VERVOERSVOORWAARDEN NMBS MOBILITY

§3. Reisverlenging wordt toegestaan tot aan het laatste Belgische station voor elk vervoerbewijs
aan het tarief waarop de reiziger recht heeft (bv. Standaardtarief, persoonlijke vermindering,
weekendtarief, forfaitair tarief…).
§4. Reisverlengingen in grensoverschrijdend verkeer van/naar Maastricht, Maastricht Randwyck,
Eijsden en Aachen zijn mogelijk onder bepaalde voorwaarden, beschreven in deel 2
“Bijzondere Voorwaarden”.
§5. Wordt als een reisverlenging beschouwd:
Een reiziger die tijdens zijn reis een aanvullend traject wenst in de trein. Deze reiziger
is verplicht het begeleidingspersoneel hiervan op de hoogte te brengen, vooraleer hij
de op zijn vervoerbewijs vermelde bestemming bereikt.
Dit personeel stelt de reiziger voor deze reisverlenging dan in regel door aanrekening
van een vervoerbewijs aan het tarief waarop de reiziger recht heeft.
Een reiziger die een aanvullend traject wenst bij zijn oorspronkelijk vervoerbewijs en
dit vraagt in het vertrekstation/onbewaakte stopplaats van zijn eerste traject,
vooraleer zijn initiële reis aan te vatten.
§6. Wordt niet als een reisverlenging beschouwd:
De reiziger die een aanvulling op zijn vervoerbewijs wenst na het bereiken van zijn
bestemmingsstation van zijn oorspronkelijke reis. Zijn initiële reis vermeld op zijn
eerste biljet is namelijk volledig beëindigd. Deze reiziger dient zich dan een
vervoerbewijs voor het aanvullende traject aan te schaffen:
‐ Hetzij in het aansluitingsststation (vertrekstation van zijn tweede traject);
‐ Hetzij bij het begeleidingspersoneel in de trein van het tweede traject. Hij
meldt zich hiervoor spontaan bij het personeel zodra dit mogelijk is (dit wil
zeggen vóór of zo snel mogelijk na het vertrek van de trein).
§7. In het geval het vervoerbewijs als een reisverlenging beschouwd wordt (zie beschrijving
hierboven), dan wordt geen maakloon geïnd.
§8. Een vervoerbewijs uit het grensoverschrijdend gamma Roosendaal, Lille/Jeumont/Aulnoye en
« Elk Luxemburgs Station” mag niet, in éénzelfde trein, gecombineerd worden met een
vervoerbewijs van het binnenlands verkeer en vice versa.
Art. 50. Terugbetaling
§1. Vervoerbewijzen die uitgereikt werden op vertoon van een compensatiebon of die met een
groene cheque betaald werden, geven geen recht op terugbetaling.
§2. Bij gebruik van een gecombineerd vervoerbewijs wijst NMBS elke verantwoordelijkheid af,
indien zich bij de uitoefening van de prestaties van de MIVB/TEC of De Lijn een gebrek van
eender welke aard voordoet. NMBS nodigt de reiziger uit zijn klacht met betrekking tot die
prestaties direct aan de betrokken prestatieverlener te richten.
§3. Indien daarenboven een treinvertraging, een gemiste treinaansluiting of een schrapping van
een trein gevolgen heeft voor het gebruik van de vervoerbewijzen MIVB/TEC/De Lijn, worden
de geheel of slechts gedeeltelijk gebruikte vervoerbewijzen niet terugbetaald door NMBS.
§4. Geen enkel gestolen of verloren vervoerbewijs geeft recht op terugbetaling.
Art. 51. Diabolotoeslag
§1. Conform artikel 12 uit de wet van 30 april 2007 met specifieke bepalingen voor het
spoorvervoer (Belgisch Staatsblad 25.5.2007), elke spoorwegonderneming die gebruik maakt
van de spoorweginfrastructuur voor het vervoer van reizigers, int en ontvangt voor elke
treinreis van of naar de luchthaven van Brussel Nationaal, een supplement op de prijs van de
reis te voldoen door de reiziger, "Passagiersvergoeding" genoemd (hierna omschreven als
‘Diabolotoeslag’). Het bedrag van deze Diabolotoeslag is vermeld in Deel 5 “Tarieven” van de
Vervoersvoorwaarden.
Deze vergoeding is verplicht voor elke reiziger, met uitzondering:
van de abonnementen woon-werkverkeer waarvan het station Brussel-Nationaal-
Luchthaven het eindstation is;
Vervoersvoorwaarden NMBS Mobility - Editie 01.04.2012 - Pagina 41.