Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20<br />
HET <strong>OCMW</strong> AAN ZET! SPORT ALS NIET ALLEDAAGSE PARTNER<br />
Figuur 2: Evolutie van het <strong>aan</strong>tal sportinactieve jongeren uit het secundair onderwijs in Vl<strong>aan</strong>deren<br />
1969-2001, percentages i. f. v. totale populatie<br />
% sportparticipanten<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
1969 1979 1989 1999 2001<br />
einde van de vorige eeuw (fi guren 1 en 2). Bij de volwassenen is vanaf dat ogenblik sprake<br />
van een stagnatie, bij de jongeren echter van een lichte toename. Zowel bij de jongeren <strong>als</strong><br />
de volwassenen lijkt het er voorlopig op dat een verzadigingspunt is bereikt wat het <strong>aan</strong>tal<br />
actieve leden van een sportclub betreft. Dat neemt <strong>niet</strong> weg dat in vergelijking met andere<br />
vormen van lidmaatschappen de betrokkenheid bij het sportverenigingsleven het populairst<br />
is (Scheerder, 2004a). In vergelijking met de sector van de clubgeorganiseerde sport is er<br />
geen enkele andere maatschappelijke organisatie waarin mensen zich in dezelfde mate vrijwillig<br />
<strong>aan</strong>sluiten of mensen in dezelfde mate vrijwillig betrokken zijn bij het <strong>aan</strong>bod.<br />
Algemeen beschouwd komen dus meer en meer mensen op een actieve manier met sport<br />
in contact, maar de tijd besteed <strong>aan</strong> actieve sportbeoefening blijft marginaal, zeker in vergelijking<br />
met het tijdsbudget dat gespendeerd wordt <strong>aan</strong> het ‘schermkijken’, met name het<br />
9<br />
geen sport geen sport in club<br />
Bron: Lefevre e.a. (2002); Scheerder e.a. (2006d)<br />
Legende:<br />
Geen sport = geen actieve sportbeoefening tijdens vrijetijd ongeacht context<br />
Geen sport in club = geen actieve sportbeoefening in clubverband<br />
Opmerking:<br />
De percentages over 1969 en 1979 zijn een schatting op basis van het participatiecijfer anno 1969 (alleen jongens)<br />
en anno 1979 (alleen meisjes).<br />
De percentages over 2001 komen uit een andere studie (Lefevre e.a., 2002) dan de voorg<strong>aan</strong>de meetpunten<br />
(Scheerder e.a., 2006d).<br />
55<br />
13<br />
44<br />
46<br />
14