Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
Hoofdelijke verbintenissen - Prof. Willem H. van Boom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 4<br />
<strong>van</strong> verhaal door de aansprakelijke die de benadeelde schadeloos heeft gesteld<br />
op de (immers draagplichtige) schadeverzekeraar.<br />
Een dergelijke verdeling <strong>van</strong> draagplicht treft men mijns inziens aan in art.<br />
7.17.2.25 NBW, dat regres door de schadeverzekeraar op kort gezegd gezinsleden<br />
220<br />
in beginsel uitsluit. In het uitzonderlijke geval dat de benadeelde niet zijn<br />
schadeverzekeraar maar het aansprakelijke gezinslid tot vergoeding weet te<br />
bewegen, zal het betreffende gezinslid naar mijn mening verhaal kunnen nemen<br />
op de (immers draagplichtige) schadeverzekeraar. Aldus beschouwd is de<br />
verzekeringsovereenkomst in zekere zin mede in het belang <strong>van</strong> het aansprakelijke<br />
gezinslid gesloten, en fungeert de overeenkomst de facto mede als aansprakelijkheidsverzekering.<br />
Een ander voorbeeld biedt naar mijn mening art. 6:197 BW. Ook deze bepaling<br />
kan worden gezien als een invulling <strong>van</strong> de regresmaatstaf <strong>van</strong> art. 6:10 BW. Art.<br />
6:197 behelst immers een uitzondering op het uitgangspunt dat de risico-aansprakelijke<br />
geheel draagplichtig is in verhouding tot de schadeverzekeraar; voor<br />
de in art. 6:197 genoemde aansprakelijkheidsgronden geldt namelijk dat integendeel<br />
de schadeverzekeraar draagplichtig is. De in art. 6:197 genoemde wetsbepalingen<br />
betreffen namelijk nieuwe risico-aansprakelijkheden, die slechts in het nieuwe<br />
221<br />
BW zijn opgenomen in het belang <strong>van</strong> benadeelden. Schadeverzekeraars mogen<br />
niet profiteren <strong>van</strong> deze aansprakelijkheden, zo is de gedachte. Zij mogen dan ook<br />
niet profiteren <strong>van</strong> de toevalligheid dat de benadeelde niet zijn schadeverzekeraar<br />
maar de risico-aansprakelijke tot schadevergoeding heeft aangesproken. Door nu<br />
art. 6:197 op te vatten als invulling <strong>van</strong> de regresmaatstaf <strong>van</strong> art. 6:10 BW, staat<br />
in voorkomende gevallen niets in de weg aan een eventuele regresactie <strong>van</strong> de<br />
(risico-)aansprakelijke persoon jegens de schadeverzekeraar <strong>van</strong> de benadeelde. 222<br />
Voor een dergelijke regresactie is uiteraard geen plaats wanneer de risicoaansprakelijke<br />
tevens schuldaansprakelijk is.<br />
220 Zie daarover A. Korthals Altes, WPNR 5819 (1987), p. 117, dezelfde, Kw.ber. NBW 1987, p.<br />
14, T. Hartlief en R.P.J.L. Tjittes, Verzekering en aansprakelijkheid, Deventer 1994, p. 77-79,<br />
T. Hartlief, in: Collectivering en institutionalisering <strong>van</strong> regres: instrumenten voor kostenbeheersing,<br />
uitgave Verbond <strong>van</strong> Verzekeraars, Den Haag 1996, p. 33-34 en C.C. <strong>van</strong> Dam, in:<br />
Verzekering naar komend recht, preadvies Vereeniging Handelsrecht 1995, p. 108 e.v.<br />
221 Parl. Gesch. Boek 6, p. 1404.<br />
222 Naar Zwitsers recht lijkt de situatie inderdaad aldus te zijn dat de risico-aansprakelijke (vergelijk<br />
de bepalingen genoemd in art. 6:197 BW) regres heeft op de schadeverzekeraar <strong>van</strong> de benadeelde.<br />
Zie Friedmann en Cohen (1991b), § 11-88.<br />
138