schuster Macmillan.<br />

Driscoll, M.P. (2005). Psychology of learn<strong>in</strong>g for <strong>in</strong>struction. Boston etc.: Pearson<br />

Education.<br />

Duffy, T.M., & Cunn<strong>in</strong>gham, D.J. (1996). Constructivism: implications for the design<br />

and delivery of <strong>in</strong>struction. In: D. H. Jonassen (Ed.). Handbook of research<br />

for educational communications and technology (pp. 170-197). New York:<br />

Simon & Schuster MacMillan.<br />

Elshout-Mohr, M., Van Hout-Wolters, B., & Broekkamp, H. (1999). Mapp<strong>in</strong>g situations<br />

<strong>in</strong> classroom and research: eight types of <strong>in</strong>structional-learn<strong>in</strong>g episodes.<br />

Learn<strong>in</strong>g and Instruction 9, 57-75.<br />

Fox, D. (1983). Personal theories of teach<strong>in</strong>g. Studies <strong>in</strong> Higher Education 8 (2),<br />

151-163.<br />

Frederiksen, J.R., & White, B.Y. (1997). Cognitive facilitation: a method for promot<strong>in</strong>g<br />

reflective collaboration. Proceed<strong>in</strong>gs December 1997, 53-62. CSCL ’97<br />

Gennip, H. van, Vrieze, G. (2008). Wat is de ideale leraar? Studie naar vakkennis,<br />

<strong>in</strong>terventie en persoon. Nijmegen: ITS.<br />

Glaser, R. (1990). The reemergence of learn<strong>in</strong>g theory with<strong>in</strong> <strong>in</strong>structional research.<br />

American Psychologist 4 (1), 29-39.<br />

Gravemeijer, K., & Kirschner, P. (2007). Naar meer evidence-based <strong>onderwijs</strong>?<br />

Pedagogische Studiën 84, 463-472.<br />

Greeno, J.G., & Coll<strong>in</strong>s, A.M. (1996). Cognition and learn<strong>in</strong>g. In: D.C. Berl<strong>in</strong>er &<br />

R.C. Calfee (Eds. ), Handbook of educational psychology (pp. 15-46). New<br />

York: Simon & Schuster MacMillan.<br />

Grossman, P. , & Schoenfeld, A. (2005). Teach<strong>in</strong>g subject matter. In: L. Darl<strong>in</strong>g-<br />

Hammond, J., Bransford, P., LePage, K., Hammerness, & H. Duffy, (Eds.).<br />

Prepar<strong>in</strong>g teachers for a chang<strong>in</strong>g world: what teachers should learn and be<br />

able to do (pp. 201-231). San Francisco: Jossey-Bass.<br />

Hofman, W., Hofman, R., Dijkstra, B., De Boon, J., & Meeuwisse, M. (2007). Innovaties<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Een verkenn<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>novaties en effecten <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Gron<strong>in</strong>gen/Rotterdam: GION/RISBO.<br />

Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. (2006). Leerl<strong>in</strong>gen: Boeit ‘t. Nieuwe vormen van leren.<br />

Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>.<br />

Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. (2009). Toezichtkader 2009. Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong><br />

<strong>onderwijs</strong>.<br />

88


Kelchtermans, G. (2007), Captur<strong>in</strong>g the multidimensionality of teacher professionalism:<br />

broad and deep reflection. In J. Van Swet, P. Ponte, & B. Smit (Eds.), Postgraduate<br />

programmas as platform: a Research-Led Approach. (pp. 97-109).<br />

Rotterdam: Sense Publishers.<br />

Kirschner, P.A., Sweller, J., & Clark, R.E. (2006). Why m<strong>in</strong>imal guidance dur<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>struction does not work: an analysis of the failure of constructivist, discovery,<br />

problem-based, experimental, and <strong>in</strong>quiry-based teach<strong>in</strong>g. Educational Psychologist<br />

4 (12), 75-86.<br />

Kle<strong>in</strong>, T., Oomen, C., Van der L<strong>in</strong>den, J., & Onderdenwijngaard, J. (2008). Beweg<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> beeld III. Feiten en verhalen over <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

2008. Utrecht: VO-raad.<br />

Larsson, S. (1983). Paradoxes <strong>in</strong> teach<strong>in</strong>g. Instructional Science 12, 355-365.<br />

Luttenberg, J. (2000). Wat te doen? Een onderzoek naar normatieve professionaliteit<br />

van docenten. Apeldoorn: Garant.<br />

Lyons, N. (1990). Dilemmas of know<strong>in</strong>g: ethical and epistemological dimensions of<br />

teachers’ work and development. Harvard Educational Review 60 (2), 159-180.<br />

Mayer, R.E. (2004a). Should there be a three-strikes rule aga<strong>in</strong>st pure discovery<br />

learn<strong>in</strong>g?. American Psychologist 59 (1), 14-19<br />

Mayer, R.E. (2004b). Teach<strong>in</strong>g of subject matter. Annual Review of Psychology 55,<br />

715-744.<br />

M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (1993). Vitaal Leraarschap. Beleidsreactie naar aanleid<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> rapport “Een beroep met perspectief” van de Commissie Toekomst Leraarschap.<br />

Den Haag: OC&W.<br />

M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2004). Vooruit! Innoveren <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. Beleidsnotitie.<br />

Den Haag: OC&W<br />

M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2008a). Monitor 2005-2008. Blijvend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Vier<br />

jaar onderbouwontwikkel<strong>in</strong>g. Den Haag: OC&W.<br />

M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2008b). Krachtig Meesterschap. Kwaliteitsagenda voor <strong>het</strong><br />

opleiden van leraren, 2008-2011. Den Haag: OC&W.<br />

Onderwijsraad. (1998). Advies “Toekomst leraren” aan de m<strong>in</strong>ister van OC&W.<br />

Den Haag: Onderwijsraad.<br />

Onderwijsraad. (2005a). Advies AMvB Bekwaamheidseisen Onderwijspersoneel.<br />

Den Haag: Onderwijsraad.<br />

Onderwijsraad. (2005b). Advies “Vernieuw<strong>in</strong>g Basisvorm<strong>in</strong>g”. Den Haag: Onderwijsraad.<br />

Onderwijsraad. (2007). Leraarschap is eigenaarschap. Advies. Den Haag: Onderwijsraad.<br />

89


Oostdam, R., Peetsma, T., & Blok, H. (2007). Het nieuwe leren <strong>in</strong> basis<strong>onderwijs</strong> en<br />

<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> nader beschouwd: een verkenn<strong>in</strong>gsnotitie voor <strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie<br />

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.<br />

Pratte, R., & Rury, J.L. (1991). Teachers, professionalism, and craft. Teacher College<br />

Record 93 (1), 59-72.<br />

Prawat, R.S. (1992). Teachers’ beliefs about teach<strong>in</strong>g And learn<strong>in</strong>g: a constructivist<br />

perspective. American Journal of Education 100 (3), 354-395.<br />

Scheerens, J. (2007). Review and meta-analyses of school and teach<strong>in</strong>g effectiveness.<br />

Enschede: University of Twente.<br />

Seidel, T., & Shavelson, R. J. (2007). Teach<strong>in</strong>g effectiveness research <strong>in</strong> the past<br />

decade: the role of theory and research design <strong>in</strong> disentangl<strong>in</strong>g meta-analysis results.<br />

Review of Educational Research 77 (4), 454-499.<br />

Shuell, T.J. (1993). Toward an <strong>in</strong>tegrated theory of teach<strong>in</strong>g and learn<strong>in</strong>g. Educational<br />

Psychologist 28 (4), 291-311.<br />

Shuell, T. J. (1996a). Teach<strong>in</strong>g and learn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> a classroom context. In: D. C. Berl<strong>in</strong>er<br />

& R.C. Calfee (Eds.), Handbook of educational psychology (pp. 726-764).<br />

New York: Simon & Schuster MacMillan<br />

Shuell, T.J. (1996b). The role of educational psychology <strong>in</strong> the preparation of teachers.<br />

Educational Psychologist 31 (1), 5-14.<br />

Shulman, L.S. (1986). Paradigms and research programs <strong>in</strong> the study of teach<strong>in</strong>g: a<br />

contemporary perspective. In: M.C. Wittrock (Ed.), Handbook of research on<br />

teach<strong>in</strong>g (third edition) (pp. 3-36). New York: Simon & Schuster Macmillan.<br />

Shulman, L.S. (1987). Knowledge and teach<strong>in</strong>g: Foundations of the new reform.<br />

Harvard Educational Review 57 (1), 1-22.<br />

Sol, Y.B. & Stokk<strong>in</strong>g, K.M. (2008). Het handelen van docenten <strong>in</strong> scholen met een<br />

vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept. Utrecht: Universiteit Utrecht.<br />

Stuurgroep Beroepskwaliteit Leraarschap. (1997). Tekenen voor kwaliteit. Advies<br />

<strong>in</strong>zake een beroepsstandaard, register en beroepsgroep van leraren. Gron<strong>in</strong>gen:<br />

Wolters-Noordhoff<br />

Teurl<strong>in</strong>gs, C., Van Wolput, B. van, & Vermeulen, M. (2006). Nieuw leren waarderen.<br />

Een literatuuronderzoek naar effecten van nieuwe vormen van leren <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Utrecht: Schoolmanagers_VO.<br />

Tom, A.R., & Valli, L. (1990). Professional knowledge for teachers. In: W.R.<br />

Houston (Ed.). Handbook of research on teacher education (pp. 373-392). New<br />

York: MacMillan.<br />

Veenman, S. (1992). Effectieve <strong>in</strong>structie volgens <strong>het</strong> directe <strong>in</strong>structiemodel.<br />

Pedagogische Studiën 69, 242-269.<br />

90


Verloop, N., & Lowyck, J. (Red. ). (2003). Onderwijskunde. Een kennisbasis voor<br />

professionals. Gron<strong>in</strong>gen/Houten: Wolters-Noordhoff.<br />

Volman, M.L.L. (2006). Jongleren tussen traditie en toekomst. De rol van docenten<br />

<strong>in</strong> leergemeenschappen. (Oratie). Amsterdam: VU.<br />

Webb, N.W. (2009). The teacher’s role <strong>in</strong> promot<strong>in</strong>g collaborative dialogue <strong>in</strong> the<br />

classroom. British Journal of Educational Psychology 79, 1-28.<br />

Wilson, B.G., & Cole, P. (1996). Cognitive teach<strong>in</strong>g models. In: D.H. Jonassen<br />

(Ed.). Handbook of research for educational communications and technology<br />

(pp. 601-621). New York: Simon & Schuster MacMillan.<br />

W<strong>in</strong>dschitl, M. (2002). Fram<strong>in</strong>g constructivism <strong>in</strong> practice as the negotiation of dilemmas:<br />

an analysis of the conceptual, pedagogical, cultural, and political challenges<br />

fac<strong>in</strong>g teachers. Review of Educational Research 72 (2), 131-175.<br />

Woolfolk, A., Hughes, M., & Walkup, V. (2008). Psychology <strong>in</strong> Education. Harlow:<br />

Pearson Educational Limited.<br />

91


Bijlage 1: Keuze van belangrijke docenttaken (opdracht A)<br />

Voor schoolleiders, teamleiders en docenten <strong>in</strong> de eerste ronde<br />

U v<strong>in</strong>dt hier 22 kaartjes met op elk kaartje een mogelijke taak van een docent.<br />

Wilt u m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken uitkiezen waarvan u <strong>het</strong> vooral belangrijk<br />

v<strong>in</strong>dt dat docenten dit doen.? Wilt u de door u geselecteerde taken noteren op <strong>het</strong><br />

antwoordblad?<br />

Overzicht van aangeboden taken (elke taak op een eigen kaartje):<br />

1. Zorgen voor een goed leerklimaat<br />

2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen<br />

3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien<br />

5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken<br />

6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten<br />

7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren<br />

8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten<br />

11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken<br />

13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes<br />

14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen<br />

15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt<br />

19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen<br />

20. Open staan voor leren en samenwerken<br />

21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden<br />

22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

93


Bijlage 2: Interviewprotocol schoolleiders en teamleiders<br />

Groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />

leeromgev<strong>in</strong>g)? Waarom is hiervoor gekozen?<br />

Wat is belangrijk dat docenten doen, gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?<br />

Waarom is dat?<br />

Opdracht A (<strong>in</strong>dividueel):<br />

Kaartjes met taken: m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken uitkiezen waarvan u <strong>het</strong> vooral<br />

belangrijk v<strong>in</strong>dt dat docenten doen. Geselecteerde taken noteren op <strong>het</strong> antwoordblad.<br />

Schriftelijke vragen (<strong>in</strong>dividueel te beantwoorden):<br />

Kunt u motiveren waarom u juist deze taken heeft uitgekozen?<br />

Wat moet een goede docent bij deze taken doen?<br />

Waarom v<strong>in</strong>dt u dat een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen?<br />

Waar baseert u dit op?<br />

Kunt u aangeven hoe goed of <strong>in</strong> welke mate een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet<br />

doen?<br />

Zo ja, waarop zijn deze standaarden gebaseerd?<br />

Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />

leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />

en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)?<br />

Wilt u uw antwoord toelichten?<br />

Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Ontbreekt op de (22) kaartjes met taken nog iets dat u belangrijk v<strong>in</strong>dt als taak van<br />

een docent? (bijvoorbeeld iets <strong>in</strong>houdelijks of organisatorisch)<br />

Zo ja, wat, en waarom v<strong>in</strong>dt u dat belangrijk?<br />

Komen docenten bij de door u gekozen taken naar u weet nog knelpunten of dilemma’s<br />

tegen?<br />

Welke keuzes maken docenten daarbij volgens u, en waarom?<br />

Wat v<strong>in</strong>dt u van de keuzes die zij maken?<br />

Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />

95


Zijn de docenten op uw school voldoende geëquipeerd om de gewenste taken te vervullen?<br />

Indien nee: waar schort <strong>het</strong> dan aan en waardoor komt dat?<br />

In welke mate staan de docenten naar uw idee achter <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de<br />

school?<br />

Op basis waarvan denkt u dat?<br />

In welke mate is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept op dit moment volgens u feitelijk gerealiseerd?<br />

96


Bijlage 3: Interviewprotocol docenten<br />

Groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Wat zijn volgens u de belangrijkste taken van een docent op deze school?<br />

Wat v<strong>in</strong>dt u <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen (los van deze school) belangrijk dat docenten doen?<br />

Opdracht A (<strong>in</strong>dividueel):<br />

Opdracht A: kaartjes met taken: m<strong>in</strong>imaal 3 tot maximaal 7 taken uitkiezen die u<br />

vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt (uit deze 22 taken).<br />

Taken noteren bovenaan antwoordblad.<br />

Schriftelijke vragen (<strong>in</strong>dividueel te beantwoorden):<br />

N.B. Deze vragen gaan over taken die u belangrijk v<strong>in</strong>dt als docent op deze school.<br />

Kunt u motiveren waarom u juist deze taken heeft uitgekozen?<br />

Wat moet een goede docent bij deze taken doen?<br />

Waarom v<strong>in</strong>dt u dat een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen?<br />

Waar baseert u dit op?<br />

Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />

leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />

en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)? Wilt u uw antwoord toelichten?<br />

Komt u bij <strong>het</strong> uitvoeren van deze taken, als u deze goed wilt doen, nog knelpunten<br />

of dilemma’s tegen? Zo ja, welke?<br />

Welke keuzes maakt u daarbij, en waarom?<br />

Krijgt u feedback van leerl<strong>in</strong>gen op de keuzes die u maakt, en kunt u die ook gebruiken?<br />

Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Ontbreekt op de (22) kaartjes met taken nog iets dat u belangrijk v<strong>in</strong>dt als taak van<br />

een docent (bijvoorbeeld iets <strong>in</strong>houdelijks of organisatorisch)?<br />

Zo ja, wat, en waarom v<strong>in</strong>dt u dat belangrijk?<br />

Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />

Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />

leeromgev<strong>in</strong>g)?<br />

Wat is belangrijk dat docenten doen, gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?<br />

Is voor u duidelijk wat van u wordt verwacht?<br />

In hoeverre staat u achter <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept? Kunt u toelichten waarom?<br />

97


In welke mate wordt <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept volgens u door docenten op deze school<br />

gerealiseerd?<br />

In hoeverre is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en zijn de leerdoelen volgens u realiseerbaar?<br />

Wat wel/wat niet? Kunt u uw antwoord toelichten?<br />

In hoeverre voelt u zich als docent voldoende geëquipeerd om de gewenste taken te<br />

vervullen?<br />

Zijn er taken <strong>in</strong> <strong>het</strong> contact met de leerl<strong>in</strong>gen die u als docent graag zou willen doen,<br />

of beter zou willen doen, maar waar u op dit moment onvoldoende aan toekomt?<br />

Indien ja, welke, en waarom?<br />

98


Bijlage 4: Interviewprotocol leerl<strong>in</strong>gen<br />

Waarom heb jullie destijds voor deze school gekozen?<br />

Was <strong>het</strong> jullie eigen keuze of die van jullie ouders of van beiden samen?<br />

Wat doen docenten op deze school vooral, naar jullie als leerl<strong>in</strong>gen?<br />

Doen ze allemaal <strong>het</strong>zelfde?<br />

Indien nee, waar<strong>in</strong> verschillen ze?<br />

Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />

Wat v<strong>in</strong>den de docenten op deze school belangrijk?<br />

Waaraan merken jullie dat?<br />

Verschilt dit tussen docenten?<br />

V<strong>in</strong>den jullie wat docenten belangrijk v<strong>in</strong>den zelf ook belangrijk?<br />

Waarom?<br />

Wat willen docenten volgens jullie bereiken?<br />

Waar merken jullie dat aan?<br />

Merken jullie dat docenten veel met elkaar overleggen? Waarover gaat dat dan?<br />

V<strong>in</strong>den jullie dit belangrijk?<br />

Waarom?<br />

Wat zouden jullie willen dat docenten vooral doen?<br />

Waarom willen jullie dat?<br />

Wat is voor jullie een ideale docent?<br />

Waarom?<br />

Wat doet een ideale docent wel?<br />

Waarom?<br />

Wat doet een ideale docent niet?<br />

Waarom?<br />

Hoe stellen docenten zich op naar leerl<strong>in</strong>gen?<br />

Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />

Verschilt dit tussen docenten?<br />

Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />

99


Stel jullie moeten de kwaliteit van docenten beoordelen. Waar zou je dan vooral op<br />

letten?<br />

Waarom?<br />

Kunnen jullie ook zeggen hoe goed of hoe vaak een goede docent d<strong>in</strong>gen zou moeten<br />

doen?<br />

Waarom v<strong>in</strong>den jullie dit belangrijk?<br />

Zijn we nog iets vergeten?<br />

100


Bijlage 5: Interviewprotocol stakeholders<br />

U bent gevraagd als stakeholder van deze school voor dit <strong>in</strong>terview.<br />

Hoe typeert u uw eigen relatie en/of positie t.o.v. de school?<br />

Welke belanghebbenden vertegenwoordigt u precies?<br />

Groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />

leeromgev<strong>in</strong>g)?<br />

Wat zijn volgens u de belangrijkste taken van een docent op deze school?<br />

Kunt u toelichten waarom?<br />

Opdracht B: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden (zie bijlage 6)<br />

Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />

Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />

leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />

en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)? Wilt u uw antwoord toelichten?<br />

Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />

In hoeverre is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en zijn de leerdoelen van deze school volgens u<br />

realiseerbaar? Wat wel/wat niet?<br />

In welke mate wordt <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept volgens u door docenten op deze school<br />

gerealiseerd?<br />

Wat zijn volgens u de knelpunten en dilemma’s?<br />

101


Bijlage 6: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden<br />

(opdracht B)<br />

Informatie vooraf:<br />

Deze opdracht gaat over <strong>het</strong> maken van keuzes tussen verschillende taken van docenten.<br />

De opzet is als volgt:<br />

U krijgt hierachter steeds twee verschillende taken tegelijk aangeboden (pal onder<br />

elkaar), bijvoorbeeld:<br />

- Zorgen voor een goed leerklimaat<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

Per tweetal taken krijgt u steeds twee vragen:<br />

1. Wilt u aankruisen welke taak u de belangrijkste v<strong>in</strong>dt voor een docent op deze<br />

school? U kiest dus één van de twee taken en kruist deze aan.<br />

2. Wilt u ook aangeven waarom u dat v<strong>in</strong>dt? U kunt daarbij kiezen uit steeds dezelfde<br />

vijf antwoord- mogelijkheden:<br />

Ik maak deze keuze, omdat de gekozen taak: (meerdere antwoorden mogelijk)<br />

<strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />

wat daarover bekend is<br />

<strong>in</strong> de praktijk vaak <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />

aan te besteden<br />

volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op<br />

deze school<br />

<strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en<br />

dus van hem wordt verwacht<br />

<strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen zou moeten betekenen<br />

……………………………………………………………………………………<br />

In deze vragenlijst zijn <strong>in</strong> totaal zeven (resp. acht) geselecteerde taken opgenomen.<br />

Deze worden u telkens <strong>in</strong> verschillende comb<strong>in</strong>aties (tweetal taken) aangeboden. Het<br />

gaat <strong>in</strong> totaal om 21 (resp. 28) comb<strong>in</strong>aties.<br />

U ziet dezelfde zeven taken terugkomen, maar deze zijn dus steeds <strong>in</strong> verschillende<br />

comb<strong>in</strong>aties tot een paar samengevoegd. We vragen u om elke keer weer een afweg<strong>in</strong>g<br />

te maken welke taak u <strong>in</strong> die comb<strong>in</strong>atie <strong>het</strong> belangrijkste v<strong>in</strong>dt en waarom.<br />

103


Keuzeparen voor stakeholders<br />

Keuzepaar 1<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 2<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 3<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

Keuzepaar 4<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 5<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

Keuzepaar 6<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

Keuzepaar 7<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 8<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 9<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

Keuzepaar 10<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

Keuzepaar 11<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

105


Keuzepaar 12<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

Keuzepaar 13<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

Keuzepaar 14<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

Keuzepaar 15<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

Keuzepaar 16<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

Keuzepaar 17<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

Keuzepaar 18<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 19<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 20<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

Keuzepaar 21<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

106


Keuzeparen voor docenten<br />

De docenten kregen 28 keuzeparen aangeboden. In aanvull<strong>in</strong>g op de 21 keuzeparen<br />

zijn onderstaande keuzeparen toegevoegd.<br />

Keuzepaar 22<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />

Keuzepaar 23<br />

- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

Keuzepaar 24<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

Keuzepaar 25<br />

- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

Keuzepaar 26<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />

Keuzepaar 27<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />

Keuzepaar 28<br />

- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />

- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />

N.B.: De keuzeparen zijn bij de docenten <strong>in</strong> een iets andere volgorde aangeboden<br />

dan aan de stakeholders vanwege <strong>het</strong> <strong>in</strong>voegen van een extra taak (k= keuzepaar):<br />

k1, k7, k22, k3, k5, k23, k2, k24, k6, k4, k8, k16, k10, k11, k21, k25, k13, k14, k15,<br />

k26, k27, k9, k28, k17, k18, k19, k20, k12.<br />

107


<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />

In antwoord op problemen van deze tijd werken scholen voor<br />

<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> aan vernieuw<strong>in</strong>gen. Nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

hebben gevolgen voor de taken van docenten. Naar aanleid<strong>in</strong>g daarvan<br />

komt steeds meer de vraag naar voren welk pedagogisch-didactisch<br />

handelen gewenst is.<br />

Op verzoek van tien schoolleiders is nagegaan welk pedagogischdidactisch<br />

handelen van docenten gewenst wordt geacht, en wat de<br />

achter liggende motieven en gronden daarvoor zijn. De onder zoekers<br />

zijn te rade gegaan bij vier bronnen: wetenschappelijke literatuur over<br />

leren, leeromgev<strong>in</strong>gen en <strong>docenthandelen</strong>; landelijke beleids documenten;<br />

de <strong>onderwijs</strong>concepten van vier vernieuwende scholen; en<br />

de opvatt<strong>in</strong>gen van schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en<br />

stakeholders van deze scholen.<br />

In dit rapport wordt beschreven welke aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />

docent handelen uit deze vier bronnen zijn verkregen, en worden deze<br />

opbrengsten met elkaar vergeleken.<br />

Het onderzoek heeft onder meer zichtbaar gemaakt dat de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

niet helemaal aansluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten en<br />

landelijk beleid, en dat geformuleerde doelstell<strong>in</strong>gen en beschikbare<br />

kennis niet heel sterk richt<strong>in</strong>g geven aan keuzes en argumenten van de<br />

direct betrokkenen.<br />

Het rapport mondt uit <strong>in</strong> de aanbevel<strong>in</strong>g om de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />

meer expliciet te oriënteren op kennis over leerprocessen en meer<br />

samenhangend en richt<strong>in</strong>ggevend te maken, zodat de dialoog met de<br />

docenten over hun taken en hun gewenste handel<strong>in</strong>gsrepertoire meer<br />

gefundeerd en meer nadrukkelijk kan worden gevoerd.<br />

IVLOS en Onderwijskunde

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!