13.09.2013 Views

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

46<br />

HET <strong>OCMW</strong> AAN ZET! SPORT ALS NIET ALLEDAAGSE PARTNER<br />

teiten op een regelmatige wijze, wat anders wellicht <strong>niet</strong> zou gebeuren (Theeboom, De Knop,<br />

& Gittenaer, 1992). Op school kan immers elk kind en jongere makkelijker bereikt worden. Dit<br />

is zeker het geval voor islamitische migrantenmeisjes, waar de school vaak voor hen de enige<br />

manier is om in contact te komen met sport (De Knop, Theeboom, Wittock, & De Martelaer,<br />

1996). Enkele voorbeelden van initiatieven die binnen het onderwijs werden/worden georganiseerd:<br />

- een intensief schoolsportprogramma in enkele secundaire scholen met hoge percentages<br />

maatschappelijk kwetsbare jongeren (‘concentratiescholen’) met <strong>als</strong> doel deze leerlingen te<br />

stimuleren tot regelmatige sportdeelname, <strong>als</strong>ook de afkeer van oudere leerlingen tegenover<br />

de school te doen verminderen. Naast het sport<strong>aan</strong>bod, werden zij ook geïnformeerd<br />

over de best<strong>aan</strong>de mogelijkheden om sport te beoefenen op regelmatige wijze (adressen<br />

van lokale sportclubs, best<strong>aan</strong>de schoolsportprogramma’s, enz.);<br />

- het verhogen van de sociale competentie bij oudere leerlingen uit een technische en beroepsopleiding<br />

via een programma van coöperatieve bewegingsactiviteiten (basketbal);<br />

- een deeltijds onderwijsproject in enkele scholen waar jongeren een basiscursus in sportbegeleiding<br />

konden volgen. Dit programma werd opgenomen in het best<strong>aan</strong>de curriculum en<br />

bevatte een <strong>aan</strong>tal algemene opvoedkundige aspecten. De bedoeling was om de leerlingen,<br />

via een sportgerelateerde activiteit, leerervaringen te bezorgen (zo<strong>als</strong> het nemen van verantwoordelijkheid<br />

en het leren om gezamenlijk beslissingen te kunnen nemen);<br />

- het verhogen van de doorstromingskansen voor leerbedreigde leerlingen in het lager en secundair<br />

onderwijs, waarbij er werd gestreefd naar een optimale toegankelijkheid en actieve<br />

participatie <strong>aan</strong> het reguliere sport<strong>aan</strong>bod;<br />

- het organiseren van een opleiding voor jonge leerkrachten uit (deeltijds) beroepsonderwijs<br />

om beter met maatschappelijk kwetsbare jongeren om te g<strong>aan</strong>, waarbij ook ruime <strong>aan</strong>dacht<br />

is voor sport.<br />

2. Jeugdwelzijnswerk<br />

Hoewel de bewegingsactiviteiten ook <strong>aan</strong> bod komen in andere werkvormen binnen het sociaal-cultureel<br />

werk (o. a. vormingswerk), kunnen we toch stellen dat het vooral binnen het<br />

jeugdwerk is dat sport en spel een specifi eke plaats innemen. Net zo<strong>als</strong> bij het algemeen sociaal-cultureel<br />

werk, worden bij het jeugdwerk sport en recreatie in veel gevallen ook gebruikt<br />

<strong>als</strong> middel om leermogelijkheden voor de deelnemers te kunnen organiseren. In vele vormen<br />

van het jeugdwerk heeft de sport sinds lang een specifi eke plaats ingenomen. Zo werd van<br />

bij het prille begin van de jeugdbewegingen reeds het belang van lichaamstraining onderkend<br />

(Faché, 1987). Hier<strong>aan</strong> werden evenwel steeds ook andere (vaak ideologisch geïnspireerde)<br />

opvoedingmogelijkheden gekoppeld. Ook bij het speelpleinwerk hebben spel en sport steeds<br />

een centrale rol gespeeld. Binnen deze jeugdwerkvorm heeft er zich met de jaren een belangrijke<br />

evolutie voorged<strong>aan</strong>, waarbij de gereglementeerde en strikt gesuperviseerde spel- en<br />

sportactiviteiten g<strong>aan</strong>deweg veranderden in het stimuleren van het spontane spel bij kinderen.<br />

Van Gils (1989) stelde: ‘De ‘leider met bal en fl uit’ is – op een <strong>aan</strong>tal uitzonderingen na – naar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!