Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
Het OCMW aan zet! Sport als niet alledaagse partner - Demos
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
62<br />
HET <strong>OCMW</strong> AAN ZET! SPORT ALS NIET ALLEDAAGSE PARTNER<br />
tussen een feit. Aansluitend bij het decreet horen ook 2 uitvoeringsbesluiten, een uitvoeringsbesluit<br />
betreffende de beleidssubsidies die vanaf 2008 toegekend worden en één betreffende<br />
de impulssubsidies die vanaf 2009 toegekend worden.<br />
Dit nieuwe decreet vormt één van de belangrijkste onderdelen van het <strong>Sport</strong> voor Allenbeleid<br />
en een belangrijk complement voor het topsportbeleid dat stil<strong>aan</strong> op volle kracht<br />
draait. Vl<strong>aan</strong>deren wil via een hechte samenwerking met gemeente- en provinciebesturen<br />
zoveel mogelijk mensen stimuleren, uitnodigen, begeleiden en ruimte bieden tot actieve<br />
sportbeoefening. De doelstellingen en methode richten zich op een stevige vernieuwing<br />
en verbetering. Dit betekent dat er <strong>aan</strong>dacht is voor een gevarieerd sport<strong>aan</strong>bod, zowel<br />
in clubverband <strong>als</strong> erbuiten en voor kwetsbare doelgroepen worden er extra impulsen<br />
gevraagd.<br />
<strong>Het</strong> plaatselijke verenigingsleven is voor de Vlaamse overheid een centraal <strong>aan</strong>dachtspunt in<br />
het overheidsbeleid. Om die reden is een interactieve bestuursstijl, waarbij het lokale sportieve<br />
beleid wordt voorbereid en uitgevoerd in intensieve dialoog en samenwerking met alle<br />
betrokken particuliere actoren, één van de belangrijkste inv<strong>als</strong>hoeken van dit nieuwe decreet.<br />
BASISVOORWAARDEN<br />
<strong>Het</strong> sportbeleidsplan<br />
Centraal in het decreet staat het sportbeleidsplan, dat op een interactieve manier tot stand<br />
moet komen, uitgevoerd en geëvalueerd moet worden. <strong>Het</strong> sportbeleidsplan omvat het<br />
totale lokale sportbeleid van een gemeente voor een bestuursperiode van 6 jaar en legt<br />
een extra accent op volgende hoofdstukken:<br />
- Hoofdstuk 1: Meer en betere subsidies voor lokale en regionale sportverenigingen,<br />
de cruciale <strong>partner</strong>s in het realiseren van het sportbeleid. Tenminste 50 procent<br />
van de subsidies dienen hier<strong>aan</strong> besteed te worden en kwalitatieve criteria, die in samenspraak<br />
met het lokale sportveld worden opgemaakt, vormen hiervan de basis.<br />
- Hoofdstuk 2: Aandacht voor de andere sportpraktijk (de andersgeorganiseerde<br />
sport). Heel wat mensen in Vl<strong>aan</strong>deren doen op een informele manier <strong>aan</strong> sport. Aan<br />
de lokale besturen wordt gevraagd dat zij minstens 20 procent van de subsidie besteden<br />
<strong>aan</strong> bijvoorbeeld buurt- of schoolgebonden sportbeoefening.<br />
- Hoofdstuk 3: Aandacht voor de sociale component (ondersteuning en stimulering<br />
toegankelijkheid en diversiteit in de sport). Lokale besturen wordt gevraagd<br />
om minstens 10 procent van de subsidies te investeren in het corrigeren van best<strong>aan</strong>de<br />
sociale achterstanden inzake sportparticipatie bij <strong>aan</strong>dachtsgroepen zo<strong>als</strong> mensen met<br />
een handicap, van allochtone afkomst of die leven in armoede. Deze 10 procent mag<br />
ook worden beschouwd <strong>als</strong> een onderdeel van de ofwel de 50 procent voor de directe<br />
fi nanciële ondersteuning van de sportverenigingen, ofwel van de 20 procent voor<br />
programma’s of acties rond het anders georganiseerd sporten, ofwel <strong>als</strong> onderdeel van<br />
beide.