VERVOERSVOORWAARDEN NMBS MOBILITY

§5. Reizigers die uit een station vertrekken waar vervoerbewijzen worden verkocht, moeten zich
voor de aankoop ervan tijdig naar het verkooppunt begeven. Indien de reiziger echter niet in
het bezit is van een geldig vervoerbewijs, moet hij het begeleidingspersoneel van de trein
hiervan verwittigen, dit wil zeggen zich spontaan bij hem melden zodra dit mogelijk is (d.i.
vóór of zo snel mogelijk na het vertrek van de trein). Hij wordt dan in regel gesteld voor het af
te leggen traject door betaling van het tarief waarop de reiziger recht heeft, vermeerderd met
het in Deel 5 “Tarieven” van de Vervoersvoorwaarden vermelde maakloon. Het maakloon is
niet verschuldigd wanneer de reiziger geen vervoerbewijs bezit om redenen die uitsluitend te
wijten zijn aan de NMBS, bijvoorbeeld wanneer om technische redenen geen vervoerbewijzen
kunnen worden afgegeven.
Bij vertrek uit stations waar geen vervoerbewijzen worden uitgereikt, moet de reiziger zonder
vervoerbewijs het begeleidingspersoneel van de trein verwittigen. Hij wordt in regel gesteld
door betaling van de normale prijs voor het gewenste traject.
§6. Wanneer in de trein niet betaald wordt of indien de reiziger zonder geldig vervoerbewijs het
begeleidingspersoneel niet verwittigt, zijn de bepalingen van Deel 4 “Onregelmatigheden” van
toepassing.
§7. De reiziger heeft geen recht op een korting nadat hij het vervoerbewijs heeft gekocht.
§8. De reiziger dient steeds in het bezit te zijn van een gevalideerd vervoerbewijs vóór hij in de
trein stapt.
§9. De reiziger dient op tijd op het perron te zijn om de trein te nemen.
§10. De Bijzondere Voorwaarden bepalen of en onder welke voorwaarden kinderen zonder
begeleiding mogen reizen.
§11. Personen met een handicap of personen met beperkte mobiliteit dienen minimaal 24 uur van
tevoren aan te geven dat ze assistentie nodig hebben. Indien ze assistentie nodig hebben,
dienen ze de instructies van de NMBS op te volgen. Voor meer informatie hieromtrent : zie
punt 1.1.4.
Gedurende de reis
§12. De reiziger dient als eerste in te staan voor zijn eigen veiligheid. Dit houdt in dat de reiziger
zich tijdens de uitvoering van de vervoersovereenkomst zal gedragen als een normaal
vooruitziend, waakzaam en zorgvuldig persoon die in dezelfde omstandigheden verkeert. Zo
zal de reiziger, bij wijze van voorbeeld:
onmiddellijk na het opstappen op een vrije plaats gaan zitten in de op zijn vervoerbewijs
vermelde klasse,
een stabiele houding aannemen en zich vasthouden aan de vaste elementen wanneer hij
rechtop dient te blijven staan of rondloopt in de trein en dit zolang de trein niet volledig
tot stilstand is gekomen.
niet rondlopen in de trein tenzij om naar het toilet te gaan of, op verzoek van de
treinbegeleider, om zich naar de uitgang te begeven bij aankomst van de trein in het
station.
Zijn bagage op een veilige wijze opbergen in de daartoe voorziene ruimtes conform de
voorschriften van de Vervoersvoorwaarden zie art. 25 en 28
De reiziger dient verder de bepalingen van het KB van 20/12/2007 houdende het
reglement van de politie op de spoorwegen na te leven.
§13. De reiziger moet in het bezit zijn van een geldig vervoerbewijs gedurende de volledige reis. De
reiziger dient steeds de gebruiksvoorwaarden van zijn vervoersbewijs na te leven. De reiziger
moet zijn vervoerbewijs, op verzoek, aan het bevoegd spoorwegpersoneel tonen.
§14. Indien er twijfel bestaat over de geldigheid van het vervoerbewijs of indien er verdenking
bestaat van fraude met een vervoerbewijs kan het treinpersoneel het bewust vervoerbewijs
bijhouden om een grondigere controle uit te voeren of als bewijs van de gepleegde inbreuk. In
bepaalde gevallen, bv. wanneer met het betrokken vervoerbewijs meerdere reizen kunnen
Vervoersvoorwaarden NMBS Mobility - Editie 01.04.2012 - Pagina 17.