Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...
Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...
Gewenst docenthandelen in het voortgezet onderwijs ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
KO RT L O P E N D O N D E RW I J S O N D E R Z O E K<br />
<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
Vernieuw<strong>in</strong>gen, perspectieven, keuzes en gronden<br />
Vormgev<strong>in</strong>g van<br />
leerprocessen 78<br />
Yvette Sol<br />
Karel Stokk<strong>in</strong>g
<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
Vernieuw<strong>in</strong>gen, perspectieven, keuzes en gronden<br />
Yvette Sol<br />
Karel Stokk<strong>in</strong>g
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG<br />
Sol, Y.B., Stokk<strong>in</strong>g, K.M.<br />
Dit onderzoek is uitgevoerd als samenwerk<strong>in</strong>gsproject van <strong>het</strong> IVLOS en de afdel<strong>in</strong>g<br />
Onderwijskunde (Faculteit Sociale Wetenschappen) van de Universiteit Utrecht.<br />
Y.B. Sol & K.M. Stokk<strong>in</strong>g, 2010, Utrecht<br />
ISBN 978-90-6709-081-0<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen<br />
<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of op enige<br />
wijze, <strong>het</strong>zij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige manier, zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van de uitgever.<br />
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored <strong>in</strong> a retrieval<br />
system, or transmitted, <strong>in</strong> any form or by any means, electronic, mechanical, photocopy<strong>in</strong>g, or<br />
otherwise, without the prior written permission of the publisher.<br />
Uitgave:<br />
Telefoon:<br />
Copyright © Universiteit Utrecht, 2010<br />
2<br />
Dit onderzoek is gef<strong>in</strong>ancierd uit <strong>het</strong> budget dat <strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie van OCW jaarlijks<br />
beschikbaar stelt aan de LPC ten behoeve van Kortlopend Onderwijsonderzoek dat<br />
uitgevoerd wordt op verzoek van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>veld.
Inhoud<br />
Woord vooraf 5<br />
Samenvatt<strong>in</strong>g 7<br />
1 Inleid<strong>in</strong>g 9<br />
2 Opzet van <strong>het</strong> onderzoek 11<br />
3 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens wetenschappelijke literatuur 13<br />
3.1 Inleid<strong>in</strong>g 13<br />
3.2 Leren en leeromgev<strong>in</strong>gen 14<br />
3.3 De dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen 18<br />
3.4 Factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong> 20<br />
3.5 Standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren 21<br />
3.6 Opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren 22<br />
3.7 Samenvatt<strong>in</strong>g 24<br />
4 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens landelijk beleid 27<br />
4.1 Inleid<strong>in</strong>g 27<br />
4.2 Docenthandelen <strong>in</strong> kaart 27<br />
4.3 Bekwaamheden en bekwaamheidseisen 28<br />
4.4 “Evidence-based”? 29<br />
4.5 Ontwikkel<strong>in</strong>gen, problemen en vernieuw<strong>in</strong>gsprocessen 31<br />
4.6 <strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> beeld 32<br />
4.7 Samenvatt<strong>in</strong>g 36<br />
5 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen 37<br />
5.1 De <strong>onderwijs</strong>concepten: documenten en <strong>in</strong>terpretaties 37<br />
5.2 Samenvatt<strong>in</strong>g 42<br />
6 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens schoolleiders, teamleiders en docenten 45<br />
6.1 Keuze van belangrijke docenttaken 45<br />
6.2 Samenvatt<strong>in</strong>g 50<br />
7 Achterliggende motieven en argumenten van schoolleiders,<br />
teamleiders, docenten en stakeholders 51<br />
7.1 Motieven en gronden bij de keuze van belangrijke taken 51<br />
7.2 Keuzes bij paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen van taken 55<br />
7.3 Argumenten voor de keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen 69<br />
7.4 Samenvatt<strong>in</strong>g 76<br />
8 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 79<br />
3
Literatuur 87<br />
Bijlage 1: Keuze van belangrijke docenttaken (opdracht A) 93<br />
Bijlage 2: Interviewprotocol schoolleiders en teamleiders 95<br />
Bijlage 3: Interviewprotocol docenten 97<br />
Bijlage 4: Interviewprotocol leerl<strong>in</strong>gen 99<br />
Bijlage 5: Interviewprotocol stakeholders 101<br />
Bijlage 6: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden (opdracht B) 103<br />
4
Woord vooraf<br />
Scholen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> geven ieder op hun eigen manier actief vorm<br />
aan nieuwe <strong>onderwijs</strong>praktijken. Zij benutten de nieuw verkregen autonomie en nemen<br />
hun verantwoordelijkheid om antwoorden te ontwikkelen op uitdag<strong>in</strong>gen waarvoor<br />
zij zich gesteld zien. Als gevolg hiervan maken scholen eigen keuzes bij <strong>het</strong><br />
denken over de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van hun leeromgev<strong>in</strong>g, de specifieke leerdoelen die zij bij<br />
leerl<strong>in</strong>gen nastreven en <strong>het</strong> handelen dat zij als gewenst handelen van docenten zien.<br />
Scholen verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij de gemaakte keuzes expliciteren en deze<br />
verantwoorden. Bij de verantwoord<strong>in</strong>g van keuzes blijkt de gebruikte argumentatie<br />
bovendien divers en afkomstig uit verschillende bronnen.<br />
Voor docenten betekent deze ontwikkel<strong>in</strong>g dat zij, naast dat zij hun handelen kunnen<br />
baseren op hun eigen kennisbasis en ervar<strong>in</strong>g, ook reken<strong>in</strong>g moeten houden met wat<br />
<strong>in</strong> de visie of <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school wordt beoogd.<br />
Een belangrijke vraag voor docenten is dan ook welke consequenties de visie en<br />
uitgangspunten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept hebben voor <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch<br />
handelen dat van hen wordt verwacht.<br />
Op basis van eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten<br />
op een aantal scholen met een vernieuwd <strong>onderwijs</strong>concept, is door de schoolleiders<br />
en onderzoekers vastgesteld dat <strong>het</strong> handelen van docenten en de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
van de scholen niet altijd duidelijk op elkaar aansluiten.<br />
Een belangrijke andere vaststell<strong>in</strong>g was dat de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>het</strong> handelen<br />
van docenten niet altijd aansluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten over <strong>onderwijs</strong> en<br />
de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008).<br />
Op basis van de uitkomsten van dit eerdere onderzoek is bij een aantal schoolleiders<br />
de wens ontstaan verder onderzoek te laten doen naar de <strong>in</strong>valshoeken of bronnen<br />
die ten grondslag kunnen liggen aan keuzes voor gewenst handelen van docenten.<br />
Zij willen graag aanwijz<strong>in</strong>gen voor hoe zij de opvatt<strong>in</strong>gen van betrokkenen, visies<br />
en <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen, en wetenschappelijke kennis, beter op elkaar<br />
kunnen afstemmen, en hoe zij de uitkomsten daarvan kunnen benutten bij de verdere<br />
vormgev<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> op hun scholen.<br />
5
Scholengemeenschap Huizermaat te Huizen is de hoofdaanvrager van dit project. De<br />
hierna genoemde negen scholen hebben deze aanvraag ondersteund: de Werkplaats<br />
K<strong>in</strong>dergemeenschap te Bilthoven, <strong>het</strong> Amadeus Lyceum te Vleuten, <strong>het</strong> A. Roland<br />
Holst College te Hilversum, Via Nova College te Utrecht, UNIC te Utrecht, <strong>het</strong><br />
M<strong>in</strong>kema College te Woerden, <strong>het</strong> Vader Rijn College te Utrecht, <strong>het</strong> Montaigne<br />
Lyceum <strong>in</strong> Den Haag en de Nieuwste school <strong>in</strong> Tilburg.<br />
Graag bedanken wij de schoolleid<strong>in</strong>g van deze scholen voor <strong>het</strong> <strong>in</strong> ons gestelde vertrouwen<br />
en de plezierige samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
Onze speciale dank gaat uit naar de schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen<br />
en stakeholders van Scholengemeenschap Huizermaat, <strong>het</strong> Amadeus Lyceum, <strong>het</strong><br />
A. Roland Holstcollege en de Werkplaats K<strong>in</strong>dergemeenschap, de vier scholen die<br />
<strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> onderzoek hebben geparticipeerd.<br />
We hebben <strong>het</strong> als een voorrecht ervaren om de opvatt<strong>in</strong>gen, keuzes, argumenten en<br />
dilemma’s van alle betrokkenen <strong>in</strong> kaart te mogen brengen. De grote betrokkenheid<br />
die we zijn tegengekomen, bij <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> en bij de leerl<strong>in</strong>gen, heeft op ons veel<br />
<strong>in</strong>druk gemaakt.<br />
Utrecht, maart 2010 Yvette Sol en Karel Stokk<strong>in</strong>g<br />
6
Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
Op verzoek van de schoolleiders van tien vernieuwende scholen voor <strong>voortgezet</strong><br />
<strong>onderwijs</strong> is onderzocht welk pedagogisch-didactisch handelen van hun docenten<br />
wenselijk is en waarop uitspraken daarover kunnen worden gebaseerd. Daartoe zijn<br />
vier bronnen gebruikt: wetenschappelijke literatuur, beleidsgerichte publicaties, de<br />
<strong>onderwijs</strong>concepten en andere documenten van scholen, en bevrag<strong>in</strong>g (mondel<strong>in</strong>g en<br />
schriftelijk) van schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders.<br />
In wetenschappelijke literatuur wordt <strong>het</strong> wenselijk geacht dat docenten zich richten<br />
op <strong>het</strong> bevorderen van cognitieve en metacognitieve denkprocessen bij leerl<strong>in</strong>gen,<br />
bij <strong>het</strong> analyseren en redeneren <strong>in</strong> dome<strong>in</strong>en van kennis en vaardigheid. Het gewenste<br />
handelen omvat uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van discussie, laten<br />
oefenen, op maat hulp bieden en feedback geven en beoordelen aan een standaard,<br />
leerl<strong>in</strong>gen denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen laten articuleren en hen daarop laten reflecteren,<br />
en hen aanmoedigen tot verdere exploratie. Met dit repertoire coachen<br />
docenten hun leerl<strong>in</strong>gen naar steeds meer zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> de betreffende<br />
dome<strong>in</strong>en. Naast deze aanwijz<strong>in</strong>gen uit de cognitieve psychologie zijn er<br />
ook aanwijz<strong>in</strong>gen uit de behavioristische traditie (gestructureerd <strong>in</strong>formatie aanbieden<br />
en vaardigheden tra<strong>in</strong>en), <strong>het</strong> socio-constructivisme (laten samenwerken aan<br />
betekenisvolle taken) en de motivatiepsychologie (aandacht voor affectieve aspecten<br />
bij leren), en onderzoek naar gewenste kenmerken van leraren (deskundig, duidelijk,<br />
enthousiast, flexibel en taakgericht zijn en hoge verwacht<strong>in</strong>gen hebben).<br />
In beleidsgerichte publicaties wordt voornamelijk aandacht besteed aan wat leraren<br />
zouden moeten weten en kunnen en veel m<strong>in</strong>der aan hoe ze zouden moeten handelen.<br />
Uitspraken daarover blijven meestal beperkt tot <strong>het</strong> benadrukken van <strong>het</strong> belang<br />
van <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen. De meest uitgewerkte uitwerk<strong>in</strong>g van dat<br />
handelen is gevonden <strong>in</strong> de SBL-competenties. De laatste tijd wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleid <strong>in</strong><br />
toenemende mate aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> doen van onderzoek door docenten en<br />
voor <strong>het</strong> signaleren en begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen.<br />
De <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen refereren aan diverse tradities en benadrukken<br />
onder meer een goed leerklimaat, gevarieerd lesgeven, leerl<strong>in</strong>gen activeren, hun<br />
zelfstandigheid bevorderen, leerl<strong>in</strong>gen keuzes bieden en laten samenwerken. Ze lijken<br />
zich meer te oriënteren op pedagogische doelen, aansluiten bij de leerl<strong>in</strong>gen en<br />
socio-constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen, dan op kennis over leren uit de cognitieve<br />
psychologie. Ze benoemen veel aspecten maar niet duidelijk vanuit een organiserend<br />
pr<strong>in</strong>cipe of richt<strong>in</strong>ggevend kader.<br />
7
Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen de keuzes<br />
van schoolleiders, teamleiders en docenten van de belangrijkste taken betrekk<strong>in</strong>g<br />
hebben op <strong>het</strong> zorgen voor een goed leerklimaat, stimuleren en activeren van leerl<strong>in</strong>gen,<br />
geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie, geven van feedback, ondersteunen van<br />
leerl<strong>in</strong>gen bij <strong>het</strong> zelf sturen van <strong>het</strong> leerproces en bijdragen aan hun persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g, en daarnaast op werken aan de eigen verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen noemen vooral aspecten van <strong>het</strong> leerklimaat en <strong>het</strong> lesgeven en v<strong>in</strong>den<br />
daarnaast belangrijk dat docenten samenwerken en d<strong>in</strong>gen op elkaar afstemmen.<br />
De gronden waarop schoolleiders, teamleiders en docenten hun keuzes baseren zijn<br />
vooral terug te voeren op hun eigen ervar<strong>in</strong>g en opvatt<strong>in</strong>gen en m<strong>in</strong>der op bepaalde<br />
kennis of op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school. De <strong>onderwijs</strong>concepten lijken wel<br />
te leven bij externe stakeholders, maar dit verschilt wel sterk tussen de scholen. De<br />
<strong>onderwijs</strong>concepten lijken <strong>in</strong> hun huidige vorm meer een verzamel<strong>in</strong>g van (deels<br />
verschillende) ambities te vormen dan een samenhangende en richt<strong>in</strong>ggevende visie.<br />
De betrokkenen <strong>in</strong> de scholen ordenen de taken van docenten nogal verschillend en<br />
dat komt mogelijk mede door onvoldoende duidelijkheid van de visie.<br />
De onderzochte <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen <strong>in</strong> hun huidige vorm duidelijker worden<br />
verbonden met pedagogisch en maatschappelijk gewenste doelen dan met beschikbare<br />
kennis over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. De mogelijkheden om de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
te verb<strong>in</strong>den met zulke kennis en met landelijk beleid lijken nog niet volledig<br />
te worden benut. Zulke mogelijkheden zijn er wel, bijvoorbeeld waar <strong>het</strong> gaat om<br />
<strong>het</strong> leerklimaat, <strong>in</strong>structie, coach<strong>in</strong>g, zelfstur<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>teractie en samenwerk<strong>in</strong>g, taken<br />
en hun kenmerken, feedback en beoordel<strong>in</strong>g.<br />
Vergeleken met de huidige <strong>onderwijs</strong>concepten en de uitspraken van betrokkenen<br />
over gewenst handelen van docenten geven de wetenschappelijke literatuur en de<br />
beleidsdocumenten aanvullende aanwijz<strong>in</strong>gen bij <strong>het</strong> stellen van prioriteiten, gericht<br />
op <strong>het</strong> stap voor stap coachen van leerl<strong>in</strong>gen naar meer zelfregulatie, <strong>het</strong> systematisch<br />
signaleren van en <strong>in</strong>spelen op problemen van leerl<strong>in</strong>gen, en maken van keuzes<br />
op basis van beschikbare kennis en van onderzoek <strong>in</strong> de eigen <strong>onderwijs</strong>praktijk.<br />
Op basis van dit onderzoek wordt aanbevolen bij de uitwerk<strong>in</strong>g en concretiser<strong>in</strong>g<br />
van de <strong>onderwijs</strong>concepten expliciet de beschikbare kennis over leren te betrekken<br />
(vooral over <strong>het</strong> ontwikkelen van kennis en vaardigheden <strong>in</strong> de vakgebieden), de<br />
diverse onderdelen van de <strong>onderwijs</strong>concepten te <strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> een samenhangende<br />
visie op uitgangspunten en taakstell<strong>in</strong>gen, en b<strong>in</strong>nen de scholen <strong>in</strong> dialoog te treden<br />
over de ontwikkel<strong>in</strong>g van deze visie, de betekenissen die docenten geven aan hun<br />
diverse taken en de plaats die deze <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> hun dagelijkse handelen, en de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<br />
tussen de visie en de taken. Deze kennis, visie en dialoog kunnen richt<strong>in</strong>g<br />
geven aan onderzoek, reflectie, leren, verbeteren en samenwerken.<br />
8
1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
Veel scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> zijn bezig een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept<br />
te realiseren dat meer of m<strong>in</strong>der afwijkt van <strong>het</strong> traditionele klassikale en<br />
vakgerichte <strong>onderwijs</strong>. Zij doen dit <strong>in</strong> antwoord op problemen die zich bij handhav<strong>in</strong>g<br />
van de traditionele aanpak <strong>in</strong> deze tijd voordoen. Van docenten die werkzaam<br />
zijn op deze scholen worden <strong>in</strong> dit kader meer verschillende vaardigheden gevraagd<br />
dan welke kenmerkend zijn voor <strong>het</strong> traditionele repertoire. De schoolleid<strong>in</strong>g van<br />
deze scholen ziet zich geplaatst voor de uitdag<strong>in</strong>g om gemaakte keuzes helder te<br />
beschrijven en te beargumenteren en deze <strong>in</strong> de school te bevorderen en evalueren,<br />
en naar buiten toe te verantwoorden.<br />
Op basis van eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten<br />
op een aantal scholen met een vernieuwd <strong>onderwijs</strong>concept, is door de schoolleiders<br />
en onderzoekers vastgesteld dat <strong>het</strong> handelen van de docenten en de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
van de scholen niet altijd duidelijk op elkaar aansluiten. Ook blijken<br />
beide niet duidelijk aan te sluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten over <strong>onderwijs</strong> en<br />
de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van<br />
leerl<strong>in</strong>gen (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008). Hierdoor is bij een aantal schoolleiders de wens<br />
ontstaan verder onderzoek te laten doen.<br />
Dit onderzoek moet meer <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>docenthandelen</strong> dat door schoolleid<strong>in</strong>g,<br />
teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en externe stakeholders wordt gewenst en de<br />
visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen die daaraan ten grondslag liggen. Daarnaast<br />
willen de schoolleiders een systematische vergelijk<strong>in</strong>g laten maken tussen dit gewenste<br />
<strong>docenthandelen</strong> en de tot nu toe uitgewerkte <strong>onderwijs</strong>concepten op de scholen.<br />
Ook is er behoefte aan kritische toets<strong>in</strong>g van visies en opvatt<strong>in</strong>gen, gewenst<br />
<strong>docenthandelen</strong> en <strong>onderwijs</strong>concepten aan relevante wetenschappelijke kennis.<br />
Men vroeg zich daarnaast ook af op welke manier deze uitkomsten zich verhouden<br />
tot <strong>het</strong> landelijke <strong>onderwijs</strong>beleid (waaronder adviezen van commissies en raden,<br />
wetgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spectiekaders), welke overeenkomstige of verschillende perspectieven<br />
daar<strong>in</strong> zichtbaar worden en welke aanwijz<strong>in</strong>gen hieruit volgen voor rollen, taken<br />
en bekwaamheden van docenten.<br />
Op basis van de resultaten van dit onderzoek willen de schoolleiders <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
op hun scholen en de vernieuw<strong>in</strong>g daarvan verder vormgeven en tot een betere afstemm<strong>in</strong>g<br />
komen tussen de <strong>onderwijs</strong>concepten en de keuzes voor bepaald gewenst<br />
<strong>docenthandelen</strong>.<br />
9
De volgende onderzoeksvragen staan <strong>in</strong> dit onderzoek centraal:<br />
1) Welk profiel van pedagogisch-didactisch handelen van docenten wordt op deze<br />
scholen met een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept wenselijk geacht door de<br />
schoolleid<strong>in</strong>g, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen? Welke visies, opvatt<strong>in</strong>gen en<br />
verwacht<strong>in</strong>gen van betrokkenen liggen daaraan ten grondslag?<br />
2) In hoeverre passen dit profiel en de achterliggende visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen<br />
(zie vraag 1) bij <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept op deze scholen? In hoeverre<br />
past een en ander bij de visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen van stakeholders<br />
buiten de school?<br />
3) In hoeverre past <strong>het</strong> voorgaande bij landelijk beleid ten aanzien van vernieuw<strong>in</strong>g<br />
van <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> en <strong>het</strong> op basis daarvan gewenste <strong>docenthandelen</strong>?<br />
4) In hoeverre passen <strong>het</strong> profiel van gewenst <strong>docenthandelen</strong> (vraag 1), <strong>het</strong> huidige<br />
<strong>onderwijs</strong>concept en de genoemde visies, opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen<br />
(vraag 2), en <strong>het</strong> landelijke beleid (vraag 3) bij wetenschappelijke kennis over<br />
kenmerken van <strong>onderwijs</strong> en de vormgev<strong>in</strong>g van leerprocessen die bijdragen<br />
aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen?<br />
5) Hoe kunnen schoolleiders, teamleiders en docenten de antwoorden op de voorgaande<br />
vragen benutten bij de verdere vormgev<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> op hun<br />
school? Hoe kunnen zij de aanwezige visies en opvatt<strong>in</strong>gen, <strong>onderwijs</strong>concepten,<br />
beleidsdocumenten en wetenschappelijke kennis op elkaar afstemmen en<br />
hun keuzes beargumenteren, evalueren en verantwoorden?<br />
Om deze vragen te kunnen beantwoorden is vanuit vier verschillende <strong>in</strong>valshoeken<br />
of bronnen getracht zicht te krijgen op dat wat docenten zouden moeten doen en<br />
welke funder<strong>in</strong>g daaraan ten grondslag ligt, namelijk:<br />
- wetenschappelijk literatuur (zie hoofdstuk 3)<br />
- beleidsdocumenten (zie hoofdstuk 4)<br />
- <strong>onderwijs</strong>concepten van vier deelnemende scholen (zie hoofdstuk 5)<br />
- keuzes van schoolleiders, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen (zie hoofdstuk 6).<br />
In hoofdstuk 7 wordt <strong>in</strong>gegaan op achterliggende motieven en argumenten bij de<br />
gemaakte keuzes, van schoolleiders, teamleiders, docenten en stakeholders.<br />
In hoofdstuk 8 worden de uitkomsten samengevat en wordt een aantal conclusies<br />
geformuleerd. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
10
2 Opzet van <strong>het</strong> onderzoek<br />
Om antwoord te kunnen geven op de vraag welk profiel van pedagogisch-didactisch<br />
handelen van docenten wenselijk wordt geacht, is aan de schoolleiders van de deelnemende<br />
scholen gevraagd alle schoolspecifieke documenten aan te leveren die gaan<br />
over <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school, de beoogde leerdoelen bij leerl<strong>in</strong>gen en<br />
<strong>het</strong> gewenste handelen van docenten. Door de onderzoekers zijn wetenschappelijke<br />
artikelen en beleidsdocumenten verzameld die aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten voor gewenst<br />
<strong>docenthandelen</strong>.<br />
Vervolgens zijn op verschillende manieren gegevens verzameld bij de schoolleiders,<br />
teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders. Dit gebeurde <strong>in</strong> twee rondes (meijuni<br />
en september-oktober 2009), waarbij de opbrengst van de eerste ronde is gebruikt<br />
voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>strumenten voor de tweede ronde.<br />
In mei en juni zijn <strong>in</strong> de eerste ronde voorgestructureerde (groeps-)<strong>in</strong>terviews gehouden<br />
met de schoolleid<strong>in</strong>g, teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen op de vier scholen.<br />
Deze gesprekken zijn, <strong>in</strong> aanwezigheid van beide onderzoekers, gevoerd aan de<br />
hand van <strong>in</strong>terviewleidraden. De <strong>in</strong>terviews werden <strong>in</strong>tegraal opgenomen, na afloop<br />
uitgetypt en vervolgens geanalyseerd.<br />
De <strong>in</strong>terviewleidraden voor de schoolleiders, teamleiders, docenten en stakeholders<br />
zijn zoveel mogelijk vergelijkbaar gehouden. Bij de <strong>in</strong>terviews met de schoolleid<strong>in</strong>g<br />
en de teamleiders werd (na de <strong>in</strong>troductie van <strong>het</strong> onderzoek) gestart met de vraag:<br />
”Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?” en werd vervolgens<br />
gevraagd waarom hiervoor gekozen was. Daarna werd gevraagd wat belangrijk is<br />
dat docenten doen gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school en waarom dat zo is.<br />
In de <strong>in</strong>terviews met de docenten werd na de <strong>in</strong>troductie direct concreet gevraagd<br />
wat volgens hen de belangrijkste taken zijn van een docent op deze school. Daarna<br />
werd dezelfde vraag opnieuw gesteld vanuit een meer algemeen perspectief, dus los<br />
van de betreffende school. Nadat deze vragen waren beantwoord, werd een korte<br />
gesprekspauze <strong>in</strong>gelast waar<strong>in</strong> iedere deelnemer, met uitzonder<strong>in</strong>g van de leerl<strong>in</strong>gen,<br />
<strong>in</strong>dividueel een opdracht uitvoerde. Zij moesten uit een set van 22 kaarten met taken<br />
van docenten de volgens hen belangrijkste taken kiezen (opdracht A, zie bijlage 1).<br />
Direct daarna beantwoordden de schoolleiders, teamleiders en docenten <strong>in</strong>dividueel<br />
een aantal schriftelijk gestelde vragen over de gemaakte keuze (zie bijlagen 2 en 3).<br />
Het (groeps-)<strong>in</strong>terview werd daarna vervolgd met diverse aanvullende vragen over<br />
<strong>het</strong> beoogde handelen van docenten <strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en de leerdoelen<br />
(o.a. betreffende de mate van realisatie en de realiseerbaarheid ervan).<br />
11
De schoolleiders van de deelnemende scholen hebben zelf gekozen welke collega’s<br />
aan de gesprekken zouden meedoen, en welke leerl<strong>in</strong>gen bij dit onderzoek werden<br />
betrokken. Aan de leerl<strong>in</strong>gen werd gevraagd mee te werken aan een groeps<strong>in</strong>terview<br />
met beide onderzoekers. Hier<strong>in</strong> werd o.a. <strong>in</strong>gegaan op wat docenten doen, wat docenten<br />
(volgens de leerl<strong>in</strong>gen) belangrijk v<strong>in</strong>den, wat de leerl<strong>in</strong>gen zouden willen<br />
dat docenten doen en, meer specifiek, wat, volgens de leerl<strong>in</strong>gen, de kenmerken zijn<br />
van een ideale docent. De <strong>in</strong>terviewleidraad van <strong>het</strong> gesprek met de leerl<strong>in</strong>gen is<br />
opgenomen als bijlage 4.<br />
In <strong>het</strong> najaar van 2009 is <strong>in</strong> de tweede ronde met behulp van (groeps-)<strong>in</strong>terviews per<br />
school <strong>in</strong> kaart gebracht welke concrete docenttaken door verschillende stakeholders<br />
van de scholen van belang worden geacht, <strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de<br />
school. Elke schoolleider heeft op verzoek van de onderzoekers drie of vier stakeholders<br />
gekozen en gevraagd aan dit onderzoek mee te werken. Dit betrof ouders,<br />
directeuren van toeleverende basisscholen, leden van de medezeggenschapsraad of<br />
ouderraad, bestuursleden en zorgcoörd<strong>in</strong>atoren. In <strong>het</strong> <strong>in</strong>terview werd o.a. <strong>in</strong>gegaan<br />
op de aard van de relatie met de school, de vraag wat centraal staat <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
en wat de belangrijkste taken zijn van een docent op de betreffende school<br />
(zei bijlage 5)<br />
Tijdens de <strong>in</strong>terviews met de stakeholders kregen zij ook, <strong>in</strong>dividueel, een vragenlijst<br />
voorgelegd (opdracht B, zie bijlage 6). Daar<strong>in</strong> werd hen gevraagd steeds een<br />
(gedwongen) keuze te maken tussen paarsgewijs aangeboden taken. In totaal g<strong>in</strong>g<br />
<strong>het</strong> om zeven geselecteerde taken die <strong>in</strong> 21 verschillende comb<strong>in</strong>aties werden aangeboden.<br />
Per keuze werd tevens gevraagd naar de grond(en) voor de gemaakte keuze.<br />
Hierbij konden ze kiezen uit een aantal voorgestructureerde antwoordcategorieën<br />
(zie bijlage 6).<br />
In deze tweede ronde kregen de schoolleiders, teamleiders en docenten die hadden<br />
meegewerkt aan de eerste ronde een soortgelijke schriftelijke vragenlijst toegestuurd.<br />
Daarbij g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> niet om 7 taken die <strong>in</strong> 21 comb<strong>in</strong>aties werden aangeboden,<br />
maar om 8 taken die <strong>in</strong> 28 comb<strong>in</strong>aties werden voorgelegd. Ook hen werd gevraagd<br />
hun keuzes te beargumenteren (zie bijlage 6).<br />
12
3 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens<br />
wetenschappelijke literatuur<br />
3.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
We hebben gezocht <strong>in</strong> wetenschappelijke literatuur naar aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />
handelen van docenten. Om dit gericht te kunnen doen, moesten keuzes worden gemaakt.<br />
De eerste vraag was, gezien de vele publicaties die jaarlijks verschijnen over<br />
leren, <strong>onderwijs</strong> en leraren: welke literatuur?<br />
We besloten ons te richten op publicaties vanaf ongeveer 1985. Vanaf die tijd begonnen<br />
namelijk <strong>in</strong>ternationaal allerlei opvatt<strong>in</strong>gen over leren en <strong>onderwijs</strong> te veranderen<br />
en ontstond een levendige discussie over oude en nieuwe theorieën, onderzoeken<br />
en visies, waarvan de diversiteit door <strong>het</strong> kiezen van deze ruime periode<br />
goed kan worden gedekt. Verder lag <strong>het</strong> voor de hand publicaties te kiezen van bekende<br />
wetenschappers, publicaties waarnaar door anderen vaak wordt verwezen, en<br />
zowel artikelen <strong>in</strong> tijdschriften als hoofdstukken <strong>in</strong> handboeken.<br />
Tijdens <strong>het</strong> verzamelen van mogelijk relevante publicaties bleken deze te kunnen<br />
worden <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> vijf rubrieken: theorie en onderzoek over a) leerprocessen en<br />
leeromgev<strong>in</strong>gen, b) de dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen een leraar en een groep leerl<strong>in</strong>gen,<br />
c) factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong>, d) standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g<br />
van leraren, e) opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren. In de hierna volgende<br />
beschrijv<strong>in</strong>g volgen we deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g.<br />
Al lezend bleek dat aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst handelen van docenten deels expliciet<br />
worden beschreven zodat zij direct uit de tekst kunnen worden gehaald en deels<br />
impliciet blijven en daaruit moeten worden afgeleid. Verder stoelen ze deels op uitkomsten<br />
van empirisch onderzoek en deels op theorie die <strong>het</strong> belang van bepaald<br />
handelen <strong>in</strong>zichtelijk en aannemelijk maakt. Publicaties die m<strong>in</strong> of meer duidelijk<br />
uitmonden <strong>in</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen voor handelen van docenten, bevatten vaak de vermeld<strong>in</strong>g<br />
dat <strong>het</strong> criterium daarbij is dat <strong>het</strong> handelen bijdraagt aan <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen,<br />
meer direct (bijvoorbeeld door een bepaalde <strong>in</strong>structieaanpak) dan wel meer<br />
<strong>in</strong>direct (bijvoorbeeld via bevorder<strong>in</strong>g van de motivatie).<br />
Het laatste aspect waarbij keuzes moesten worden gemaakt, betrof de aard van <strong>het</strong><br />
handelen zelf. Gelet op de behoeften van de schoolleiders die onderhavig onderzoek<br />
hebben aangevraagd en de vernieuwende <strong>onderwijs</strong>concepten op hun scholen, gaat<br />
13
<strong>het</strong> vooral om <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>teracties<br />
met leerl<strong>in</strong>gen. Dit betekent dat handelen van docenten buiten die context, waaronder<br />
ontwikkelen van materiaal en vervullen van specifieke taken <strong>in</strong> de schoolorganisatie<br />
(zoals studiekeuzebegeleid<strong>in</strong>g en coörd<strong>in</strong>atietaken), niet is meegenomen. Wel<br />
is gelet op eventuele aanwijz<strong>in</strong>gen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op samenwerk<strong>in</strong>g tussen<br />
en professionele ontwikkel<strong>in</strong>g van docenten, gezien <strong>het</strong> belang daarvan voor <strong>het</strong><br />
vormgeven van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept.<br />
3.2 Leren en leeromgev<strong>in</strong>gen<br />
In de afgelopen vijftig jaar is vanuit drie opeenvolgende paradigma’s gekeken naar,<br />
nagedacht over, en onderzoek gedaan naar leren en leeromgev<strong>in</strong>gen: behaviorisme,<br />
cognitieve psychologie, sociaal constructivisme. Elk van deze drie kaders heeft<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen opgeleverd voor <strong>het</strong> handelen van docenten, en alle drie zijn nog<br />
steeds relevant, afhankelijk van de beoogde leerdoelen en leerprocessen. Het is dan<br />
ook geen wonder dat auteurs die een overzicht willen bieden van theorie en onderzoek<br />
op dit terre<strong>in</strong>, regelmatig beg<strong>in</strong>nen met <strong>het</strong> opnieuw kort beschrijven van deze<br />
drie strom<strong>in</strong>gen (bijv. Veenman, 1992; Shuell, 1993; Greeno, Coll<strong>in</strong>s & Resnick,<br />
1996; Seidel & Shavelson, 2007).<br />
Vanuit <strong>het</strong> behaviorisme gezien is leren <strong>het</strong> opnemen van <strong>in</strong>formatie en oefenen van<br />
vaardigheden en zijn de taken van de leraar <strong>het</strong> overdragen en tra<strong>in</strong>en daarvan, <strong>in</strong><br />
een gestructureerde omgev<strong>in</strong>g. Het gaat hierbij om leerstof die <strong>in</strong> duidelijke onderdelen<br />
kan worden verdeeld en waarbij antwoorden goed of fout zijn (zoals bij feitenkennis)<br />
en om vaardigheden die stapsgewijs kunnen worden <strong>in</strong>geslepen tot een<br />
efficiënte rout<strong>in</strong>e. Effectief docentgedrag en te behalen leerresultaten zijn observeerbaar<br />
en wetmatig, goed klassenmanagement en effectieve leertijd belangrijke<br />
voorwaarden. Transfer van <strong>het</strong> geleerde, dus toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> nieuwe situaties, wordt<br />
niet als problematisch gezien.<br />
In de cognitieve psychologie verschuift de aandacht naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer<br />
complexe kennis en leren oplossen van problemen, met meer mogelijke aanpakken<br />
en meer goede oploss<strong>in</strong>gen, en <strong>het</strong> denken van de leerl<strong>in</strong>g dat hiervoor nodig is. Onderkend<br />
wordt dat de leerl<strong>in</strong>g zelf <strong>in</strong> <strong>het</strong> leerproces een actieve rol speelt. Theorieën<br />
hierover baseren zich mede op aannames, redener<strong>in</strong>gen en afleid<strong>in</strong>gen. Leerl<strong>in</strong>gen<br />
moeten leren hun eigen denken en leren te sturen (monitoren, evalueren, bijstellen),<br />
en docenten moeten de gewenste cognitieve en metacognitieve denkprocessen voordoen<br />
en leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen voor zover en zolang dat nodig is (cognitive apprenticeship<br />
(meester-gezel relatie); zone van naaste ontwikkel<strong>in</strong>g; leren van afkij-<br />
14
ken en leren van verwoorden <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractie en reflectie). Over de mogelijkheid van<br />
transfer wordt verschillend gedacht, toepass<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> geleerde op nieuwe problemen<br />
of <strong>in</strong> nieuwe situaties blijkt vaak lastig.<br />
De gedachte dat aangeboden kennis niet kant en klaar wordt opgenomen en opgeslagen<br />
maar door lerenden wordt verbonden met wat zij reeds weten en denken en zodoende<br />
wordt ge(re)construeerd, bekend als “constructivisme”, valt nog onder de<br />
cognitieve psychologie. In <strong>het</strong> sociaal constructivisme verschuift de focus naar <strong>het</strong><br />
leren om competent deel te nemen aan praktijken die kenmerkend zijn voor een bepaalde<br />
sociaal en cultureel gevormde gemeenschap (community of practice), zoals<br />
een schoolklas, vakgebied (discipl<strong>in</strong>e) of beroepsgroep. Docenten en leerl<strong>in</strong>gen<br />
vormen <strong>in</strong> die optiek een community of learn<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> wordt gediscussieerd en<br />
onderhandeld over betekenissen, bedoel<strong>in</strong>gen en verworvenheden.<br />
Afhankelijk van de leerl<strong>in</strong>gen en de beoogde leerprocessen en leerdoelen, zijn al<br />
deze denkkaders (nog) actueel. Ook <strong>in</strong> theorievorm<strong>in</strong>g en onderzoek zijn deze drie<br />
tradities nog actief, respectievelijk gericht op <strong>het</strong> leggen van (empirische) relaties<br />
tussen <strong>in</strong>put (proces) en output (product), op leren als <strong>in</strong>dividueel (en <strong>in</strong>dividueel<br />
verschillend) cognitief proces, en op leren als gemeenschappelijk proces van participatie<br />
en acculturatie (zie Brown, Coll<strong>in</strong>s & Duguid, 1989; Veenman, 1992; Wilson<br />
& Cole, 1996; Duffy & Cunn<strong>in</strong>gham, 1996; Seidel & Shavelson, 2007).<br />
Een belangrijke sleutelpublicatie is die van Brown en Campione (1996). Zij maken<br />
duidelijk dat post-behavioristische leerpr<strong>in</strong>cipes niet langer zijn te vangen <strong>in</strong> vaste<br />
procedures. Docenten die vanuit moderne leerpr<strong>in</strong>cipes willen werken, kunnen daardoor<br />
geen houvast ontlenen aan bepaalde welomschreven aanpakken. Ze moeten <strong>het</strong><br />
hebben van hun begrip van de pr<strong>in</strong>cipes, en deze flexibel en op maat toepassen, <strong>in</strong><br />
onderl<strong>in</strong>ge samenhang, en gericht op <strong>het</strong> doel om leerl<strong>in</strong>gen te leren denken en redeneren<br />
(<strong>in</strong> hun hoofd, op papier, <strong>in</strong> gesprek) <strong>in</strong> een bepaald kennisdome<strong>in</strong>. Voor docenten<br />
liggen hierbij volgens Brown en Campione drie typen opgaven:<br />
a) een leeromgev<strong>in</strong>g creëren waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen werken aan betekenisvolle taken<br />
waarbij zij moeten zoeken en verzamelen, delen en bespreken, en presteren en<br />
beoordelen (en beoordeeld worden);<br />
b) <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractie met de leerl<strong>in</strong>gen een aantal taken vervullen: uitleggen, <strong>in</strong>strueren,<br />
voordoen (model zijn), discussie bewerkstelligen, coachen (ondersteunen, op<br />
maat hulp bieden, feedback geven), beoordelen;<br />
c) een repertoire gebruiken van specifieke acties en reacties <strong>in</strong> <strong>in</strong>teractiesituaties:<br />
(verschillende typen) vragen stellen, h<strong>in</strong>ts geven, etc.<br />
Nadere uitwerk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> wenselijk geachte type leeromgev<strong>in</strong>g (ad a) zijn beschreven<br />
door onder meer Greeno e.a. (1996), De Corte (2000) en Bolhuis (2003).<br />
15
Greeno e.a. stellen dat een leeromgev<strong>in</strong>g ook betrekk<strong>in</strong>g heeft op een bepaalde <strong>in</strong>houd<br />
(kennisdome<strong>in</strong>) en is <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> een curriculum. Daarnaast geven ze aan dat<br />
opdrachten aan leerl<strong>in</strong>gen op zich al een leeromgev<strong>in</strong>g oproepen, waar<strong>in</strong> op bepaalde<br />
kennis en vaardigheden een beroep wordt gedaan, bepaalde (dezelfde of andere)<br />
kennis en vaardigheden (verder) kunnen worden ontwikkeld, en op verschillende<br />
manieren en <strong>in</strong> verschillende mate (ook variërend tussen leerl<strong>in</strong>gen) materiaal, steun<br />
en <strong>in</strong>teractie wenselijk kan zijn, en dus ook een verschillend beroep op de docent<br />
kan worden gedaan.<br />
De Corte werkt <strong>het</strong> begrip “krachtige leeromgev<strong>in</strong>g” uit, met een aantal kenmerken:<br />
realiseren van doelgerichte en cumulatieve leerprocessen, <strong>in</strong> (voor leerl<strong>in</strong>gen) betekenisvolle<br />
contexten en met voldoende ruimte voor samenwerk<strong>in</strong>g, met een goede<br />
balans tussen systematische <strong>in</strong>structie en begeleid<strong>in</strong>g en ontdekkend en explorerend<br />
leren, bevorder<strong>in</strong>g van zelfregulatie van <strong>het</strong> leerproces en ontwikkel<strong>in</strong>g van (meta-)<br />
cognitieve (meer of m<strong>in</strong>der) dome<strong>in</strong>specifieke vaardigheden, en reken<strong>in</strong>g houden<br />
met <strong>in</strong>dividuele verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Bolhuis beschrijft <strong>het</strong> model van “procesgericht onderwijzen”, waar<strong>in</strong> eveneens <strong>het</strong><br />
geleidelijk bevorderen van zelfregulatie bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van dome<strong>in</strong>specifieke<br />
kennis centraal staat en <strong>het</strong> behandelen van leerprocessen en leerresultaten als sociale<br />
verschijnselen, met daarnaast speciale aandacht voor motivationele en affectieve<br />
(emotionele) aspecten van leren.<br />
Beschrijv<strong>in</strong>gen van gewenst geachte leeromgev<strong>in</strong>gen (ad a) bevatten of impliceren<br />
ook door docenten te vervullen taken (ad b), zoals <strong>het</strong> geven van <strong>in</strong>structie, <strong>het</strong> aan<br />
leerl<strong>in</strong>gen geven van leerzame opdrachten, <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen (als zij aan<br />
opdrachten werken), <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen laten discussiëren en samenwerken, en <strong>het</strong> reken<strong>in</strong>g<br />
houden met affectieve aspecten en met <strong>in</strong>dividuele verschillen.<br />
Een centrale rol <strong>in</strong> gewenst <strong>docenthandelen</strong> wordt vervuld door de begeleid<strong>in</strong>g, die<br />
<strong>het</strong> karakter zou moeten hebben van coach<strong>in</strong>g, dat wil zeggen: op maat (<strong>in</strong>dividueel<br />
verschillend) en <strong>in</strong> de tijd afnemend (toewerkend naar zelfregulatie). Een belangrijke<br />
sleutelpublicatie hierbij is die van Coll<strong>in</strong>s, Brown en Newman (1989). Zij hebben<br />
een uitgebreide beschrijv<strong>in</strong>g gegeven van <strong>het</strong> “cognitive apprenticeship model”,<br />
waar<strong>in</strong> een aantal van de eerder genoemde docenttaken is opgenomen. Zij laten ook<br />
duidelijk zien hoe de <strong>in</strong> dit model beschreven reeks van pedagogisch-didactisch<br />
handelen door een docent altijd is <strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> een kennisdome<strong>in</strong>. Bovendien maken<br />
zij <strong>in</strong> hun model duidelijk dat <strong>in</strong> <strong>onderwijs</strong> dat is gericht op bevorder<strong>in</strong>g van de zelfregulatie<br />
van leerl<strong>in</strong>gen, docent en leerl<strong>in</strong>gen samen <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces vormgeven<br />
en de leerl<strong>in</strong>gen daar<strong>in</strong> een eigen aandeel hebben: vanuit de geleidelijk afnemende<br />
coach<strong>in</strong>g moeten zij, via articulatie, reflectie en exploratie, hun vermogen tot<br />
zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong> ontwikkelen.<br />
16
De genoemde specifieke typen acties en reacties van moment tot moment tijdens<br />
<strong>in</strong>teractiesituaties (ad c) behoren ook tot de voor een docent gewenste vaardigheden,<br />
maar deze zien we als te elementair (kle<strong>in</strong> en basaal) om te betrekken bij <strong>het</strong> gewenst<br />
pedagogisch-didactisch handelen waarnaar we hier op zoek zijn.<br />
In verschillende andere publicaties vonden we aanvullend nog enkele belangrijke<br />
aandachtspunten, deels ook ter voorkom<strong>in</strong>g van eventuele misverstanden.<br />
Fredriksen en White (1997), Mayer (2004) en Kirschner, Sweller en Clark (2006)<br />
benadrukken dat de hedendaagse aandacht voor de gewenste actieve rol van de leerl<strong>in</strong>gen<br />
zelf, niet betekent dat <strong>het</strong> er vooral om zou gaan dat leerl<strong>in</strong>gen actief bezig<br />
zijn (met discussies, opdrachten, materialen, samenwerk<strong>in</strong>g, projecten etc.). Waar<br />
<strong>het</strong> om gaat is dat ze cognitief actief zijn, met begrijpen, redeneren, probleem oplossen.<br />
Dit geldt ook voor discussies en voor samenwerk<strong>in</strong>g: ook dan gaat <strong>het</strong> er om dat<br />
leerl<strong>in</strong>gen hun <strong>in</strong>zichten, problemen, suggesties, argumenten en oploss<strong>in</strong>gen expliciet<br />
verwoorden, uitwisselen en gezamenlijk productief maken (ervan leren). De<br />
ondersteun<strong>in</strong>g en begeleid<strong>in</strong>g door de docent moet er dus vooral op zijn gericht deze<br />
cognitieve activiteit op gang te houden, te voeden en waar nodig bij te sturen. Dit<br />
vergt een voortdurende afweg<strong>in</strong>g van de juiste balans, doser<strong>in</strong>g en tim<strong>in</strong>g.<br />
Constructivistische ideeën en idealen betekenen ook niet dat docenten niet meer<br />
“gewoon” zouden kunnen lesgeven, uitleggen en <strong>in</strong>strueren. Dat belemmert namelijk<br />
geensz<strong>in</strong>s de gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis bij de leerl<strong>in</strong>gen. Ook hoeft <strong>het</strong><br />
niet vooral te gaan over <strong>het</strong> gebruiken en toepassen van kennis, want <strong>het</strong> ontwikkelen<br />
van kennis op zich, van feiten, begrippen en pr<strong>in</strong>cipes, is ook een belangrijk<br />
leerdoel. Wel is <strong>het</strong> zaak de steun geleidelijk te verm<strong>in</strong>deren, gelijk op met de groei<br />
<strong>in</strong> kennis (op <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>) en de mogelijkheden tot zelfstur<strong>in</strong>g van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen (eveneens op <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>, mede door die kennis!). Dit impliceert<br />
dat ook <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces een belangrijke docenttaak is.<br />
Elshout-Mohr, Van Hout-Wolters en Broekkamp (1999) laten gedetailleerd zien hoe<br />
<strong>het</strong> gewenste didactisch handelen van de docent afhankelijk is van <strong>het</strong> type leerdoel<br />
en type leertaak waar <strong>het</strong> om gaat (reproductief of productief, kennis of vaardigheid,<br />
cognitief of metacognitief, nabije transfer of verre transfer). Het <strong>in</strong> de praktijk brengen<br />
en effectief maken van dergelijk nauwkeurig didactisch handelen vergt vaak een<br />
leerproces bij zowel de leerl<strong>in</strong>gen als de docent zelf.<br />
Webb (2009), tot slot, wijst erop dat docenten met hun leerl<strong>in</strong>gen soms een lange<br />
aanloop moeten nemen voordat een bepaalde soort leersituatie vruchtbaar kan worden.<br />
Voor <strong>het</strong> leerzaam doen zijn en productief maken van, <strong>in</strong> dit geval, samenwerk<strong>in</strong>g<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen, moeten leerl<strong>in</strong>gen eerst leren om een groep te vormen en<br />
daar<strong>in</strong> te overleggen en samen te werken, moeten taken beschikbaar zijn die zodanig<br />
zijn gestructureerd dat leerl<strong>in</strong>gen deze doelgericht samenwerkend zelfstandig moe-<br />
17
ten en kunnen uitvoeren, en moeten docent en leerl<strong>in</strong>gen leren hoe de docent tussentijds<br />
de <strong>in</strong>teractie en de gedachteontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de groepen kan ondersteunen en<br />
bevorderen. Hieruit kunnen we leren dat <strong>het</strong> vormgeven <strong>in</strong> een school en door docenten<br />
van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept vraagt om cont<strong>in</strong>uïteit (<strong>in</strong> de relatie<br />
tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen) en cumulatieve ontwikkel<strong>in</strong>g (via leerlijnen), en dus<br />
goed moet worden doordacht en over een langere periode planmatig en <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge<br />
samenwerk<strong>in</strong>g moet worden aangepakt.<br />
3.3 De dagelijkse <strong>in</strong>teractie tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen<br />
Veel van <strong>het</strong> onderzoek dat ten grondslag ligt aan de <strong>in</strong> de vorige rubriek beschreven<br />
literatuur, is uitgevoerd bij specifiek uitgekozen zeer capabele docenten en/of <strong>in</strong><br />
speciaal voor <strong>het</strong> onderzoek geconstrueerde situaties. Daardoor kunnen theoretische<br />
pr<strong>in</strong>cipes en modellen duidelijker zichtbaar worden en enigsz<strong>in</strong>s zuiver op hun verloop<br />
en effecten worden onderzocht.<br />
Uit observaties <strong>in</strong> “echte” schoolklassen komt een dagelijkse praktijk naar voren die<br />
zeer veelvormig is, en heel complex, en wel des te meer naarmate leerl<strong>in</strong>gen daadwerkelijk<br />
eigen keuzes kunnen maken en zelfstandig en <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g aan <strong>het</strong><br />
werk en aan <strong>het</strong> leren zijn, zoals <strong>in</strong> nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten wordt beoogd (Doyle,<br />
1986; Shulman, 1986; Glaser, 1990; Shuell, 1993, 1996). De docent (of, bij teamteach<strong>in</strong>g<br />
of teamcoach<strong>in</strong>g: docenten) en leerl<strong>in</strong>gen reageren op elkaar, en hun handelen<br />
en gedrag staat daardoor <strong>in</strong> voortdurende wisselwerk<strong>in</strong>g. Er v<strong>in</strong>den allerlei transacties,<br />
uitwissel<strong>in</strong>gen en onderhandel<strong>in</strong>gen plaats, zowel op <strong>het</strong> sociale en relationele<br />
vlak als <strong>in</strong> termen van leerdoelen, leerstof, taken, feedback en beoordel<strong>in</strong>g. De<br />
onderl<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>teracties worden beïnvloed door denkbeelden, emoties, percepties en<br />
verwacht<strong>in</strong>gen over en weer, en zijn daar op hun beurt weer op van <strong>in</strong>vloed. Dit<br />
werkt door op de leerprocessen bij de leerl<strong>in</strong>gen, bedoeld en onbedoeld, en ook bij<br />
de docent kan sprake zijn van leren. Waar docent en leerl<strong>in</strong>gen gedurende langere<br />
tijd met elkaar te maken hebben, zal ook sprake kunnen zijn van ontwikkel<strong>in</strong>g (van<br />
de betrokkenen, en van hun onderl<strong>in</strong>ge relatie en <strong>in</strong>teractie), waardoor <strong>het</strong> hele patroon<br />
van processen zelf ook nog eens verschuift.<br />
Voor ervaren docenten bevat de voorafgaande al<strong>in</strong>ea mogelijk we<strong>in</strong>ig nieuws (al zal<br />
wel de mate waar<strong>in</strong> docenten de processen die zich afspelen (kunnen) onderkennen,<br />
begrijpen, erop <strong>in</strong>spelen en ervan leren, <strong>in</strong>dividueel verschillen). De complexe dagelijkse<br />
realiteit brengt wel twee vragen met zich mee die <strong>in</strong> <strong>het</strong> onderhavige onderzoek<br />
van belang zijn, namelijk: a) kan onderzoek van die praktijk dan wel <strong>in</strong>zicht<br />
geven <strong>in</strong> wat wenselijk handelen van docenten is?, en b) hoe kunnen <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />
18
wenselijk <strong>docenthandelen</strong> die voortkomen uit theorie en onderzoek zoals beschreven<br />
<strong>in</strong> de vorige rubriek dan <strong>in</strong> de praktijk vruchtbaar worden gemaakt?<br />
Waar <strong>het</strong> handelen van docenten zo veelvormig is dat <strong>het</strong> moeilijk valt te typeren <strong>in</strong><br />
termen van een duidelijk te omschrijven theorie of model over leren, didactiek en<br />
<strong>in</strong>structie, ligt <strong>het</strong> voor de hand dat <strong>het</strong> vooral persoonlijke eigenschappen van de<br />
docent zijn waarvan eventuele relaties met leeractiviteiten, –processen en –resultaten<br />
bij leerl<strong>in</strong>gen zullen kunnen worden gelegd Dat is ook wat er gebeurde, toen <strong>in</strong> de<br />
jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw onderzoek via observaties <strong>in</strong> schoolklassen <strong>in</strong><br />
zwang kwam (zie Shuell, 1996). Daaruit kwam naar voren dat docenten die duidelijk,<br />
enthousiast, flexibel en taakgericht waren, hun leerl<strong>in</strong>gen veel gelegenheid boden<br />
om zich de stof eigen te maken, en zorgden voor een hoog cognitief niveau van<br />
<strong>in</strong>teractie, gemiddeld de beste resultaten behaalden.<br />
In een ander type onderzoek dat <strong>in</strong> dezelfde periode op gang kwam, <strong>het</strong> zogenoemde<br />
proces-product onderzoek, was men eveneens gericht op bepalende kenmerken van<br />
effectief <strong>onderwijs</strong>. In dit geval g<strong>in</strong>g men echter uit van geconstrueerde modellen<br />
met clusters van factoren waar<strong>in</strong> men uitkomsten van reeds uitgevoerde onderzoeken<br />
probeerde te plaatsen om zo tot conclusies te komen. Ook dit type onderzoek<br />
heeft kenmerken van docenten opgeleverd (zie Scheerens, 2007). Naast gedragskenmerken<br />
die vergelijkbaar zijn met de hierboven genoemde, zoals betrouwbaarheid,<br />
<strong>in</strong>zet en flexibiliteit, zijn dit aspecten van kennis, vaardigheid en ambitie: beheers<strong>in</strong>g<br />
van de leerstof, verbale vaardigheid, hoge verwacht<strong>in</strong>gen, steeds streven<br />
naar verbeter<strong>in</strong>g.<br />
Onderzoek naar de bestaande praktijk kan dus wel enig <strong>in</strong>zicht geven <strong>in</strong> wenselijk<br />
handelen van docenten (zie vraag a hiervoor), maar niet zo duidelijk gerelateerd aan<br />
theorie over leren en <strong>onderwijs</strong>leerprocessen. Omgekeerd kunnen resultaten van<br />
onderzoek dat wel op zulke theorie is gebaseerd wel bijdragen aan <strong>het</strong> handelen van<br />
docenten (zie vraag b hiervoor), maar dat gaat niet vanzelf. Docenten moeten zulke<br />
resultaten kunnen begrijpen (en dus herkennen), accepteren (en dus geloofwaardig<br />
en belangrijk achten en niet zien als miskenn<strong>in</strong>g van hun praktijk of persoon) en<br />
kunnen gebruiken (en dus <strong>in</strong>passen <strong>in</strong> hun praktijk). Dit zal om te beg<strong>in</strong>nen afhangen<br />
van de aard van de resultaten en de manier waarop ze worden gepresenteerd.<br />
Resultaten kunnen de vorm hebben van beschrijv<strong>in</strong>gen van ‘good practice’ (case<br />
studies), <strong>in</strong>formatie over <strong>in</strong> onderzoek gebleken samenhangen (hoe meer dit, hoe<br />
meer dat), ontwikkelde en effectief gebleken procedures en ‘tools’ (draaiboeken en<br />
materialen), visies, begrippen en <strong>in</strong>zichten (ideeën, woorden en kennis als gereedschap<br />
voor denken, uitwisselen en bespreken), en redener<strong>in</strong>gen die uitmonden <strong>in</strong> een<br />
moreel appel (bijvoorbeeld ‘gelijke kansen’) (Shulman 1986, 1987; Tom en Valli,<br />
1990). Onderzoek naar gebruik en effecten van kennis uit onderzoek laat zien dat<br />
19
vooral casebeschrijv<strong>in</strong>gen en conceptuele uitkomsten (visies, begrippen en <strong>in</strong>zichten)<br />
goede kansen bieden.<br />
3.4 Factoren voor effectief <strong>onderwijs</strong><br />
In de literatuur <strong>in</strong> de eerste rubriek hierboven staan theorieën centraal, <strong>in</strong> de tweede,<br />
vorige rubriek is dat de praktijk, en nu richten we ons op de uitkomsten van empirisch<br />
onderzoek <strong>in</strong> de proces-product traditie. Het is dit type onderzoek dat meestal<br />
wordt bedoeld (of verondersteld) bij “harde” gegevens en “evidence”, en dat ten<br />
grondslag ligt aan overzichten van “wat werkt”. Het is vaak theorie-arm en m<strong>in</strong>der<br />
gericht op begrijpen en begrijpelijk maken hoe en waarom of waardoor iets werkt.<br />
De boodschap is <strong>in</strong> feite “vraag niet hoe <strong>het</strong> kan, maar profiteer ervan”.<br />
Studies <strong>in</strong> deze traditie zijn vaak gebaseerd op zogenoemde “meta-analyses”: statistische<br />
analyses van de (gemiddelde) uitkomsten van grote aantallen (eerder en door<br />
anderen uitgevoerde) onderzoeken. Deze werkwijze voegt aan <strong>het</strong> theorie-arme karakter<br />
nog een tweede nadeel toe, namelijk dat <strong>in</strong> al die onderzoeken uiteenlopende<br />
variabelen zijn onderzocht die slechts <strong>in</strong> eenzelfde model zijn onder te brengen door<br />
dat wat enigsz<strong>in</strong>s op elkaar lijkt samen te nemen. De categorieën <strong>in</strong> zo’n model bevatten<br />
daardoor zulke uiteenlopende zaken dat <strong>het</strong> lastig is om er een duidelijke betekenis<br />
aan toe te kennen. Categorieën met labels als “Leeromgev<strong>in</strong>g”, “Onderwijsstrategie<br />
(gestructureerd, direct, beheers<strong>in</strong>g, etc.)”, “Onderwijsstrategie (constructivistisch)”,<br />
“Ondersteun<strong>in</strong>g” en “Feedback/controle/evaluatie/tests” zijn zo breed en<br />
vaag, dat ze vrijwel hun nuttige waarde verliezen.<br />
Wie diverse van zulke studies bestudeert en vergelijkt (zie Shuell, 1996; Campbell<br />
e.a., 2004; Scheerens, 2007; Seidel & Shavelson, 2007), constateert enerzijds dat de<br />
uitkomsten variëren (niet verwonderlijk als men zich baseert op verschillende selecties<br />
van uitgevoerde onderzoeken en verschillende modellen en categorieën hanteert<br />
om tot gemiddelde effecten te komen) maar ziet anderzijds ook iets heel belangrijks,<br />
namelijk: vrijwel alles kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een steentje bijdragen (<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe, want er<br />
zijn geen methoden die altijd werken, effecten zijn altijd meervoudig, en leerl<strong>in</strong>gen<br />
kunnen uiteenlopend reageren, zie Shuell, 1996).<br />
Anders gezegd: resultaten van <strong>onderwijs</strong>leerprocessen kunnen door veel factoren<br />
worden beïnvloed en bevorderd. Schoolleiders, curriculumontwerpers en docenten<br />
kunnen dus <strong>in</strong>derdaad, zoals soms wel gebeurt, worden vergeleken met dirigenten:<br />
<strong>het</strong> gaat om <strong>het</strong> geheel, de balans, de afstemm<strong>in</strong>g, de wisselwerk<strong>in</strong>g. De boodschap<br />
kan dan zelfs worden: “<strong>het</strong> [goed samengestelde] geheel is meer dan de som der<br />
delen” (zie ook Bosker, Creemers & Str<strong>in</strong>gfield, 1999). Dit wil overigens niet zeggen<br />
dat dit goed samengestelde geheel ook vooraf moet en kan worden ontworpen.<br />
20
Heel goede docenten laten vaak geen bepaald patroon zien (handelen niet volgens<br />
een zorgvuldig opgesteld model van handelen) (Shulman, 1987), maar spelen heel<br />
alert en flexibel <strong>in</strong> op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces zoals zich dat ontwikkelt (zie de vorige<br />
rubriek: processen <strong>in</strong> schoolklassen zijn veelvorm<strong>in</strong>g en complex en voor een<br />
docent zijn daarbij bepaalde eigenschappen van belang).<br />
Er is echter, tot slot, nog een tweede en meer specifieke conclusie mogelijk, namelijk<br />
dat <strong>het</strong> er vooral om gaat te bevorderen dat leerl<strong>in</strong>gen veel, <strong>in</strong>tensief en gevarieerd<br />
met de leerstof bezig zijn (cognitief, affectief, metacognitief). Dit een samenvattende<br />
<strong>in</strong>terpretatie van de gebleken effectiviteit van uiteenlopende factoren als:<br />
veilig leerklimaat, ordelijke omgev<strong>in</strong>g, goed klassenmanagement, taakgerichtheid,<br />
structuur, duidelijkheid, beschikbare en bestede tijd, stellen van denkvragen, activerende<br />
werkvormen, betekenisvolle en uitdagende opdrachten, op leer<strong>in</strong>houd (kennis,<br />
vaardigheid) gerichte sociale <strong>in</strong>teractie (tussen docent en leerl<strong>in</strong>gen, tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
onderl<strong>in</strong>g), feedback. Anders gezegd: hoe dichter op de kern van <strong>het</strong> leerproces,<br />
hoe beter (zie Seidel & Shavelson, 2007).<br />
Hierbij horen wel twee nuancer<strong>in</strong>gen (zie ook Campbell e.a., 2004). De eerste is dat<br />
effecten van <strong>docenthandelen</strong> zullen verschillen al naar gelang de schoolcontext, de<br />
leerl<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> schoolvak. De tweede is dat docenten, zeker <strong>in</strong> deze tijd met vele,<br />
hoge en diverse taken en verwacht<strong>in</strong>gen, niet steeds en op alle fronten succesvol<br />
zullen kunnen zijn.<br />
3.5 Standaarden voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren<br />
Na de theorieën, de praktijk, en <strong>het</strong> onderzoek (zie de voorgaande drie rubrieken) nu<br />
de lerarenopleiders (resp. de beleidsmakers daarachter), waar <strong>het</strong> gaat om de opleid<strong>in</strong>g<br />
van docenten, en de schoolleiders, waar <strong>het</strong> gaat om de beoordel<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> <strong>het</strong> kader<br />
van personeelsbeleid). Hoewel <strong>in</strong> <strong>het</strong> voorgaande een aantal belangrijke taken en<br />
een aantal aspecten en onderdelen van gewenst <strong>docenthandelen</strong> naar voren zijn gekomen,<br />
hebben we die niet uitgebreid teruggevonden <strong>in</strong> de bestudeerde literatuur<br />
over standaarden voor de opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren. In Nederland is er<br />
weliswaar <strong>het</strong> uitgewerkte raamwerk van de SBL-competenties, maar dat stoelt niet<br />
op de wetenschappelijke literatuur die <strong>in</strong> dit hoofdstuk aan de orde is. Deze SBLcompetenties<br />
komen aan bod <strong>in</strong> <strong>het</strong> volgende hoofdstuk, dat is gebaseerd op bestuder<strong>in</strong>g<br />
van beleidsmatige en beleidsgerichte documenten.<br />
De voor dit hoofdstuk bestudeerde wetenschappelijke literatuur betreft voornamelijk<br />
Amerikaanse publicaties, en daar<strong>in</strong> blijkt vooral aandacht te worden geschonken aan<br />
de kennisbasis die docenten zouden moeten hebben. Die kennisbasis wordt echter<br />
wel breed opgevat, <strong>in</strong>clusief de zogenoemde “procedurele kennis”, <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
21
vaak “vaardigheden” genoemd. Gezien de hiervoor beschreven complexiteit van de<br />
omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> docenten en leerl<strong>in</strong>gen werken en leren en waar<strong>in</strong> docenten flexibel<br />
en adequaat moeten kunnen opereren, is er <strong>in</strong>derdaad veel voor te zeggen hen te<br />
voorzien van veel bagage (kennis) en een breed repertoire (vaardigheden).<br />
In een veel geciteerde publicatie benoemde Shulman (1987) een aantal categorieën<br />
van kennis waarover docenten zouden moeten beschikken: vak<strong>in</strong>houdelijke kennis,<br />
algemene pedagogische kennis over klassenmanagement en groepsprocessen, kennis<br />
over curriculum, leerdoelen, programma’s en leermiddelen, kennis over leerl<strong>in</strong>gen,<br />
en kennis over manieren waarop leerl<strong>in</strong>gen vak<strong>in</strong>houdelijke kennis en vaardigheden<br />
kunnen ontwikkelen, de typische problemen die daarbij kunnen optreden en hoe je<br />
daar als docent op kunt reageren (door Shulman “pedagogical content knowledge”<br />
genoemd, <strong>in</strong> Nederlands van oudsher bekend als “vakdidactische kennis”).<br />
Daarnaast constateerde Shulman (<strong>in</strong> 1987) dat er steeds meer “general pr<strong>in</strong>ciples of<br />
effective teach<strong>in</strong>g” bekend werden. Volgens hem is de zwakte daarvan, namelijk dat<br />
die voorbijgaan aan <strong>het</strong> feit dat gewenst <strong>docenthandelen</strong> vaak sterk (vak)<strong>in</strong>houdspecifiek<br />
is, tegelijk ook hun kracht, omdat algemene pr<strong>in</strong>cipes de toch al enorm<br />
complexe taak van een docent enigsz<strong>in</strong>s kunnen vereenvoudigen. Anderen echter<br />
(bijvoorbeeld Mayer, 2004; Grossman & Schoenfeld, 2005) bepleiten <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend <strong>het</strong><br />
belang van specifieke vak<strong>in</strong>houdelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden.<br />
In een recente, eveneens gezaghebbende publicatie (Bransford e.a., 2005) wordt<br />
expliciet gesteld dat docenten tussen allerlei aspecten en gezichtspunten moeten<br />
kunnen pendelen en deze moeten kunnen comb<strong>in</strong>eren, en daarom een kader nodig<br />
hebben, een overzicht of totaalplaatje (‘conceptual map’), en de vaardigheid om met<br />
behulp daarvan gebeurtenissen en processen te <strong>in</strong>terpreteren en hun keuzes en handelen<br />
daarop af te stemmen. Het kader dat de auteurs hiertoe aanreiken (en dat overigens<br />
al werd voorgesteld door De Corte, 2000), bevat vier componenten: kennis<br />
over a) wat er moet worden geleerd, b) hoe leerl<strong>in</strong>gen dit kunnen leren, c) welke<br />
leeromgev<strong>in</strong>g dit leren kan bevorderen, en d) hoe kan worden vastgesteld dat en wat<br />
er is geleerd. Effectief <strong>onderwijs</strong> vergt dat deze vier componenten goed op elkaar<br />
worden afgestemd.<br />
3.6 Opvatt<strong>in</strong>gen, omstandigheden en keuzes van leraren<br />
Tot slot de leraren zelf. Wat meldt de literatuur over hun visies, ervar<strong>in</strong>gen en praktijkkennis,<br />
<strong>in</strong> relatie tot gewenst handelen volgens nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten? Uit<br />
<strong>het</strong> vele dat hierover is geschreven, beperken we ons tot de volgende vaststell<strong>in</strong>gen<br />
(zie Fox, 1983; Larsson, 1983; Doyle, 1986; Lyons, 1990; Pratte en Rury, 1991;<br />
Prawat, 1992; W<strong>in</strong>dschitl, 2002).<br />
22
Leraren hebben eigen opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>onderwijs</strong>, leren en de rollen van en relatie<br />
tussen henzelf en de leerl<strong>in</strong>gen. Zo kunnen leraren de vak<strong>in</strong>houd als uitgangspunt<br />
nemen en als hun taak zien die zo goed mogelijk over te dragen, of vertrekken vanuit<br />
de leerl<strong>in</strong>gen en hun leerproces en zich primair daarop richten. Zij kunnen hun<br />
vak zien als een vast omlijnd geheel of als een dome<strong>in</strong> <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g, en analoog<br />
de mogelijkheden en voorkeuren van de leerl<strong>in</strong>gen als gegeven of als onderhevig<br />
aan verander<strong>in</strong>g en vatbaar voor beïnvloed<strong>in</strong>g. Zij kunnen zichzelf onmisbaar achten<br />
en <strong>in</strong> hun handelen vasthouden aan bepaalde patronen, of leerl<strong>in</strong>gen veel ruimte geven<br />
en open staan voor nieuwe ervar<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>zichten en aanpakken.<br />
Opvatt<strong>in</strong>gen en handelen van leraren hangen vaak samen en voor verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
handelen is vaak eerst of ook verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen nodig. Als leraren niet achter<br />
een voorstel tot vernieuw<strong>in</strong>g kunnen staan, zal hun handelen waarschijnlijk niet<br />
wezenlijk veranderen. (Zo kan bijvoorbeeld een docent <strong>in</strong> een keuzewerktijduur,<br />
waar<strong>in</strong> de bedoel<strong>in</strong>g is dat leerl<strong>in</strong>gen zelf kiezen waaraan ze werken en daarbij op<br />
maat worden begeleid, van de leerl<strong>in</strong>gen eisen dat ze aan ‘zijn eigen vak’ werken, of<br />
<strong>het</strong> hele uur gebruiken om les te geven). Als leraren een nieuwe visie niet goed begrijpen,<br />
zullen ze wellicht wel hun handelen veranderen maar is de kans reëel dat de<br />
beoogde vernieuw<strong>in</strong>g schipbreuk lijdt. (Zo kan een docent die heeft begrepen dat hij<br />
de leerl<strong>in</strong>gen meer zelfstandig moet laten werken en leren, m<strong>in</strong> of meer stoppen met<br />
lesgeven en de leerl<strong>in</strong>gen alles zelf laten uitzoeken).<br />
Als leraren hun <strong>onderwijs</strong> willen veranderen volgens een meer constructivistische<br />
visie zien zij zich voor lastige dilemma’s geplaatst. Hoe de balans te leggen tussen<br />
<strong>in</strong>dividueel leren en samenwerkend leren? Tussen aansluiten bij kennisontwikkel<strong>in</strong>g<br />
zoals die zich bij leerl<strong>in</strong>gen voordoet en <strong>het</strong> nemen van de kennis van experts als<br />
norm? Tussen vooraf uitleggen en <strong>in</strong>strueren en leerl<strong>in</strong>gen zelf laten ontdekken?<br />
Tussen diepgaande verwerk<strong>in</strong>g van geselecteerde stof en de breedte die <strong>het</strong> programma<br />
vereist? Tussen opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen van hemzelf, de schoolleid<strong>in</strong>g,<br />
de leerl<strong>in</strong>gen, de ouders en de toezichthouders?<br />
Ook leerl<strong>in</strong>gen hebben opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>onderwijs</strong>, leren, en de rollen van de docent<br />
en henzelf. Leraren zullen hun <strong>onderwijs</strong>praktijk alleen samen met de leerl<strong>in</strong>gen<br />
kunnen veranderen. Veel leerl<strong>in</strong>gen hebben een voorkeur voor een meer traditionele<br />
rolverdel<strong>in</strong>g (de docent geeft klassikaal en gestructureerd les, de leerl<strong>in</strong>gen luisteren<br />
en werken daarna aan gesloten opdrachten) en als een leraar daar<strong>in</strong> verander<strong>in</strong>g wil<br />
aanbrengen (de leerl<strong>in</strong>gen werken zelfstandig aan open opdrachten), zullen leraar en<br />
leerl<strong>in</strong>gen beiden hun <strong>in</strong>vloed gaan aanwenden om de ander de gewenste rol te laten<br />
nemen. Het omgekeerde is ook mogelijk: leerl<strong>in</strong>gen die meer ruimte willen voor<br />
eigen <strong>in</strong>breng en samenwerken en leraren die aan de bestaande praktijk willen vasthouden<br />
(omdat ze vrezen hun grip op de gang van zaken te verliezen), of de veran-<br />
23
der<strong>in</strong>g niet aandurven (omdat ze denken dat de leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> niet aankunnen). Onderwijs<br />
wordt door leraar en leerl<strong>in</strong>gen samen gemaakt.<br />
Naarmate de keuzeruimte en zelfstandigheid van de leerl<strong>in</strong>gen toenemen, neemt <strong>het</strong><br />
belang van <strong>het</strong> traditionele ambacht van de leraar op <strong>het</strong> vlak van vakkennis, pedagogische<br />
kwaliteiten en klassenmanagement eerder toe dan af. In een meer constructivistische<br />
leeromgev<strong>in</strong>g moet de leraar (nog) meer met de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gesprek<br />
en (nog) meer <strong>in</strong>spelen op <strong>het</strong> verloop van leeractiviteiten en leerprocessen. Op zijn<br />
ambachtelijke professionaliteit zal een (nog) groter beroep worden gedaan om <strong>in</strong>tensief<br />
en flexibel bruggen te bouwen tussen zijn kennis van en <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de belangrijke<br />
<strong>in</strong>houden en vaardigheden <strong>in</strong> zijn vakgebied, zijn waarnem<strong>in</strong>g en taxatie van wat<br />
en hoe leerl<strong>in</strong>gen denken (begrippen, redener<strong>in</strong>gen, misconcepties, lacunes), en de<br />
processen die zich <strong>in</strong> de leeromgev<strong>in</strong>g tijdens <strong>het</strong> werken <strong>in</strong> de groep en bij <strong>in</strong>dividuele<br />
leerl<strong>in</strong>gen afspelen.<br />
3.7 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
Tijdens <strong>het</strong> zoeken <strong>in</strong> wetenschappelijke literatuur naar aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />
<strong>docenthandelen</strong> bleek dat zulke aanwijz<strong>in</strong>gen deels expliciet <strong>in</strong> publicaties zijn te<br />
v<strong>in</strong>den en deels daaruit kunnen worden afgeleid. De aanwijz<strong>in</strong>gen stoelen soms op<br />
uitkomsten van empirisch onderzoek en soms op theorie die <strong>het</strong> belang van bepaald<br />
handelen <strong>in</strong>zichtelijk en aannemelijk maakt.<br />
De meeste aanwijz<strong>in</strong>gen zijn gevonden <strong>in</strong> theorie en onderzoek over leren en<br />
leeromgev<strong>in</strong>gen en literatuur over de <strong>in</strong>teractie tussen leraar en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> reële<br />
klassensituaties. Publicaties over onderzoek naar effectief <strong>onderwijs</strong> en over standaarden<br />
voor opleid<strong>in</strong>g en beoordel<strong>in</strong>g van leraren bleken voor ons doel m<strong>in</strong>der op<br />
te leveren. De aanwijz<strong>in</strong>gen die uit de diverse bestudeerde literatuur konden worden<br />
gehaald, blijken elkaar te ondersteunen en aan te vullen.<br />
In de behavioristische traditie bleken goed klassenmanagement, effectieve bested<strong>in</strong>g<br />
van de leertijd, gestructureerde overdracht van <strong>in</strong>formatie en systematisch oefenen<br />
belangrijke voorwaarden voor <strong>het</strong> bereiken van leerresultaten. Dit geldt nog steeds,<br />
maar s<strong>in</strong>dsdien is duidelijk geworden dat de uitkomsten die toen werden verkregen<br />
verband houden met de leerdoelen die toen centraal stonden (zoals feitenkennis en<br />
concrete vaardigheden). S<strong>in</strong>dsdien hebben de leerdoelen een verbred<strong>in</strong>g ondergaan,<br />
en sommige behavioristische pr<strong>in</strong>cipes zijn bij bepaalde nieuwe leerdoelen m<strong>in</strong>der<br />
op hun plaats.<br />
In de cognitief psychologische traditie draait <strong>het</strong> om cognitieve en metacognitieve<br />
denkprocessen bij de leerl<strong>in</strong>gen (analyseren, redeneren, problemen oplossen, e.d.),<br />
die altijd ergens op zijn gericht, een bepaald dome<strong>in</strong> van kennis en vaardigheden.<br />
24
Docenten die deze processen willen ondersteunen staat een arsenaal aan methoden<br />
ter beschikk<strong>in</strong>g, die goed zijn samengevat <strong>in</strong> <strong>het</strong> cognitive apprenticeship model:<br />
uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van discussie, laten oefenen en daarbij<br />
ondersteunen, op maat hulp bieden en feedback geven, en beoordelen, leerl<strong>in</strong>gen<br />
denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen laten articuleren en hen erop laten reflecteren, en hen<br />
aanmoedigen tot verdere exploratie. De coach<strong>in</strong>g is <strong>in</strong>dividueel verschillend en <strong>in</strong> de<br />
tijd afnemend, toewerkend naar zelfregulatie: zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
betreffende dome<strong>in</strong>. Steeds is een bepaalde balans nodig, met de juiste doser<strong>in</strong>g en<br />
tim<strong>in</strong>g, tussen systematische <strong>in</strong>structie, en begeleid<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen die zelfstandig<br />
aan <strong>het</strong> werk zijn.<br />
In verschillende constructivistische tradities wordt <strong>het</strong> belang benadrukt van sociale<br />
<strong>in</strong>teractie, tussen lerenden en experts (gezel-meester relatie) en tussen lerenden onderl<strong>in</strong>g<br />
(samenwerkend leren), en van <strong>het</strong> werken aan betekenisvolle taken (gesitueerd<br />
<strong>in</strong> een bepaalde context).<br />
Deze cognitief psychologische en constructivistische pr<strong>in</strong>cipes zijn geen vaste procedures<br />
die docenten kunnen volgen, <strong>het</strong> zijn pr<strong>in</strong>cipes die docenten, vanuit een<br />
goed begrip ervan, flexibel en op maat kunnen en moeten toepassen, <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge<br />
samenhang, en gericht op <strong>het</strong> doel om leerl<strong>in</strong>gen te leren denken en redeneren <strong>in</strong> een<br />
bepaald dome<strong>in</strong>.<br />
Meerdere van de genoemde pr<strong>in</strong>cipes of aanpakken, zoals leerl<strong>in</strong>gen betekenisvolle<br />
taken geven, leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken, en de zelfregulatie van leerl<strong>in</strong>gen bevorderen<br />
(wat o.a. betekent dat ze eigen keuzes moeten kunnen maken), worden<br />
aanbevolen op drie gronden tegelijk: ze kunnen <strong>het</strong> beoogde cognitieve leerproces<br />
ondersteunen, ze kunnen bijdragen aan de motivatie van leerl<strong>in</strong>gen, en ze vertegenwoordigen<br />
wenselijke leerdoelen op zich (bepaalde taken kunnen vervullen en problemen<br />
oplossen; kunnen samenwerken; <strong>het</strong> eigen handelen, denken en leren kunnen<br />
reguleren).<br />
Goede docenten laten <strong>in</strong> hun handelen geen vast patroon zien, maar spelen steeds<br />
alert en adaptief <strong>in</strong> op <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>leerproces zoals dit zich ontwikkelt. Dit betekent<br />
<strong>in</strong> deze tijd ook: <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en dus ook volgen van <strong>het</strong><br />
leerproces. Voorwaardelijk voor een dergelijke vorm van professionaliteit is een<br />
gedegen kennisbasis en een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire, een voortdurend persoonlijk<br />
streven naar verbeter<strong>in</strong>g en goede onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> schoolteam.<br />
Al met al wijst de bestudeerde literatuur op <strong>het</strong> belang van veel van de pedagogischdidactische<br />
taken en bekwaamheden die ook <strong>in</strong> de volgende hoofdstukken naar voren<br />
komen en waarop de aanvraag voor dit onderzoek was gericht. Daarnaast zoomt<br />
de literatuur over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen, vooral vanuit de cognitieve traditie, <strong>in</strong><br />
op de centrale betekenis van <strong>het</strong> stimuleren en ondersteunen van de gewenste cognitieve<br />
processen bij de leerl<strong>in</strong>gen: <strong>het</strong> mentaal actief, doelgericht, kritisch, <strong>in</strong> <strong>in</strong>terac-<br />
25
tie met anderen en steeds meer op eigen kracht bezig zijn met leer<strong>in</strong>houden en problemen<br />
<strong>in</strong> verschillende dome<strong>in</strong>en (van kennis, vaardigheid en toepass<strong>in</strong>g). Om dit<br />
te realiseren, moeten docenten met leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gesprek en moeten leerl<strong>in</strong>gen met<br />
elkaar <strong>in</strong> gesprek, zodat zij, docenten en leerl<strong>in</strong>gen, zicht krijgen op elkaars kennis,<br />
denken en redeneren.<br />
In dit hoofdstuk is geprobeerd om uit publicaties over wetenschappelijke theorieën<br />
en onderzoeken aanwijz<strong>in</strong>gen te halen voor gewenst handelen van docenten. Dit is<br />
gelukt, want er is een aantal aanwijz<strong>in</strong>gen verkregen, op verschillende niveaus van<br />
abstractie en specificatie, die elkaar deels bevestigen en deels aanvullen.<br />
Het is lastig te zeggen hoe overtuigend en generaliseerbaar deze opbrengst is. Op<br />
basis van wetenschappelijke theorieën kan de <strong>onderwijs</strong>praktijk niet zomaar worden<br />
getypeerd en, omgekeerd, uit onderzoeken naar de praktijk kunnen niet zomaar conclusies<br />
worden getrokken, want de praktijk is veelvormig en bevat tegenstrijdigheden<br />
en losse e<strong>in</strong>djes, en wordt niet zuiver vormgegeven vanuit een bepaalde theorie<br />
of volgens een bepaalde aanpak. Bovendien kunnen vanuit eenzelfde theorie verschillende<br />
aanbevel<strong>in</strong>gen worden geformuleerd en kunnen omgekeerd verschillende<br />
theorieën tot overeenkomstige aanwijz<strong>in</strong>gen komen.<br />
De zegg<strong>in</strong>gskracht en bruikbaarheid van de verkregen aanwijz<strong>in</strong>gen kan toenemen<br />
als zij samen een m<strong>in</strong> of meer coherent geheel kunnen vormen en kunnen worden<br />
begrepen vanuit een gemeenschappelijk conceptueel kader, waar<strong>in</strong> de achterliggende<br />
theorieën eveneens op elkaar worden betrokken. Anderzijds zijn er verschillen tussen<br />
vakken, te leren <strong>in</strong>houden (kennis en vaardigheden), leerl<strong>in</strong>gen, docenten en<br />
scholen, zullen veel aanwijz<strong>in</strong>gen alleen of vooral <strong>in</strong> bepaalde situaties van toepass<strong>in</strong>g<br />
zijn, en zullen <strong>in</strong> de praktijk altijd keuzes moeten worden gemaakt.<br />
Tot slot is duidelijk dat de aanwijz<strong>in</strong>gen betrekk<strong>in</strong>g hebben op “content standards”,<br />
<strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van aandachtspunten en streefricht<strong>in</strong>gen, en niet op “performance standards”<br />
(hoe vaak of <strong>in</strong>tensief of goed een docent iets zou moeten doen). Sterker nog:<br />
uiteenlopende wetenschappers waarschuwen tegen de gedachte dat <strong>het</strong> handelen van<br />
docenten kan worden benaderd alsof <strong>het</strong> van technische aard zou zijn, en geven aan<br />
dat van leraren moet worden verwacht dat zij zich bij hun professionele oordelen en<br />
keuzes door kennis uit theorie en onderzoek laten voeden. Leraren zouden daarbij<br />
nog sterker staan als zij hun ideeën, aanpakken, ervar<strong>in</strong>gen en oploss<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>g<br />
zouden uitwisselen en vastleggen, zodat zich een collectief professioneel geheugen<br />
kan ontwikkelen.<br />
26
4 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens landelijk beleid<br />
4.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
De vraag welk handelen van docenten gewenst is, is behalve <strong>in</strong> de wetenschappelijke<br />
literatuur (zie hoofdstuk 3) ook al enige tijd actueel <strong>in</strong> <strong>het</strong> landelijke <strong>onderwijs</strong>beleid.<br />
Vanaf de eerste helft van de jaren ’90 wordt <strong>in</strong> beleidsgerichte onderzoeken,<br />
adviezen van commissies en raden, wetgev<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spectiekaders aandacht besteed<br />
aan rollen, taken en bekwaamheden van docenten.<br />
De laatste jaren wordt hierbij regelmatig gepleit voor “evidence-based” <strong>onderwijs</strong>.<br />
Dit betekent echter niet dat <strong>het</strong> handelen van docenten helemaal zou kunnen worden<br />
gebaseerd op resultaten van onderzoek. Het gaat vooral om <strong>het</strong> repertoire waarover<br />
docenten zouden moeten beschikken, zodat zij, werkend <strong>in</strong> een bepaalde context,<br />
van dag tot dag weloverwogen keuzes kunnen maken.<br />
Die context waar<strong>in</strong> docenten werken, is al een aantal jaren <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Er zijn ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
gaande, <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, onder de jeugd, en dus ook <strong>in</strong> scholen, die<br />
maken dat docenten worden geconfronteerd met meer en andere verwacht<strong>in</strong>gen,<br />
vereisten en mogelijkheden. Om daaraan tegemoet te komen, werken schoolleiders<br />
en docenten aan <strong>in</strong>novaties. Deze <strong>in</strong>novaties worden gestimuleerd en gevolgd vanuit<br />
<strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie van OC&W en de Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>.<br />
In dit hoofdstuk vatten we samen welke aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong><br />
uit deze bronnen naar voren komen. In rapporten, nota’s, adviezen en beleidskaders<br />
wordt daarover geschreven vanuit verschillende <strong>in</strong>valshoeken en concepten. We<br />
beg<strong>in</strong>nen daarom met een korte sc<strong>het</strong>s van de uiteenlopende manieren waarop <strong>docenthandelen</strong><br />
kan worden benoemd en geordend.<br />
4.2 Docenthandelen <strong>in</strong> kaart<br />
In <strong>het</strong> vorige hoofdstuk bleek al dat <strong>het</strong> handelen van docenten op heel verschillende<br />
manieren kan worden benoemd en beschreven. Ook <strong>in</strong> bekende handboeken is dit<br />
<strong>het</strong> geval (zie bijv. Verloop en Lowyck, 2003; Driscoll, 2005; Woolfolk et al.,<br />
2008). Het gebeurt <strong>in</strong> termen van:<br />
27
- door de docent te vervullen rollen, bijvoorbeeld: kennisoverdrager, begeleider;<br />
dit gebeurt vaak <strong>in</strong> publicaties over <strong>onderwijs</strong>vernieuw<strong>in</strong>g, en blijft vaak globaal<br />
(bijv. docenten moeten m<strong>in</strong>der de ene rol en meer de andere gaan vervullen); -<br />
door de docent te creëren leeromgev<strong>in</strong>gen; dit gebeurt vaak <strong>in</strong> publicaties vanuit<br />
bepaalde opvatt<strong>in</strong>gen over leren en leerprocessen, en wordt dan uitgewerkt <strong>in</strong><br />
termen van <strong>in</strong>structiemodellen, didactische werkvormen, typen opdrachten, e.d.; -<br />
door de docent te vervullen taken, met name op (algemeen) pedagogisch-<br />
didactisch vlak <strong>in</strong> de groep en bij <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen, en als professi-<br />
onal <strong>in</strong> de school (zie bijv. Sol en Stokk<strong>in</strong>g, 2008);<br />
- door de docent te hanteren <strong>in</strong>structiestrategieën; dit betreft vaak vakdidactische<br />
publiaties waar<strong>in</strong> gedetailleerd wordt <strong>in</strong>gegaan op de precieze <strong>in</strong>teractie met<br />
leerl<strong>in</strong>gen rond een specifiek begrip of probleem <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende vak;<br />
- <strong>in</strong> <strong>het</strong> handelen van een docent te onderscheiden dimensies; deze <strong>in</strong>steek is<br />
zichtbaar <strong>in</strong> de SBL-competenties: <strong>in</strong>terpersoonlijk, pedagogisch, didactisch, en<br />
dergelijke. Dit betreft, anders dan bij de bovengenoemde manieren om docent-<br />
handelen te beschrijven, geen opties waaruit kan worden gekozen, maar facetten<br />
van <strong>docenthandelen</strong> die altijd en tegelijkertijd aan de orde zijn (verg. Brekel-<br />
mans e.a., 2000; Doyle, 1986; Shuell, 1996; Volman, 2006).<br />
<br />
In publicaties waar<strong>in</strong> rollen, leeromgev<strong>in</strong>gen, taken of <strong>in</strong>structiestrategieën worden<br />
beschreven, gebeurt dit vaak <strong>in</strong> termen van wat wenselijk zou zijn, en daarbij komt<br />
ook regelmatig aan de orde wat docenten zouden moeten weten en kunnen om <strong>het</strong><br />
gewenste handelen te kunnen uitvoeren, dus gewenste bekwaamheden.<br />
<br />
4.3 Bekwaamheden en bekwaamheidseisen<br />
In beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties over gewenst <strong>docenthandelen</strong>, <strong>in</strong><br />
termen van bekwaamheden of bekwaamheidseisen, wordt meestal onderscheid ge-<br />
maakt tussen enerzijds vakkennis (vak<strong>in</strong>houdelijk en vakdidactisch), anderzijds pe-<br />
dagogisch-didactische kwaliteiten en handel<strong>in</strong>gsrepertoire (zie bijvoorbeeld M<strong>in</strong>iste-<br />
rie van OC&W, 1993; Onderwijsraad, 2005a; Van Gennip en Vrieze, 2008).<br />
In meer concrete uitwerk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> termen van competenties worden hieraan meestal<br />
nog twee andere comptenties toegevoegd: gewenste bekwaamheden op <strong>het</strong> vlak van<br />
samenwerken met anderen (<strong>in</strong> en buiten de school), en werken aan voortgaande per-<br />
soonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g, met <strong>het</strong> oog op <strong>onderwijs</strong>verbeter<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> de context van<br />
schoolontwikkel<strong>in</strong>g (zie bijvoorbeeld Stuurgroep Beroepskwaliteit Leraarschap, 1997;<br />
SBL, 2004).<br />
28
Met enige regelmaat is geschreven over te stellen (m<strong>in</strong>imum) bekwaamheidseisen,<br />
die zouden moeten kunnen worden getoetst aan duidelijke normen (SBL, 1997; Onderwijsraad,<br />
2005a). Gaandeweg is dit streven echter genuanceerd. Zo vroeg de Onderwijsraad<br />
<strong>in</strong> 2005 om aandacht voor <strong>het</strong> feit dat bekwaamheidseisen onderl<strong>in</strong>g<br />
samenhangen en niet allemaal even belangrijk zullen zijn waar <strong>het</strong> gaat om <strong>het</strong> bevorderen<br />
van <strong>het</strong> leren van leerl<strong>in</strong>gen. De Commissie Leraren (2007), die eveneens<br />
stelde dat een goede leraar primair zorgt dat zijn leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren,<br />
ziet de ontwikkelde SBL-bekwaamheden als basis maar wijst erop dat verdere ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
onontbeerlijk is, en dat leraren daartoe moeten beschikken over onderzoekende<br />
vaardigheden en een gerichtheid op werken op basis van dat wat effectief<br />
blijkt (“evidence-based”).<br />
In deze beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties gaat de aandacht vaak uit naar<br />
wat kan worden opgemerkt over gewenst <strong>docenthandelen</strong> zonder te verbijzonderen<br />
naar schoolvak of <strong>onderwijs</strong>sector. Het (algemeen) pedagogisch-didactisch handelen<br />
komt daarmee centraal te staan. Daarnaast wordt ook wel aandacht gevraagd voor de<br />
persoon van de leraar (Commissie Leraren, 2007; Van Gennip en Vrieze, 2008),<br />
waarbij persoonskenmerken (zoals passie, betrokkenheid, humor) echter vooral<br />
worden geacht tot uitdrukk<strong>in</strong>g te komen <strong>in</strong> <strong>het</strong> pedagogisch handelen.<br />
De genoemde publicaties benoemen amper specifieke aspecten of onderdelen van<br />
gewenst <strong>docenthandelen</strong>. De enige meer concrete uitwerk<strong>in</strong>g is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBLcompetenties<br />
(2004). Het beeld dat uit <strong>het</strong> voorgaande naar voren komt is dat een<br />
goede leraar beschikt over een breed repertoire van handel<strong>in</strong>gsmogelijkheden waaruit<br />
deze van moment tot moment en reken<strong>in</strong>g houdend met de context een adequate<br />
keuze maakt. Voor nadere richtlijnen wordt vooral verwezen naar <strong>het</strong> belang van<br />
kennisnemen en gebruiken van resultaten uit onderzoek. Op deze trend naar meer<br />
“evidence-based” <strong>onderwijs</strong> gaan we nu nader <strong>in</strong>.<br />
4.4 “Evidence-based”?<br />
Gravemeijer en Kirschner (2007) maken duidelijk dat de roep om verbeter<strong>in</strong>g en<br />
verantwoord<strong>in</strong>g niet kan steunen op zogenoemde harde bewijzen uit onderzoek. De<br />
daarvoor gewenste echte experimenten zijn volgens hen namelijk amper uitvoerbaar.<br />
Bovendien is zulk onderzoek gericht op generaliserende conclusies (terwijl tegenwoordig<br />
juist wordt gevraagd reken<strong>in</strong>g te houden met verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
en omstandigheden en maatwerk te bieden), laat <strong>het</strong> voornamelijk zien wat werkt en<br />
niet hoe <strong>het</strong> werkt (terwijl docenten juist behoefte hebben aan <strong>in</strong>zichten waarop zij<br />
hun keuzes voor bepaalde aanpakken kunnen baseren), en werkt <strong>het</strong> vertragend<br />
29
(want gegronde kennis ontwikkelen duurt lang) en conserverend (omdat <strong>het</strong> zich<br />
richt op wat goed uitvoerbaar en goed meetbaar is).<br />
Geen wonder dan dat er momenteel steeds meer aandacht komt voor onderzoek <strong>in</strong> de<br />
school en door docenten zelf. Docenten moeten daartoe dan wel worden geëquipeerd,<br />
en dat is opgenomen <strong>in</strong> de kwaliteitsagenda voor <strong>het</strong> opleiden van leraren van<br />
<strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie van OC&W (2008b). Daar<strong>in</strong> wordt gepleit voor <strong>het</strong> duidelijk vastleggen<br />
van <strong>het</strong> e<strong>in</strong>dniveau van de opleid<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> termen van een gezamenlijke kennisbasis,<br />
e<strong>in</strong>dtermen en examens. De opleid<strong>in</strong>gen dienen dit te doen <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g<br />
met de beroepsgroep en <strong>het</strong> afnemende scholenveld. Onderdeel van <strong>het</strong> te behalen<br />
e<strong>in</strong>dniveau zou moeten zijn dat leraren opbrengstgericht en evidence-based kunnen<br />
en willen werken: ze moeten leeropbrengsten kunnen analyseren en daarover <strong>in</strong> gesprek<br />
kunnen gaan, en conclusies kunnen trekken voor bijstell<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>proces.<br />
Een en ander neemt niet weg dat <strong>het</strong> belangrijk is kennis te hebben, en dus te nemen,<br />
van resultaten uit onderzoek dat door onderzoekers is gedaan. De scholen die onderhavig<br />
onderzoek hebben aangevraagd, hebben hun leeromgev<strong>in</strong>g en aanpak gericht<br />
op vormen die <strong>in</strong> ons land bekend zijn geworden onder de noemer “nieuw leren”. De<br />
laatste jaren zijn enkele daarop gerichte studies uitgevoerd op verzoek van <strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie<br />
van OC&W. We vatten deze hieronder kort samen.<br />
Teurl<strong>in</strong>gs e.a. (2006) stellen vast dat uitwerk<strong>in</strong>gen van nieuw leren vooral betrekk<strong>in</strong>g<br />
hebben op drie aspecten: een activerende leeromgev<strong>in</strong>g met accent op zelfstandig<br />
leren, werken met betekenisvolle contexten en opdrachten en <strong>in</strong>tegratie van vakken,<br />
en samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen. Ten aanzien van actief en zelfstandig leren<br />
wijst <strong>het</strong> beschikbare onderzoek volgens hen op positieve effecten op motivatie,<br />
leergedrag en leerresultaten, maar <strong>het</strong> zelfstandig leren moet wel geleidelijk worden<br />
opgebouwd, met de docent als begeleider en coach. Wat betreft <strong>het</strong> werken met betekenisvolle<br />
contexten en <strong>in</strong>tegratie van vakken, laat onderzoek meer betrokkenheid,<br />
motivatie en begrip bij leerl<strong>in</strong>gen zien, maar ook hierbij is goede begeleid<strong>in</strong>g door<br />
de docent onontbeerlijk. Van samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen kunnen volgens onderzoek<br />
effecten worden verwacht op motivatie, sociale vaardigheden en manier van<br />
verwerken van de leerstof en transfer, maar de docent moet deze samenwerk<strong>in</strong>g wel<br />
aanleren en begeleiden. De algemene conclusie is dat de genoemde effecten pas te<br />
verwachten zijn op termijn, en ook alleen als de nieuwe manier van werken en leren<br />
consequent is <strong>in</strong>gevoerd. In <strong>het</strong> algemeen hangt <strong>het</strong> te verwachten effect van dergelijke<br />
nieuwe <strong>onderwijs</strong>vormen af van de kwaliteit van de begeleid<strong>in</strong>g door de docent,<br />
en dus zijn of haar pedagogisch-didactisch handelen. Het is daarbij ook van<br />
belang vanuit welke opvatt<strong>in</strong>g over leren de docent handelt, en hoe coherent de<br />
school de vernieuw<strong>in</strong>g uitwerkt.<br />
30
Oostdam, Peetsma en Blok (2007) constateren dat de doelen van nieuw leren niet<br />
heel duidelijk zijn, en dat er ook nog we<strong>in</strong>ig onderzoek naar is gedaan. Ook zij verwijzen<br />
naar de drie hiervoor genoemde aspecten, en zij zien vooral evidentie voor de<br />
effectiviteit van <strong>in</strong>structie die mede is gericht op zelfregulatie en van begeleid<strong>in</strong>g die<br />
<strong>in</strong>speelt op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen (<strong>het</strong> eerste aspect), en veel m<strong>in</strong>der duidelijk<br />
voor beide overige aspecten (authentiek leren en samenwerkend leren). Naar hun<br />
men<strong>in</strong>g biedt de wetenschap op dit moment voornamelijk een constellatie van <strong>in</strong>zichten<br />
<strong>in</strong> leerprocessen en leerarrangementen. Die <strong>in</strong>zichten wijzen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />
van de wenselijkheid van een balans tussen een <strong>in</strong>structiegerichte en een leerl<strong>in</strong>ggerichte<br />
aanpak. De specifieke omschrijv<strong>in</strong>gen van gewenst <strong>docenthandelen</strong> die Oostdam<br />
e.a. noemen, betreffen <strong>het</strong> voordoen, volgen en op maat ondersteunen van de<br />
gewenste denkprocessen (“cognitive apprenticeship”: model<strong>in</strong>g, monitor<strong>in</strong>g, feedback,<br />
scaffold<strong>in</strong>g), en <strong>het</strong> geven van betekenisvolle taken waarbij leerl<strong>in</strong>gen kunnen<br />
samenwerken.<br />
Tot zover deze beknopte besprek<strong>in</strong>g van de aandacht <strong>in</strong> adviser<strong>in</strong>g, beleid en onderzoek<br />
voor wat zich heeft bewezen als effectief.<br />
4.5 Ontwikkel<strong>in</strong>gen, problemen en vernieuw<strong>in</strong>gsprocessen<br />
Onderhavig onderzoek is uitgevoerd op verzoek van vernieuwende scholen voor<br />
<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> die behoefte hebben aan beter zicht op <strong>het</strong> <strong>docenthandelen</strong> dat<br />
op hun scholen gewenst is. Zij voelen deze behoefte <strong>in</strong> een tijd waar<strong>in</strong> zij proberen<br />
zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden waarmee zij te maken hebben.<br />
Een aantal van die veranderende omstandigheden is expliciet benoemd <strong>in</strong> een<br />
advies van de Onderwijsraad (1998), die stelde dat <strong>het</strong> werk van docenten door een<br />
reeks van ontwikkel<strong>in</strong>gen zwaarder is geworden: een meer divers wordende samenlev<strong>in</strong>g,<br />
meer <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g, mondiger leerl<strong>in</strong>gen en ouders, verbred<strong>in</strong>g van <strong>het</strong><br />
<strong>onderwijs</strong>- en vorm<strong>in</strong>gsaanbod, <strong>in</strong>troductie van e<strong>in</strong>dtermen en kerndoelen, dereguler<strong>in</strong>g<br />
en vergrot<strong>in</strong>g van de autonomie van scholen en schaalvergrot<strong>in</strong>g van en concurrentie<br />
tussen scholen, de opkomst van ICT, en didactische verander<strong>in</strong>gen.<br />
Tegelijk is de druk om de kwaliteit van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> te verbeteren en daarover verantwoord<strong>in</strong>g<br />
af te leggen, toegenomen. De Onderwijsraad (2007) stelt echter vast<br />
dat de kwaliteit van <strong>het</strong> primaire proces, <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van<br />
docenten, moeilijk valt te borgen en te verantwoorden, doordat <strong>het</strong> lastig is om op<br />
dat handelen zicht te krijgen en ook om te bepalen wat <strong>het</strong> aandeel en de verantwoordelijkheid<br />
van <strong>in</strong>dividuele docenten is voor de <strong>onderwijs</strong>kwaliteit <strong>in</strong> de school<br />
als geheel.<br />
31
Zoals hiervoor werd aangegeven, handelen schoolleiders en docenten <strong>in</strong> een context<br />
waar<strong>in</strong> o.a. sprake is van motivatieproblemen bij leerl<strong>in</strong>gen en toenemende verschillen<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen. Als gevolg daarvan ontstaat behoefte aan de ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />
nieuwe leerarrangementen die leerl<strong>in</strong>gen meer aanspreken en zijn veel scholen bezig<br />
met processen van vernieuw<strong>in</strong>g (M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2004, 2008a; Busman,<br />
Kle<strong>in</strong> en Oomen, 2006; Kle<strong>in</strong> e.a., 2008; Oostdam e.a., 2007). De scholen bepalen<br />
zelf hoe <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> wordt vormgegeven en welke pedagogisch-didactische aanpak<br />
wordt gehanteerd, en scholen ondernemen dan ook allerlei <strong>in</strong>itiatieven en laten<br />
een grote variëteit zien aan nieuwe vormen van leren (Onderwijsraad, 2005b; Inspectie,<br />
2006). Op bijna alle scholen neemt de schoolleid<strong>in</strong>g <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief tot <strong>in</strong>novatie,<br />
maar ook docenten doen dit. Schoolleiders, teamleiders en docenten kunnen<br />
daarbij <strong>in</strong> hun perceptie van de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun school behoorlijk verschillen<br />
(M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2008a).<br />
Een relatief beperkte groep scholen (de schatt<strong>in</strong>gen variëren van 5% tot 15% van<br />
alle scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>) voert echt <strong>in</strong>grijpende vernieuw<strong>in</strong>gen door,<br />
waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen veel zelfstandig werken en leren <strong>in</strong> grotere ruimten en daarbij<br />
worden begeleid door meerdere docenten (met aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gebouw en rooster).<br />
Gemeenschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen op veel scholen betreffen een toenemende aandacht<br />
voor activerende didactiek en een <strong>in</strong>teractieve leeromgev<strong>in</strong>g, zelfstandig werken<br />
en leren, samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen, verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en de<br />
persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (Oostdam e.a., 2007; Hofman e.a., 2007;<br />
M<strong>in</strong>isterie van OC&W, 2008a). Belangrijke aandachtspunten zijn momenteel <strong>het</strong><br />
v<strong>in</strong>den van een goede balans tussen docentgestuurde en leerl<strong>in</strong>ggestuurde aanpakken<br />
en <strong>het</strong> signaleren van en begeleiden bij problemen van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen.<br />
4.6 <strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> beeld<br />
In <strong>het</strong> voorafgaande is gebleken dat beleidsmatige en beleidsgerichte publicaties<br />
slechts <strong>in</strong> beperkte mate aanwijz<strong>in</strong>gen bevatten voor gewenst <strong>docenthandelen</strong>. Deze<br />
blijven beperkt tot enkele algemene suggesties voor de gewenste leeromgev<strong>in</strong>g<br />
(aanbieden van betekenisvolle taken en van de mogelijkheid tot samenwerken), en<br />
<strong>in</strong>cidentele verwijz<strong>in</strong>gen naar elementen uit <strong>het</strong> cognitive apprenticeship model<br />
(modell<strong>in</strong>g, feedback, scaffold<strong>in</strong>g) die liggen op <strong>het</strong> snijvlak van algemeen pedagogisch-didactisch<br />
handelen en vakspecifieke <strong>in</strong>structiestrategieën. In de meeste bestudeerde<br />
documenten staat <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten centraal,<br />
maar wordt dit niet verder geconcretiseerd.<br />
32
Het “pedagogisch-didactisch handelen” kan <strong>het</strong> beste worden benaderd <strong>in</strong> termen<br />
van taken van docenten. Dit past ook bij de enige meer uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>gen<br />
van gewenst <strong>docenthandelen</strong>: de bekwaamheden <strong>in</strong> de SBL-competenties (2004).<br />
Het toezichtkader voor <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> van de Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
(2009) onderscheidt een negental kwaliteitsaspecten, geclusterd <strong>in</strong> vier rubrieken:<br />
opbrengsten, <strong>onderwijs</strong>leerproces, zorg en begeleid<strong>in</strong>g, en kwaliteitszorg, elk onderverdeeld<br />
<strong>in</strong> subaspecten (<strong>in</strong> totaal 41). Daar<strong>in</strong> wordt grotendeels de school aangesproken.<br />
De volgende subaspecten verwijzen naar gewenst <strong>docenthandelen</strong>:<br />
(4,7) zorgen dat de leerl<strong>in</strong>gen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan<br />
(4.8) stimuleren van <strong>het</strong> welbev<strong>in</strong>den en de motivatie van de leerl<strong>in</strong>gen (mentoren)<br />
(5.1) geven van duidelijke uitleg van de leerstof<br />
(5.2) realiseren van een taakgerichte werksfeer<br />
(5.3) leerl<strong>in</strong>gen actief betrekken bij de <strong>onderwijs</strong>activiteiten<br />
(6.2) de <strong>in</strong>structie afstemmen op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
(6.3) de verwerk<strong>in</strong>gsopdrachten afstemmen op (idem)<br />
(6.4) de <strong>onderwijs</strong>tijd afstemmen op (idem)<br />
(7.2) systematisch volgen en analyseren van de voortgang <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen<br />
Deze kwaliteitsaspecten passen bij de hiervoor samengevatte kennis uit onderzoek,<br />
maar vormen daaruit wel een selectie. Het toezichtkader bestrijkt daarmee slechts<br />
een deel van <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen van docenten.<br />
Gelet op de schaarste aan meer systematische <strong>in</strong>del<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> pedagogischdidactisch<br />
handelen van docenten is <strong>in</strong> onderhavig onderzoek gebruik gemaakt van<br />
een <strong>in</strong> eerder onderzoek ontwikkelde en gevalideerde vragenlijst waarmee dit handelen<br />
<strong>in</strong> brede z<strong>in</strong> <strong>in</strong> kaart kan worden gebracht (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008). De daar<strong>in</strong><br />
onderscheiden (22) taken van docenten zijn voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders,<br />
docenten en externe stakeholders op de scholen waar onderhavig onderzoek<br />
is uitgevoerd. Hiervan wordt verslag gedaan <strong>in</strong> hoofdstuk 6. De aanwijz<strong>in</strong>gen voor<br />
gewenst algemeen pedagogisch-didactisch <strong>docenthandelen</strong> die kunnen worden gedestilleerd<br />
uit de SBL-competenties en <strong>het</strong> Toezichtkader van de Inspectie kunnen<br />
worden geplaatst naast de 22 taken uit <strong>het</strong> genoemde eerdere onderzoek. Het resultaat<br />
daarvan staat <strong>in</strong> Tabel 1.<br />
33
Tabel 1: Aanwijz<strong>in</strong>gen voor algemeen pedagogisch-didactisch <strong>docenthandelen</strong> vanuit de SBLcompetenties,<br />
<strong>het</strong> Toezichtkader van de Inspectie en de 22 taken uit de Vragenlijst PDH.<br />
Indicatoren SBL (2004)<br />
[(x) = nummer competentie]<br />
(1) Schept klimaat voor samenwerk<strong>in</strong>g<br />
(1) Maakt Lln medeverantwoordelijk<br />
(2) Biedt veilige leer- en werkomgev<strong>in</strong>g<br />
(2) Bespreekt de sfeer en de omgang<br />
(4) Zorgt voor taakgerichte omgev<strong>in</strong>g<br />
(2) (3) Bevordert de zelfstandigheid<br />
van leerl<strong>in</strong>gen<br />
(3) Brengt Lln <strong>in</strong> contact met toepass<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> beroep en samenlev<strong>in</strong>g<br />
(2) Is nieuwsgierig naar ideeën van<br />
Lln<br />
(3) Motiveert en daagt uit<br />
(3) Zorgt voor actieve betrokkenheid<br />
(2) (3) Houdt reken<strong>in</strong>g met verschillen<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
(3) Biedt gevarieerde leeractiviteiten<br />
aan<br />
(3) Biedt keuzemogelijkheden<br />
(1) Schept klimaat voor samenwerk<strong>in</strong>g<br />
(1) Stimuleert samenwerken<br />
(2) Leert Lln samenwerken<br />
(3) Biedt keuzemogelijkheden aan<br />
(4) Ook wat betreft de plann<strong>in</strong>g<br />
(2) Zorgt dat Lln zelf keuzes kunnen<br />
maken<br />
34<br />
Toezichtkader Inspectie<br />
(2009)<br />
4.7 Respectvolle omgang<br />
4.8 Stimuleren welbev<strong>in</strong>den<br />
5.2 Taakgericht werken<br />
5.1 Geven van duidelijke<br />
uitleg<br />
5.3 Lln actief erbij betrekken<br />
6.2 Instructie afstemmen<br />
op verschillen<br />
6.3 Opdrachten afstemmen<br />
op verschillen<br />
6.4 Onderwijstijd afstemmen<br />
op verschillen<br />
Taken <strong>in</strong> Vragenlijst<br />
PDH (2008)<br />
1 Zorgen voor een<br />
goed leerklimaat<br />
2 Bijdragen aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g<br />
3 Geven van les, uitleg<br />
en <strong>in</strong>structie<br />
4 Lln <strong>het</strong> nut van de<br />
leerstof laten zien<br />
5 Lln wijzen op verbanden<br />
tussen vakken<br />
6 Lln laten werken<br />
aan opdrachten<br />
7 Lln stimuleren en<br />
activeren<br />
8 Lln vaardigheden<br />
aanleren<br />
9 Inspelen op verschillen<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
10 Inspelen op verschillen<br />
door middel<br />
van opdrachten<br />
11 Lln laten samenwerken<br />
en hen daarbij<br />
ondersteunen<br />
12 Lln eigen keuzes<br />
laten maken<br />
13 Lln ondersteunen<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> maken van keuzes
(2) Laat Lln zelfstandig werken 14 Lln eigen leerproces<br />
laten sturen<br />
(1) Biedt kader en hulp voor vormgeven<br />
eigen leerproces<br />
(2) Stimuleert reflectie op eigen leerproces<br />
(3) Begeleidt Lln <strong>in</strong> hun leerproces<br />
(3) Leert Lln leren en werken<br />
(2) (3) Signaleert problemen bij leerl<strong>in</strong>gen<br />
(3) Vormt zich een beeld van wat<br />
leerl<strong>in</strong>gen kunnen en hoe ze werken<br />
(3) Weet hoe Lln zich ontwikkelen en<br />
welke problemen zich (kunnen) voordoen<br />
(3) Geeft opbouwend commentaar op<br />
<strong>het</strong> werk en werken van leerl<strong>in</strong>gen<br />
(3) Doet op basis van evaluatie en<br />
toets<strong>in</strong>g betrouwbare uitspraken over<br />
kennis en vaardigheid<br />
(2) Bespreekt met collega’s de sfeer<br />
<strong>in</strong> de groepen en problemen bij <strong>in</strong>dividuele<br />
leerl<strong>in</strong>gen<br />
(4) Organiseert samenwerk<strong>in</strong>g met<br />
collega’s<br />
(5) Werkt goed samen met collega’s<br />
(7) Gebruikt evaluatie, reflectie en<br />
feedback om zich verder te ontwikkelen<br />
(7) Formuleert leervragen, werkt daar<br />
aan<br />
(7) Benut kansen om zichzelf verder<br />
te ontwikkelen zoals vakbladen, tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen,<br />
deelname projecten, uitvoeren<br />
onderzoek<br />
15 Lln ondersteunen<br />
bij <strong>het</strong> sturen van hun<br />
eigen leerproces<br />
16 Volgen van <strong>het</strong><br />
leerproces<br />
17 Geven van feedback<br />
18 Zorgen dat feedback<br />
wordt gebruikt<br />
19 Beoordelen van <strong>het</strong><br />
werk en de prestaties<br />
van leerl<strong>in</strong>gen<br />
20 Open staan voor<br />
leren en samenwerken<br />
21 Samen met collega’s<br />
een groep leerl<strong>in</strong>gen<br />
begeleiden<br />
22 Werken aan de<br />
eigen professionele<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
35
4.7 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
In beleidsgerichte publicaties wordt meer aandacht besteed aan wat leraren zouden<br />
moeten weten en kunnen, dus hun bekwaamheden, dan aan hoe ze zouden moeten<br />
handelen. Traditioneel worden van docenten bekwaamheden verwacht op twee gebieden:<br />
vakkennis en pedagogisch-didactische bekwaamheden. Tegenwoordig worden<br />
ook bekwaamheden verwacht op <strong>het</strong> vlak van samenwerken en van verdere professionele<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g, en recent ook meer specifiek <strong>in</strong> <strong>het</strong> doen van onderzoek.<br />
Centraal <strong>in</strong> veel publicaties staat <strong>het</strong> pedagogisch-didactische dome<strong>in</strong>.<br />
Vaak wordt opgemerkt dat <strong>het</strong> er bij een goede leraar uite<strong>in</strong>delijk om gaat dat zijn<br />
leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren. De meest uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>g van daartoe<br />
wenselijk geachte bekwaamheden is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBL-competenties. Deze zijn<br />
veelal geformuleerd <strong>in</strong> termen van taken die docenten zouden moeten (kunnen) vervullen.<br />
Uit de bestudeerde publicaties komt naar voren dat algemeen wordt verwacht<br />
dat een leraar beschikt over een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire waaruit hij <strong>in</strong> elke specifieke<br />
situatie een adequate keuze maakt. Er is een trend om te verwachten dat de<br />
leraar zich daarbij mede baseert op kennis uit onderzoek.<br />
S<strong>in</strong>ds een jaar of tien werken scholen <strong>in</strong> Nederland aan de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van vormen van<br />
“nieuw leren”, <strong>in</strong> antwoord op verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g en bij de leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Het gaat daarbij vooral om de ontwikkel<strong>in</strong>g van meer zelfstandig leren, <strong>het</strong> aanbieden<br />
van leerstof <strong>in</strong> betekenisvolle contexten gepaard aan <strong>in</strong>tegratie van vakken en<br />
authentieke opdrachten, en <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken. Van deze drie vernieuw<strong>in</strong>gen<br />
is de evidentie voor effectiviteit <strong>het</strong> grootste bij <strong>het</strong> zelfstandig leren<br />
(bevorder<strong>in</strong>g van zelfregulatie). Bij alle huidige vernieuw<strong>in</strong>gen blijkt begeleid<strong>in</strong>g<br />
door de leraar cruciaal te zijn; zonder goede begeleid<strong>in</strong>g wordt geen w<strong>in</strong>st geboekt.<br />
Vooral bij <strong>het</strong> begeleiden van leerl<strong>in</strong>gen naar meer zelfstandig leren wordt van leraren<br />
duidelijk meer gevraagd dan traditioneel <strong>het</strong> geval was. Zij zullen moeten zorgen<br />
voor een voortdurende balans tussen <strong>in</strong>structie en stur<strong>in</strong>g door henzelf en zelfregulatie<br />
door leerl<strong>in</strong>gen, en de gewenste balans verschuift <strong>in</strong> de tijd en is bovendien verschillend<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />
De laatste jaren lijkt hiernaast meer aandacht te worden gevraagd voor <strong>het</strong> signaleren<br />
en begeleiden van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met (uiteenlopende) problemen<br />
kampen. Hoe dit zich zou kunnen of moeten verhouden tot de hiervoor genoemde<br />
vernieuw<strong>in</strong>gen, is nog niet uitgekristalliseerd.<br />
De SBL-competenties, uitgewerkt als te vervullen taken op pedagogisch-didactisch<br />
gebied, blijken geheel te worden gedekt door de eerder ontwikkelde vragenlijst (Sol<br />
& Stokk<strong>in</strong>g, 2008). Het Toezichtkader van de Inspectie omvat daarvan een beperkte<br />
selectie.<br />
36
5 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens de<br />
<strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen<br />
5.1 De <strong>onderwijs</strong>concepten: documenten en <strong>in</strong>terpretaties<br />
Naast de wetenschappelijke literatuur en beleidsdocumenten zijn de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
van de deelnemende scholen als bron benut om zicht te krijgen op de vraag<br />
welk handelen van docenten gewenst is. De schoolleiders hebben op verzoek documenten<br />
aangeleverd waar<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en de visie van de school worden<br />
beschreven. Naast deze documenten zijn van alle scholen de websites, schoolgidsen<br />
en meerjarenbeleidsplannen bestudeerd. Ook andere documenten waar<strong>in</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen<br />
voor gewenst handelen van docenten worden beschreven, zijn opgevraagd en<br />
geanalyseerd. Dit betrof bijvoorbeeld <strong>in</strong>formatie voor nieuwe medewerkers, <strong>in</strong>formatie<br />
over de zorgstructuur, de opbrengsten van professionaliser<strong>in</strong>gsdagen, schoolspecifieke<br />
overzichten van gewenste competenties van docenten, en beoordel<strong>in</strong>gscriteria<br />
en uitkomsten van tevredenheidonderzoeken.<br />
Een van de onderzoekers heeft deze documenten geanalyseerd en de belangrijkste<br />
aspecten daar<strong>in</strong> genoteerd, van de kenmerken van de school en <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
(visie), de taken en activiteiten van docenten, leeractiviteiten en leerprocessen en<br />
leerresultaten (doelen). Vervolgens zijn de uitkomsten per school <strong>in</strong> een aantal categorieën<br />
samengevat. De andere onderzoeker heeft deze exercitie nagevolgd, waarna<br />
de selectie en <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>formatie voor 89% van de aspecten overeen bleek te<br />
komen. Over de overige 11 % is <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>g overleg consensus bereikt.<br />
Naast de analyse van documenten zijn op elke deelnemende school met de schoolleiders,<br />
teamleiders, docenten en leerl<strong>in</strong>gen en met een aantal stakeholders van buiten<br />
de school gesprekken gevoerd over <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school en de<br />
daaruit voortvloeiende aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst handelen van docenten. Alle relevante<br />
gegevens uit de documenten zijn ondergebracht <strong>in</strong> overzichten per school;<br />
zie tabellen 2, 3, 4 en 5 op de volgende pag<strong>in</strong>a’s. De <strong>in</strong> die tabellen cursief gedrukte<br />
gegevens zijn toegevoegd vanuit de gehouden <strong>in</strong>terviews.<br />
37
Tabel 2: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school A.<br />
Zorgen voor een<br />
goed pedagogisch<br />
leerklimaat en bijdragen<br />
aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g<br />
38<br />
School A 1<br />
- Relatie opbouwen, vertrouwen geven<br />
- Bieden van veiligheid en structuur<br />
- Grenzen stellen, duidelijk zijn, aan afspraken houden<br />
- Soepel en flexibel zijn<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen gelijk en gelijkwaardig behandelen<br />
- Opvoeden tot open en kritische houd<strong>in</strong>g, en tot wereldburger<br />
- Stimuleren van zelfstandigheid en van eigen <strong>in</strong>itiatief<br />
- Leren kennen van persoonlijke kwaliteiten van leerl<strong>in</strong>gen<br />
Aanbod curriculum - Naast reguliere aanbod ook extra- en keuzeopdrachten aanbieden.<br />
Instructie geven,<br />
werkvormen en<br />
opdrachten aanbieden<br />
Activeren, stimuleren<br />
van leeractiviteiten<br />
en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />
Begeleiden van<br />
leerproces en/of<br />
zelfstandigheid,<br />
zelfstur<strong>in</strong>g, coachen<br />
Inspelen op verschillen<br />
Volgen, feedback<br />
geven en beoordelen<br />
Reflecteren en leren<br />
en samenwerken<br />
met collega’s<br />
- Instructie geven, aanvullende uitleg kunnen bieden<br />
- Variatie aanbieden <strong>in</strong> leersituaties, didactiek, werkvormen<br />
- Activerende opdrachten aanbieden<br />
- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten aanbieden<br />
- Keuzes bieden<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen succeservar<strong>in</strong>gen laten opdoen.<br />
- Activeren voorkennis, stimuleren kennisconstructie, steun<br />
bieden bij betekenisgev<strong>in</strong>g, (hogere orde) vragen stellen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vragen en opdrachten laten verz<strong>in</strong>nen, schema’s<br />
laten maken, doelen stellen, hypotheses formuleren en testen<br />
- Stimuleren van gebruik <strong>in</strong> nieuwe contexten (transfer)<br />
- Stimuleren van <strong>in</strong>teractie<br />
- Stimuleren van reflectie<br />
- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />
- Begeleiden bij kennisconstructie, <strong>in</strong>teractie en reflectie<br />
- Begeleiden van sociale <strong>in</strong>teractie<br />
- Begeleiden bij maken van keuzes<br />
- Aansluiten bij zone van naaste ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
- Aansluiten bij leervoorkeuren, leerstijlen, typen <strong>in</strong>telligentie<br />
- Inspelen op mavo/havo groepen en lln. die meer kunnen<br />
- Werkvormen op maat (niveau) <strong>in</strong>zetten<br />
- Eruit halen wat er<strong>in</strong> zit<br />
- Volgen, bevragen <strong>in</strong> dialoog<br />
- Feedback geven<br />
- Onderwijsleergesprek voeren<br />
- Beoordel<strong>in</strong>gcriteria communiceren<br />
- Toetsen bespreken<br />
- In dialoog gaan met andere docenten<br />
- Experimenteren, reflecteren, feedback benutten<br />
1 Aanvullende gegevens uit de <strong>in</strong>terviews worden <strong>in</strong> de tabel cursief weergegeven
Tabel 3: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school B.<br />
Zorgen voor een<br />
goed pedagogisch<br />
leerklimaat en bijdragen<br />
aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g<br />
School B<br />
- Relatie opbouwen, vertrouwen geven, dialoog aangaan,<br />
- Zorgen voor orde<br />
- Grenzen stellen, regels uitdragen en handhaven<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen gelijkwaardig behandelen<br />
- Tolerantie en respect vragen, normen en waarden uitdragen<br />
- Leren omgaan met vrijheid en grenzen<br />
- Stimuleren van leren vanuit eigen verantwoordelijkheid<br />
- Ruimte bieden voor eigenheid en creativiteit<br />
Aanbod curriculum - Herkenbare en contextrijke leerstof aanbieden<br />
- Thematische modules (cultuurgebaseerd <strong>onderwijs</strong>) aanbieden<br />
- Vakoverstijgende vaardigheden stimuleren<br />
Instructie geven,<br />
werkvormen en opdrachten<br />
aanbieden<br />
Activeren, stimuleren<br />
van leeractiviteiten<br />
en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />
Begeleiden van leerproces<br />
en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />
coachen<br />
Inspelen op verschillen<br />
Volgen, feedback<br />
geven en beoordelen<br />
Reflecteren en leren<br />
en samenwerken met<br />
collega´s<br />
- Inspirerende <strong>in</strong>structie geven, op meer manieren uitleggen<br />
- Verschillende werkvormen hanteren<br />
- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten aanbieden<br />
- Keuzeopdrachten aanbieden<br />
- Leerdoelen en leerlijnen goed voor ogen hebben<br />
- Luisteren, vragen stellen<br />
- Stimuleren zelf verantwoord<strong>in</strong>g te nemen voor <strong>het</strong> leerproces, de<br />
plann<strong>in</strong>g en de werkvormen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen uitdagen en helpen daarmee creatief om te gaan<br />
- Begeleiden van <strong>het</strong> leerproces (kennis en vaardigheden)<br />
- Helpen eigen doelen formuleren en reflecteren op leerproces<br />
- Gesprekken voeren over samenwerk<strong>in</strong>g<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen begeleiden bij <strong>het</strong> leren maken van keuzes<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen begeleiden bij <strong>het</strong> leren geven van feedback<br />
- Kader aanbieden en stur<strong>in</strong>g los durven laten<br />
- Aanbieden van basisstof, keuzestof en verdiep<strong>in</strong>gsstof<br />
- Ruimte geven aan eigenheid, begeleiden naar eigen leerstijl<br />
- Opdrachten aanbieden op niveau en die aansluiten bij wensen<br />
- Leerl<strong>in</strong>g eigen leerroute laten bepalen<br />
- Eruit halen wat er<strong>in</strong> zit<br />
- Volgen van <strong>het</strong> leerproces<br />
- Bespreken van <strong>het</strong> leerproces<br />
- Gelijke normen hanteren<br />
- Proactieve houd<strong>in</strong>g ten opzichte van taken<br />
- In dialoog gaan met en afstemmen op collega’s<br />
- Samen kijken naar de ontwikkel<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong>deren<br />
- Samenwerken <strong>in</strong> team bij diverse taken<br />
39
Tabel 4: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school C.<br />
Zorgen voor een<br />
goed pedagogisch<br />
leerklimaat en bijdragen<br />
aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g<br />
40<br />
School C<br />
- Relatie aangaan, vertrouwen geven, elkaar serieus nemen<br />
- Creëren van rustige, duidelijke en veilige omgev<strong>in</strong>g<br />
- Duidelijk, betrouwbaar, consequent, streng en assertief zijn<br />
- Aardig, flexibel en creatief zijn, open en goed communiceren<br />
- Handelen op basis van gelijkwaardigheid<br />
- Stimuleren toenemende verantwoordelijkheid voor eigen leren<br />
- Stimuleren van eigen <strong>in</strong>itiatief en van leren voor <strong>het</strong> leven<br />
- Oog hebben voor eigenheid, creativiteit en solidariteit<br />
Aanbod curriculum - Kennis <strong>in</strong> samenhang aanbieden (leergebieden of thematisch)<br />
- Doorlopende leerlijn cultuur aanbieden<br />
- Stimuleren van ontwikkel<strong>in</strong>g vakoverstijgende vaardigheden<br />
Instructie geven,<br />
werkvormen en opdrachten<br />
aanbieden<br />
Activeren, stimuleren<br />
van leeractiviteiten<br />
en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />
Begeleiden van leerproces<br />
en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />
coachen<br />
Inspelen op verschillen<br />
Volgen, feedback<br />
geven en beoordelen<br />
Reflecteren en leren<br />
en samenwerken met<br />
collega’s<br />
- Instructie geven, goed uitleggen, vak en streefniveau kennen<br />
- Niet langer dan 20 m<strong>in</strong>uten aan <strong>het</strong> woord zijn<br />
- Samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten bieden, samenwerk<strong>in</strong>g organiseren<br />
- Keuzes bieden<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en uitdagen, vragen stellen, eisen stellen<br />
- Zelfstandig laten werken en laten plannen<br />
- Laten reflecteren op eigen leren en verbeterpunten formuleren<br />
- Laten samenwerken<br />
- Elkaar laten begeleiden en feedback geven<br />
- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />
- Steeds meer verantwoord<strong>in</strong>g leren nemen voor eigen leren<br />
- Inzicht geven <strong>in</strong> eigen talenten en hoe die verder te ontwikkelen<br />
- Ontwikkelen van zelfstandig denken<br />
- Begeleiden van groeps- en werkprocessen, coachen bij plannen<br />
- Stimuleren van sociaal bewustzijn en sociale vaardigheid<br />
- Durven loslaten<br />
- Inspelen op verschillen<br />
- Stimuleren van talenten<br />
- Extra verdiep<strong>in</strong>g aanbieden<br />
- Inspelen op verschillen<br />
- Het maximale uit een leerl<strong>in</strong>g halen<br />
- Signaleren<br />
- Geven van feedback<br />
- Proactieve houd<strong>in</strong>g, nemen <strong>in</strong>itiatief, tonen verantwoordelijkheid<br />
- Reflecteren, benutten van feedback<br />
- Aangaan dialoog, elkaar aanspreken<br />
- Samenwerken
Tabel 5: Overzicht van aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> vanuit <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
en <strong>in</strong>terviews met betrokkenen en stakeholders van school D.<br />
Zorgen voor een<br />
goed pedagogisch<br />
leerklimaat en bijdragen<br />
aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g<br />
School D<br />
- Vertrouwen geven, handelen op basis van openheid en respect<br />
- Structuur bieden, goed organiseren<br />
- Regels hanteren, grenzen aangeven<br />
- Handelen op basis van gelijkwaardigheid, weerbaar maken<br />
- Tolerantie, gemeenschapsz<strong>in</strong> en verantwoordelijkheid bijbrengen<br />
- Leren zien als sociaal proces en cyclus van doen en reflecteren<br />
Aanbod curriculum - Cluster<strong>in</strong>g van vakken<br />
- Doorlopende leerlijnen <strong>in</strong> projecten<br />
- Aanbieden van vakoverstijgende vaardigheden<br />
Instructie geven,<br />
werkvormen en opdrachten<br />
aanbieden<br />
Activeren, stimuleren<br />
van leeractiviteiten<br />
en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />
Begeleiden van leerproces<br />
en/of zelfstandigheid,zelfstur<strong>in</strong>g,<br />
coachen<br />
Inspelen op verschillen<br />
Volgen, feedback<br />
geven en beoordelen<br />
Reflecteren en leren<br />
en samenwerken met<br />
collega’s<br />
- Instructie geven, herkenbare voorbeelden aandragen<br />
- Activerende didactiek aanbieden <strong>in</strong> projecten<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken <strong>in</strong> vaste tafelgroepen<br />
- Keuzemogelijkheden bieden<br />
- Stimuleren actief met stof bezig zijn, hoge verwacht<strong>in</strong>gen tonen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen uitdagen, leerl<strong>in</strong>gen motiveren<br />
- Activeren door <strong>in</strong>teractie, stimuleren van samenwerken<br />
- Leren elkaar feedback te geven<br />
- Bevorderen zelfstur<strong>in</strong>g, zelf nadenken, verantwoordelijkheid<br />
- Reflectieverslag laten schrijven<br />
- Begeleiden bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en vaardigheden<br />
- Begeleiden bij bevorderen van zelfstandigheid<br />
- Begeleiden bij leren samenwerken en samenwerkend leren<br />
- Begeleiden bij keuzeprocessen<br />
- Recht doen aan verschillen <strong>in</strong> niveau, tempo en leefwereld<br />
- Recht doen aan verschillen <strong>in</strong> leerstijl en typen <strong>in</strong>telligentie<br />
- Aandacht hebben voor zorgleerl<strong>in</strong>gen<br />
- Differentiëren <strong>in</strong> aanbod en aanpak, aanbieden van keuzes<br />
- Volgen en controleren van <strong>in</strong>dividuele leerroutes en vorder<strong>in</strong>gen<br />
- Feedback geven, <strong>in</strong> gesprek gaan over resultaten<br />
- Zorgen voor aansluit<strong>in</strong>g tussen leerstof en toetsen<br />
- Beoordelen van werk en gedrag<br />
- Blijven leren en ontwikkelen, <strong>het</strong> uiterste uit jezelf halen<br />
- Feedback ontvangen, reflecteren op eigen handelen<br />
- Elkaar <strong>in</strong>formeren en onderl<strong>in</strong>g afstemmen<br />
- Begeleiden van collega’s<br />
41
5.2 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
Bij de beschrijv<strong>in</strong>g van de aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> de tabellen<br />
op de vorige pag<strong>in</strong>a’s is een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> rubrieken gehanteerd. Per school zijn per<br />
rubriek de <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten aangetroffen en aanvullend <strong>in</strong> de <strong>in</strong>terviews<br />
verkregen aanwijz<strong>in</strong>gen genoteerd. We vatten hier de resultaten samen en vergelijken<br />
deze tussen de vier scholen. Daarbij worden per rubriek de overeenkomsten en<br />
verschillen kort getypeerd.<br />
Zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
- <strong>in</strong> de leeromgev<strong>in</strong>g die op de scholen wordt nagestreefd, staan aspecten centraal<br />
die te maken hebben met veiligheid, orde en <strong>het</strong> aanbieden van structuur en met <strong>het</strong><br />
hanteren van duidelijke regels en grenzen.<br />
- op alle vier scholen v<strong>in</strong>dt men <strong>het</strong> belangrijk leerl<strong>in</strong>gen vertrouwen te geven en op<br />
drie van de vier scholen wordt <strong>het</strong> aangaan en opbouwen van een relatie benadrukt.<br />
Men streeft ernaar leerl<strong>in</strong>gen gelijkwaardig te behandelen, met daarbij soms nog<br />
expliciet een nadruk op openheid, wederzijds respect en elkaar serieus nemen.<br />
- op twee scholen wordt een aantal gewenste persoonskenmerken van medewerkers<br />
benoemd: open, flexibel, maar ook betrouwbaar, duidelijk en streng.<br />
- de scholen benoemen verschillende pedagogische doelen: stimuleren van zelfstandigheid<br />
en eigen verantwoordelijkheid (meer <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen (2x) of toegespitst op<br />
<strong>het</strong> leren (2x)); stimuleren van eigen <strong>in</strong>itiatief (2x); leren omgaan met vrijheid en<br />
grenzen (2x) en de nadruk leggen op <strong>het</strong> bijbrengen van normen en waarden (3x),<br />
gemeenschapsz<strong>in</strong> (2x) en leren als sociaal proces (1x).<br />
- op drie scholen benadrukt men <strong>het</strong> oog hebben voor de eigenheid van leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Het aanbod <strong>in</strong> <strong>het</strong> curriculum<br />
- op drie scholen gaat <strong>het</strong> specifiek om <strong>het</strong> aanbieden van herkenbare, contextrijke<br />
leerstof die <strong>in</strong> samenhang en <strong>in</strong> doorlopende leerlijnen wordt aangeboden. Tevens<br />
worden vakoverstijgende vaardigheden aangeboden (3x). Bij school A gaat <strong>het</strong><br />
vooral om <strong>het</strong> aanbieden van extra opdrachten.<br />
Instructie geven, werkvormen en opdrachten aanbieden<br />
- wensen op dit vlak betreffen activerende, <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie, waarbij de docent<br />
op meer manieren kan uitleggen (2x), herkenbare voorbeelden kan aandragen (1x)<br />
en een goed overzicht heeft over de leerstof en de leerlijn (2x).<br />
- variatie wordt belangrijk gevonden, tot uitdrukk<strong>in</strong>g komend <strong>in</strong> <strong>het</strong> aanbieden van<br />
verschillende werkvormen (2x) en gevarieerde didactiek (1x).<br />
42
- er moeten, naast <strong>in</strong>dividuele opdrachten, veel samenwerk<strong>in</strong>gsopdrachten worden<br />
aangeboden (4x).<br />
- leerl<strong>in</strong>gen moeten de mogelijkheid krijgen bij <strong>het</strong> uitvoeren van opdrachten keuzes<br />
te maken (4x) en succeservar<strong>in</strong>gen op kunnen doen (1x).<br />
Activeren, stimuleren van leeractiviteiten en/of zelfstur<strong>in</strong>g<br />
- op alle scholen is <strong>het</strong> de bedoel<strong>in</strong>g dat docenten leerl<strong>in</strong>gen motiveren, activeren,<br />
stimuleren en uitdagen. Zij kunnen dat doen door te luisteren, vragen te stellen, eisen<br />
te stellen en verwacht<strong>in</strong>gen te expliciteren (2x).<br />
- zij moeten de leerl<strong>in</strong>gen zelfstandig laten werken, plannen, samenwerken, reflecteren<br />
(3x), elkaar begeleiden (1x) en feedback geven (2x).<br />
- ze moeten leerl<strong>in</strong>gen stimuleren zelf meer verantwoord<strong>in</strong>g te nemen voor hun eigen<br />
leerproces.<br />
- op school A is een accent zichtbaar op <strong>het</strong> benutten van <strong>in</strong>zichten uit de cognitieve<br />
psychologie, gericht op de ontwikkel<strong>in</strong>g van kennis en van hogere orde cognitieve<br />
vaardigheden.<br />
Begeleiden van <strong>het</strong> leerproces en/of de zelfstandigheid en zelfstur<strong>in</strong>g; coachen<br />
- op alle scholen wordt <strong>het</strong> belang benadrukt van <strong>het</strong> begeleiden van de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van kennis en vaardigheden (zelfstandig werken, samenwerken, keuzes maken,<br />
feedback geven, reflecteren).<br />
- op school B wordt ook <strong>het</strong> aanbieden van een duidelijk kader genoemd. Op de<br />
scholen B en C geeft men aan dat docenten de stur<strong>in</strong>g moeten “durven loslaten.”<br />
- op school C legt men ook nadruk op <strong>het</strong> aan leerl<strong>in</strong>gen geven van <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van eigen talenten en op <strong>het</strong> stimuleren van sociaal bewustzijn.<br />
Inspelen op verschillen<br />
- op alle vier scholen wil men maatwerk leveren, toegespitst op niveau (4x), leerstijl<br />
(3x), typen <strong>in</strong>telligentie (2x), wensen (2x), talenten (1x) en zorgbehoeften (1x) van<br />
leerl<strong>in</strong>gen.<br />
- docenten moeten daartoe differentiëren <strong>in</strong> aanbod en aanpak en de leerl<strong>in</strong>gen keuzes<br />
bieden; ze moeten aansluiten bij <strong>het</strong> niveau van leerl<strong>in</strong>gen en eruit halen wat er<strong>in</strong><br />
zit (3x).<br />
Volgen, feedback geven en beoordelen<br />
- op alle vier de scholen wordt <strong>het</strong> volgen, signaleren, feedback geven en <strong>in</strong> gesprek<br />
gaan over resultaten, leerproces en/of gedrag benadrukt.<br />
- op drie scholen worden ook nog andere aspecten onder de aandacht gebracht: <strong>het</strong><br />
communiceren van de beoordel<strong>in</strong>gscriteria en <strong>het</strong> bespreken van toetsen (school A);<br />
43
<strong>het</strong> hanteren van gelijke normen (school B); <strong>het</strong> zorgen voor de aansluit<strong>in</strong>g tussen<br />
leerstof en toetsen (school D).<br />
Reflecteren en leren en samenwerken met collega’s<br />
- hierbij worden belangrijk geacht: een pro-actieve houd<strong>in</strong>g aannemen (2x), experimenteren<br />
(1x), elkaar <strong>in</strong>formeren (1x), elkaar aanspreken (1x), onderl<strong>in</strong>g afstemmen<br />
(2x), de dialoog aangaan (3x), samenwerken (2x), feedback ontvangen en benutten<br />
(2x), reflecteren op <strong>het</strong> eigen handelen (2x), blijven leren en zich ontwikkelen (1x),<br />
<strong>het</strong> uiterste uit jezelf halen (1x), begeleiden van collega’s (1x).<br />
Al met al blijkt uit <strong>het</strong> voorgaande dat <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen en<br />
bij de geïnterviewde schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders<br />
een aantal docenttaken centraal staan.<br />
Belangrijk is dat docenten zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen. Zij moeten <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie kunnen geven,<br />
die aansluit bij <strong>het</strong> niveau van verschillende (groepen) leerl<strong>in</strong>gen. Ze moeten leerl<strong>in</strong>gen<br />
activeren en stimuleren en daarbij <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen en<br />
leerl<strong>in</strong>gen keuzes bieden.<br />
Zij moeten <strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen volgen en (liefst zoveel mogelijk op maat)<br />
leerl<strong>in</strong>gen begeleiden en coachen bij <strong>het</strong> zelfstandig werken en <strong>het</strong> samenwerken. Zij<br />
moeten leerl<strong>in</strong>gen feedback geven en de dialoog aangaan met leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Ze moeten zelf bereid zijn tot reflecteren en tot <strong>het</strong> ontvangen van feedback. Ze<br />
moeten zichzelf blijven ontwikkelen en samenwerken.<br />
In de overzichten per school (tabellen 2 t/m 5) en bovenstaande samenvatt<strong>in</strong>g zijn<br />
ook de <strong>in</strong>terviews met groepjes leerl<strong>in</strong>gen verwerkt. Hun <strong>in</strong>breng betrof vooral de<br />
taken “leerklimaat”, “lesgeven” en “samenwerken” en verdient hier een korte, aparte<br />
samenvatt<strong>in</strong>g. Wat docenten volgens hen moeten doen, valt als volgt te ordenen.<br />
Docenten moeten a) leerl<strong>in</strong>gen respectvol en onderl<strong>in</strong>g gelijk behandelen; b) contact<br />
met hen leggen, een band met hen opbouwen, aardig zijn; c) duidelijke kaders en<br />
regels stellen en consequent zijn; d) goed voorbereid, enthousiast en afwisselend<br />
lesgeven, iets toevoegen aan <strong>het</strong> boek, duidelijk en met voorbeelden uitleggen, niet<br />
teveel <strong>in</strong> één les proppen, begeleid<strong>in</strong>g geven, feedback geven, toetsen nabespreken,<br />
uitleggen waarom bepaalde zaken nodig zijn; e) samenwerken en afstemmen met<br />
andere docenten over plann<strong>in</strong>g en eisen. Deze aspecten van leerklimaat (a t/m c),<br />
lesgeven (d) en samenwerken (e) zijn op alle vier scholen genoemd. Leerl<strong>in</strong>gen op<br />
school A noemden meer specifieke aspecten van <strong>het</strong> lesgeven dan leerl<strong>in</strong>gen op de<br />
andere scholen.<br />
44
6 <strong>Gewenst</strong> handelen volgens schoolleiders,<br />
teamleiders en docenten<br />
6.1 Keuze van belangrijke docenttaken<br />
In de eerste ronde van de gegevensverzamel<strong>in</strong>g zijn bij schoolleiders, teamleiders,<br />
docenten en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>terviews afgenomen en hebben alle betrokkenen, behalve<br />
de leerl<strong>in</strong>gen, een zelfde opdracht uitgevoerd (opdracht A, zie bijlage 1). De deelnemers<br />
werd gevraagd een aantal taken uit te kiezen. De specifieke vraag die hierbij<br />
werd voorgelegd was: “Wilt u uit deze 22 taken m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken<br />
kiezen die u vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt” (docenten) of “Wilt u uit deze 22 taken m<strong>in</strong>imaal<br />
3 en maximaal 7 taken kiezen, waarvan u <strong>het</strong> vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt dat docenten<br />
dit doen” (schoolleiders en teamleiders). De 22 taken die de respondenten<br />
kregen voorgelegd, waren gebaseerd op eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogischdidactisch<br />
handelen van docenten (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008).<br />
Tabel 6 laat <strong>het</strong> aantal respondenten per school zien dat heeft meegedaan aan dit<br />
onderzoek.<br />
Tabel 6: Aantal respondenten per school (SL=schoolleider; TL=teamleider; D=docent)<br />
School SL<br />
Aantal respondenten<br />
TL D Totaal<br />
A 1 9 5 15<br />
B 3 4 2 9<br />
C 2 5 4 11<br />
D 1 7 4 12<br />
Totaal 7 25 15 47<br />
Niet elke respondent heeft evenveel taken gekozen. Tabel 7 op de volgende pag<strong>in</strong>a<br />
laat de percentages zien waarmee voor een bepaald aantal taken is gekozen. Hieruit<br />
blijkt dat de meeste respondenten 7 taken hebben gekozen (<strong>het</strong> gestelde maximum).<br />
Slechts een kle<strong>in</strong> deel van de respondenten heeft gekozen voor vier taken, de overigen<br />
kozen er vijf of zes. Het door ons aangeven m<strong>in</strong>imum van drie taken werd geen<br />
enkele keer gekozen.<br />
45
Tabel 7: Percentages waarmee voor een aantal taken is gekozen: per school (A t/m D) en<br />
over alle respondenten (N=47)<br />
Tabel 8 (volgende pag<strong>in</strong>a) biedt een overzicht van de 22 taken die zijn aangeboden<br />
en per taak <strong>het</strong> percentage van de deelnemers dat voor die taak heeft gekozen (over<br />
alle respondenten en per school).<br />
Over alle respondenten gezien blijkt dat de volgende taken <strong>het</strong> meest zijn gekozen:<br />
taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat: 77%), taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en<br />
activeren: 72 %) en taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie: 53 %). Vervolgens<br />
zijn <strong>het</strong> meest gekozen: taak 17 (<strong>het</strong> geven van feedback), taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />
bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces), taak 22 (professionele ontwikkel<strong>in</strong>g) en<br />
taak 2 (bijdragen aan persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g).<br />
Bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen de scholen blijkt dat ze van elkaar verschillen. Op de scholen<br />
A en C wordt <strong>het</strong> geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen (taak 17) vaker gekozen dan op<br />
de andere scholen. Op school D wordt vaker gekozen voor taak 13 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />
bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes) dan op de andere scholen. Op school B<br />
wordt m<strong>in</strong>der vaak gekozen voor taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en taak<br />
3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) dan op de andere scholen.<br />
Op de scholen C en D is m<strong>in</strong>der vaak gekozen voor taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en<br />
activeren) dan op de scholen A en B, maar juist vaker voor taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten<br />
samenwerken en hen daarbij ondersteunen). Op de scholen B en C is m<strong>in</strong>der vaak<br />
gekozen voor taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanbieden) en taak 22 (professionele<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g) dan op de andere scholen.<br />
Taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces) wordt op school<br />
A m<strong>in</strong>der vaak gekozen dan op de andere drie scholen.<br />
De scholen verschillen dus onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> de taken zijn gekozen. Bij<br />
drie taken waren deze verschillen statistisch significant (bij p
Tabel 8: Percentages waarmee de taken zijn gekozen (per school en over alle respondenten).<br />
De meest gekozen taken (per school en over alle respondenten) zijn vet gemarkeerd.<br />
Taken van docenten 2 School A B C D T<br />
1. Zorgen voor een goed leerklimaat 87 33 82 92 77<br />
2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen 40 44 36 25 36<br />
3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie 53 33 55 67 53<br />
4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien 13 22 27 8 17<br />
5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken 13 - - 8 6<br />
6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten 6 - - - 2<br />
7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren 93 78 55 58 72<br />
8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren 53 22 27 42 38<br />
9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen 13 11 27 25 19<br />
10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten 27 11 - - 11<br />
11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen 20 22 64 50 38<br />
12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken 6 33 18 - 13<br />
13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes 27 22 18 42 28<br />
14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen 6 33 - - 9<br />
15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces 20 56 64 50 45<br />
16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen 13 33 36 - 19<br />
17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen 67 22 55 33 47<br />
18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt 6 22 36 25 21<br />
19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen - 44 - 42 19<br />
20. Open staan voor leren en samenwerken 20 11 27 17 19<br />
21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden - 11 18 8 9<br />
22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g 53 22 27 50 40<br />
2<br />
De 22 taken zijn gebaseerd op een eerder onderzoek naar <strong>het</strong> pedagogisch-didactisch handelen<br />
van docenten (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008)<br />
47
Tabel 9: Percentages waarmee de taken zijn gekozen per groep respondenten<br />
(SL=schoolleider; TL=teamleider; D=docent).<br />
De meest gekozen taken per groep zijn vet gemarkeerd.<br />
48<br />
Taken van docenten SL TL D<br />
1. Zorgen voor een goed leerklimaat 71 68 93<br />
2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen 71 16 53<br />
3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie 43 52 60<br />
4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien 14 16 20<br />
5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken - 8 7<br />
6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten 14 - -<br />
7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren 29 72 93<br />
8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren 14 36 53<br />
9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen 29 24 7<br />
10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten 14 8 13<br />
11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen 57 32 40<br />
12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken 14 16 7<br />
13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes 29 24 33<br />
14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen 14 8 7<br />
15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces 29 48 47<br />
16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen 29 24 7<br />
17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen 43 44 53<br />
18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt 29 24 13<br />
19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen 14 20 20<br />
20. Open staan voor leren en samenwerken 43 24 -<br />
21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden - 8 13<br />
22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g 43 52 20
In tabel 9 is onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen respondenten:<br />
schoolleiders, teamleiders en docenten. Hieruit blijkt dat de mate waar<strong>in</strong> men voor<br />
bepaalde taken heeft gekozen verschilt al naar gelang de functie die men heeft. Alle<br />
drie groepen respondenten hebben <strong>in</strong> hoge mate gekozen voor taak 1 (zorgen voor<br />
een goed leerklimaat), taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 17 (<strong>het</strong><br />
geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen). Drie andere taken worden door zowel teamleiders<br />
als docenten vaker gekozen dan door schoolleiders: taak 7 (leerl<strong>in</strong>gen stimuleren<br />
en activeren), taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />
ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). Taak 22 (professionele ontwikkel<strong>in</strong>g)<br />
wordt vaker door schoolleiders en teamleiders gekozen dan door docenten.<br />
De verschillen tussen de groepen respondenten <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> taken zijn gekozen<br />
blijken voor drie taken statistisch significant te zijn (bij p
6.2 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
De respondenten hebben bepaalde taken uit de aangeboden set van 22 taken duidelijk<br />
vaker gekozen dan andere taken. De volgende taken zijn <strong>het</strong> meest gekozen (<strong>in</strong><br />
afnemende mate waar<strong>in</strong> ze zijn gekozen):<br />
- zorgen voor een goed leerklimaat (taak 1)<br />
- leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren (taak 7)<br />
- geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3)<br />
- geven van feedback (taak 17)<br />
- leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15)<br />
- professionele ontwikkel<strong>in</strong>g (taak 22)<br />
- bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (taak 2)<br />
De scholen verschillen onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waarmee de respondenten op de scholen<br />
hebben gekozen voor bepaalde taken. Dit geldt vooral bij:<br />
- taak 1: zorgen voor een goed leerklimaat (op de scholen A, C en D vaker dan op<br />
school B)<br />
- taak 15: leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen (op school B vaker dan op<br />
de scholen A, C en D)<br />
- taak 19: beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen (op de scholen<br />
B en D vaker dan op de scholen A en C)<br />
Al naar gelang hun functie <strong>in</strong> de school hebben de respondenten <strong>in</strong> verschillende<br />
mate gekozen voor:<br />
- taak 2: bijdragen aan de persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (vooral<br />
schoolleiders vaker, maar ook docenten vaker dan teamleiders)<br />
- taak 7 leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren (vooral docenten vaker, maar ook<br />
teamleiders vaker dan schoolleiders)<br />
- taak 20: open staan voor leren en samenwerken (schoolleiders vaker dan teamleiders<br />
en docenten).<br />
50
7 Achterliggende motieven en argumenten<br />
van schoolleiders, teamleiders, docenten<br />
en stakeholders<br />
7.1 Motieven en gronden bij de keuze van belangrijke taken<br />
Direct na <strong>het</strong> uitvoeren van de opdracht waarbij de schoolleiders, teamleiders en<br />
docenten m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken konden kiezen uit de 22 aangeboden<br />
taken, kregen zij schriftelijk een aantal open vragen voorgelegd over de motieven<br />
voor en verantwoord<strong>in</strong>g van de door hen zojuist gemaakt keuzes.<br />
De motieven voor de keuze<br />
De eerste vraag had betrekk<strong>in</strong>g op de motieven voor de keuze ( “Kunt u motiveren<br />
waarom u juist deze taken heeft gekozen?”). De antwoorden die de respondenten<br />
(N=47) hebben gegeven, kunnen worden <strong>in</strong>gedeeld <strong>in</strong> twee categorieën: gebaseerd<br />
op de taken zelf en gebaseerd op een doel of kader dat ligt buiten de gekozen taken.<br />
In de categorie “gebaseerd op de taken zelf “kunnen twee subcategorieën worden<br />
onderscheiden:<br />
a. Maakt onderscheid <strong>in</strong> voorwaardelijke taken en kerntaken of primaire taken. De<br />
respondenten die voor deze onderscheid<strong>in</strong>g hebben gekozen, relateren dit aan<br />
bepaalde taken, vaak aan taak 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en taak 7<br />
(leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren) en iets m<strong>in</strong>der vaak aan taak 3 (geven van<br />
les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Daarnaast<br />
worden de taken genoemd die betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>het</strong> begeleiden en coachen<br />
van leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit verband (taak 11, 13, 15, 17), maar duidelijk m<strong>in</strong>der vaak.<br />
b. Maakt onderscheid <strong>in</strong> meer algemene of meer specifieke taken of taken die de<br />
andere taken omvatten. De taken 1 (zorgen voor een goed leerklimaat) en 15<br />
(leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces) worden <strong>in</strong> dit verband<br />
<strong>het</strong> meest genoemd als algemeen of omvattend.<br />
In de categorie “antwoorden die zijn gebaseerd op een doel of kader dat ligt buiten<br />
de gekozen taken” zijn ook twee subcategorieën te onderscheiden:<br />
51
a. Sluit aan bij een centraal uitgangspunt van de respondent zelf (thema, <strong>in</strong>houdelijk<br />
idee, persoonlijke theorie, opvatt<strong>in</strong>gen), bijvoorbeeld:<br />
- Deze taken maken deel uit van <strong>het</strong> leerproces; ze zijn allemaal actiegericht<br />
- Je hebt als expert de rol van kennisloket<br />
- Hierbij staat de zelfstur<strong>in</strong>g centraal<br />
- Hiermee leren leerl<strong>in</strong>gen veel<br />
- Leren ontstaat als er meer gebeurt dan kennisoverdracht van A naar B. Er moet<br />
worden gewerkt d.m.v. denkvragen, samenwerken, complexe opdrachten etc.<br />
- Het accent ligt voor mij op de coachende rol van de docent<br />
- Hiermee worden leerl<strong>in</strong>gen uitgedaagd<br />
b. Verwijst naar <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school.<br />
De redenen waarom een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen<br />
In antwoord op de vraag waarom een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen, geven de<br />
respondenten diverse typen antwoorden. Deze kunnen worden onderverdeeld <strong>in</strong> de<br />
volgende categorieën:<br />
- Om voorwaarden voor leren te creëren (je zorgt voor een veilige omgev<strong>in</strong>g, je<br />
bent duidelijk <strong>in</strong> wat je verwacht; dit motiveert leerl<strong>in</strong>gen; om <strong>het</strong> leerrendement<br />
te maximaliseren; leerl<strong>in</strong>gen hebben een “leermeester” nodig die <strong>het</strong> eerst voordoet)<br />
(23x)<br />
- Om specifieke leerdoelen te stimuleren (naast kennis ook vaardigheden aanbieden;<br />
leerstof aanbieden, maar ook aandacht voor bredere ontwikkel<strong>in</strong>g) (13x)<br />
- Om bij leerl<strong>in</strong>gen activiteit en zelfstur<strong>in</strong>g te bevorderen (de leerl<strong>in</strong>g moet <strong>in</strong><br />
beweg<strong>in</strong>g komen; je maakt leerl<strong>in</strong>gen eigenaar van hun leerproces) (2x)<br />
- Om resultaten te bereiken op de langere termijn (om leerl<strong>in</strong>gen optimaal te laten<br />
deelnemen aan de maatschappij, om kansen te creëren voor de toekomst, om<br />
een attitude te ontwikkelen voor de rest van <strong>het</strong> leven) (8x)<br />
- Om <strong>in</strong> te kunnen spelen op verschillen (aansluiten bij voorkennis, bij verschillende<br />
typen leerl<strong>in</strong>gen) (2x)<br />
- Om tegemoet te komen aan de visie van de school (3x)<br />
- Om recht te doen aan <strong>het</strong> eigen functioneren, de eigen professionaliteit (dat is<br />
vakmanschap; deze taken behoren tot de essentie van leraarschap) (3x)<br />
De gronden waarop de uitspraken worden gebaseerd<br />
Bij de argumentatie voor de gemaakte keuzes noemt men vaak de eigen ervar<strong>in</strong>g<br />
(32x). Ook worden als argumenten genoemd: gesprekken met andere betrokkenen<br />
(bijvoorbeeld <strong>in</strong>tervisie en feedback, 11x) en bepaalde uitgangspunten of theorieën<br />
en vakliteratuur (10x). Het schoolconcept en de e<strong>in</strong>dexamennormen worden slechts<br />
door een enkel<strong>in</strong>g genoemd als argument voor de gemaakte keuzes.<br />
52
Dilemma’s die docenten zelf tegen komen bij <strong>het</strong> uitvoeren van de gekozen taken<br />
Aan de docenten is gevraagd of zij bij <strong>het</strong> uitvoeren van deze taken nog knelpunten<br />
of dilemma’s tegenkomen. De antwoorden die de docenten gaven waren van diverse<br />
aard en zijn als volgt <strong>in</strong> te delen:<br />
- voorwaarden (gebrek aan tijd, gebrek aan contacttijd met leerl<strong>in</strong>gen; we<strong>in</strong>ig tijd<br />
om leerproces te kunnen volgen; de grootte en samenstell<strong>in</strong>g van klassen (diversiteit<br />
<strong>in</strong> typen leerl<strong>in</strong>gen, aantal rugzakleerl<strong>in</strong>gen))<br />
- elkaar beconcurrerende (leer)doelen (aandacht voor vakkennis versus vaardigheden;<br />
bieden van vrijheid versus voorkomen van vrijblijvendheid; eisen stellen<br />
versus motiveren en <strong>in</strong>teresse wekken; <strong>in</strong>spelen op verschillen versus nadruk op<br />
samenwerk<strong>in</strong>g)<br />
- <strong>het</strong> aanbod aan leerstof <strong>in</strong> methodes (veel “onz<strong>in</strong>nige” <strong>in</strong>formatie)<br />
- een verschil <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over te voeren beleid met de directie<br />
De oploss<strong>in</strong>gen waarvoor deze docenten kiezen als zij dilemma’s willen hanteren<br />
zijn ook divers van aard (mede samenhangend met <strong>het</strong> type dilemma):<br />
- zelf extra tijd <strong>in</strong>vesteren<br />
- eigen welbev<strong>in</strong>den als uitgangspunt nemen en de gewenste aanpak aanpassen<br />
- keuzes maken en prioriteiten stellen (gericht op bepaalde groepen of leerl<strong>in</strong>gen)<br />
- nadruk leggen op bepaalde leerdoelen (juist op <strong>het</strong> sociale aspect of juist op <strong>het</strong><br />
bereiken van een optimaal e<strong>in</strong>dexamenresultaat)<br />
- zich conformeren aan <strong>het</strong> beleid<br />
De standaard bij de uitvoer<strong>in</strong>g van de gekozen taken<br />
Aan alleen de schoolleiders en teamleiders (N=31) is gevraagd <strong>in</strong> welke mate een<br />
goede docent de gekozen taken moet uitvoeren (een vraag naar de standaard). Zij<br />
gaven daarop de volgende antwoorden: de docent moet<br />
- achter de waarden van de school staan en bereid zijn om zich te ontwikkelen<br />
(willen leren, reflecteren, samenwerken, open staan voor feedback, gedreven<br />
zijn, zijn best doen) (14x)<br />
- een bepaalde breedte <strong>in</strong> <strong>het</strong> repertoire beheersen (alle taken, een groot deel) (2x)<br />
- een bepaald gewenst niveau van handelen beheersen (voor 80 %; <strong>in</strong> hoge mate;<br />
streven naar excellentie; hoogst mogelijke niveau; heel goed) (6x)<br />
- niet alle taken beheersen (<strong>het</strong> niveau tussen docenten mag verschillen; ieder<br />
brengt eigen kwaliteiten <strong>in</strong>) (2x)<br />
- bepaalde leerresultaten bij leerl<strong>in</strong>gen behalen (5x)<br />
- positieve reacties van leerl<strong>in</strong>gen nastreven (3x)<br />
- bepaalde denkactiviteiten bij leerl<strong>in</strong>gen stimuleren (3x)<br />
53
De achterliggende gronden waarop de standaarden zijn gebaseerd<br />
Aan de schoolleiders en teamleiders is ook gevraagd op welke gronden zij deze standaarden<br />
baseren. De leverde de volgende gronden op: mijn (onze) visie of mijn persoonlijke<br />
overtuig<strong>in</strong>g (11x), ervar<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>tuïtie (8x). Daarnaast werden vakliteratuur,<br />
onderzoek, bijschol<strong>in</strong>g (4x) en discussies met andere betrokkenen en consensus (4x)<br />
genoemd. Een enkel<strong>in</strong>g noemde nog observaties van lessen (2x).<br />
Het leraarschap <strong>in</strong> deze tijd<br />
Op de (aan alle respondenten gestelde) vraag of de gegeven antwoorden samenhangen<br />
met de manier waarop men aankijkt tegen <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd, antwoordt<br />
77% van de schoolleiders, teamleiders en docenten bevestigend (36 van de <strong>in</strong> totaal<br />
47 respondenten). De toelicht<strong>in</strong>g die zij hierbij geven, laat de volgende antwoorden<br />
zien:<br />
- <strong>het</strong> takenpakket van de docent is veranderd en uitgebreid (meer begeleiden (<strong>in</strong>dividueel<br />
en <strong>in</strong> groepen); meer maatwerk leveren; bij meerdere vakken kunnen<br />
begeleiden; leerl<strong>in</strong>gen kunnen motiveren; normen en waarden aanleren) (11x)<br />
- de school heeft meer opvoed<strong>in</strong>gstaken gekregen dan vroeger (verschuiv<strong>in</strong>g van<br />
opvoed<strong>in</strong>gstaken van ouders naar school) (3x)<br />
- de samenlev<strong>in</strong>g stelt andere eisen aan toekomstige werknemers en <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
moet leerl<strong>in</strong>gen daarop voorbereiden (5x)<br />
- de leerl<strong>in</strong>gen van nu zijn anders dan de leerl<strong>in</strong>gen van vroeger (meer autonoom,<br />
soms vluchtiger, willen gezien worden; ze hebben veel andere d<strong>in</strong>gen aan hun<br />
hoofd) (7x)<br />
- scholen moeten onderl<strong>in</strong>g meer concurreren (1x)<br />
- nieuwe neurologische <strong>in</strong>zichten hebben consequenties voor <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong> (1x).<br />
54
7.2 Keuzes bij paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen van taken<br />
7.2.1 Opzet<br />
In de tweede ronde zijn per school bij verschillende typen stakeholders <strong>in</strong>terviews<br />
afgenomen. Het g<strong>in</strong>g om ouders, directeuren van toeleverende basisscholen, leden<br />
van de medezeggenschapsraad of ouderraad, bestuursleden en zorgcoörd<strong>in</strong>atoren.<br />
Deze stakeholders kregen tijdens <strong>het</strong> <strong>in</strong>terview een vragenlijst voorgelegd waar<strong>in</strong> 7<br />
taken van docenten waren uitgewerkt <strong>in</strong> 21 verschillende comb<strong>in</strong>aties van twee taken<br />
en hen werd gevraagd bij elk paar een keuze te maken voor een van beide taken.<br />
Tabel 10: Overzicht gekozen taken uit Vragenlijst PDH (G=gekozen taken;* = extra taak<br />
toegevoegd bij schoolleiders, teamleiders en docenten)<br />
Cluster Taken G<br />
Pedagogisch 1. Zorgen voor een goed leerklimaat<br />
leerklimaat 2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen x<br />
Leeromgev<strong>in</strong>g 3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie x<br />
en leerdoelen 4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien<br />
5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken<br />
6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten<br />
7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren<br />
8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren x<br />
Differentiatie 9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten<br />
x<br />
Leeractivitei- 11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen ondersteunen x<br />
ten en zelfstandig<br />
leren<br />
12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken<br />
13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes<br />
14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen<br />
15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces x<br />
Volgen van 16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen x*<br />
<strong>het</strong> leerproces,<br />
feedback en<br />
beoordel<strong>in</strong>g<br />
17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt<br />
19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen<br />
x<br />
Leren en sa- 20. Open staan voor leren en samenwerken<br />
menwerken 21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden<br />
22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
55
Per keuze werd ook gevraagd naar de gronden voor de gemaakte keuze, aan de hand<br />
van voorgestructureerde antwoordcategorieën (zie opdracht B, bijlage 2).<br />
Een vergelijkbare vragenlijst werd ook voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders<br />
en docenten die hadden meegedaan aan de eerste ronde, maar nu met 8 (<strong>in</strong> plaats van<br />
7) paarsgewijs aangeboden taken (zie tabel 10 op de vorige pag<strong>in</strong>a), verwerkt <strong>in</strong> 28<br />
verschillende comb<strong>in</strong>aties. Hen werd eveneens gevraagd per paar een keuze te maken<br />
en deze keuze te beargumenteren, aan de hand van dezelfde categorieën gronden<br />
als <strong>in</strong> de vragenlijst bij de stakeholders.<br />
De keuze voor de acht taken die zijn voorgelegd aan de schoolleiders, teamleiders en<br />
docenten hebben we ons gebaseerd op de uitkomsten van de eerste ronde (opdracht<br />
A), waarbij de deelnemers uit 22 aangeboden taken m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 belangrijke<br />
docenttaken moesten kiezen (zie 6.1).<br />
De selectie van acht taken is gemaakt op basis van de volgende overweg<strong>in</strong>gen:<br />
- De selectie was primair gericht op de taken die door docenten, schoolleiders en<br />
teamleiders bij de eerste dataverzamel<strong>in</strong>g <strong>het</strong> meest zijn gekozen. De verwacht<strong>in</strong>g<br />
was dat de m<strong>in</strong>der gekozen taken ten opzichte van de meer gekozen taken<br />
bij de paarsgelijke vergelijk<strong>in</strong>gen meteen al niet of m<strong>in</strong>der vaak zouden worden<br />
gekozen (en zo geen evenwichtige vergelijk<strong>in</strong>g zouden opleveren). Dit leidde <strong>in</strong><br />
eerste <strong>in</strong>stantie tot de keuze voor negen taken: 1, 2, 3, 7, 8, 11, 15, 17 en 22.<br />
- Uitgangpunt was tevens <strong>het</strong> streven naar een zo goed mogelijke verdel<strong>in</strong>g van<br />
de te selecteren taken over de onderscheiden clusters (zie tabel 10), waarbij <strong>het</strong><br />
laatste cluster (taken 20, 21 en 22) niet is meegenomen. De focus lag daarmee<br />
op de vijf clusters die zijn gericht op de <strong>in</strong>teractie van de docent met leerl<strong>in</strong>gen.<br />
- Ook is daarbij gelet op een evenwichtige verdel<strong>in</strong>g van taken tussen de clusters<br />
met de doelen en <strong>in</strong>houden van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept enerzijds (clusters 1 en 2)<br />
en de clusters met de didactische <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g anderzijds (clusters 3, 4 en 5).<br />
- Tot slot is tevens meegewogen of de formuler<strong>in</strong>gen van de taken wel voldoende<br />
uitgesproken was. Op basis van deze overweg<strong>in</strong>g is de meer algemene taak 7<br />
(leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren) <strong>in</strong>geruild voor de meerzeggende taak 16<br />
(volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen).<br />
Dit resulteerde <strong>in</strong> de volgende negen taken: 1, 2, 3, 8, 9, 11, 15, 16, en 17. Voor<br />
paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen zou dit 36 comb<strong>in</strong>aties van taken vergen en dit aantal<br />
werd uite<strong>in</strong>delijk toch te groot geacht. Besloten werd taak 1 te schrappen omdat deze<br />
taak algemeen is en door velen wordt onderschreven. Bij de stakeholders is, om hen<br />
niet te overvragen, <strong>het</strong> aantal comb<strong>in</strong>aties beperkt tot 21, door <strong>het</strong> alsnog schrappen<br />
van taak 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces), omdat stakeholders mogelijk geen zicht<br />
hebben op hoe dit op de school wordt vormgegeven.<br />
56
De analyse van de antwoorden<br />
De schoolleiders, teamleiders en docenten kregen acht taken paarsgewijs aangeboden<br />
<strong>in</strong> 28 verschillende comb<strong>in</strong>aties. De stakeholders kregen 7 taken aangeboden <strong>in</strong><br />
21 verschillende comb<strong>in</strong>aties. De vraag die aan de respondenten werd gesteld per<br />
keuzepaar, was: “Welke taak v<strong>in</strong>dt u <strong>het</strong> belangrijkste voor een docent op deze<br />
school?” De respondenten kregen steeds twee taken onder elkaar aangeboden en<br />
konden aankruisen welke taak van die twee zij <strong>het</strong> belangrijkste v<strong>in</strong>den. Ze mochten<br />
per keuzepaar slechts één taak kiezen (gedwongen keuze). Antwoorden werden verkregen<br />
van <strong>in</strong> totaal 18 stakeholders en 39 schoolleiders, teamleiders en docenten.<br />
Bij de analyse van de antwoorden is gebruik gemaakt van een multidimensionele<br />
schaaltechniek (Alscal), waarbij de data zijn verwerkt als ord<strong>in</strong>ale gegevens (rangorden<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> meer en m<strong>in</strong>der belangrijk). Hierbij is <strong>het</strong> mogelijk de proporties te berekenen<br />
waarmee aangeboden items, <strong>in</strong> dit geval taken, zijn gekozen en vervolgens<br />
de onderl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen de items (taken) visueel zichtbaar te maken.<br />
De gemaakte bereken<strong>in</strong>gen zijn gebaseerd op de gedachte dat als <strong>in</strong> een keuzepaar<br />
een taak wordt gekozen door de helft van de respondenten, de conceptuele afstand<br />
tussen beide taken <strong>in</strong> de ogen van de respondenten m<strong>in</strong>imaal is. In dat geval worden<br />
beide taken immers even vaak gekozen (beide 50%), en <strong>in</strong> termen van “populariteit”<br />
kunnen we dan zeggen dat beide taken even populair zijn. Aan de andere kant geldt<br />
dan dat hoe meer de proportie waarmee <strong>in</strong> een paar een bepaalde taak is gekozen<br />
afwijkt van 50%, hoe groter de conceptuele afstand is tussen de twee taken, want de<br />
ene taak is dan vaker gekozen en dus meer populair dan de andere taak.<br />
Per aangeboden paar per taak kan <strong>het</strong> verschil worden berekend tussen de proportie<br />
waarmee de taak is gekozen en 50%. Dit kan worden omgezet <strong>in</strong> coörd<strong>in</strong>aten op<br />
verschillende dimensies. Deze coörd<strong>in</strong>aten kunnen worden uitgedrukt <strong>in</strong> getallen,<br />
maar kunnen ook grafisch zichtbaar worden gemaakt.<br />
Tijdens de analyse kan worden gekozen hoeveel dimensies worden onderscheiden.<br />
Daarbij wordt ernaar gestreefd een zodanig aantal dimensies te kiezen dat aan alle<br />
onderl<strong>in</strong>ge verschillen <strong>in</strong> populariteit tussen de aangeboden taken zoveel mogelijk<br />
recht wordt gedaan (<strong>in</strong> termen van “proportie verklaarde variantie” (RSQ)). Een<br />
belangrijk ander criterium om voor een bepaald aantal dimensies te kiezen is dat de<br />
uitkomsten ook <strong>in</strong>houdelijk goed <strong>in</strong>terpreteerbaar moeten zijn.<br />
57
7.2.2 Interpretaties op twee dimensies<br />
Bij de analyse van de verkregen gegevens is gekozen voor een tweedimensionale<br />
oploss<strong>in</strong>g. Hiermee werd <strong>in</strong> de groep respondenten als geheel (N=57) een percentage<br />
verklaarde variantie bereikt van 88% (RSQ=.88). Deze oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> twee dimensies<br />
blijkt ook <strong>in</strong>houdelijk goed <strong>in</strong>terpreteerbaar. De dimensies blijken bovendien<br />
redelijk stabiel, zowel bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen de stakeholders en de schoolleiders,<br />
teamleiders en docenten, als bij vergelijk<strong>in</strong>g tussen 7 en 8 aangeboden taken.<br />
Tabel 11 bevat de precieze coörd<strong>in</strong>aten van de taken op de twee dimensies bij de<br />
stakeholders (over 7 taken) en bij de schoolleiders, teamleiders en docenten (over 7<br />
taken en over 8 taken).<br />
Tabel 11: Uitkomsten multi-dimensionele schaalanalyses <strong>in</strong> twee dimensies<br />
(SL=schoolleiders,TL=teamleiders, D=docenten)<br />
Stakeholders<br />
(N=18)<br />
SL, TL, D (N=39) SL, TL, D (N=39)<br />
Aantal taken 7 7 8<br />
RSQ .94 .88 .85<br />
Dimensies 1 2 1 2 1 2<br />
T2 -.03 1.28 .97 1.38 1.17 1.04<br />
T3 .30 .68 .07 -.07 -.31 .64<br />
T8 .58 -.31 .19 .29 -.17 .33<br />
T9 2.02 -.05 1.74 -.43 1.31 -.27<br />
T11 -.06 -1.50 0.07 -1.59 -.39 -1.16<br />
T15 -2.14 -.03 -2.03 .05 -2.00 -.28<br />
T16 - - - - 1.51 -1.15<br />
T17 -.67 -.06 -1.01 .37 -1.11 .85<br />
Dezelfde gegevens worden grafisch weergegeven <strong>in</strong> de figuren 1 en 2 op de volgende<br />
bladzijde. Voor een juiste <strong>in</strong>terpretatie hiervan moet men zich realiseren dat <strong>het</strong><br />
bij de getallen op X- en Y-as niet gaat om hoe vaak de taken zijn gekozen, maar om<br />
de posities van de taken op de twee dimensies die door de analysetechniek zijn gegenereerd.<br />
Deze dimensies moeten vervolgens <strong>in</strong>houdelijk worden geïnterpreteerd.<br />
Bij de afstanden tussen de taken <strong>in</strong> de grafiek kan worden opgemerkt dat als taken<br />
dicht bij elkaar liggen, dit kan worden opgevat als een aanwijz<strong>in</strong>g dat deze taken <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> referentiekader van de respondenten ook dicht bij elkaar liggen, en dus op een of<br />
andere manier <strong>in</strong> hun denken op elkaar lijken of nauw met elkaar te maken hebben<br />
of misschien zelfs onderl<strong>in</strong>g samenhangen.<br />
58
Figuur 1: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de stakeholders (N=18)<br />
Figuur 2: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen (N=39)<br />
59
De figuren 1 en 2 bevatten de resultaten over zeven taken bij de stakeholders en bij<br />
de schoolleiders, teamleiders en docenten. Beide figuren lijken vrij sterk op elkaar.<br />
Kennelijk variëren de populariteiten van de zeven geselecteerde taken bij de stakeholders<br />
ongeveer op dezelfde wijze als bij de schoolleiders, teamleiders en docenten,<br />
waardoor de taken <strong>in</strong> beide grafieken ongeveer dezelfde posities op beide dimensies<br />
<strong>in</strong>nemen. Dit is een aanwijz<strong>in</strong>g dat de referentiekaders van beide groepen <strong>in</strong> behoorlijke<br />
mate overeenkomen.<br />
Op de eerste dimensie (horizontale as) zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />
ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces) en 17 (geven van feedback<br />
aan leerl<strong>in</strong>gen), <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8<br />
(leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en rechts taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen<br />
leerl<strong>in</strong>gen).<br />
Op de tweede dimensie (verticale as) zien we onder<strong>in</strong> taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken<br />
en hen daarbij ondersteunen); daarboven opnieuw de taken 3 (geven van<br />
les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en boven<strong>in</strong> taak 2<br />
(bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen).<br />
De taken 3 en 8 blijken op beide dimensies op een middenpositie te liggen, dus m<strong>in</strong><br />
of meer neutraal ten opzichte van de uitersten. Deze taken behoren tot de traditionele<br />
basistaken van een docent.<br />
Vanuit <strong>het</strong> midden geredeneerd ligt op de verticale dimensie de keuze en aandacht<br />
voor taak 2 (bijdragen aan persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g) als uiterste aan de ene kant en<br />
de keuze en aandacht voor taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij<br />
ondersteunen) aan de andere kant. Daarmee lijkt <strong>het</strong> alsof men vanuit de basistaken<br />
aan de ene kant zich meer kan richten op <strong>het</strong> bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
van een leerl<strong>in</strong>g of aan de andere kant meer aandacht kan hebben voor de sociale<br />
vorm<strong>in</strong>g (<strong>het</strong> samenwerken). Gezien de vrij grote afstand tussen deze taken op de<br />
verticale as lijken deze taken voor de respondenten nogal verschillende, om niet te<br />
zeggen enigsz<strong>in</strong>s tegenover elkaar liggende keuzes te vertegenwoordigen. De verticale<br />
as lijkt <strong>in</strong>houdelijk te kunnen worden getypeerd als een vorm<strong>in</strong>gsdimensie,<br />
waarop de docent zich vanuit zijn basistaken m<strong>in</strong> of meer kan richten op enerzijds<br />
bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen of anderzijds <strong>het</strong> samenwerken<br />
tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Op de eerste dimensie (horizontale as) zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />
ondersteunen bij <strong>het</strong> leren sturen van hun leerproces) en 17 (geven van feedback).<br />
Deze taken hebben beide betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> begeleiden van <strong>het</strong> cognitieve<br />
leerproces bij leerl<strong>in</strong>gen. In <strong>het</strong> midden van de dimensie zien we opnieuw de taken 3<br />
en 8 en aan de rechterkant zien we taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen).<br />
Kennelijk is <strong>het</strong> zo <strong>in</strong> de gedachtegang van de respondenten, dat <strong>het</strong> begeleiden van<br />
60
<strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong> of meer los staat van <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen<br />
bij leerl<strong>in</strong>gen. Dit zou kunnen betekenen dat <strong>het</strong> ondersteunen bij <strong>het</strong> leren sturen<br />
van <strong>het</strong> eigen leerproces wordt opgevat als iets dat m<strong>in</strong> of meer algemeen opgaat<br />
voor leerl<strong>in</strong>gen en dat <strong>het</strong> leveren van maatwerk daarbij niet op de voorgrond staat.<br />
Deze eerste dimensie is dan zo op te vatten dat de docent vanuit zijn primaire taken<br />
meer nadruk kan leggen op enerzijds <strong>het</strong> begeleiden van <strong>het</strong> leerproces of anderzijds<br />
<strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen. Mogelijk wordt <strong>het</strong> leerproces vooral geassocieerd met<br />
de te leren vak<strong>in</strong>houd en <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen vooral met de leerl<strong>in</strong>gen als<br />
persoon.<br />
Bij vergelijk<strong>in</strong>g van de figuren 1 en 2 zien we als duidelijkste verschil dat bij de<br />
stakeholders de taken 3, 8 en 17 rondom <strong>het</strong> midden liggen op ongeveer even grote<br />
afstanden van elkaar. Bij de schoolleiders, teamleiders en docenten ligt taak 17 (<strong>het</strong><br />
geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen) duidelijk op wat een grotere afstand van de taken<br />
3 en 8, die juist samen veel meer een cluster vormen. Kennelijk is <strong>het</strong> zo dat<br />
voor deze laatste groep de taken 3 en 8 dicht bij elkaar liggen en dat <strong>het</strong> geven van<br />
feedback daar niet direct bij hoort, maar meer bij <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces.<br />
In de figuren 3 en 4 op de volgende bladzijde wordt zichtbaar wat de onderl<strong>in</strong>ge<br />
posities van de taken worden als er een andere taak <strong>in</strong> <strong>het</strong> aanbod van keuzeparen<br />
wordt toegevoegd. De toegevoegde taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze<br />
zich ontwikkelen) krijgt op de horizontale dimensie een positie toebedeeld aan de<br />
rechterkant en lijkt daarmee te passen bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
en m<strong>in</strong>der bij <strong>het</strong> cognitieve leerproces dat zich aan de l<strong>in</strong>kerkant van deze dimensie<br />
bev<strong>in</strong>dt. Op de verticale dimensie ligt taak 16 wat aan de onderkant, dat wil<br />
zeggen: volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren lijkt voor de respondenten meer te passen bij de<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen dan bij de persoonlijk vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen dat<br />
zich aan de bovenkant van deze dimensie bev<strong>in</strong>dt.<br />
Hoewel de posities van de andere taken door <strong>het</strong> toevoegen van taak 16 iets verschuiven,<br />
is deze verschuiv<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>imaal en blijven de posities van de taken ten opzichte<br />
van elkaar m<strong>in</strong> of meer dezelfde. Dat de weergave van de taken op deze twee<br />
dimensies zo stabiel is, ondersteunt de waarde van de afbeeld<strong>in</strong>g van de taken <strong>in</strong><br />
deze twee dimensies en de daarop gebaseerde <strong>in</strong>terpretaties.<br />
61
Figuur 3: Weergave van 7 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen (N=39)<br />
Figuur 4: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen (N=39)<br />
62
7.2.3 Overeenkomsten en verschillen tussen de scholen<br />
De verzamelde gegevens kunnen ook worden uitgesplitst per school. Tabel 12 bevat<br />
de precieze coörd<strong>in</strong>aten van de acht taken op twee dimensies. In de figuren 5 tot en<br />
met 8 zijn de posities van de taken op beide dimensies grafisch afgebeeld.<br />
Tabel 12: Uitkomsten multi-dimensionale schaalanalyses over twee dimensies per school<br />
School A<br />
(N=8)<br />
School B<br />
(N=9)<br />
School C<br />
(N=10)<br />
School D<br />
(N=12)<br />
Aantal taken 8 8 8 8<br />
RSQ .52 .65 .65 .71<br />
Dimensies 1 2 1 2 1 2 1 2<br />
T2 .20 1.46 .04 1.09 .15 1.35 1.34 .98<br />
T3 -.19 -1.16 -.12 -.33 -.89 .31 -1.47 .93<br />
T8 .61 -.69 -.12 -.33 .25 .86 -1.12 -.36<br />
T9 .56 -.67 1.56 -.1.03 1.30 .22 .55 .44<br />
T11 -.03 1.11 -.58 -.50 .17 -1.20 1.66 -.60<br />
T15 -1.62 -.02 -2.17 -.66 -1.13 -1.49 -1.21 -.75<br />
T16 -1.62 -.17 1.69 .23 1.75 -.25 .17 -1.54<br />
T17 2.08 .15 -.30 1.53 -1.60 .21 .08 .90<br />
Bij de besprek<strong>in</strong>g van de gegevens per school zal worden <strong>in</strong>gegaan op de afstanden<br />
van de taken ten opzichte van elkaar, op eventuele clusters van taken die zichtbaar<br />
worden en op de posities van de taken op de beide dimensies.<br />
School A (zie figuur 5 op pag<strong>in</strong>a 66)<br />
Bij school A zien we op de eerste dimensie aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 16 (volgen wat<br />
leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen) dicht bij taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />
bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). Deze taken gaan mogelijk volgens de respondenten<br />
op deze school met elkaar samen. Aan de rechterkant zien we taak 17 (geven<br />
van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen). Gezien de afstand tussen de taken 15 en 16 en taak 17<br />
lijkt <strong>het</strong> geven van feedback niet duidelijk <strong>in</strong> relatie te staan met <strong>het</strong> volgen wat leerl<strong>in</strong>gen<br />
doen (taak 16) en <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15).<br />
Op de tweede dimensie zien we taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) aan de<br />
onderkant en de taken 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen) en<br />
11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen) aan de bovenkant.<br />
Deze taken (2 en 11) vormen duidelijk een cluster en horen volgens de respondenten<br />
op deze school mogelijk bij elkaar.<br />
63
De taken 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) vormen<br />
samen ook een cluster en hun positie ligt <strong>in</strong> de buurt van taak 3 (geven van uitleg en<br />
<strong>in</strong>structie) Deze taken (8 en 9) liggen op duidelijke afstand van de taken 15 (leerl<strong>in</strong>gen<br />
ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces) en 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces). Volgen en<br />
ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces is voor de respondenten kennelijk toch iets op zich.<br />
School B (zie figuur 6 op pag<strong>in</strong>a 66)<br />
Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij<br />
<strong>het</strong> leren sturen van hun leerproces); M<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden op deze dimensie<br />
zien we taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen ondersteunen) relatief dicht<br />
bij taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden<br />
aanleren). Deze taken horen volgens de respondenten op deze school kennelijk nauw<br />
bij elkaar. Aan de rechterkant zien we de taken 16 (volgen van <strong>het</strong> leerproces) en 9<br />
(<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen). Deze laatste taak ligt echter wat meer<br />
naar onderen.<br />
Op de tweede dimensie liggen de taken 3 en 8 vrijwel <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden ten opzichte<br />
van de andere taken. Boven<strong>in</strong> zien we taak 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
van leerl<strong>in</strong>gen) en taak 17 (geven van feedback). Deze taken liggen relatief dicht bij<br />
elkaar. Het lijkt alsof <strong>het</strong> geven van feedback voor deze respondenten vooral gericht<br />
is op <strong>het</strong> leveren van een bijdrage aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen en<br />
m<strong>in</strong>der betrekk<strong>in</strong>g heeft op <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak<br />
15). Het volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen (taak 16) staat daar<br />
vrij ver vanaf en de taken 15, 16 en 17 gaan kennelijk voor deze respondenten niet<br />
direct met elkaar samen.<br />
School C (zie figuur 7 op pag<strong>in</strong>a 67)<br />
Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 17 (geven van feedback aan<br />
leerl<strong>in</strong>gen) en taak 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie). Deze taken liggen relatief<br />
dicht bij elkaar en hebben voor de respondenten op deze school kennelijk met elkaar<br />
te maken. Daarmee lijkt <strong>het</strong> geven van feedback te worden gerelateerd aan <strong>het</strong> cognitieve<br />
leerproces. Aan de rechterkant zien we taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen<br />
leerl<strong>in</strong>gen) en taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen). Deze<br />
taken lijken voor de respondenten met elkaar te maken hebben.<br />
Op de tweede dimensie zien we onderaan taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en<br />
hen ondersteunen) en bovenaan de taken 2 (bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
van leerl<strong>in</strong>gen) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Deze respondenten brengen<br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g van vaardigheden kennelijk <strong>in</strong> verband met <strong>het</strong> bijdragen aan de<br />
persoonlijke ontwikkel<strong>in</strong>g. Gezien de wat aparte positie l<strong>in</strong>ksonder van taak 15<br />
(leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> leerproces) lijken deze respondenten<br />
64
deze taak enerzijds te relateren aan <strong>het</strong> leren <strong>in</strong> een sociale context (taak 11: leerl<strong>in</strong>gen<br />
leren samenwerken en hen daarbij ondersteunen) maar anderzijds aan <strong>het</strong> meer<br />
cognitieve leerproces (taak 3: geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie).<br />
School D (zie figuur 8 op pag<strong>in</strong>a 67)<br />
Op de eerste dimensie zien we aan de l<strong>in</strong>kerkant taak 3 (geven van les, uitleg en<br />
<strong>in</strong>structie), taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en taak 15 (leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen<br />
bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces). De laatste twee taken liggen dichtbij elkaar;<br />
<strong>het</strong> lijkt erop dat <strong>het</strong> ondersteunen van leerl<strong>in</strong>gen bij hun leerproces voor de<br />
respondenten op deze school wat meer samengaat met <strong>het</strong> aanleren van vaardigheden<br />
dan met <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie.<br />
Aan de rechterkant zien we taak 11 (leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij<br />
ondersteunen) en taak 2 (bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g). Gezien de vrij grote<br />
afstand op deze dimensie tussen deze twee taken en de meer op cognitief leren gerichte<br />
taken 3, 15 en 8, staat <strong>het</strong> samenwerken voor deze respondenten kennelijk niet<br />
direct <strong>in</strong> <strong>het</strong> teken van <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> cognitieve leerproces, maar lijkt <strong>het</strong><br />
meer een vorm<strong>in</strong>gsdimensie en/of een werkvorm op zich te vertegenwoordigen. Deze<br />
eerste dimensie lijkt daarmee een onderscheid te maken tussen meer cognitieve<br />
leerdoelen en andere leerdoelen (persoonlijke vorm<strong>in</strong>g en leren samenwerken).<br />
Daarmee lijkt de eerste dimensie op deze school op de tweede dimensie op de andere<br />
scholen. De dimensie die op die scholen op de tweede plaats kwam (want de eerste<br />
dimensie die de techniek onderscheidt is de meest dom<strong>in</strong>erende), komt op deze<br />
school kennelijk op de eerste plaats.<br />
De tweede, verticale dimensie lijkt op deze school iets m<strong>in</strong>der uitgesproken dan op<br />
de andere scholen en de <strong>in</strong>terpretatie ligt m<strong>in</strong>der direct voor de hand. We zien aan de<br />
bovenkant de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie), 2 (bijdragen aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g), 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) en 17 (geven van feedback) en aan de<br />
onderkant taak 16 (volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen). Mogelijk<br />
is deze dimensie op deze school te typeren als een waarop de docent zelf actief<br />
is (lesgeven, feedback geven, <strong>in</strong>spelen op verschillen) of meer observerend (volgen<br />
van <strong>het</strong> leerproces).<br />
65
Figuur 5: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen van school A.<br />
Figuur 6: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen van school B.<br />
66
Figuur 7: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen van school C.<br />
Figuur 8: Weergave van 8 taken op twee dimensies bij de schoolleiders, teamleiders en do-<br />
centen van school D.<br />
67
Bij <strong>het</strong> vergelijken van clusters van taken die mogelijk voor de respondenten nauw<br />
met elkaar samen hangen, worden de volgende verschillen tussen scholen zichtbaar.<br />
Op school A ligt <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 11) dicht bij persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
(taak 2), <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces (taak 16) bij <strong>het</strong> ondersteunen bij <strong>het</strong> leren<br />
sturen van <strong>het</strong> leerproces (taak 15), en <strong>het</strong> vaardigheden aanleren (taak 8) bij <strong>het</strong><br />
<strong>in</strong>spelen op verschillen (taak 9).<br />
Op school B liggen <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3), <strong>het</strong> aanleren van<br />
vaardigheden (taak 8), en <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 11) dicht bij elkaar. Het geven<br />
van feedback (taak 17) ligt vrij dicht bij <strong>het</strong> bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
(taak 2).<br />
Op school C liggen <strong>het</strong> bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (taak 2) en <strong>het</strong> leren<br />
van vaardigheden (taak 8) dicht bij elkaar, evenals <strong>het</strong> volgen van <strong>het</strong> leerproces<br />
(taak 16) bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen (taak 9), en <strong>het</strong> leren samenwerken (taak 17)<br />
bij <strong>het</strong> geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (taak 3).<br />
Op school D liggen <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren (taak 8) en <strong>het</strong> leerl<strong>in</strong>gen<br />
ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces (taak 15) vrij dicht bij elkaar.<br />
Uit deze per school verschillende manieren waarop taken lijken samen te hangen,<br />
kan mogelijk worden geconcludeerd dat leerdoelen die de afgelopen 10-15 jaar meer<br />
worden benadrukt, zoals vaardigheden en samenwerk<strong>in</strong>g, per school een iets andere<br />
betekenis kunnen krijgen. Vaardigheden aanleren kan samenhangen met <strong>in</strong>spelen op<br />
verschillen (verschillen <strong>in</strong> vaardigheid), persoonlijke vorm<strong>in</strong>g (vaardigheid als vorm<strong>in</strong>gsaspect),<br />
leren samenwerken (samenwerken als vaardigheid), geven van les,<br />
uitleg en <strong>in</strong>structie (<strong>in</strong>structie <strong>in</strong> vaardigheden) en leren sturen van <strong>het</strong> leerproces<br />
(zelfstur<strong>in</strong>g als vaardigheid). Samenwerk<strong>in</strong>g kan samenhangen met persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g (<strong>het</strong> sociale als vorm<strong>in</strong>gsaspect), vaardigheden aanleren (samenwerk<strong>in</strong>g als<br />
vaardigheid) en geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie (<strong>in</strong>structie <strong>in</strong> samenwerken).<br />
Verschillen tussen scholen worden ook zichtbaar als we kijken naar wat <strong>het</strong> meest<br />
centraal ligt op beide dimensies. Op school B liggen de taken 3 (geven van les, uitleg<br />
en <strong>in</strong>structie), 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren) en 11 (leren samenwerken)<br />
duidelijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden. Dit zou kunnen betekenen dat voor de respondenten op deze<br />
school dit ook de meest centrale taken zijn, van waaruit aanvullend andere taken (<strong>in</strong><br />
de grafiek meer excentrisch gelegen) aandacht kunnen krijgen. Op school D ligt taak<br />
9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) vrij centraal. Dit zou kunnen betekenen dat voor de respondenten<br />
op deze school <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op de verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen een<br />
centrale betekenis heeft, van waaruit de andere taken worden gekozen en <strong>in</strong>gevuld.<br />
Op de andere twee scholen is een dergelijk centraal punt m<strong>in</strong>der zichtbaar.<br />
68
7.3 Argumenten voor de keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen<br />
7.3.1 Opzet<br />
In paragraaf 6.2 is <strong>in</strong>gegaan op de vraag wat volgens de respondenten essentiële<br />
taken zijn die een docent moet vervullen om goed te kunnen functioneren. Deze<br />
taakperceptie maakt deel uit van een persoonlijk normatief raamwerk dat vaak<br />
slechts <strong>in</strong> ger<strong>in</strong>ge mate met andere leden b<strong>in</strong>nen een schoolcultuur wordt gedeeld<br />
(Kelchtermans, 2007). In paragraaf 6.4 is beschreven welke keuzes de deelnemers<br />
hebben gemaakt bij zeven respectievelijk acht paarsgewijs aangeboden taken vanuit<br />
de vraag welke zij daarvan de belangrijkste v<strong>in</strong>den. Bij <strong>het</strong> maken van zulke keuzes<br />
spelen onderliggende visies, (taak)opvatt<strong>in</strong>gen en verwacht<strong>in</strong>gen vaak een rol, maar<br />
deze blijven vaak onbewust en impliciet.<br />
In deze paragraaf wordt <strong>in</strong>gegaan op de antwoorden op de vraag per keuzepaar <strong>in</strong><br />
opdracht B (de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen) waarom men de gekozen taak de belangrijkste<br />
v<strong>in</strong>dt. De basis waarvop keuzes worden gemaakt, kan verschillen, en kan<br />
bijvoorbeeld een meer pragmatische, ethische of moreel georiënteerde <strong>in</strong>valshoek of<br />
grondslag hebben (Luttenberg, 2000). Deze oriëntaties kunnen al dan niet <strong>in</strong> lijn<br />
liggen met de beoogde <strong>onderwijs</strong>vernieuw<strong>in</strong>g en onbewust van <strong>in</strong>vloed zijn op de<br />
keuzes die een docent maakt.<br />
Op basis van literatuur (Kelchtermans, 2007; van Maanen, 1977, Luttenberg, 2000,<br />
Eraut, 1994) hebben we aanvankelijk negen typen gronden onderscheiden die een<br />
rol kunnen spelen bij <strong>het</strong> kiezen voor bepaalde typen taken als belangrijkste:<br />
1) een technisch-rationele <strong>in</strong>valshoek, op basis van wetenschappelijke kennis (theorie,<br />
onderzoek) over oorzaak-gevolg relaties (<strong>in</strong>strumenteel voor middel-doel)<br />
2) een economische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van efficiëncy<br />
3) een praktische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van praktijkkennis en ervar<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> de context<br />
van deze school en leerl<strong>in</strong>gen, gedeeld met collega's, middelen en doelen afwegend<br />
4) een traditionele <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van tradities en gewoonten (zo doen we <strong>het</strong><br />
nu eenmaal of altijd)<br />
5) een persoonlijke <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van eigen centrale waarden en overtuig<strong>in</strong>gen<br />
(vaak affectief geladen)<br />
6) een sociaal normatieve <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van sociale normen of “<strong>het</strong> behoort"<br />
(van collega's, de school, de overheid)<br />
7) een morele <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van plichten en verantwoordelijkheden<br />
8) een ethische <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van universeel geldig geachte waarden<br />
9) een politieke <strong>in</strong>valshoek, <strong>in</strong> termen van macht, sociale condities en emancipatie<br />
69
Omdat <strong>het</strong> niet haalbaar leek vanwege de belast<strong>in</strong>g van de respondenten om bij elk<br />
paar taken negen antwoordcategorieën aan te bieden, is dit aantal beperkt tot vijf<br />
voorgestructureerde antwoordmogelijkheden. De keuze van vijf uit de hiervoor genoemde<br />
negen typen gronden is gemaakt op basis van de volgende overweg<strong>in</strong>gen:<br />
- De typen 7 en 8 zijn <strong>in</strong>houdelijk moeilijk te onderscheiden en zijn daarom samengenomen<br />
- Type 4 is weggelaten omdat <strong>het</strong> <strong>in</strong>houdelijk de meest zwakke grond is<br />
- De typen 2 en 9 zullen naar verwacht<strong>in</strong>g niet zo snel naar voren worden gebracht<br />
door stakeholders en zijn op grond daarvan geschrapt.<br />
Dit heeft geleid tot <strong>het</strong> aanbieden per keuzepaar van de volgende vijf antwoordmodaliteiten,<br />
bij de vraag: “Ik maak deze keuze, omdat de gekozen taak: (meerdere<br />
antwoorden mogelijk)”:<br />
1) <strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />
wat daarover bekend is<br />
2) <strong>in</strong> de praktijk vaak <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />
aan te besteden<br />
3) volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op<br />
deze school<br />
4) <strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en<br />
dus van hem wordt verwacht<br />
5) <strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen zou moeten betekenen<br />
Besloten werd een extra open antwoordcategorie toe te voegen om de respondenten<br />
de mogelijkheid te bieden zelf een afwijkend of aanvullend antwoord te formuleren.<br />
70
7.3.2 Uitkomsten<br />
De stakeholders en de schoolleiders, teamleiders en docenten hebben bij elk keuzepaar<br />
een of meer van de vijf aangeboden gronden aangekruist. De respondenten verschilden<br />
we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong> <strong>het</strong> aantal aangekruiste gronden; per groep (stakeholders en andere<br />
respondenten) varieerde dit aantal van 1,4 tot 1,9 gemiddeld over alle keuzeparen.<br />
In de tabellen 13 en 14 zijn de keuzeparen weergegeven met de bijbehorende taken<br />
en is per paar gemarkeerd welke taak <strong>het</strong> meest is gekozen (vetgedrukt en onderstreept).<br />
Tevens is per paar zichtbaar hoe vaak (percentage) elke grond is gekozen.<br />
Tabel 13 rapporteert over de stakeholders; tabel 14 over de schoolleiders, teamleiders<br />
en docenten. Per keuzepaar is de grond die <strong>het</strong> meest is gekozen, gemarkeerd<br />
(vetgedrukt en onderstreept); <strong>in</strong>dien een andere grond (ook) door tenm<strong>in</strong>ste 50% van<br />
de respondenten <strong>in</strong> de betreffende groep (tabel) is gekozen, is dit ook gemarkeerd.<br />
Onderaan beide tabellen is een regel toegevoegd met de percentages waarmee de<br />
gronden zijn aangekruist, over alle keuzeparen samengenomen.<br />
Als we de totaalpercentages van de stakeholders (tabel 13) vergelijken met de subtotaalpercentages<br />
(over 21 keuzeparen) bij de andere respondenten (tabel 14, rij “subtotaal”),<br />
dan zien we dat de mate waar<strong>in</strong> voor de verschillende gronden is gekozen<br />
tussen beide groepen niet veel verschilt. Beide groepen hebben grond 3 <strong>het</strong> meest<br />
gekozen (“omdat de gekozen taak volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële<br />
taak is van een leraar op deze school”). Bij de stakeholders gaat <strong>het</strong> hierbij om<br />
45 % en bij de schoolleiders, teamleiders en docenten om 49 %.<br />
De stakeholders hebben iets vaker dan de andere respondenten ook voor de gronden<br />
4 en 5 gekozen (44% en 23%; de andere respondenten 36% en 15 %). Grond 4 luidde:<br />
“(omdat de gekozen taak) <strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid<br />
van de leraar behoort en dus van hem wordt verwacht”. Grond 5 luidde: “(omdat<br />
de gekozen taak) <strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen<br />
zou moeten betekenen”.<br />
De verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij naar bepaalde gronden verwijzen blijken tussen<br />
de beide groepen respondenten over alle 21 keuzeparen samen gezien niet heel groot<br />
en blijken statistisch niet significant.<br />
71
Tabel 13: Meest gekozen taken b<strong>in</strong>nen keuzeparen en gemiddelde percentages van gekozen<br />
gronden bij de stakeholders<br />
Keuze<br />
paar<br />
72<br />
Nr.<br />
1 e taak<br />
Nr.<br />
2 e taak<br />
Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />
K1 2 17 .78 .11 .39 .33 .33<br />
K2 8 9 .28 .17 .56 .50 .22<br />
K3 11 15 .33 .06 .50 .61 .06<br />
K4 8 17 .39 .06 .56 .44 .22<br />
K5 11 2 .50 .06 .39 .67 .22<br />
K6 2 3 .22 .28 .39 .44 .28<br />
K7 17 9 .61 .17 .33 .17 .39<br />
K8 15 9 .39 .17 .33 .50 .28<br />
K9 3 8 .33 .28 .28 .44 .28<br />
K10 17 15 .33 .17 .44 .33 .22<br />
K11 3 11 .22 .28 .56 .39 .22<br />
K12 9 3 .33 .28 .50 .28 .33<br />
K13 8 15 .50 .11 .44 .72 .17<br />
K14 9 11 .44 .06 .44 .67 .11<br />
K15 8 2 .22 .17 .44 .39 .28<br />
K16 2 15 .39 .17 .44 .56 .17<br />
K17 17 3 .44 .28 .50 .22 .22<br />
K18 2 9 .17 .00 .50 .39 .33<br />
K19 11 17 .44 .17 .50 .33 .22<br />
K20 15 3 .33 .33 .44 .50 .17<br />
K21 11 8 .22 .28 .56 .39 .11<br />
Totaal - - .38 .17 .45 .44 .23<br />
NB: Bij de keuzeparen k2, k9, k17 en k21 werden de beide taken gemiddeld precies even<br />
vaak gekozen (.50) en dus gemiddeld even belangrijk gevonden
Tabel 14: Meest gekozen taken b<strong>in</strong>nen keuzeparen en gemiddelde percentages van gekozen<br />
gronden bij de schoolleiders, teamleiders en docenten<br />
Keuze<br />
paar<br />
Nr.<br />
1 e taak<br />
Nr.<br />
2 e taak<br />
Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />
K1 2 17 .51 .18 .59 .31 .33<br />
K2 8 9 .44 .18 .38 .33 .18<br />
K3 11 15 .36 .10 .36 .49 .13<br />
K4 8 17 .44 .15 .49 .26 .10<br />
K5 11 2 .28 .10 .49 .46 .15<br />
K6 2 3 .31 .28 .54 .36 .23<br />
K7 17 9 .62 .18 .49 .31 .28<br />
K8 15 9 .41 .26 .59 .38 .08<br />
K9 3 8 .33 .28 .41 .26 .18<br />
K10 17 15 .46 .23 .62 .36 .08<br />
K11 3 11 .18 .41 .44 .46 .21<br />
K12 9 3 .23 .33 .33 .36 .15<br />
K13 8 15 .41 .23 .62 .28 .15<br />
K14 9 11 .31 .18 .46 .44 .03<br />
K15 8 2 .31 .23 .46 .38 .13<br />
K16 2 15 .36 .26 .56 .26 .21<br />
K17 17 3 .38 .28 .44 .31 .15<br />
K18 2 9 .23 .10 .54 .36 .15<br />
K19 11 17 .44 .21 .49 .44 .10<br />
K20 15 3 .31 .26 .49 .36 .18<br />
K21 11 8 .26 .18 .44 .46 .05<br />
Subtot. - - .36 .22 .49 .36 .15<br />
K22 16 8 .36 .15 .46 .38 .08<br />
K23 3 16 .26 .38 .51 .36 .23<br />
K24 15 16 .46 .18 .49 .33 .21<br />
K25 9 16 .28 .28 .38 .33 .28<br />
K26 16 17 .41 .33 .46 .36 .23<br />
K27 16 11 .23 .15 .51 .51 .10<br />
K28 16 2 .21 .10 .54 .33 .28<br />
Totaal - - .35 .22 .48 .37 .17<br />
73
De verschillen tussen stakeholders en overige respondenten per keuzepaar<br />
Er zijn wel duidelijke verschillen <strong>in</strong> gekozen gronden per keuzepaar tussen de groepen<br />
respondenten.<br />
Bij de stakeholders is relatief vaak (11 van de 21 keer) grond 3 de meest gekozen<br />
grond. Deze stelt dat de gekozen taak “volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een<br />
essentiële taak is van een leraar op deze school”. Bij 9 keuzeparen hebben de stakeholders<br />
grond 4 <strong>het</strong> meest gekozen. Deze stelt dat de gekozen taak “<strong>in</strong> de visie van<br />
deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus van hem wordt<br />
verwacht”.<br />
De schoolleiders, teamleiders en docenten hebben bij 16 van deze 21 keuzeparen<br />
gekozen voor grond 3: “volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is<br />
van een leraar op deze school”. Bij slechts 3 keuzeparen kozen ze voor grond 4 (“<strong>in</strong><br />
de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus<br />
van hem wordt verwacht”; dit betreft de keuzeparen 3, 11 en 21), bij 2 keuzeparen<br />
grond 1 (“<strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />
wat daarover bekend is”; dit betreft de keuzeparen 2 en 7), en bij 1 keuzepaar<br />
grond 2 (“ ïn de praktijk <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />
aan te besteden”; dit betreft keuzepaar 12).<br />
De schoolleiders, teamleiders en docenten hebben dus vaak grond 3 gekozen. Het is<br />
daarom mogelijk <strong>in</strong>teressant kort specifiek <strong>in</strong> te gaan op de keuzeparen waarbij ze<br />
een andere grond hebben gekozen.<br />
Bij de paren waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 4 (gerelateerd aan de visie van<br />
de school) (de paren 3, 11 en 21) vonden ze taak 15 (ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces)<br />
gemiddeld belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken en daarbij ondersteunen),<br />
taak 3 (geven van les) belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken en daarbij<br />
ondersteunen) en taak 8 (vaardigheden aanleren) belangrijker dan taak 11 (laten samenwerken<br />
en daarbij ondersteunen). Mogelijk neemt <strong>het</strong> samenwerken tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> de visie van de scholen niet zo’n centrale plaats <strong>in</strong>.<br />
Bij de paren waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 1 (gerelateerd aan dat wat bekend<br />
is over leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen) (de paren 8 en 17) vonden ze<br />
taak 8 (vaardigheden aanleren) belangrijker dan taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen) en<br />
ook taak 17 (geven van feedback) belangrijker dan taak 9 (<strong>in</strong>spelen op verschillen).<br />
Mogelijk zijn vaardigheden en feedback voor de respondenten meer gerelateerd aan<br />
kennis over leren en ontwikkel<strong>in</strong>g dan <strong>in</strong>spelen op verschillen.<br />
Bij <strong>het</strong> paar waarbij ze <strong>het</strong> vaakst kozen voor grond 2 (gerelateerd aan wat <strong>in</strong> de<br />
praktijk de belangrijkste taak is) (keuzepaar 12) vonden ze taak 3 (geven van les,<br />
uitleg en <strong>in</strong>structie) belangrijker dan taak 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren). Dit<br />
behoeft we<strong>in</strong>ig uitleg.<br />
74
7.3.3 Overeenkomsten en verschillen tussen scholen<br />
In de tabellen 15 en 16 wordt een overzicht gegeven van de percentages waarmee de<br />
vijf aangeboden gronden zijn gekozen per school, bij de stakeholders (tabel 15) en<br />
de schoolleiders, teamleiders en docenten (tabel 16). Per regel zijn de percentages<br />
die <strong>het</strong> hoogste zijn en/of tenm<strong>in</strong>ste 50% zijn, vet gezet.<br />
Tabel 15: Percentages en standaarddeviaties van gekozen gronden bij de stakeholders per<br />
school<br />
Over 21 keuzeparen Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />
School A S G 0.29 0.26 0.33 0.06* 0.32<br />
St.dev. 0.31 0.30 0.37 0.07 0.33<br />
School B S G 0.48 0.16 0.56 0.67* 0.27<br />
St.dev. 0.34 0.17 0.28 0.27 0.33<br />
School C S G 0.30 0.04 0.45 0.39* 0.07<br />
St.dev. 0.16 0.46 0.40 0.41 0.09<br />
School D S G 0.38 0.24 0.42 0.54* 0.28<br />
St.dev. 0.20 0.15 0.35 0.27 0.20<br />
De mate waar<strong>in</strong> de stakeholders de diverse gronden hebben aangekruist, verschilt<br />
tussen de scholen, vooral bij grond 4, waarbij de stakeholders bij de scholen B en D<br />
deze grond duidelijk vaker aankruisten dan die bij school C en vooral school A. Deze<br />
verschillen bij grond 4 zijn statistisch significant (F (3,14) = 3,93 bij p< 0.05). De<br />
stakeholders bij de scholen B en D refereerden vrij vaak aan de visie van de school,<br />
de stakeholders bij school A deden dat amper.<br />
Tabel 16: Percentages en standaarddeviaties van gekozen gronden bij de schoolleiders, teamleiders<br />
en docenten per school<br />
Over 21 keuzeparen Grond 1 Grond 2 Grond 3 Grond 4 Grond 5<br />
School A D G 0.27 0.25 0.46 0.26 0.14<br />
St.dev. 0.23 0.26 0.31 0.22 0.22<br />
School B D G 0.40 0.24 0.44 0.37 0.10<br />
St.dev. 0.36 0.19 0.34 0.37 0.10<br />
School C D G 0.34 0.11 0.46 0.36 0.19<br />
St.dev. 0.18 0.08 0.22 0.18 0.21<br />
School D D G 0.37 0.28 0.55 0.43 0.21<br />
St.dev. 0.31 0.27 0.35 0.32 0.16<br />
75
Uit tabel 16 blijkt dat op alle scholen door de schoolleiders, teamleiders en docenten<br />
grond 4 <strong>het</strong> meest wordt gebruikt om de gemaakte keuze van de belangrijkste taak<br />
per keuzepaar te funderen. De percentages per grond verschillen niet significant tussen<br />
de scholen.<br />
Aanvullend is nagegaan <strong>in</strong> hoeverre b<strong>in</strong>nen de scholen de antwoorden van de drie<br />
bevraagde groepen (schoolleiders, teamleiders, docenten) van elkaar verschillen.<br />
Deze verschillen bleken nergens significant, en worden hier niet gerapporteerd.<br />
In de groep stakeholders is bij de helft van de keuzeparen gebruik gemaakt van de<br />
mogelijkheid een zelf geformuleerde grond toe te voegen. De gegeven antwoorden<br />
hebben vooral betrekk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> feit dat de ene taak als voorwaarde wordt gezien<br />
voor de andere of dat men een bepaalde taak als een kerntaak van een docent ziet.<br />
Van de schoolleiders, teamleiders en docenten heeft 30 % (N=12) eenmaal of vaker<br />
gebruik gemaakt van de mogelijkheid een eigen antwoord toe te voegen. Dit gebeurde<br />
bij 12 % van de <strong>in</strong> totaal 1092 gemaakte keuzes, en vaak terwijl ook een of<br />
meer aangeboden gronden waren aangekruist, dus als aanvullende grond. De betreffende<br />
antwoorden hielden <strong>in</strong> dat de als belangrijkste gekozen taak een voorwaarde is<br />
voor of een onderdeel is van de andere taak <strong>in</strong> <strong>het</strong> paar, of dat je als je aan de ene<br />
(gekozen) taak werkt ook aan de andere taak werkt, of dat de keuze een persoonlijke<br />
uitdag<strong>in</strong>g vormt.<br />
7.4 Samenvatt<strong>in</strong>g<br />
In dit hoofdstuk is eerst gekeken naar de motieven voor de keuze van bepaalde taken<br />
als de belangrijkste (paragraaf 7.1). Deze motieven bleken enerzijds gebaseerd op de<br />
taken zelf, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat bepaalde taken als voorwaardelijk worden gezien (vooral de<br />
taken ‘zorgen voor een goed leerklimaat’ en ‘leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren’) of<br />
dat bepaalde taken andere taken omvatten (‘zorgen voor een goed leerklimaat’ en<br />
‘leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces’). Anderzijds motiveerde een aantal van<br />
de respondenten hun keuzes op hun eigen opvatt<strong>in</strong>gen of refereerden zij aan <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept<br />
van de school (dit laatste gebeurde m<strong>in</strong>der vaak).<br />
Bij de vraag waarom een docent de betreffende taken moet uitvoeren, werd vooral<br />
verwezen naar <strong>het</strong> belang van <strong>het</strong> creëren van voorwaarden voor leren en van <strong>het</strong><br />
stimuleren van specifieke leerdoelen.<br />
De gronden waarop men de gemaakte keuzes baseert, zijn vooral terug te voeren op<br />
de eigen ervar<strong>in</strong>g en m<strong>in</strong>der op gesprekken met anderen of op bepaalde theorieën en<br />
vakliteratuur.<br />
76
Op de vraag naar de standaard (<strong>in</strong> welke mate een docent deze taken moet doen)<br />
benadrukken schoolleiders en teamleiders vooral dat docenten achter de waarden<br />
van de school moeten staan en bereid moeten zijn zich verder te ontwikkelen. Een<br />
aantal van hen v<strong>in</strong>dt dat docenten een breed repertoire moeten hebben, anderen v<strong>in</strong>den<br />
dat ze een bepaald gewenst niveau van handelen moeten beheersen. Een deel<br />
van de respondenten relateert de standaard aan <strong>het</strong> behalen van leerresultaten, <strong>het</strong><br />
stimuleren van bepaalde denkactiviteiten of <strong>het</strong> nastreven van positieve reacties bij<br />
leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Bij de uitvoer<strong>in</strong>g van de gewenste taken zien docenten zich soms voor dilemma’s<br />
gesteld. Enerzijds betreffen deze <strong>het</strong> ontbreken van goede voorwaarden (gebrek aan<br />
tijd, te grote klassen, veel zorgleerl<strong>in</strong>gen), anderzijds gaat <strong>het</strong> soms om elkaar beconcurrerende<br />
leerdoelen (aandacht voor vakkennis versus vaardigheden; bieden van<br />
vrijheid versus voorkomen van vrijblijvendheid; eisen stellen versus motiveren en<br />
<strong>in</strong>teresse wekken; <strong>in</strong>spelen op verschillen versus nadruk op samenwerk<strong>in</strong>g).<br />
Docenten kiezen <strong>in</strong> antwoord hierop voor verschillende oploss<strong>in</strong>gen, zoals extra tijd<br />
<strong>in</strong>vesteren, de gewenste aanpak aanpassen, keuzes maken en prioriteiten stellen, en<br />
de nadruk leggen op bepaalde typen leerdoelen.<br />
Driekwart van de respondenten geeft aan dat de gegeven antwoorden samenhangen<br />
met <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd. Zij geven vooral aan dat <strong>het</strong> takenpakket van de<br />
docent is veranderd en dat de leerl<strong>in</strong>gen van nu anders zijn dan de leerl<strong>in</strong>gen van<br />
vroeger. Daarnaast heeft de school meer opvoed<strong>in</strong>gstaken gekregen en stelt de samenlev<strong>in</strong>g<br />
andere eisen aan toekomstige werknemers.<br />
In paragraaf 7.2 is verslag gedaan van de opdracht “paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen”.<br />
Het g<strong>in</strong>g hierbij om <strong>het</strong> maken van keuzes bij paarsgewijs aangeboden taken met<br />
steeds per paar de vraag welke taak de belangrijkste is.<br />
De antwoorden bleken te kunnen worden gevisualiseerd op twee dimensies, met <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> midden de taken 3 (geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie) en 8 (leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden<br />
aanleren). Deze komen overeen met traditionele basistaken van een docent.<br />
De ene dimensie die vervolgens kan worden onderscheiden, kan worden gezien als<br />
een vorm<strong>in</strong>gsdimensie, waarbij de respondenten zich meer kunnen richten op <strong>het</strong><br />
bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen (<strong>het</strong> <strong>in</strong>dividuele) of op <strong>het</strong><br />
laten en leren samenwerken (<strong>het</strong> sociale). Mogelijk beschouwt men deze vorm<strong>in</strong>gsaspecten<br />
enigsz<strong>in</strong>s als tegenpolen van elkaar.<br />
Op de andere dimensie v<strong>in</strong>den we enerzijds <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces en<br />
anderzijds <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen. Mogelijk worden taken<br />
bij <strong>het</strong> ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces primair gerelateerd aan de leer<strong>in</strong>houden en<br />
niet direct <strong>in</strong> verband gebracht met <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />
77
De verschillen tussen de schoolleiders, teamleiders en docenten enerzijds en stakeholders<br />
anderzijds (bij 7 taken, aangeboden <strong>in</strong> 21 verschillende paren) zijn beperkt.<br />
Dit geldt ook voor de verschillen bij schoolleiders, teamleiders en docenten tussen<br />
<strong>het</strong> aanbieden van 7 taken (<strong>in</strong> 21 comb<strong>in</strong>aties) of van 8 taken (<strong>in</strong> 28 comb<strong>in</strong>aties).<br />
Ook hierbij blijven de twee onderscheiden dimensies duidelijk zichtbaar.<br />
De uitkomsten verschillen wel duidelijk tussen de vier scholen. Dit geldt zowel voor<br />
de ligg<strong>in</strong>g van de taken op de twee dimensies als voor de afstanden tussen de taken<br />
als voor de cluster<strong>in</strong>g van taken. De uitkomsten tonen per school een eigen profiel.<br />
In paragraaf 7.3 is verslag gedaan van de gronden die men heeft aangegeven voor de<br />
gemaakte keuzes bij de paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen. Bij elk paar taken is niet alleen<br />
gevraagd aan te geven welke daarvan de belangrijkste is, maar ook waarom. Bij deze<br />
laatste vraag zijn steeds dezelfde vijf antwoordmogelijkheden aangeboden.<br />
Ook hierbij is een vergelijk<strong>in</strong>g gemaakt tussen de uitkomsten bij de stakeholders en<br />
die bij de schoolleiders, teamleiders en docenten. De mate waar<strong>in</strong> de verschillende<br />
gronden werden aangekruist, verschilde niet duidelijk tussen beide groepen. In beide<br />
groepen werd <strong>het</strong> vaakst aangegeven dat de gemaakte keuze voor de belangrijkste<br />
taak was gebaseerd op <strong>het</strong> feit dat de gekozen taak naar hun persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g<br />
een essentiële taak is van een leraar op de betreffende school.<br />
Er zijn wel duidelijke verschillen tussen beide groepen als wordt gekeken naar de<br />
meest gekozen grond per keuzepaar (<strong>in</strong> plaats van over alle 21 keuzeparen samen).<br />
De stakeholders hebben zo bezien vaker gekozen voor grond 4 dan de schoolleiders,<br />
teamleiders en docenten. Grond 4 houdt <strong>in</strong> dat de betreffende taak is gekozen als<br />
belangrijkste omdat deze <strong>in</strong> de visie van de school tot de verantwoordelijkheid van<br />
de leraar behoort en dus van hem of haar wordt verwacht. De stakeholders verwezen<br />
dus vaker naar de visie van de school dan de schoolleiders, teamleiders en docenten.<br />
De stakeholders van de vier scholen verschillen ook onderl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> zij<br />
hebben gekozen voor bepaalde gronden. Bij grond 4 (gerelateerd aan de visie van de<br />
school) is daarbij <strong>het</strong> verschil tussen de scholen <strong>het</strong> grootst. Mogelijk betekent dit<br />
dat de visie van de school bij de ene school voor externe stakeholders duidelijker is<br />
of meer leeft dan bij de andere.<br />
78
8 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
Aanleid<strong>in</strong>g en vraagstell<strong>in</strong>g<br />
Een tiental schoolleiders van scholen voor <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> die werken aan <strong>het</strong><br />
realiseren van een vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept heeft een onderzoek aangevraagd<br />
naar <strong>het</strong> op hun scholen gewenste pedagogisch-didactisch handelen van docenten.<br />
Zij willen hun keuzes op dit vlak beter kunnen funderen en verantwoorden. Uit een<br />
eerder onderzoek op hun scholen bleek dat de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>het</strong> handelen<br />
van docenten op hun scholen slechts gedeeltelijk op elkaar aansluiten en dat beide<br />
niet heel duidelijk aansluiten bij huidige wetenschappelijke kennis en <strong>in</strong>zichten over<br />
leren en leeromgev<strong>in</strong>gen.<br />
Het onderzoek waarvan hier verslag wordt gedaan, is gericht op de volgende vragen:<br />
- welk profiel van pedagogisch-didactisch handelen van docenten wordt door de<br />
betrokkenen op deze scholen wenselijk gevonden, en op grond waarvan?<br />
- <strong>in</strong> hoeverre passen dit profiel en de daarvoor genoemde gronden bij de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
van de scholen en de opvatt<strong>in</strong>gen van externe stakeholders?<br />
- <strong>in</strong> hoeverre sluit een en ander aan bij landelijk beleid met betrekk<strong>in</strong>g tot vernieuw<strong>in</strong>g<br />
van <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> en <strong>het</strong> op basis daarvan gewenst <strong>docenthandelen</strong>?<br />
- <strong>in</strong> hoeverre sluit een en ander aan bij wetenschappelijke kennis over <strong>onderwijs</strong> dat<br />
bijdraagt aan de motivatie en <strong>het</strong> leren van de leerl<strong>in</strong>gen?<br />
Onderzoeksopzet<br />
Om deze vragen te beantwoorden zijn vier bronnen geraadpleegd: wetenschappelijke<br />
literatuur, landelijke beleidsdocumenten, de <strong>onderwijs</strong>concepten van vier scholen,<br />
en de schoolleiders en teamleiders en een aantal docenten, leerl<strong>in</strong>gen en stakeholders<br />
van deze scholen. Deze betrokkenen zijn mondel<strong>in</strong>g en schriftelijk bevraagd over de<br />
taken die docenten op deze scholen vooral zouden moeten vervullen. Hun antwoorden<br />
zijn vergeleken met de aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> de bestudeerde<br />
literatuur, beleidsdocumenten en <strong>onderwijs</strong>concepten. De genoemde respondenten<br />
zijn aanvullend bevraagd op hun achterliggende opvatt<strong>in</strong>gen en de gronden<br />
waarop zij hun keuzes baseren.<br />
79
Aanwijz<strong>in</strong>gen per bron<br />
Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat van docenten handelen wordt verwacht<br />
op drie te onderscheiden niveaus: creëren van een goede leeromgev<strong>in</strong>g, vervullen<br />
van een aantal pedagogisch-didactische taken, en tijdens <strong>in</strong>teracties met leerl<strong>in</strong>gen<br />
een gedifferentieerd gespreksrepertoire hanteren (vragen stellen, h<strong>in</strong>ts geven, etc.).<br />
Aanwijz<strong>in</strong>gen voor wenselijke kenmerken van de leeromgev<strong>in</strong>g en de te vervullen<br />
taken zijn vooral te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> theorie en onderzoek <strong>in</strong> de cognitieve psychologie.<br />
Centraal staat <strong>het</strong> bevorderen van cognitieve en metacognitieve denkprocessen, gericht<br />
op analyseren, redeneren en problemen oplossen b<strong>in</strong>nen een bepaald dome<strong>in</strong><br />
van kennis en vaardigheid. De gewenste taken zijn <strong>het</strong> duidelijkste beschreven <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
cognitive apprenticeship model: uitleggen, <strong>in</strong>strueren, voordoen, bevorderen van<br />
discussie, laten oefenen en daarbij ondersteunen, op maat hulp bieden en feedback<br />
geven, en beoordelen aan een standaard, leerl<strong>in</strong>gen denkbeelden en leerervar<strong>in</strong>gen<br />
laten articuleren en hen daarop laten reflecteren, en hen aanmoedigen tot verdere<br />
exploratie. Docenten coachen met dit repertoire van handelen hun leerl<strong>in</strong>gen naar<br />
steeds meer zelfstandig denken en handelen <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende dome<strong>in</strong>, mede op<br />
basis van de kennis die zij (de leerl<strong>in</strong>gen) <strong>in</strong> dat dome<strong>in</strong> ontwikkelen.<br />
Aanvullend blijft vanuit de behavioristische traditie goed klassenmanagement van<br />
belang en <strong>het</strong> gestructureerd aanbieden van <strong>in</strong>formatie en laten oefenen en automatiseren<br />
van vaardigheden, en wordt vanuit (sociaal-)constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen de<br />
waarde benadrukt van sociale <strong>in</strong>teracties tussen leerl<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>g (samenwerkend<br />
leren) en van werken aan betekenisvolle taken (geplaatst <strong>in</strong> een herkenbare context).<br />
Ook is aandacht wenselijk van docenten voor affectief-motivationele aspecten.<br />
Deze uit de wetenschappelijke literatuur voortkomende pr<strong>in</strong>cipes zijn geen vaste<br />
procedures die docenten kunnen volgen, maar pr<strong>in</strong>cipes die zij, vanuit een goed begrip<br />
ervan, flexibel, op maat en <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge samenhang kunnen toepassen.<br />
Een eerdere onderzoekstraditie, gericht op wenselijke persoonlijke kenmerken van<br />
docenten, leidde tot de conclusie dat docenten deskundig, duidelijk, enthousiast,<br />
flexibel en taakgericht moeten zijn en hoge verwacht<strong>in</strong>gen moeten hebben van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen en van zichzelf. Deze kenmerken hebben kennelijk hun geldigheid nog<br />
niet verloren want ze werden ook <strong>in</strong> dit onderzoek door de leerl<strong>in</strong>gen genoemd.<br />
Momenteel worden hieraan als gewenste kenmerken toegevoegd dat docenten adaptief<br />
moeten kunnen werken vanuit een professioneel denkkader, waar<strong>in</strong> <strong>in</strong>zichten <strong>in</strong><br />
wat leerl<strong>in</strong>gen moeten leren, hoe zij dat kunnen leren, welke leeromgev<strong>in</strong>g en welk<br />
<strong>docenthandelen</strong> daaraan kunnen bijdragen, en hoe kan worden vastgesteld wat er is<br />
en wordt geleerd, <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge samenhang worden <strong>in</strong>gezet.<br />
80
In beleidsgerichte publicaties wordt meer aandacht besteed aan wat leraren zouden<br />
moeten weten en kunnen dan aan hoe ze zouden moeten handelen. Traditioneel verwacht<br />
men van docenten vakkennis en pedagogisch-didactische bekwaamheden.<br />
Tegenwoordig worden ook bekwaamheden verwacht voor samenwerken en verdere<br />
professionele ontwikkel<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong> toenemende mate ook voor doen van onderzoek.<br />
Vaak wordt opgemerkt dat bij een goede leraar de leerl<strong>in</strong>gen zoveel mogelijk leren.<br />
De meest uitgewerkte beschrijv<strong>in</strong>g van daartoe gewenste pedagogisch-didactische<br />
bekwaamheden is te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de SBL-competenties. Deze worden <strong>in</strong> ruime mate<br />
gedekt door de (22) taken <strong>in</strong> een <strong>in</strong>strument dat <strong>in</strong> een eerder onderzoek op verzoek<br />
van een aantal vernieuwende scholen is ontwikkeld (Sol & Stokk<strong>in</strong>g, 2008) en die <strong>in</strong><br />
dit onderzoek ook zijn gebruikt bij de gegevensverzamel<strong>in</strong>g.<br />
Verder wordt verwacht dat een leraar beschikt over een breed handel<strong>in</strong>gsrepertoire<br />
waaruit hij <strong>in</strong> elke specifieke situatie een adequate keuze maakt. Er is een trend om<br />
te verwachten dat de leraar zich daarbij mede baseert op kennis uit onderzoek.<br />
In antwoord op verander<strong>in</strong>gen en problemen werken scholen aan vormen van<br />
“nieuw leren”: ontwikkel<strong>in</strong>g van meer zelfstandig leren, aanbieden van betekenisvolle<br />
contexten en opdrachten (<strong>in</strong> leergebieden), en samenwerk<strong>in</strong>g door leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Deze vernieuw<strong>in</strong>gen kunnen bijdragen aan leren maar goede begeleid<strong>in</strong>g door een<br />
docent blijft daarbij wel nodig.<br />
Momenteel wordt ook meer aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> signaleren en begeleiden<br />
van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen. Hoe dit zich verhoudt tot de<br />
hiervoor genoemde vernieuw<strong>in</strong>gen is nog niet uitgekristalliseerd.<br />
In de <strong>onderwijs</strong>concepten van de vier scholen staat een aantal docenttaken centraal.<br />
Belangrijk is dat docenten zorgen voor een goed leerklimaat en bijdragen aan persoonlijke<br />
vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen. Zij moeten <strong>in</strong>spirerende <strong>in</strong>structie geven, die aansluit<br />
bij <strong>het</strong> niveau van verschillende (groepen) leerl<strong>in</strong>gen. Ze moeten leerl<strong>in</strong>gen<br />
activeren en stimuleren en daarbij <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen en leerl<strong>in</strong>gen<br />
keuzes bieden. Zij moeten <strong>het</strong> leerproces van leerl<strong>in</strong>gen volgen en (liefst zoveel<br />
mogelijk op maat) leerl<strong>in</strong>gen begeleiden en coachen bij <strong>het</strong> zelfstandig werken<br />
en <strong>het</strong> samenwerken. Zij moeten leerl<strong>in</strong>gen feedback geven en de dialoog aangaan<br />
met leerl<strong>in</strong>gen. Docenten moeten ook zelf bereid zijn tot reflecteren en tot <strong>het</strong> ontvangen<br />
van feedback. Ze moeten zich blijven ontwikkelen en samenwerken.<br />
Dat wat de leerl<strong>in</strong>gen op de scholen noemen als wenselijke kenmerken van docenten<br />
past goed bij de <strong>onderwijs</strong>concepten en heeft vooral betrekk<strong>in</strong>g op drie taakgebieden<br />
van docenten: <strong>het</strong> leerklimaat, <strong>het</strong> lesgeven, en de onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g.<br />
81
De schoolleiders, teamleiders en docenten op de vier scholen v<strong>in</strong>den als groep de<br />
volgende zeven taken van docenten (uit de 22 taken die werden voorgelegd) de belangrijkste:<br />
zorgen voor een goed leerklimaat; geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie;<br />
leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren; leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun<br />
leerproces; geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen; bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
van leerl<strong>in</strong>gen; werken aan eigen verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
Vergelijk<strong>in</strong>g tussen de bronnen<br />
De uitspraken over gewenst handelen van docenten die uit deze vier bronnen zijn<br />
verkregen, vertonen zowel overeenkomsten als verschillen. De set van 22 taken die<br />
eerder is opgesteld en nu is gebruikt bij de bevrag<strong>in</strong>g van betrokkenen, kan dienen<br />
als kader voor de vergelijk<strong>in</strong>g, omdat die set <strong>het</strong> dome<strong>in</strong> van pedagogisch-didactisch<br />
handelen breed dekt.<br />
In de bestudeerde wetenschappelijke literatuur ontbreekt de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
van de leerl<strong>in</strong>gen; de betreffende literatuur is gericht op cognitieve leerprocessen en<br />
niet op pedagogische doelen. Ze besteedt wel ook aandacht, meer dan de andere<br />
bronnen, aan gewenst handelen ‘op microniveau’, <strong>in</strong> allerlei op leren gerichte gesprekjes<br />
met leerl<strong>in</strong>gen (tijdens <strong>het</strong> coachen). De reeks taken van docenten <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
cognitive apprenticeship model is terug te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de set van 22 taken.<br />
In de beleidsgerichte documenten zijn <strong>het</strong> vooral de SBL-competenties die een breed<br />
scala aan pedagogisch-didactisch handelen beschrijven. De <strong>in</strong> de wetenschappelijke<br />
literatuur genoemde taken (zie hierboven) komen daar<strong>in</strong> m<strong>in</strong> of meer allemaal terug.<br />
Aanvullend op de bestudeerde wetenschappelijke literatuur wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleid speciale<br />
aandacht gevraagd voor <strong>het</strong> doen van onderzoek door docenten, en voor <strong>het</strong><br />
signaleren en begeleiden van <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen die met problemen kampen.<br />
In de <strong>onderwijs</strong>concepten van de scholen wordt eveneens een breed pallet van taken<br />
beschreven. Daar<strong>in</strong> lijkt een zeker accent te liggen op pedagogische doelen en op <strong>het</strong><br />
zoveel mogelijk aansluiten bij de leerl<strong>in</strong>gen. In de wetenschappelijke literatuur<br />
(cognitive apprenticeship) en de SBL-competenties (organisatorisch, <strong>in</strong>terpersoonlijk,<br />
pedagogisch, didactisch) lijkt sprake te zijn van een organiserend pr<strong>in</strong>cipe of<br />
richt<strong>in</strong>ggevend kader. Dit komt <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten m<strong>in</strong>der duidelijk naar voren.<br />
(De orden<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> dit rapport is gebruikt om de <strong>in</strong>houden van de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
van de scholen te beschrijven, is door de onderzoekers aangebracht).<br />
De bevraagde schoolleiders, teamleiders en docenten hebben uit 22 aangeboden taken<br />
maximaal 7 taken gekozen die zij de belangrijkste v<strong>in</strong>den. De uitkomsten zijn<br />
door deze gedwongen keuze niet direct vergelijkbaar met de opbrengsten van de<br />
andere drie bronnen, maar laten wel iets van hun prioriteiten zien. Deze betreffen de<br />
meer traditioneel te noemen taken op <strong>het</strong> vlak leerklimaat, persoonlijke vorm<strong>in</strong>g,<br />
82
lesgeven, stimuleren, en ondersteunen bij <strong>het</strong> leerproces, naast geven van feedback<br />
en werken aan verdere eigen professionele ontwikkel<strong>in</strong>g. (Het geven van feedback is<br />
mogelijk op de voorgrond komen te staan door de deelname van de scholen aan een<br />
voorafgaand onderzoek dat op <strong>het</strong> geven van feedback was gericht). Taken die te<br />
maken hebben met nieuwere opvatt<strong>in</strong>gen, zoals betekenisvolle contexten en opdrachten,<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen leerl<strong>in</strong>gen en leerl<strong>in</strong>gen zelf keuzes laten maken,<br />
komen <strong>in</strong> de aangebrachte prioriteiten m<strong>in</strong>der naar voren, evenals <strong>het</strong> <strong>in</strong>spelen op<br />
verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen, en <strong>het</strong> beoordelen.<br />
Opvatt<strong>in</strong>gen, motieven en argumenten van de betrokkenen<br />
Tot zover de vier bronnen over gewenst handelen van docenten. De betrokkenen op<br />
de scholen zijn ook bevraagd op achterliggende <strong>in</strong>zichten en motieven.<br />
De gronden waarop men zich baseert, blijkens de antwoorden op een open vraag, bij<br />
de keuzes van “de belangrijkste taken” van een docent op de betreffende school (<strong>in</strong><br />
hoofdstuk 6 aangeduid met “opdracht A”), zijn vooral terug te voeren op de eigen<br />
ervar<strong>in</strong>g en opvatt<strong>in</strong>gen, en m<strong>in</strong>der op gesprekken met anderen, bepaalde theorieën<br />
en vakliteratuur, of <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de school. Veel respondenten geven<br />
aan dat de gegeven antwoorden samenhangen met <strong>het</strong> leraarschap <strong>in</strong> deze tijd, waar<strong>in</strong><br />
volgens hen <strong>het</strong> takenpakket van de docent is veranderd en de leerl<strong>in</strong>gen anders<br />
zijn dan de leerl<strong>in</strong>gen van vroeger, de school meer opvoed<strong>in</strong>gstaken heeft gekregen<br />
en de voorbereid<strong>in</strong>g van de leerl<strong>in</strong>gen op de samenlev<strong>in</strong>g andere leerdoelen met zich<br />
meebrengt (zoals meer zelfstandigheid en <strong>het</strong> vermogen tot samenwerken en blijven<br />
leren).<br />
De grond die de respondenten, uit een aantal aangeboden mogelijke gronden,<br />
meestal hebben aangekruist voor elke keuze tussen steeds twee aangeboden taken (<strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> vorige hoofdstuk “opdracht B”) was dat de gekozen taak naar hun persoonlijke<br />
overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op de betreffende school. Over alle<br />
gemaakte keuzes samen, dus over alle aangeboden paren van steeds twee verschillende<br />
taken van docenten, waren hierbij geen duidelijke verschillen tussen de<br />
schoolleiders, teamleiders en docenten van de vier scholen enerzijds en de stakeholders<br />
rond deze scholen anderzijds. Per keuzepaar bezien kwam wel een duidelijk<br />
verschil naar voren. De stakeholders blijken dan vaker dan de schoolleiders, teamleiders<br />
en docenten te hebben gekozen voor de grond dat de gekozen taak <strong>in</strong> de visie<br />
van de school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en dus van hem of<br />
haar wordt verwacht. De externe stakeholders verwezen dus vaker naar de visie van<br />
de school dan de schoolleiders, teamleiders en docenten. Dit gebeurde echter niet bij<br />
elke school <strong>in</strong> dezelfde mate: de mate waar<strong>in</strong> de stakeholders naar de visie van de<br />
83
school verwezen, verschilde aanzienlijk tussen de vier scholen. Mogelijk betekent<br />
dit dat de visie van de school bij de ene school voor externe stakeholders duidelijker<br />
is of meer leeft dan bij de andere.<br />
De verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong> beide taken van elk aangeboden paar door de respondenten<br />
werden gekozen als belangrijkste taak van de twee, bleken te kunnen<br />
worden gevisualiseerd op twee dimensies. Over alle scholen samen liggen daarbij de<br />
taken ‘geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie’ en ‘leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren’ <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> midden. Deze zou men kunnen zien als traditionele basistaken van een docent.<br />
Op de ene dimensie die vervolgens kan worden onderscheiden, ligt de taak ‘bijdragen<br />
aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen’ aan de ene kant en de taak ‘laten en<br />
leren samenwerken’ aan de andere. Mogelijk beschouwt men deze vorm<strong>in</strong>gsaspecten<br />
enigsz<strong>in</strong>s als elkaars tegenpolen (<strong>het</strong> <strong>in</strong>dividuele en <strong>het</strong> sociale). Op de andere<br />
dimensie staan enerzijds de taak ‘ondersteunen van <strong>het</strong> leerproces’ en anderzijds de<br />
taak ‘<strong>in</strong>spelen op verschillen tussen de leerl<strong>in</strong>gen’. Mogelijk wordt <strong>het</strong> ondersteunen<br />
van <strong>het</strong> leerproces primair gerelateerd aan de leer<strong>in</strong>houden en niet direct <strong>in</strong> verband<br />
gebracht met <strong>in</strong>spelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Als de manier van afbeelden van de mate waar<strong>in</strong> de taken zijn gekozen wordt uitgevoerd<br />
per school, blijken de vier scholen m<strong>in</strong> of meer onderl<strong>in</strong>g te verschillen. Dit<br />
geldt zowel voor de ligg<strong>in</strong>g van de taken op de twee dimensies als voor de afstanden<br />
tussen de taken en voor de manier waarop clusters van taken zichtbaar worden. De<br />
uitkomsten tonen per school dus een eigen profiel.<br />
Conclusies<br />
Op basis van <strong>het</strong> voorafgaande kunnen we de antwoorden op de eerste vier gestelde<br />
onderzoeksvragen (zie hoofdstuk 1) als volgt samenvatten.<br />
De <strong>onderwijs</strong>concepten leven over <strong>het</strong> algemeen voor de betrokkenen b<strong>in</strong>nen de<br />
scholen niet heel sterk. Ze lijken meer te leven bij externe stakeholders, maar dit<br />
geldt voor de ene school veel meer dan voor de andere.<br />
De <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen omvattend worden genoemd: ze bestrijken een heel<br />
scala aan leerdoelen, leeromgev<strong>in</strong>gskenmerken en van docenten verwachte taken. Ze<br />
vertegenwoordigen daardoor meer een verzamel<strong>in</strong>g van (deels nogal verschillende)<br />
ambities dan een samenhangende richt<strong>in</strong>ggevende visie. Dit biedt mogelijk een verklar<strong>in</strong>g<br />
voor de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dat de te onderscheiden taken van docenten door de betrokkenen<br />
b<strong>in</strong>nen de scholen nogal verschillend blijken te kunnen worden gepercipieerd,<br />
geprioriteerd en geordend.<br />
84
De <strong>onderwijs</strong>concepten kunnen <strong>in</strong> hun huidige vorm duidelijker worden verbonden<br />
met (nieuwe) pedagogisch en maatschappelijk gewenste doelen (zoals die mede<br />
doorkl<strong>in</strong>ken <strong>in</strong> beleidsdocumenten), dan met beschikbare wetenschappelijke kennis<br />
over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. Ook de gronden die betrokkenen aanvoeren voor gemaakte<br />
keuzes tussen taken, worden, mogelijk mede daardoor, we<strong>in</strong>ig verbonden<br />
met beschikbare kennis.<br />
De mogelijkheden om de <strong>onderwijs</strong>concepten te verb<strong>in</strong>den met wetenschappelijke<br />
<strong>in</strong>zichten en met landelijke beleidsdocumenten, worden op dit moment niet volledig<br />
benut. Meerdere pr<strong>in</strong>cipes of aanpakken, zoals leerl<strong>in</strong>gen betekenisvolle taken geven,<br />
leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken, en de zelfregulatie van leerl<strong>in</strong>gen bevorderen<br />
(<strong>het</strong>geen onder meer betekent dat ze eigen keuzes moeten kunnen maken), worden <strong>in</strong><br />
wetenschappelijke literatuur en/of beleidsdocumenten aanbevolen op drie gronden<br />
tegelijk. Ze kunnen <strong>het</strong> beoogde cognitieve leerproces ondersteunen, ze kunnen bijdragen<br />
aan de motivatie van leerl<strong>in</strong>gen, en ze vertegenwoordigen wenselijke leerdoelen<br />
op zich (bepaalde taken kunnen vervullen en problemen oplossen; kunnen<br />
samenwerken; <strong>het</strong> eigen handelen, denken en leren kunnen reguleren).<br />
Meer specifiek kan wetenschappelijke kennis over belangrijke aangrijp<strong>in</strong>gspunten<br />
voor <strong>docenthandelen</strong> wel degelijk worden verbonden met een aantal van de doelen<br />
en ambities <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten, zoals die met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> leerklimaat,<br />
de zelfregulatie, de rol van <strong>in</strong>teractie en samenwerk<strong>in</strong>g, werken met betekenisvolle<br />
taken en aandacht voor feedback en beoordel<strong>in</strong>g.<br />
De wetenschappelijke literatuur en de beleidsdocumenten geven, tot slot, enkele<br />
aanwijz<strong>in</strong>gen voor belangrijke mogelijk aanvull<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten en<br />
voor de manier waarop <strong>in</strong> de <strong>onderwijs</strong>concepten en <strong>in</strong> <strong>het</strong> gewenste handelen van<br />
docenten prioriteiten kunnen worden gesteld. Deze wijzen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van:<br />
- meer systematische coach<strong>in</strong>g, op maat, over langere tijd, stap voor stap op weg<br />
naar meer zelfregulatie;<br />
- meer systematisch signaleren van en <strong>in</strong>spelen op problemen bij <strong>in</strong>dividuele leerl<strong>in</strong>gen;<br />
- meer expliciet kiezen en handelen op basis van beschikbare kennis en van onderzoek<br />
<strong>in</strong> de eigen <strong>onderwijs</strong>praktijk.<br />
Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
De vijfde onderzoeksvraag (zie hoofdstuk 1) luidde: op welke manier kunnen<br />
schoolleiders, teamleiders en docenten de opbrengsten uit dit onderzoek benutten bij<br />
de verdere vormgev<strong>in</strong>g van hun <strong>onderwijs</strong>? Op basis van dit onderzoek kunnen de<br />
volgende aanbevel<strong>in</strong>gen worden geformuleerd:<br />
85
- De <strong>onderwijs</strong>concepten lijken zich op drie van de vier scholen vooralsnog primair<br />
te oriënteren op pedagogische doelen en op (sociaal-)constructivistische opvatt<strong>in</strong>gen<br />
over leren en leeromgev<strong>in</strong>gen. Aanvullend daarop verdient <strong>het</strong> aanbevel<strong>in</strong>g nadrukkelijker<br />
de beschikbare kennis uit de cognitieve psychologie er bij te betrekken. Voor<br />
<strong>het</strong> ontwikkelen van kennis en vaardigheden <strong>in</strong> de diverse vakgebieden zijn daar<strong>in</strong><br />
de duidelijkste aanwijz<strong>in</strong>gen voor <strong>in</strong>structie en begeleid<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den.<br />
- De <strong>onderwijs</strong>concepten hebben nog de vorm van een enigsz<strong>in</strong>s losse verzamel<strong>in</strong>g<br />
van vrij veel doelen, middelen en activiteiten. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g de onderdelen<br />
ervan meer nadrukkelijk met elkaar te verb<strong>in</strong>den en te doordenken tot een meer<br />
samenhangend en geïntegreerd geheel van uitgangspunten en taakstell<strong>in</strong>gen. De<br />
<strong>onderwijs</strong>visie van de school kan daardoor w<strong>in</strong>nen aan focus en zegg<strong>in</strong>gskracht en<br />
zo <strong>het</strong> handelen van docenten meer richt<strong>in</strong>g geven.<br />
- Veel betrokkenen <strong>in</strong> de scholen hebben bepaalde opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>het</strong> gewenste<br />
handelen van docenten, maar relateren dat niet primair aan <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van<br />
de school; ze maken persoonlijke, verschillende keuzes. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g<br />
om <strong>in</strong> onderl<strong>in</strong>ge dialoog tussen schoolleid<strong>in</strong>g en docenten <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept, als<br />
dat voldoende samenhangend en richt<strong>in</strong>ggevend is, en <strong>het</strong> gewenste handelen van<br />
docenten, meer systematisch met elkaar te verb<strong>in</strong>den. Dit kan bijdragen aan coherentie,<br />
realisme en doelgerichtheid.<br />
- In de dagelijkse <strong>onderwijs</strong>praktijk maken docenten allerlei keuzes <strong>in</strong> de manieren<br />
waarop ze hun taken <strong>in</strong>vullen en vormgeven en <strong>in</strong> de prioriteiten die ze stellen. Het<br />
verdient aanbevel<strong>in</strong>g om via uitwissel<strong>in</strong>g, discussie en overleg tussen docenten de<br />
dialoog voort te zetten over de betekenissen die docenten aan hun diverse taken geven<br />
en de plaats die deze <strong>in</strong>nemen <strong>in</strong> hun dagelijkse handelen. Dit kan bijdragen aan<br />
verdere professionele ontwikkel<strong>in</strong>g door <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g en verrijk<strong>in</strong>g van denken,<br />
delen en samenwerken.<br />
- Veel docenten werken, als ze enige ervar<strong>in</strong>g hebben, voor een belangrijk deel op<br />
basis van ontwikkelde rout<strong>in</strong>es. Dat is begrijpelijk en z<strong>in</strong>vol. In een steeds meer veranderende<br />
omgev<strong>in</strong>g (en ook om zelf voldoende uitdag<strong>in</strong>g en motivatie te behouden<br />
en scherp te blijven) verdient <strong>het</strong> echter aanbevel<strong>in</strong>g om door middel van onderzoek<br />
en reflectie te blijven leren van ervar<strong>in</strong>gen, successen en tegenvallers en zo de eigen<br />
praktijk te blijven verbeteren. Juist wanneer wordt gewerkt b<strong>in</strong>nen een coherent en<br />
richt<strong>in</strong>ggevende visie aan daarop afgestemde en doordachte taken, is zulk leren en<br />
verbeteren op doelgerichte wijze mogelijk.<br />
86
Literatuur<br />
Bolhuis, S. (2003). Towards process-oriented reach<strong>in</strong>g for self-directed lifelong<br />
learn<strong>in</strong>g: a multidimensional perspective. Learn<strong>in</strong>g and Instruction 13, 327-347.<br />
Bosker, R.J., Creemers, B.P.M., & Str<strong>in</strong>gfield, S. (1999). Endur<strong>in</strong>g problems and<br />
chang<strong>in</strong>g conceptions. In: R. J. Bosker, B. P. M. Creemers, & S. Str<strong>in</strong>gfield.<br />
Enhanc<strong>in</strong>g educational excellence, equity and efficiency (pp. 1-9).<br />
Dordrecht/Boston/London: Kluwer Academic Press.<br />
Bransford, J. , Derry, S. , Berl<strong>in</strong>er, D. , Hammerness, K. (2005). Theories of learn<strong>in</strong>g<br />
and their roles <strong>in</strong> teach<strong>in</strong>g. In: L. Darl<strong>in</strong>g-Hammond, J., Bransford, P.,<br />
LePage, K., Hammerness, & H. Duffy, (Eds. ), Prepar<strong>in</strong>g teachers for a chang<strong>in</strong>g<br />
world: what teachers should learn and be able to do (pp. 40-87). San Francisco:<br />
Jossey-Bass.<br />
Brekelmans, M., Sleegers, P., & Fraser, B. (2000). Teach<strong>in</strong>g for active learn<strong>in</strong>g. In:<br />
R.J. Simons, J. van der L<strong>in</strong>den, & T. Duffy (Eds.), New Learn<strong>in</strong>g (pp. 227-242).<br />
Dordrecht/Boston/ London: Kluwer Academic Publishers.<br />
Brown, A.L., & Campione, J.C. (1996). Psychological theory and the design of <strong>in</strong>novative<br />
learn<strong>in</strong>g environments: on procedures, pr<strong>in</strong>ciples, and systems. In: L.<br />
Schaeble & R. Glaser (Eds. ), Innovations <strong>in</strong> learn<strong>in</strong>g New environments for<br />
education (pp. 289-325). Mahwah: Lawrence Erlbaum.<br />
Brown, J.S., Coll<strong>in</strong>s, A., & Duguid, P. (1989). Situated cognition and the culture of<br />
learn<strong>in</strong>g. Educational Researcher 18 (1), 32-41.<br />
Busman, L., Kle<strong>in</strong>, T., & Oomen, C. (2006). Beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> beeld. Innovatiemonitor_VO.<br />
Utrecht: Schoolmanagers_VO.<br />
Campbell, J., Kyriades, L., Muijs, D., & Rob<strong>in</strong>son, W. (2004). Assess<strong>in</strong>g teacher<br />
effectiveness. Develop<strong>in</strong>g a differentiated model. London/New York:<br />
RoutledgeFalmer.<br />
Coll<strong>in</strong>s, A, Brown, J.S, & Newman, S.E. (1989). Cognitive apprenticeship: Teach<strong>in</strong>g<br />
the Crafts of Read<strong>in</strong>g, Writ<strong>in</strong>g, and Mathematics. In Resnick, L.B. (Ed.),<br />
Know<strong>in</strong>g, learn<strong>in</strong>g and <strong>in</strong>struction (pp. 453-494). Hillsdale: Erlbaum.<br />
Commissie Leraren. (2007). Leerkracht! Advies van de Commissie Leraren. Den<br />
Haag: OC&W.<br />
Corte, E. de (2000). Marry<strong>in</strong>g theory build<strong>in</strong>g and the improvement of school practice:<br />
a permanent challenge for <strong>in</strong>structional psychology. Learn<strong>in</strong>g and Instruction<br />
10, 249-266.<br />
87
Doyle, W. (1986). Classroom organization and management. In: M.C. Wittrock<br />
(Ed.), Handbook of research on teach<strong>in</strong>g, third edition (pp. 392-431). New<br />
York: Simon & Schuster Macmillan.<br />
Driscoll, M.P. (2005). Psychology of learn<strong>in</strong>g for <strong>in</strong>struction. Boston etc.: Pearson<br />
Education.<br />
Duffy, T.M., & Cunn<strong>in</strong>gham, D.J. (1996). Constructivism: implications for the design<br />
and delivery of <strong>in</strong>struction. In: D. H. Jonassen (Ed.). Handbook of research<br />
for educational communications and technology (pp. 170-197). New York:<br />
Simon & Schuster MacMillan.<br />
Elshout-Mohr, M., Van Hout-Wolters, B., & Broekkamp, H. (1999). Mapp<strong>in</strong>g situations<br />
<strong>in</strong> classroom and research: eight types of <strong>in</strong>structional-learn<strong>in</strong>g episodes.<br />
Learn<strong>in</strong>g and Instruction 9, 57-75.<br />
Fox, D. (1983). Personal theories of teach<strong>in</strong>g. Studies <strong>in</strong> Higher Education 8 (2),<br />
151-163.<br />
Frederiksen, J.R., & White, B.Y. (1997). Cognitive facilitation: a method for promot<strong>in</strong>g<br />
reflective collaboration. Proceed<strong>in</strong>gs December 1997, 53-62. CSCL ’97<br />
Gennip, H. van, Vrieze, G. (2008). Wat is de ideale leraar? Studie naar vakkennis,<br />
<strong>in</strong>terventie en persoon. Nijmegen: ITS.<br />
Glaser, R. (1990). The reemergence of learn<strong>in</strong>g theory with<strong>in</strong> <strong>in</strong>structional research.<br />
American Psychologist 4 (1), 29-39.<br />
Gravemeijer, K., & Kirschner, P. (2007). Naar meer evidence-based <strong>onderwijs</strong>?<br />
Pedagogische Studiën 84, 463-472.<br />
Greeno, J.G., & Coll<strong>in</strong>s, A.M. (1996). Cognition and learn<strong>in</strong>g. In: D.C. Berl<strong>in</strong>er &<br />
R.C. Calfee (Eds. ), Handbook of educational psychology (pp. 15-46). New<br />
York: Simon & Schuster MacMillan.<br />
Grossman, P. , & Schoenfeld, A. (2005). Teach<strong>in</strong>g subject matter. In: L. Darl<strong>in</strong>g-<br />
Hammond, J., Bransford, P., LePage, K., Hammerness, & H. Duffy, (Eds.).<br />
Prepar<strong>in</strong>g teachers for a chang<strong>in</strong>g world: what teachers should learn and be<br />
able to do (pp. 201-231). San Francisco: Jossey-Bass.<br />
Hofman, W., Hofman, R., Dijkstra, B., De Boon, J., & Meeuwisse, M. (2007). Innovaties<br />
<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Een verkenn<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>novaties en effecten <strong>in</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Gron<strong>in</strong>gen/Rotterdam: GION/RISBO.<br />
Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. (2006). Leerl<strong>in</strong>gen: Boeit ‘t. Nieuwe vormen van leren.<br />
Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>.<br />
Inspectie van <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. (2009). Toezichtkader 2009. Utrecht: Inspectie van <strong>het</strong><br />
<strong>onderwijs</strong>.<br />
88
Kelchtermans, G. (2007), Captur<strong>in</strong>g the multidimensionality of teacher professionalism:<br />
broad and deep reflection. In J. Van Swet, P. Ponte, & B. Smit (Eds.), Postgraduate<br />
programmas as platform: a Research-Led Approach. (pp. 97-109).<br />
Rotterdam: Sense Publishers.<br />
Kirschner, P.A., Sweller, J., & Clark, R.E. (2006). Why m<strong>in</strong>imal guidance dur<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong>struction does not work: an analysis of the failure of constructivist, discovery,<br />
problem-based, experimental, and <strong>in</strong>quiry-based teach<strong>in</strong>g. Educational Psychologist<br />
4 (12), 75-86.<br />
Kle<strong>in</strong>, T., Oomen, C., Van der L<strong>in</strong>den, J., & Onderdenwijngaard, J. (2008). Beweg<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> beeld III. Feiten en verhalen over <strong>in</strong>novatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
2008. Utrecht: VO-raad.<br />
Larsson, S. (1983). Paradoxes <strong>in</strong> teach<strong>in</strong>g. Instructional Science 12, 355-365.<br />
Luttenberg, J. (2000). Wat te doen? Een onderzoek naar normatieve professionaliteit<br />
van docenten. Apeldoorn: Garant.<br />
Lyons, N. (1990). Dilemmas of know<strong>in</strong>g: ethical and epistemological dimensions of<br />
teachers’ work and development. Harvard Educational Review 60 (2), 159-180.<br />
Mayer, R.E. (2004a). Should there be a three-strikes rule aga<strong>in</strong>st pure discovery<br />
learn<strong>in</strong>g?. American Psychologist 59 (1), 14-19<br />
Mayer, R.E. (2004b). Teach<strong>in</strong>g of subject matter. Annual Review of Psychology 55,<br />
715-744.<br />
M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (1993). Vitaal Leraarschap. Beleidsreactie naar aanleid<strong>in</strong>g<br />
van <strong>het</strong> rapport “Een beroep met perspectief” van de Commissie Toekomst Leraarschap.<br />
Den Haag: OC&W.<br />
M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2004). Vooruit! Innoveren <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>. Beleidsnotitie.<br />
Den Haag: OC&W<br />
M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2008a). Monitor 2005-2008. Blijvend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Vier<br />
jaar onderbouwontwikkel<strong>in</strong>g. Den Haag: OC&W.<br />
M<strong>in</strong>isterie van OC&W. (2008b). Krachtig Meesterschap. Kwaliteitsagenda voor <strong>het</strong><br />
opleiden van leraren, 2008-2011. Den Haag: OC&W.<br />
Onderwijsraad. (1998). Advies “Toekomst leraren” aan de m<strong>in</strong>ister van OC&W.<br />
Den Haag: Onderwijsraad.<br />
Onderwijsraad. (2005a). Advies AMvB Bekwaamheidseisen Onderwijspersoneel.<br />
Den Haag: Onderwijsraad.<br />
Onderwijsraad. (2005b). Advies “Vernieuw<strong>in</strong>g Basisvorm<strong>in</strong>g”. Den Haag: Onderwijsraad.<br />
Onderwijsraad. (2007). Leraarschap is eigenaarschap. Advies. Den Haag: Onderwijsraad.<br />
89
Oostdam, R., Peetsma, T., & Blok, H. (2007). Het nieuwe leren <strong>in</strong> basis<strong>onderwijs</strong> en<br />
<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> nader beschouwd: een verkenn<strong>in</strong>gsnotitie voor <strong>het</strong> M<strong>in</strong>isterie<br />
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.<br />
Pratte, R., & Rury, J.L. (1991). Teachers, professionalism, and craft. Teacher College<br />
Record 93 (1), 59-72.<br />
Prawat, R.S. (1992). Teachers’ beliefs about teach<strong>in</strong>g And learn<strong>in</strong>g: a constructivist<br />
perspective. American Journal of Education 100 (3), 354-395.<br />
Scheerens, J. (2007). Review and meta-analyses of school and teach<strong>in</strong>g effectiveness.<br />
Enschede: University of Twente.<br />
Seidel, T., & Shavelson, R. J. (2007). Teach<strong>in</strong>g effectiveness research <strong>in</strong> the past<br />
decade: the role of theory and research design <strong>in</strong> disentangl<strong>in</strong>g meta-analysis results.<br />
Review of Educational Research 77 (4), 454-499.<br />
Shuell, T.J. (1993). Toward an <strong>in</strong>tegrated theory of teach<strong>in</strong>g and learn<strong>in</strong>g. Educational<br />
Psychologist 28 (4), 291-311.<br />
Shuell, T. J. (1996a). Teach<strong>in</strong>g and learn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> a classroom context. In: D. C. Berl<strong>in</strong>er<br />
& R.C. Calfee (Eds.), Handbook of educational psychology (pp. 726-764).<br />
New York: Simon & Schuster MacMillan<br />
Shuell, T.J. (1996b). The role of educational psychology <strong>in</strong> the preparation of teachers.<br />
Educational Psychologist 31 (1), 5-14.<br />
Shulman, L.S. (1986). Paradigms and research programs <strong>in</strong> the study of teach<strong>in</strong>g: a<br />
contemporary perspective. In: M.C. Wittrock (Ed.), Handbook of research on<br />
teach<strong>in</strong>g (third edition) (pp. 3-36). New York: Simon & Schuster Macmillan.<br />
Shulman, L.S. (1987). Knowledge and teach<strong>in</strong>g: Foundations of the new reform.<br />
Harvard Educational Review 57 (1), 1-22.<br />
Sol, Y.B. & Stokk<strong>in</strong>g, K.M. (2008). Het handelen van docenten <strong>in</strong> scholen met een<br />
vernieuwend <strong>onderwijs</strong>concept. Utrecht: Universiteit Utrecht.<br />
Stuurgroep Beroepskwaliteit Leraarschap. (1997). Tekenen voor kwaliteit. Advies<br />
<strong>in</strong>zake een beroepsstandaard, register en beroepsgroep van leraren. Gron<strong>in</strong>gen:<br />
Wolters-Noordhoff<br />
Teurl<strong>in</strong>gs, C., Van Wolput, B. van, & Vermeulen, M. (2006). Nieuw leren waarderen.<br />
Een literatuuronderzoek naar effecten van nieuwe vormen van leren <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong>. Utrecht: Schoolmanagers_VO.<br />
Tom, A.R., & Valli, L. (1990). Professional knowledge for teachers. In: W.R.<br />
Houston (Ed.). Handbook of research on teacher education (pp. 373-392). New<br />
York: MacMillan.<br />
Veenman, S. (1992). Effectieve <strong>in</strong>structie volgens <strong>het</strong> directe <strong>in</strong>structiemodel.<br />
Pedagogische Studiën 69, 242-269.<br />
90
Verloop, N., & Lowyck, J. (Red. ). (2003). Onderwijskunde. Een kennisbasis voor<br />
professionals. Gron<strong>in</strong>gen/Houten: Wolters-Noordhoff.<br />
Volman, M.L.L. (2006). Jongleren tussen traditie en toekomst. De rol van docenten<br />
<strong>in</strong> leergemeenschappen. (Oratie). Amsterdam: VU.<br />
Webb, N.W. (2009). The teacher’s role <strong>in</strong> promot<strong>in</strong>g collaborative dialogue <strong>in</strong> the<br />
classroom. British Journal of Educational Psychology 79, 1-28.<br />
Wilson, B.G., & Cole, P. (1996). Cognitive teach<strong>in</strong>g models. In: D.H. Jonassen<br />
(Ed.). Handbook of research for educational communications and technology<br />
(pp. 601-621). New York: Simon & Schuster MacMillan.<br />
W<strong>in</strong>dschitl, M. (2002). Fram<strong>in</strong>g constructivism <strong>in</strong> practice as the negotiation of dilemmas:<br />
an analysis of the conceptual, pedagogical, cultural, and political challenges<br />
fac<strong>in</strong>g teachers. Review of Educational Research 72 (2), 131-175.<br />
Woolfolk, A., Hughes, M., & Walkup, V. (2008). Psychology <strong>in</strong> Education. Harlow:<br />
Pearson Educational Limited.<br />
91
Bijlage 1: Keuze van belangrijke docenttaken (opdracht A)<br />
Voor schoolleiders, teamleiders en docenten <strong>in</strong> de eerste ronde<br />
U v<strong>in</strong>dt hier 22 kaartjes met op elk kaartje een mogelijke taak van een docent.<br />
Wilt u m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken uitkiezen waarvan u <strong>het</strong> vooral belangrijk<br />
v<strong>in</strong>dt dat docenten dit doen.? Wilt u de door u geselecteerde taken noteren op <strong>het</strong><br />
antwoordblad?<br />
Overzicht van aangeboden taken (elke taak op een eigen kaartje):<br />
1. Zorgen voor een goed leerklimaat<br />
2. Bijdragen aan de persoonlijke vorm<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen<br />
3. Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
4. Leerl<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> nut van de leerstof laten zien<br />
5. Leerl<strong>in</strong>gen wijzen op verbanden tussen vakken<br />
6. Leerl<strong>in</strong>gen leren werken aan opdrachten<br />
7. Leerl<strong>in</strong>gen stimuleren en activeren<br />
8. Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
9. Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
10. Inspelen op verschillen door middel van opdrachten<br />
11. Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
12. Leerl<strong>in</strong>gen eigen keuzes laten maken<br />
13. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> zelf maken van keuzes<br />
14. Leerl<strong>in</strong>gen hun eigen leerproces laten sturen<br />
15. Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
16. Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
17. Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
18. Bevorderen dat feedback wordt gebruikt<br />
19. Beoordelen van <strong>het</strong> werk en de prestaties van leerl<strong>in</strong>gen<br />
20. Open staan voor leren en samenwerken<br />
21. Samen met andere leraren een groep leerl<strong>in</strong>gen begeleiden<br />
22. Professionele ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
93
Bijlage 2: Interviewprotocol schoolleiders en teamleiders<br />
Groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />
leeromgev<strong>in</strong>g)? Waarom is hiervoor gekozen?<br />
Wat is belangrijk dat docenten doen, gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?<br />
Waarom is dat?<br />
Opdracht A (<strong>in</strong>dividueel):<br />
Kaartjes met taken: m<strong>in</strong>imaal 3 en maximaal 7 taken uitkiezen waarvan u <strong>het</strong> vooral<br />
belangrijk v<strong>in</strong>dt dat docenten doen. Geselecteerde taken noteren op <strong>het</strong> antwoordblad.<br />
Schriftelijke vragen (<strong>in</strong>dividueel te beantwoorden):<br />
Kunt u motiveren waarom u juist deze taken heeft uitgekozen?<br />
Wat moet een goede docent bij deze taken doen?<br />
Waarom v<strong>in</strong>dt u dat een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen?<br />
Waar baseert u dit op?<br />
Kunt u aangeven hoe goed of <strong>in</strong> welke mate een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet<br />
doen?<br />
Zo ja, waarop zijn deze standaarden gebaseerd?<br />
Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />
leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />
en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)?<br />
Wilt u uw antwoord toelichten?<br />
Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Ontbreekt op de (22) kaartjes met taken nog iets dat u belangrijk v<strong>in</strong>dt als taak van<br />
een docent? (bijvoorbeeld iets <strong>in</strong>houdelijks of organisatorisch)<br />
Zo ja, wat, en waarom v<strong>in</strong>dt u dat belangrijk?<br />
Komen docenten bij de door u gekozen taken naar u weet nog knelpunten of dilemma’s<br />
tegen?<br />
Welke keuzes maken docenten daarbij volgens u, en waarom?<br />
Wat v<strong>in</strong>dt u van de keuzes die zij maken?<br />
Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />
95
Zijn de docenten op uw school voldoende geëquipeerd om de gewenste taken te vervullen?<br />
Indien nee: waar schort <strong>het</strong> dan aan en waardoor komt dat?<br />
In welke mate staan de docenten naar uw idee achter <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van de<br />
school?<br />
Op basis waarvan denkt u dat?<br />
In welke mate is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept op dit moment volgens u feitelijk gerealiseerd?<br />
96
Bijlage 3: Interviewprotocol docenten<br />
Groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Wat zijn volgens u de belangrijkste taken van een docent op deze school?<br />
Wat v<strong>in</strong>dt u <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen (los van deze school) belangrijk dat docenten doen?<br />
Opdracht A (<strong>in</strong>dividueel):<br />
Opdracht A: kaartjes met taken: m<strong>in</strong>imaal 3 tot maximaal 7 taken uitkiezen die u<br />
vooral belangrijk v<strong>in</strong>dt (uit deze 22 taken).<br />
Taken noteren bovenaan antwoordblad.<br />
Schriftelijke vragen (<strong>in</strong>dividueel te beantwoorden):<br />
N.B. Deze vragen gaan over taken die u belangrijk v<strong>in</strong>dt als docent op deze school.<br />
Kunt u motiveren waarom u juist deze taken heeft uitgekozen?<br />
Wat moet een goede docent bij deze taken doen?<br />
Waarom v<strong>in</strong>dt u dat een goede docent deze d<strong>in</strong>gen moet doen?<br />
Waar baseert u dit op?<br />
Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />
leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />
en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)? Wilt u uw antwoord toelichten?<br />
Komt u bij <strong>het</strong> uitvoeren van deze taken, als u deze goed wilt doen, nog knelpunten<br />
of dilemma’s tegen? Zo ja, welke?<br />
Welke keuzes maakt u daarbij, en waarom?<br />
Krijgt u feedback van leerl<strong>in</strong>gen op de keuzes die u maakt, en kunt u die ook gebruiken?<br />
Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Ontbreekt op de (22) kaartjes met taken nog iets dat u belangrijk v<strong>in</strong>dt als taak van<br />
een docent (bijvoorbeeld iets <strong>in</strong>houdelijks of organisatorisch)?<br />
Zo ja, wat, en waarom v<strong>in</strong>dt u dat belangrijk?<br />
Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />
Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />
leeromgev<strong>in</strong>g)?<br />
Wat is belangrijk dat docenten doen, gezien <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school?<br />
Is voor u duidelijk wat van u wordt verwacht?<br />
In hoeverre staat u achter <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept? Kunt u toelichten waarom?<br />
97
In welke mate wordt <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept volgens u door docenten op deze school<br />
gerealiseerd?<br />
In hoeverre is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en zijn de leerdoelen volgens u realiseerbaar?<br />
Wat wel/wat niet? Kunt u uw antwoord toelichten?<br />
In hoeverre voelt u zich als docent voldoende geëquipeerd om de gewenste taken te<br />
vervullen?<br />
Zijn er taken <strong>in</strong> <strong>het</strong> contact met de leerl<strong>in</strong>gen die u als docent graag zou willen doen,<br />
of beter zou willen doen, maar waar u op dit moment onvoldoende aan toekomt?<br />
Indien ja, welke, en waarom?<br />
98
Bijlage 4: Interviewprotocol leerl<strong>in</strong>gen<br />
Waarom heb jullie destijds voor deze school gekozen?<br />
Was <strong>het</strong> jullie eigen keuze of die van jullie ouders of van beiden samen?<br />
Wat doen docenten op deze school vooral, naar jullie als leerl<strong>in</strong>gen?<br />
Doen ze allemaal <strong>het</strong>zelfde?<br />
Indien nee, waar<strong>in</strong> verschillen ze?<br />
Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />
Wat v<strong>in</strong>den de docenten op deze school belangrijk?<br />
Waaraan merken jullie dat?<br />
Verschilt dit tussen docenten?<br />
V<strong>in</strong>den jullie wat docenten belangrijk v<strong>in</strong>den zelf ook belangrijk?<br />
Waarom?<br />
Wat willen docenten volgens jullie bereiken?<br />
Waar merken jullie dat aan?<br />
Merken jullie dat docenten veel met elkaar overleggen? Waarover gaat dat dan?<br />
V<strong>in</strong>den jullie dit belangrijk?<br />
Waarom?<br />
Wat zouden jullie willen dat docenten vooral doen?<br />
Waarom willen jullie dat?<br />
Wat is voor jullie een ideale docent?<br />
Waarom?<br />
Wat doet een ideale docent wel?<br />
Waarom?<br />
Wat doet een ideale docent niet?<br />
Waarom?<br />
Hoe stellen docenten zich op naar leerl<strong>in</strong>gen?<br />
Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />
Verschilt dit tussen docenten?<br />
Wat v<strong>in</strong>den jullie daarvan?<br />
99
Stel jullie moeten de kwaliteit van docenten beoordelen. Waar zou je dan vooral op<br />
letten?<br />
Waarom?<br />
Kunnen jullie ook zeggen hoe goed of hoe vaak een goede docent d<strong>in</strong>gen zou moeten<br />
doen?<br />
Waarom v<strong>in</strong>den jullie dit belangrijk?<br />
Zijn we nog iets vergeten?<br />
100
Bijlage 5: Interviewprotocol stakeholders<br />
U bent gevraagd als stakeholder van deze school voor dit <strong>in</strong>terview.<br />
Hoe typeert u uw eigen relatie en/of positie t.o.v. de school?<br />
Welke belanghebbenden vertegenwoordigt u precies?<br />
Groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Wat staat centraal <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept van deze school? (leerdoelen, klimaat,<br />
leeromgev<strong>in</strong>g)?<br />
Wat zijn volgens u de belangrijkste taken van een docent op deze school?<br />
Kunt u toelichten waarom?<br />
Opdracht B: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden (zie bijlage 6)<br />
Vervolg van <strong>het</strong> groeps<strong>in</strong>terview:<br />
Hangen de antwoorden op de vorige vragen nog samen met hoe u aankijkt tegen <strong>het</strong><br />
leraarschap <strong>in</strong> deze tijd (ook gelet op de huidige positie van de school <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g<br />
en de omgang met de leerl<strong>in</strong>gen)? Wilt u uw antwoord toelichten?<br />
Moeten docenten op alle fronten <strong>in</strong>zetbaar zijn of is specialisatie wenselijk en mogelijk?<br />
In hoeverre is <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept en zijn de leerdoelen van deze school volgens u<br />
realiseerbaar? Wat wel/wat niet?<br />
In welke mate wordt <strong>het</strong> <strong>onderwijs</strong>concept volgens u door docenten op deze school<br />
gerealiseerd?<br />
Wat zijn volgens u de knelpunten en dilemma’s?<br />
101
Bijlage 6: Paarsgewijze vergelijk<strong>in</strong>gen en gronden<br />
(opdracht B)<br />
Informatie vooraf:<br />
Deze opdracht gaat over <strong>het</strong> maken van keuzes tussen verschillende taken van docenten.<br />
De opzet is als volgt:<br />
U krijgt hierachter steeds twee verschillende taken tegelijk aangeboden (pal onder<br />
elkaar), bijvoorbeeld:<br />
- Zorgen voor een goed leerklimaat<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
Per tweetal taken krijgt u steeds twee vragen:<br />
1. Wilt u aankruisen welke taak u de belangrijkste v<strong>in</strong>dt voor een docent op deze<br />
school? U kiest dus één van de twee taken en kruist deze aan.<br />
2. Wilt u ook aangeven waarom u dat v<strong>in</strong>dt? U kunt daarbij kiezen uit steeds dezelfde<br />
vijf antwoord- mogelijkheden:<br />
Ik maak deze keuze, omdat de gekozen taak: (meerdere antwoorden mogelijk)<br />
<strong>het</strong> meeste bijdraagt aan <strong>het</strong> leren en de ontwikkel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen volgens<br />
wat daarover bekend is<br />
<strong>in</strong> de praktijk vaak <strong>het</strong> belangrijkste voor een leraar blijkt te zijn om aandacht<br />
aan te besteden<br />
volgens mijn persoonlijke overtuig<strong>in</strong>g een essentiële taak is van een leraar op<br />
deze school<br />
<strong>in</strong> de visie van deze school tot de verantwoordelijkheid van de leraar behoort en<br />
dus van hem wordt verwacht<br />
<strong>het</strong> meest een appel doet op wat de leraar voor zijn leerl<strong>in</strong>gen zou moeten betekenen<br />
……………………………………………………………………………………<br />
In deze vragenlijst zijn <strong>in</strong> totaal zeven (resp. acht) geselecteerde taken opgenomen.<br />
Deze worden u telkens <strong>in</strong> verschillende comb<strong>in</strong>aties (tweetal taken) aangeboden. Het<br />
gaat <strong>in</strong> totaal om 21 (resp. 28) comb<strong>in</strong>aties.<br />
U ziet dezelfde zeven taken terugkomen, maar deze zijn dus steeds <strong>in</strong> verschillende<br />
comb<strong>in</strong>aties tot een paar samengevoegd. We vragen u om elke keer weer een afweg<strong>in</strong>g<br />
te maken welke taak u <strong>in</strong> die comb<strong>in</strong>atie <strong>het</strong> belangrijkste v<strong>in</strong>dt en waarom.<br />
103
Keuzeparen voor stakeholders<br />
Keuzepaar 1<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 2<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 3<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
Keuzepaar 4<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 5<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
Keuzepaar 6<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
Keuzepaar 7<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 8<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 9<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
Keuzepaar 10<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
Keuzepaar 11<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
105
Keuzepaar 12<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
Keuzepaar 13<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
Keuzepaar 14<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
Keuzepaar 15<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
Keuzepaar 16<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
Keuzepaar 17<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
Keuzepaar 18<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 19<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 20<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
Keuzepaar 21<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
106
Keuzeparen voor docenten<br />
De docenten kregen 28 keuzeparen aangeboden. In aanvull<strong>in</strong>g op de 21 keuzeparen<br />
zijn onderstaande keuzeparen toegevoegd.<br />
Keuzepaar 22<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen vaardigheden aanleren<br />
Keuzepaar 23<br />
- Geven van les, uitleg en <strong>in</strong>structie<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
Keuzepaar 24<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen ondersteunen bij <strong>het</strong> sturen van hun leerproces<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
Keuzepaar 25<br />
- Inspelen op verschillen tussen leerl<strong>in</strong>gen<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
Keuzepaar 26<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
- Geven van feedback aan leerl<strong>in</strong>gen<br />
Keuzepaar 27<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
- Leerl<strong>in</strong>gen laten samenwerken en hen daarbij ondersteunen<br />
Keuzepaar 28<br />
- Volgen wat leerl<strong>in</strong>gen leren en hoe ze zich ontwikkelen<br />
- Bijdragen aan persoonlijke vorm<strong>in</strong>g<br />
N.B.: De keuzeparen zijn bij de docenten <strong>in</strong> een iets andere volgorde aangeboden<br />
dan aan de stakeholders vanwege <strong>het</strong> <strong>in</strong>voegen van een extra taak (k= keuzepaar):<br />
k1, k7, k22, k3, k5, k23, k2, k24, k6, k4, k8, k16, k10, k11, k21, k25, k13, k14, k15,<br />
k26, k27, k9, k28, k17, k18, k19, k20, k12.<br />
107
<strong>Gewenst</strong> <strong>docenthandelen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong><br />
In antwoord op problemen van deze tijd werken scholen voor<br />
<strong>voortgezet</strong> <strong>onderwijs</strong> aan vernieuw<strong>in</strong>gen. Nieuwe <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
hebben gevolgen voor de taken van docenten. Naar aanleid<strong>in</strong>g daarvan<br />
komt steeds meer de vraag naar voren welk pedagogisch-didactisch<br />
handelen gewenst is.<br />
Op verzoek van tien schoolleiders is nagegaan welk pedagogischdidactisch<br />
handelen van docenten gewenst wordt geacht, en wat de<br />
achter liggende motieven en gronden daarvoor zijn. De onder zoekers<br />
zijn te rade gegaan bij vier bronnen: wetenschappelijke literatuur over<br />
leren, leeromgev<strong>in</strong>gen en <strong>docenthandelen</strong>; landelijke beleids documenten;<br />
de <strong>onderwijs</strong>concepten van vier vernieuwende scholen; en<br />
de opvatt<strong>in</strong>gen van schoolleiders, teamleiders, docenten, leerl<strong>in</strong>gen en<br />
stakeholders van deze scholen.<br />
In dit rapport wordt beschreven welke aanwijz<strong>in</strong>gen voor gewenst<br />
docent handelen uit deze vier bronnen zijn verkregen, en worden deze<br />
opbrengsten met elkaar vergeleken.<br />
Het onderzoek heeft onder meer zichtbaar gemaakt dat de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
niet helemaal aansluiten bij wetenschappelijke <strong>in</strong>zichten en<br />
landelijk beleid, en dat geformuleerde doelstell<strong>in</strong>gen en beschikbare<br />
kennis niet heel sterk richt<strong>in</strong>g geven aan keuzes en argumenten van de<br />
direct betrokkenen.<br />
Het rapport mondt uit <strong>in</strong> de aanbevel<strong>in</strong>g om de <strong>onderwijs</strong>concepten<br />
meer expliciet te oriënteren op kennis over leerprocessen en meer<br />
samenhangend en richt<strong>in</strong>ggevend te maken, zodat de dialoog met de<br />
docenten over hun taken en hun gewenste handel<strong>in</strong>gsrepertoire meer<br />
gefundeerd en meer nadrukkelijk kan worden gevoerd.<br />
IVLOS en Onderwijskunde