Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SPORT EN INTEGRATIE<br />
het museum verwezen. In zijn plaats kwam de animator, de speelbegeleider. Zijn taak is het<br />
verruimen van de speelkansen van de kinderen, het geven van speelimpulsen’ (p. 3).<br />
Ook binnen het jeugdwerk dat zich richt naar maatschappelijk kwetsbare jongeren is men<br />
doorheen de jaren in toenemende mate gebruik g<strong>aan</strong> maken van sport <strong>als</strong> een <strong>aan</strong>grijpingspunt<br />
om met deze doelgroep in contact te komen. <strong>Het</strong> jeugdwelzijnswerk is vaak de enige formele<br />
structuur waarmee maatschappelijk kwetsbare jongeren in contact komen gedurende hun<br />
vrijetijd. Daarom biedt het dan ook goede mogelijkheden om sportinitiatieven te organiseren<br />
voor deze jongeren. Vaak zijn ook jeugdwerkers het best op de hoogte van de problemen<br />
van deze jongeren. Zij worden hier meerma<strong>als</strong> mee geconfronteerd en trachten door middel<br />
van vormings- en ontspanningsactiviteiten deze jongeren te helpen hun identiteit en hun<br />
weg te vinden in de maatschappij en hen voldoende weerbaar te maken om hun rechten te<br />
verdedigen. Er wordt dan ook in toenemende mate binnen het jeugdwelzijnswerk <strong>aan</strong>dacht<br />
geschonken <strong>aan</strong> het inrichten van sportactiviteiten. Vaak gebeurt dit ook op verzoek van de<br />
jongeren zelf. De meer traditionele werkvormen spreken deze jongeren immers <strong>niet</strong> <strong>aan</strong>. Via<br />
de sportactiviteiten trachten jeugdwerkers ook emancipatorisch en vormend te werken.<br />
Van Ancum en Meiburg van de Landelijke Contactraad uit Nederland wezen hierbij op het<br />
fundamentele verschil in de betekenis en de functie van sportactiviteiten bij de sportclubs<br />
in vergelijking met het jeugdwerk (Landelijke Contactraad, 1987). Ze spraken in dit verband<br />
van het ‘doel-middel-onderscheid’. Daar waar binnen een sportclub de sport het ‘doel’ en het<br />
‘bindende element’ is tussen de leden, is binnen het jeugdwerk sport slechts een ‘middel’ om<br />
bepaalde agogische doelstellingen met de deelnemers te bereiken. <strong>Het</strong> is hier één activiteit<br />
naast talrijke andere.<br />
Toch verloopt de organisatie van sportactiviteiten <strong>niet</strong> steeds probleemloos. <strong>Het</strong> jeugdwelzijnswerk<br />
heeft vaak af te rekenen met meerdere problemen, zo<strong>als</strong> onder meer met betrekking<br />
tot de beschikbaarheid van sportinfrastructuur. Constante be<strong>zet</strong>ting door reguliere sportorganisaties<br />
en hoge huurgelden maken het vaak moeilijk om hiervan regelmatig te kunnen gebruik<br />
maken. Zij beschikken meestal zelf over te weinig fi nanciële middelen om de jongeren een<br />
volwaardig sportprogramma te kunnen <strong>aan</strong>bieden. Een ander probleem is dat, ondanks dat<br />
men een vrij goed inzicht heeft in de problematiek en methodiek van het omg<strong>aan</strong> met deze<br />
jongeren, men binnen het jeugdwerk <strong>niet</strong> zeer ‘sportminded’ is. Ook blijkt dat er vaak een<br />
gebrek is <strong>aan</strong> sportdeskundigheid. Omdat de vraag van de jongeren over het algemeen nogal<br />
wisselvallig is, zou de begeleider in verschillende sporten thuis moeten zijn. <strong>Het</strong> ontbreken van<br />
voldoende sporttechnische en -organisatorische kennis om sportactiviteiten te begeleiden en<br />
desgevallend <strong>aan</strong> te passen <strong>aan</strong> de specifi eke situatie van maatschappelijk kwetsbare jongeren,<br />
stelt jeugdwerkers evenwel voor problemen. Mede omwille van deze redenen startte de<br />
Vlaamse Trainersschool (VTS) sinds enkele jaren met de cursus ‘Bewegingsanimator’, waarbij<br />
het de bedoeling is om sportpedagogische en -organisatorische vaardigheden bij te brengen bij<br />
begeleiders van bewegingsactiviteiten in een recreatieve context. Daarnaast kunnen ook nog<br />
andere soorten initiatieven binnen de jeugdsector worden opgesomd, zo<strong>als</strong>:<br />
- de organisatie van specifi eke vormingsmomenten met betrekking tot sportbegeleiding voor<br />
jeugdwerkers die omg<strong>aan</strong> met maatschappelijk kwetsbare jeugd;<br />
47