Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 3<br />
uitoefening <strong>van</strong> de verrekeningsbevoegdheid vordert, en de weigerachtige debiteur<br />
geen redelijk belang, althans geen zwaarwegend belang heeft bij zijn weigering,<br />
zou (al dan niet gehele) toewijzing in de rede liggen.<br />
In de tweede plaats zou men het de niet-draagplichtige debiteur toegestaan<br />
kunnen achten om tegen de vordering <strong>van</strong> de crediteur om tot betaling over te gaan<br />
in te brengen dat deze in strijd met redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW) handelt<br />
door niet zelf gebruik te maken <strong>van</strong> zijn (crediteurs) verrekeningsbevoegdheid.<br />
Een dergelijk verwijt, dat grenst aan het verwijt <strong>van</strong> misbruik <strong>van</strong> recht (art. 3:13<br />
BW), klinkt bijvoorbeeld ook door in art. 6:139 BW. Daarin is bepaald dat de borg<br />
die tot betaling wordt aangesproken, zijn betalingsplicht kan opschorten met een<br />
beroep op het feit dat de crediteur het in zijn macht heeft (gehad) om eigenmachtig<br />
voldoening te bewerkstelligen - zonder daarbij de borg te betrekken - door middel<br />
<strong>van</strong> verrekening jegens de hoofdschuldenaar. Een soortgelijk verweer komt mijns<br />
inziens toe aan de tot betaling aangesproken debiteur, indien en voor zover deze,<br />
net als de borg, vrij <strong>van</strong> draagplicht is ten opzichte <strong>van</strong> de debiteur met wie de<br />
crediteur kan verrekenen.<br />
3.2.4 deelbetaling en ontslag uit hoofdelijkheid<br />
Als de prestatie waartoe elk <strong>van</strong> de hoofdelijke debiteuren verplicht is, ondeelbaar<br />
is, kan geen sprake zijn <strong>van</strong> een deelbetaling. Is de prestatie wel deelbaar, dan geldt<br />
toch dat de prestatieplicht <strong>van</strong> elke debiteur de gehele prestatie betreft. Een crediteur<br />
hoeft geen genoegen te nemen met prestatie in delen (art. 6:29 BW); de debiteur<br />
kan zich daarom niet op deling <strong>van</strong> de hoofdelijk verschuldigde prestatie beroepen.<br />
Aanvaardt de crediteur de deelbetaling, dan doet deze de hoofdelijke <strong>verbintenissen</strong><br />
slechts tenietgaan ten belope <strong>van</strong> het gedeelte dat gepresteerd is. De hoofdelijkheid<br />
als zodanig blijft voor het overige in stand. 17<br />
Als slechts een deel <strong>van</strong> de prestatie wordt verricht, kan dit een uitvloeisel<br />
zijn <strong>van</strong> een gedeeltelijk betalingsuitstel dat aan de betreffende debiteur is verleend;<br />
over betalingsuitstel zie men paragraaf 3.4. De deelbetaling kan ook voortvloeien<br />
uit een zogenaamd ontslag uit de hoofdelijkheid. Onder ontslag uit de hoofdelijkheid<br />
versta ik de handeling waarbij de crediteur met de debiteur afspreekt dat deze laatste<br />
een bedrag zal betalen dat naar zijn of hun mening overeenkomt met het bedrag<br />
dat de laatste in zijn verhouding tot de overige debiteuren draagplichtig is, en<br />
waarbij de crediteur afziet <strong>van</strong> verdere aansprakelijkstelling <strong>van</strong> de betreffende<br />
debiteur. Ontslag uit de hoofdelijkheid behelst dus de kwijtschelding <strong>van</strong> het deel<br />
<strong>van</strong> de verschuldigde prestatie, dat uitgaat boven de bijdrage die door de betreffende<br />
17 Aldus expliciet § 421 tweede volzin BGB; zie Stauder (1964), p. 19.<br />
52