10.09.2013 Views

Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom

Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom

Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 3<br />

10<br />

worden aangesproken. De deelbetaling door A wordt dus dwingend toegerekend<br />

aan het deel waarvoor hij alleen aansprakelijk is. Voldoet A 60, dan zal B dus nog<br />

voor 40 kunnen worden aangesproken. 11<br />

De ongelijkheid <strong>van</strong> <strong>verbintenissen</strong> kan behalve de om<strong>van</strong>g ook de inhoud betreffen.<br />

Als de hoofdelijke <strong>verbintenissen</strong> inhoudelijk ongelijksoortig zijn, maar wel ertoe<br />

strekken hetzelfde vermogensbelang te bevredigen, dan moet mijns inziens een<br />

waardering <strong>van</strong> de prestaties plaatsvinden om uit te maken of een volledige<br />

uitwisselbaarheid bestaat. Men denke aan het eerder gegeven voorbeeld <strong>van</strong> de<br />

aannemer en de architect: een aannemer is mede ten gevolge <strong>van</strong> onoplettendheid<br />

<strong>van</strong> de toezichthoudende architect verplicht verbeteringen in het bouwwerk aan<br />

te brengen, terwijl de opdrachtgever ook de architect zou kunnen aanspreken tot<br />

vergoeding <strong>van</strong> de schade. Deze prestaties zijn qua aard ongelijksoortig, doch<br />

bevredigen hetzelfde vermogensbelang <strong>van</strong> de opdrachtgever. Omdat zij dezelfde<br />

strekking hebben, zijn zij hoofdelijk <strong>van</strong> aard. Om te kunnen uitmaken of en zo<br />

ja, in hoeverre herstel door de aannemer mede de architect bevrijdt, moeten de<br />

prestaties eerst worden uitgedrukt in een gelijksoortige rekeneenheid die vergelijking<br />

mogelijk maakt. De wet gaat voor het regres uit <strong>van</strong> een eventuele omrekening<br />

12<br />

naar geldvorderingen; dit geldt, zo zou ik menen, ook voor de bevrijdende werking<br />

<strong>van</strong> de prestatie door een <strong>van</strong> beiden. De waarde die de verschillende prestaties<br />

hebben, kan in geld worden uitgedrukt. Het lijkt aannemelijk om de dag <strong>van</strong><br />

omrekening gelijk te stellen met de dag waarop een <strong>van</strong> de debiteuren de<br />

verschuldigde prestatie verricht.<br />

3.2.3 bevrijding door verrekening<br />

Art. 6:7 lid 2 BW bepaalt dat niet alleen nakoming, maar ook verrekening door<br />

een <strong>van</strong> de debiteuren delgende werking heeft ten behoeve <strong>van</strong> alle hoofdelijke<br />

debiteuren. Deze delging treedt alleen op als aan de vereisten voor een geldig beroep<br />

op verrekening is voldaan: de betreffende debiteur moet de bevoegdheid tot<br />

verrekening hebben volgens de artikelen 6:127 e.v. BW en hij moet een verrekeningsverklaring<br />

uitbrengen. De bevoegdheid tot het uitbrengen <strong>van</strong> deze<br />

13<br />

verklaring berust in de regel slechts bij de betreffende debiteur. De andere<br />

10 Parl. Gesch. Wijziging BW, p. 64.<br />

11 Aldus ook Klaassen-Eggens-Luijten, Huwelijksgoederenrecht, 11e druk Zwolle 1994, p. 172-173.<br />

Vgl. Asser-De Boer, Personen- en familierecht, 15e druk Deventer 1998, nr. 365.<br />

12 Zie Parl. Gesch. Boek 6, p. 109.<br />

13 Parl. Gesch. Boek 6, p. 100. Vgl. ook art. 1466 BW (oud). Dit is overigens anders als een<br />

hoofdelijke debiteur op grond <strong>van</strong> een specifieke vertegenwoordigingsbevoegdheid (mede) rechten<br />

<strong>van</strong> andere debiteuren kan uitoefenen, zoals bijv. ex art. 17 K. bij de v.o.f. het geval is. Zie Asser-<br />

Maeijer, Bijzondere overeenkomsten V, 6e druk Zwolle 1995, nr. 178. Een vergelijkbare regel<br />

gold voor de Romeinse societas; zie Loeff (1891), p. 170 en Motive, p. 162-163.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!