Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
GARANTIE VAN RECHT TOT DEELNAME?<br />
wat sociaal-wetenschappelijke sportparticipatiestudies hebben evenwel vanaf de jaren vijftig<br />
<strong>aan</strong>getoond dat de sportbeoefening <strong>niet</strong> voor alle burgers in dezelfde mate toegankelijk is<br />
en bijgevolg <strong>niet</strong> gedemocratiseerd (zie bijvoorbeeld Bourdieu, 1978; 1991; Lüschen, 1963;<br />
1969; Moens & Scheerder, 2004; Renson, 1976; Scheerder e.a., 2005a; 2005b; 2005c; Taks<br />
e.a., 1995; Von Euler, 1953). Binnen het West-Europese welvaartsmodel blijft de <strong>niet</strong>-gedemocratiseerde<br />
vrijetijdssport opvallend sterk <strong>aan</strong>wezig. Eerder onderzoek toonde <strong>aan</strong> dat<br />
het reguliere <strong>aan</strong>bod van sportclubs, sportfederaties en gemeentelijke sportinitiatieven tot<br />
op heden de groep van kansarmen <strong>niet</strong> of slechts onvoldoende bereikt (Vanmolkot, 2001:<br />
44). Vanuit deze doelgroep komen bovendien geen duidelijke vragen en signalen omdat zij<br />
teveel worden opgeslorpt door de dagelijkse strijd om te overleven.<br />
‘The lifestyles of low-income people and those living in poverty seldom involve regular forms of<br />
sport participation. When people spend so much of their time and energy coping with the challenges<br />
of everyday life, they have few resources left to develop sport participation traditions as<br />
part of their lifestyles.’ (Coakley, 1998: 299)<br />
Hoewel sportbeoefening mogelijkheden biedt om mensen te ontmoeten en sociale contacten<br />
te leggen en te onderhouden, is het duidelijk dat de <strong>aan</strong>houdende sociale verschillen in het<br />
sportgedrag en de sportvoorkeur de interactie tussen leden uit diverse sociale groeperingen<br />
op en rond het sportveld eerder bemoeilijkt. De onmiskenbare kansen en voordelen van<br />
sportbeoefening worden hierdoor slechts ten dele mogelijk gemaakt en benut. Juist via sportbeoefening<br />
zou sociaal-zwakkere bevolkingsgroepen een sociale impuls gegeven kunnen worden.<br />
<strong>Het</strong> is immers vooral voor personen in een sociale achterstandspositie van belang om in<br />
het maatschappelijke middenveld te kunnen participeren. Hier blijft een uitdaging van formaat<br />
weggelegd voor het sportbeleid. Wanneer men zoveel mogelijk mensen zo regelmatig mogelijk<br />
in kwaliteitsvolle omstandigheden wil laten sporten (cfr. Anciaux, 2004; Martens, 1997; Sauwens,<br />
2000), en dus impliciet ook zoveel mogelijk mensen van de sociale en gezondheidsbevorderende<br />
voordelen van sportbeoefening wil laten ge<strong>niet</strong>en, dan zullen op de eerste plaats<br />
de nog <strong>niet</strong> sportende groeperingen in onze samenleving moeten worden <strong>aan</strong>gesproken. Een<br />
gedifferentieerd en doelgroepgeoriënteerd sport- en bewegings<strong>aan</strong>bod – namelijk één dat<br />
rekening houdt met de bewegingsculturele wensen en behoeften van de doelgroep – lijkt<br />
hiervoor <strong>aan</strong>gewezen. Er dienen duidelijke voorwaarden gecreëerd te worden die toelaten<br />
iedereen in gelijke mate de kans te geven een bewegingsculturele competentie op te bouwen.<br />
‘Public agencies have introduced policies, such as discount cards, aimed at overcoming social<br />
exclusion from sport. Successful schemes need to take account of a number of factors, including<br />
the multiple nature of constraints and the need for a precise focus on target groups.’<br />
(Collins, 2003: 86)<br />
Zo zou door de overheid op de trend tot vermarkting van de sportsector kunnen worden<br />
ingespeeld door <strong>niet</strong> langer alleen het <strong>aan</strong>bodbeleid te subsidiëren, doch eveneens door de di-<br />
27