VERVOERSVOORWAARDEN NMBS MOBILITY

) een biljet tegen verminderde prijs gebruikt maar geen kortingskaart of ander
bewijsstuk kan tonen (behoudens in het geval voorzien in artikel 148 §2 en §3),
c) een vervoerbewijs toont maar, bij gebrek aan een identiteitsbewijs, zijn recht op het
gebruik ervan niet kan aantonen,
kan dit vervoerbewijs of het rechtvaardigend document binnen de periode van 14
kalenderdagen, dag van de vaststelling van de inbreuk inbegrepen, tonen in een voor de
reizigers geopend station.
§2. De reiziger moet enkel de in Deel 5 “Tarieven” van de Vervoersvoorwaarden van NMBS
vermelde administratiekosten betalen indien hij binnen de 14 kalenderdagen, dag van de
vaststelling van de inbreuk inbegrepen, volgend document (al naargelang het geval) kan tonen
dat op het moment van de inbreuk geldig was:
Een Treinkaart of Algemeen Stadsabonnement geldig voor de afgelegde reis.
Uitzondering:
Voor de regeling van hoogstens twee onregelmatigheden (cumulatie van de
onregelmatigheden beschreven onder §1 a) en artikel 149 §3) in een jaar worden
geen administratiekosten geïnd.
Een kortingskaart of een ander bewijsstuk waaruit zijn recht op de genoten
vermindering blijkt;
Zijn identiteitskaart of ander document waaruit zijn recht op het gebruik van zijn
vervoerbewijs blijkt;
§3. De reiziger moet enkel de in Deel 5 “Tarieven” van de Vervoersvoorwaarden van NMBS
vermelde administratiekosten betalen indien hij binnen de maand na het voorval, volgende
documenten kan voorleggen, die geldig moeten zijn op het moment van de inbreuk:
Een niet-vervallen kortingskaart, exclusief voorbehouden aan hen die een levenslange
korting genieten.
Een niet-vervallen kortingskaart, exclusief voorbehouden aan hen die een jaarlijkse
korting genieten.
§4. Voor houders van een Halftijdse Treinkaart, een Schooltreinkaart Campus, zijn de bepalingen
van artikel 143 van toepassing.
Art. 149. Treinkaart of Algemeen Stadsabonnement met een vervallen valideringsbiljet
§1. Het vervallen valideringsbiljet van een Treinkaart of Algemeen Stadsabonnement wordt door
het begeleidingspersoneel ingehouden. De moederkaart blijft in het bezit van de reiziger.
§2. De reiziger dient binnen de 14 kalenderdagen, dag van de vaststelling van de inbreuk
inbegrepen, de prijs van de reis te betalen, alsook de administratiekosten (indien hij
verwittigde) of het forfaitair bedrag (indien hij niet verwittigde), vermeld in Deel 5 “Tarieven”
van de Vervoersvoorwaarden. Voor minderjarigen is een specifiek forfaitair bedrag van
toepassing (algemene regelingsprocedure bij niet-onmiddellijke betaling in de trein,
beschreven onder artikel 147 §1).
Maakt de reiziger zijn Treinkaart of Algemeen Stadsabonnement opnieuw geldig, dan betaalt
hij eveneens de prijs van de nieuwe validering.
§3. Indien het valideringsbiljet van de Treinkaart of het Algemeen Stadsabonnement hoogstens 1
werkdag (1 kalenderdag voor onregelmatigheden vastgesteld tijdens het weekend of op
wettelijke feestdagen) vervallen is, wordt van §2 afgeweken op voorwaarde dat de reiziger zijn
vervoerbewijs vanaf de dag van de vaststelling opnieuw geldig maakt.
De reiziger betaalt in dit geval enkel de prijs van de nieuwe validering.
Deze voordelige regeling wordt echter voor hoogstens twee onregelmatigheden (cumulatie van
deze onregelmatigheid met die beschreven onder artikel 148 §1 a) in een jaar toegepast.
Art. 150. Bevuilen of beschadigen van het materieel - Inbreuk op het rookverbod – Nietgerechtvaardigd
gebruik van de noodrem in de treinen - Niet-gerechtvaardigde
handelingen die een vertraging van de treinen tot gevolg hebben - Opeisen van meer
dan één zitplaats per reiziger - In of uit te stappen nadat de treinbegeleider het
vertreksignaal heeft gegeven
De reiziger die een bepaling van artikel 13 §2 overtreedt moet het bij Deel 5 “Tarieven” van de
Vervoersvoorwaarden vastgestelde forfaitaire bedrag betalen, hetzij onmiddellijk aan het
Vervoersvoorwaarden NMBS Mobility - Editie 01.04.2012 - Pagina 112.