Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 3<br />
101 Vgl. Le Tourneau-Cadiet (1996), nr. 856.<br />
102 Zie de vele voorbeelden die de Inv.W. biedt. Zie over deze ratio ook CRvB 26-2-1992, RSV 1993,<br />
82, CRvB 27-7-1994, VN 1994, p. 3358, Rb Groningen 12-5-1995, VN 1995, p. 2943.<br />
103 Zie CRvB 5-4-1993, RSV 1994, 37, en daarover met nadere verwijzingen: R.J. <strong>van</strong> Galen,<br />
Beslissingen omtrent het instellen en voeren <strong>van</strong> een procedure wegens onbehoorlijk bestuur,<br />
in: R.D. Vriesendorp (red.), Onbehoorlijk bestuur in het insolventierecht, Deventer 1997, p. 60-61.<br />
Anders besliste Belastingkamer HR 3-2-1988, NJ 1988, 703 inzake (hoofdelijke) aanslag o.z.belasting.<br />
Vgl. over die kwestie voordien P. Schaminée en B.W.M. Nieskens-Isphording, NJB<br />
1987, p. 1255 e.v.<br />
104 HR 15-2-1980, NJ 1980, 327 nt. GJS (NPRC/Atlas en Milchsack).<br />
82<br />
<strong>van</strong> art. 1401, jegens den benadeelde voor het geheel tot vergoeding <strong>van</strong> de<br />
schade is gehouden;<br />
dat derhalve de benadeelde een hunner tot vergoeding <strong>van</strong> de gehele schade<br />
kan aanspreken;<br />
dat daarin voor den aangesprokene persoon ook hierom niets onredelijks is<br />
gelegen, omdat tussen degenen die jegens den benadeelde tot vergoeding<br />
verplicht zijn, onderling verhaalsrecht bestaat;<br />
dat weliswaar bij dit verhaalsrecht het risico <strong>van</strong> onvermogen <strong>van</strong> een<br />
regresplichtige op den regresgerechtigde drukt, doch zulks minder onbe-<br />
vredigend is dan dat gelijk<br />
den benadeelde zou worden gedragen.<br />
de opvatting der Rb. medebrengt dit<br />
risico door<br />
De hoofdregel is dus dat het onvermogen <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de debiteuren geen invloed<br />
101<br />
heeft op de <strong>verbintenissen</strong> tussen de crediteur en de overige debiteuren. Voor<br />
de vroegere categorie <strong>van</strong> de toevallig samenlopende <strong>verbintenissen</strong> omarmde de<br />
Hoge Raad dit uitgangspunt omdat hij het alternatief, te weten toedeling <strong>van</strong> het<br />
risico <strong>van</strong> onvermogen aan de benadeelde, het minst verkieslijk vond. Voor de<br />
bedoelde samenloop <strong>van</strong> <strong>verbintenissen</strong> wordt veelal gekozen door contractspartijen<br />
of wetgever (mede) met het oog op eventueel onvermogen <strong>van</strong> een der debiteuren. 102<br />
Voor beide gevallen <strong>van</strong> samenloop geldt daarom dat onvermogen <strong>van</strong> de ene<br />
debiteur geen invloed heeft op de rechtsverhouding <strong>van</strong> de andere debiteur tot de<br />
crediteur.<br />
Deze regel is intussen niet zonder uitzondering. De aard <strong>van</strong> de rechtsverhouding<br />
tussen crediteur en aangesproken debiteur kan met zich brengen dat<br />
onvermogen <strong>van</strong> de andere debiteur vermindering <strong>van</strong> de betalingsplicht voor de<br />
aangesproken debiteur ten gevolge heeft. Een bijzonder voorbeeld is het geval<br />
waarin de Centrale Raad <strong>van</strong> Beroep de hoofdelijke aansprakelijkheid <strong>van</strong><br />
bestuurders voor door de vennootschap verschuldigde sociale premies tot deelschuld<br />
reduceerde <strong>van</strong>wege de onmogelijkheid <strong>van</strong> regres op medebestuurders. 103<br />
Een uitzondering op de regel kan voorts zijn gelegen in de beperkende werking<br />
<strong>van</strong> de redelijkheid en billijkheid. In een uitspraak uit 1980 heeft de Hoge Raad<br />
104<br />
daarover enige aanknopingspunten gegeven. Het betrof een opdracht <strong>van</strong> A aan<br />
B om zaken naar D te vervoeren. B schakelt hiertoe op eigen naam vervoerder C<br />
in; C bedingt dat naast B ook A en D hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de