13.09.2013 Views

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

GARANTIE VAN RECHT TOT DEELNAME?<br />

televisie- en computergebruik (Glorieux e.a., 2006). Onze samenleving biedt steeds meer<br />

mogelijkheden, <strong>niet</strong> in het minst op het gebied van (digitale) vrijetijd. Meer opties betekent<br />

echter ook meer keuzes maken (Breedveld & Van den Broek, 2003). Vermoed wordt dat in<br />

onze meerkeuzemaatschappij heel wat mensen geen keuze willen of kunnen maken en hierdoor<br />

verschillende (vrijetijds)activiteiten combineren met een minder grote, eerder vluchtige<br />

tijdsinvestering per activiteit <strong>als</strong> gevolg. Actieve sportbeoefening is bovendien slechts één<br />

manier om fysiek actief te zijn. <strong>Het</strong> is immers duidelijk dat hoewel globaal genomen steeds<br />

meer mensen actief <strong>aan</strong> sport doen, we met zijn allen tegelijkertijd ook steeds minder fysiek<br />

actief zijn. De huidige convenience-maatschappij is zodanig comfortabel ingericht dat vormen<br />

van fysieke activiteit blijkbaar overbodig zijn geworden. De schijnbare luxe van een inactieve<br />

levensstijl brengt echter andere problemen met zich mee, waaronder heel wat gezondheidsrisico’s<br />

(Rzewnicky, 2003; Vanreusel e.a., 2004).<br />

Sociale gelaagdheid van de sport(in)activiteit<br />

Recent onderzoek naar de sociale gelaagdheid van sportinactiviteit brengt <strong>aan</strong> het licht dat<br />

deze levensstijl nog steeds op de eerste plaats een kenmerk is van mensen die tot kansarme<br />

bevolkingsgroepen behoren (Scheerder & Pauwels, 2006; Scheerder e.a., 2006a; 2006b;<br />

2006c). In vergelijking met andere groepen hebben een <strong>aan</strong>tal bevolkingsgroepen – om<br />

welke reden dan ook – gemakkelijker toegang tot het sport<strong>aan</strong>bod. Tabel 1 geeft voor een<br />

<strong>aan</strong>tal sociale achtergrondkenmerken <strong>aan</strong> welke categorieën onder- of oververtegenwoordigd<br />

zijn wat de <strong>niet</strong>-deelname <strong>aan</strong> (clubgeorganiseerde) sport betreft.<br />

De resultaten in tabel 1 tonen <strong>aan</strong> dat vrouwen signifi cant oververtegenwoordigd zijn inzake<br />

sportinactiviteit. De verdeling van mannen en vrouwen betreffende actieve sportbeoefening is<br />

dus <strong>niet</strong> gelijk <strong>aan</strong> de geslachtsverdeling zo<strong>als</strong> deze zich binnen de totale populatie voordoet.<br />

<strong>Het</strong> actief <strong>aan</strong> sport doen kan daarom <strong>niet</strong> <strong>als</strong> een sekseneutrale vrijetijdsactiviteit worden<br />

beschouwd. Niet alleen tussen mannen en vrouwen best<strong>aan</strong> uitgesproken verschillen inzake<br />

sportinactiviteit, ook naar leeftijd, opleidingsniveau, beroepsstatus en de grootte van het sociaal<br />

vrijetijdsnetwerk kunnen opvallende verschillen worden vastgesteld (tabel 1).<br />

Bijna 70 procent van de sportinactieve mensen blijken 45-plussers te zijn, terwijl deze leeftijdsgroep<br />

iets minder dan de helft van de totale populatie 7 vertegenwoordigt. Een vergelijkbare bevinding<br />

stellen we vast voor mensen met ten hoogste een diploma van lager secundair onderwijs:<br />

iets meer dan 70 procent van de sportinactieven is lager opgeleid, terwijl lageropgeleiden minder<br />

dan de helft van de bevolking vertegenwoordigen. <strong>Sport</strong>inactiviteit is bij 45-plussers en lageropgeleiden<br />

dus sterker <strong>aan</strong>wezig dan verwacht kan worden op basis van hun vertegenwoordiging in de<br />

populatie. Ook de groep van gepensioneerden, <strong>niet</strong>-professioneel actieven, huisvrouwen/-mannen,<br />

ongeschoolde arbeiders en landbouwers – een groep die tezamen 45 procent van de bevolking<br />

7 In het onderzoek waarnaar hier wordt verwezen, bestaat de populatie uit 14- tot en met 85-jarigen in Vl<strong>aan</strong>deren.<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!