Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2. <strong>Sport</strong> en maatschappelijk kwetsbare jongeren<br />
Marc Theeboom<br />
SPORT EN INTEGRATIE<br />
<strong>Sport</strong>beleidsmakers op diverse niveaus in Vl<strong>aan</strong>deren zijn zich in toenemende mate bewust<br />
geworden van het feit dat er een <strong>aan</strong>tal barrières best<strong>aan</strong> die ertoe bijdragen dat er duidelijke<br />
verschillen zijn in de sportparticipatiegraad tussen diverse bevolkingsgroepen. <strong>Het</strong><br />
gevolg daarvan is dan ook dat er een steeds duidelijker accent gelegd wordt binnen het<br />
(gemeentelijk) sportbeleid naar specifi eke doelgroepen. Zo is bijvoorbeeld in vele gemeenten<br />
de sportpromotie <strong>niet</strong> langer alleen gericht naar de bevolking in het algemeen, maar<br />
ook naar specifi eke groepen. De doelgroepen in de sport zijn dan ook erg veelzijdig van<br />
aard. Enerzijds kunnen zij gekenmerkt worden door specifi eke karakteristieken (zo<strong>als</strong> o. m.<br />
jeugd, personen met een handicap, senioren, vrouwen, gezinnen, werklozen, etnische minderheden,<br />
maatschappelijk kwetsbare jongeren, druggebruikers, asielzoekers, anderstalige<br />
nieuwkomers…), anderzijds zijn ook bijvoorbeeld georganiseerde sporters, <strong>niet</strong>- of andersgeorganiseerde<br />
sporters, topsporters en <strong>niet</strong>-sporters specifi eke doelgroepen geworden.<br />
Naast het sportactief houden van de huidige sporters, kunnen <strong>aan</strong>dachtsgroepen binnen<br />
het lokaal sportbeleid worden onderverdeeld in twee categorieën die <strong>niet</strong> of slechts in zeer<br />
geringe mate <strong>aan</strong> sport deelnemen. Deze twee categorieën zijn te onderscheiden in relatie<br />
tot a) hun problematische graad van sportdeelname (zo<strong>als</strong> sportinactieven en sportkansarmen)<br />
en b) hun problematische situatie (zo<strong>als</strong> maatschappelijk achtergestelden, etnische<br />
minderheden, delinquenten, druggebruikers, asielzoekers…). Om deze categorieën te kunnen<br />
bereiken, is men in Vl<strong>aan</strong>deren in toenemende mate specifi eke initiatieven g<strong>aan</strong> op<strong>zet</strong>ten.<br />
Zo gaat de <strong>aan</strong>dacht voor de eerste categorie vooral uit naar het bevorderen van de<br />
participatie door middel van het verhogen van de interesse in sport bij deze groepen (o. m.<br />
door het verhogen van de kwaliteit van het <strong>aan</strong>bod, het meer inspelen op de vraag van de<br />
groepen zelf, het verbeteren van de communicatie, bereikbaarheid en toegankelijkheid van<br />
het <strong>aan</strong>bod). Hoewel deze strategieën ook worden toegepast in het bereiken van de tweede<br />
categorie, wordt daarnaast in toenemende mate ook <strong>aan</strong>dacht besteed <strong>aan</strong> de instrumenteel-functionele<br />
betekenis van sport. <strong>Sport</strong>deelname wordt dan ondermeer beschouwd <strong>als</strong><br />
een middel tot het verwerven van sociaal kapitaal en het bevorderen van de sociale cohesie.<br />
Zo wordt er ook van uitgeg<strong>aan</strong> dat sport mogelijkheden biedt tot sociale integratie en sociomorele<br />
vorming bij specifi eke probleemgroepen (De Knop, Theeboom & Elling, 1999). De<br />
verhoogde <strong>aan</strong>dacht voor deze sociale betekenis van sportdeelname voor bijvoorbeeld de<br />
groep van probleemjongeren wordt vaak ingegeven door de groeiende bezorgdheid vanwege<br />
41