13.09.2013 Views

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

34<br />

HET <strong>OCMW</strong> AAN ZET! SPORT ALS NIET ALLEDAAGSE PARTNER<br />

tiserend werken (zie bijvoorbeeld De Knop & Hoyng, 1998; Van Bottenburg & Schuyt, 1996;<br />

Vanreusel & Bulcaen, 1992; Vincke & Cloes, 2004). <strong>Sport</strong> zou mensen, letterlijk en fi guurlijk, met<br />

elkaar laten ‘interageren’ waardoor ze dichter bij elkaar gebracht worden, elkaar ontmoeten,<br />

met elkaar (leren) samenwerken, vertrouwen in elkaar stellen… Aan sportdeelname worden<br />

bijgevolg heel wat sociale functies en betekenissen toegekend die processen van inclusie<br />

en gemeenschapsvorming mogelijk maken (zie bijvoorbeeld Breedveld, 2003; Scheerder e.a.,<br />

2004; Seippel, 2002; Van der Meulen, 2003). Zo beschouwd heet sport een panacee te zijn, een<br />

wondermiddel dat heel wat maatschappelijke kwalen de wereld uit kan helpen.<br />

Vanuit het overheidsbeleid wordt sport inderdaad steeds meer <strong>als</strong> een sociale motor ingeschakeld<br />

opdat deze vorm van burgerparticipatie zou bijdragen tot de versterking van het<br />

sociale weefsel. Zo wordt in de eertijds richtinggevende beleidsnota Strategisch Plan voor<br />

<strong>Sport</strong>end Vl<strong>aan</strong>deren (Martens, 1997) de sociaal-integratieve waarde van sportdeelname <strong>als</strong><br />

een belangrijke maatschappelijke functie van sport erkend. Ook in de Beleidsnota <strong>Sport</strong> 2000-<br />

2004 (Sauwens, 2000) en de Beleidsnota <strong>Sport</strong> 2004-2009 (Anciaux, 2004) lezen we dat sport<br />

een instrument is om brede maatschappelijke doelstellingen te realiseren. <strong>Sport</strong> kan volgens<br />

de meest recente sportbeleidsnota een hulpmiddel zijn tegen de verzuring in de samenleving<br />

en bijdragen tot sociale integratie (Anciaux, 2004: 15). Tot op heden hanteerde de Vlaamse<br />

overheid de vermeende sociaal-integratieve functie van sportbeoefening reeds in het kader<br />

van bijvoorbeeld het detentiebeleid, het integratiebeleid ten <strong>aan</strong>zien van kansarme bevolkingsgroepen<br />

en het samenwerkingsontwikkelingsbeleid met Zuid-Afrika (Vlaams Parlement,<br />

2000; 2001; 2002; 2003; 2005; 2006). Vanuit de <strong>aan</strong>zienlijke sociale en economische rol die<br />

vrijwilligers in de sportsector vervullen, verwijzen ook sportfederaties en sportclubs steeds<br />

meer naar de maatschappelijke functie van de sport (Laporte e.a., 1997; Taks & De Knop,<br />

2006; Vanfraechem-Raway & Levarlet-Joye, 2000). Ook heel wat organisaties – veelal actief<br />

buiten de sector van de georganiseerde sport, i. c. de justitiële en welzijnssector – hebben<br />

de sociaal-integratieve waarde van actieve sportparticipatie ontdekt (zie bijvoorbeeld Knops<br />

e.a., 1992). Bekend zijn onder meer de talrijke initiatieven waarmee de Koning Boudewijnstichting<br />

vanaf het einde van de jaren tachtig een bijdrage tracht te plegen tot een betere sociale<br />

integratie van maatschappelijk kwetsbare jongeren, en dit in het bijzonder door middel van<br />

sport- en bewegingsactiviteiten (zie bijvoorbeeld De Knop & Theeboom, 1999; De Mol e.a.,<br />

1995; 2000; Goyvaerts, 1994).<br />

Er is weinig twijfel dat het in verhouding tot andere domeinen uit de vrijetijdssector brede<br />

sociale draagvlak van de sport over <strong>aan</strong>zienlijke maatschappelijke kanalen en ook troeven<br />

beschikt. Actieve en passieve modi van sportdeelname bereiken <strong>als</strong> eigentijdse expressie van<br />

vrijetijdsbeleving heel wat mensen. Bovendien blijkt de clubgeorganiseerde sport in Vl<strong>aan</strong>deren<br />

– en wellicht ook wereldwijd – de populairste vorm van verenigingsleven te vertegenwoordigen<br />

(Scheerder, 2004). Tot de strekking van academici die sterk optimistisch gestemd is over<br />

het potentieel van de sport om het proces van sociale integratie te bevorderen, behoren<br />

onder meer de Amerik<strong>aan</strong>se politicologen Robert Putnam en Eric Uslaner. In zijn intussen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!