13.09.2013 Views

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

18<br />

HET <strong>OCMW</strong> AAN ZET! SPORT ALS NIET ALLEDAAGSE PARTNER<br />

middelen maar <strong>niet</strong> over de nodige expertise en competenties of omgekeerd. <strong>Het</strong> is een<br />

opdracht om raakvlakken te zoeken en ontmoetingen tussen de verschillende sectoren te<br />

organiseren.<br />

3. <strong>Sport</strong> (in)actief<br />

De (<strong>niet</strong>-)deelname <strong>aan</strong> sport gedurende de eerste jaren van<br />

de 21 ste eeuw<br />

Jeroen Scheerder<br />

Meer dan ooit is sportbeoefening ‘in’. Vrijetijdssport ge<strong>niet</strong> een steeds grotere populariteit<br />

bij verschillende bevolkingsgroepen. Niet langer zijn het voornamelijk jongeren, mannen of<br />

hogeropgeleiden die sterk vertegenwoordigd zijn op het sportveld, ook ouderen, vrouwen<br />

en lageropgeleiden komen letterlijk en fi guurlijk meer en meer op een sportieve manier in beweging.<br />

Op enkele decennia tijd is de deelname <strong>aan</strong> sport geëvolueerd van een uitzonderlijke<br />

naar een <strong>aan</strong>vaarde, <strong>alledaagse</strong> en vandaag zelfs normatieve gedragsvorm (Scheerder, 2004a).<br />

Wie <strong>niet</strong> bij het sportgebeuren betrokken is, blijkt de uitzondering. Achter deze ontwikkeling<br />

schuilt echter een dubbele paradox. Ondanks de popularisering van de sport, is van<br />

een democratisering van deze vrijetijdsactiviteit nog altijd geen sprake enerzijds (Scheerder,<br />

2003), en wordt onze samenleving steeds meer gekenmerkt door een sedentaire levensstijl<br />

anderzijds (Vanreusel e.a., 2004).<br />

In deze bijdrage willen we nag<strong>aan</strong> in welke mate sportkansarme groepen (<strong>niet</strong>) in sport participeren.<br />

Daartoe zullen we de sociale gelaagdheid van de sport(in)activiteit in kaart brengen<br />

<strong>als</strong>ook de ontwikkeling ervan gedurende de eerste jaren van de 21 ste eeuw bestuderen.<br />

Voor deze analyse maken we gebruik van recente participatiestudies.<br />

Evolutie van de non-participatie in sport 1969-2001/2005<br />

De bevindingen uit grootschalig sportparticipatieonderzoek tonen <strong>aan</strong> dat tot op heden het<br />

<strong>aan</strong>tal sportinactieven jaar na jaar afneemt. Op het einde van de jaren zestig was bijna 90 procent<br />

van de volwassenen in Vl<strong>aan</strong>deren helemaal <strong>niet</strong> sportactief gedurende de vrijetijd (fi guur<br />

1). Vanaf het einde van de vorige eeuw is dit percentage gezakt tot minder dan de helft van de<br />

volwassenen. Hoewel het <strong>aan</strong>tal sportinactieve jongeren nog steeds heel wat lager ligt dan bij de<br />

volwassenen, kan er bij de jongeren sinds de jaren negentig een tegenovergestelde trend worden<br />

vastgesteld: het <strong>aan</strong>tal jongeren dat geen vrijetijdssport beoefent, neemt immers toe (fi guur 2).<br />

Zeker bij de meisjes is dit een opvallend en verontrustend gegeven (Scheerder e.a., 2005a).<br />

Dat steeds meer volwassenen sportactief zijn en steeds meer jongeren sportinactief, vertaalt<br />

zich ook in de ontwikkeling van het tijdsbudget besteed <strong>aan</strong> actieve sport. In 1999 spendeerden<br />

volwassenen gemiddeld 3 uur en 7 minuten <strong>aan</strong> sport per week, recreatieve sport- en bewe-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!