26.09.2013 Views

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

in historisch perspectief te plaatsen en hun ontwikkeling te laten zien, wordt inzichtelijk<br />

waar de kansen liggen voor deze specifieke locatie, wijk, gemeente, et cetera.<br />

Door ABF Research zijn de creatieve milieus op verschillende schaalniveaus in de proeftuinen,<br />

en in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en VROM ook op<br />

niveau van de Randstad en Nederland, in kaart gebracht. De kaarten van verschillende<br />

regio’s laten opvallende verschillen zien (kaarten ABF Research, p. 43). Zo zijn de broedplaatsen<br />

en creatieve werkplaatsen sterker geconcentreerd in de regio Amsterdam–Utrecht<br />

en de productieplaatsen in de Zuidvleugel van de Randstad en het zuiden en oosten van het<br />

land. De productieplaatsen zijn veelal gespreid langs de randen van de stad en de snelwegen.<br />

De broedplaatsen en creatieve werkplaatsen bevinden zich bij voorkeur in de vooroorlogse<br />

stad rond het centrum of op voormalige industrieterreinen. De dynamiek van de creatieve<br />

bedrijvigheid zorgt ervoor dat de binnensteden hun functie in de symbolische productie<br />

herwinnen en een gevarieerde binnenstedelijke omgeving ontstaat, waar de monofunctionaliteit<br />

van de scheiding tussen het winkelhart en de woonwijk wordt opgeheven. Creatieve<br />

bedrijvigheid heeft, misschien juist door het symbolische karakter van de productie, meer<br />

behoefte aan karakteristieke omgevingen. <strong>Oude</strong> <strong>gebouwen</strong>, voormalige fabrieken waar de<br />

schaal en de robuustheid herinneren aan het harde bestaan, leveren een context die door<br />

creatieve ondernemers zeer op prijs wordt gesteld. De dynamiek van creatieve bedrijvigheid<br />

is een bron van <strong>nieuwe</strong> kansen voor binnenstedelijke herontwikkeling. Leo Versteijlen<br />

werkt deze kansen uit in hoofdstuk 3, ‘Cultureel economische strategieën in de stedelijke<br />

vernieuwing’.<br />

gemeente moet bewaken ter wille van het publieke belang. Op de NDSM-werf Oost<br />

botsten de wensen van de kunstenaars in het kunstenaarsdorp met de veiligheidsregels van<br />

de overheid en met de behoeften van grotere gebruikers als MTV. Op het Coolhaveneiland<br />

bleef ondanks de vorming van een publiek-private stuurgroep van corporaties, Ontwikkelingsbedrijf<br />

Rotterdam (OBR) en deelgemeente Delfshaven toch nog lang aarzeling bestaan<br />

over de risico’s die partijen willen nemen en de onderlinge afstemming van de publieke<br />

en private acties.<br />

Anders gezegd: de ontwikkelaars streven vanwege onzekerheden in de creatieve markt naar<br />

maximalisering van hun vrijheid om de markt te verkennen middels publieksevenementen<br />

en tijdelijke gebruikers; overheden trachten het publieke belang vast te leggen door grenzen<br />

te trekken en gebruikers hebben zowel behoefte aan experimenteerruimte als aan zekerheid<br />

op de lange termijn. Het moge duidelijk zijn dat deze wensen niet goed combineerbaar zijn.<br />

In de meeste gevallen kunnen de verschillen worden overbrugd door de gedeelde waarden<br />

op te zoeken van de toekomstige identiteit van de locatie. Op de gewenste identiteit kunnen<br />

vervolgens een handelingsperspectief en taakverdeling voor de verschillende partijen worden<br />

gebaseerd. De opbouw van een werkzame coalitie vereist een goed doordacht en methodisch<br />

opgezet proces. Op basis van de proeftuinen is de ‘Venetiaanse brug’ ontstaan als model voor<br />

het proces waarin tijdens de zoektocht naar de kansen en mogelijkheden een coalitie wordt<br />

opgebouwd die in staat is de belangentegenstellingen te ‘overbruggen’ en een handelingsperspectief<br />

te ontwerpen (figuur 3). In hoofdstuk 5 gaat Jeroen Saris hier dieper op in op<br />

basis van een procesontwerp van Renée Hogendoorn.<br />

Door metingen in meerdere jaren (1996, 2000, 2004 en 2006) met elkaar te vergelijken zijn<br />

Bij projectontwikkeling voor een bekende verhuurmarkt wordt zo snel mogelijk gewerkt<br />

kansenkaart opgesteld (p. 44). De kansenkaart geeft op postcodeniveau inzicht in potentiële<br />

aan het verminderen van de vrijheidsgraden middels het opstellen van een visie/concept om<br />

38 veranderingen: mogelijkheden voor <strong>nieuwe</strong> creatieve milieus of opschaling van bestaande,<br />

vervolgens af te dalen via het programma en de middelen naar de uitvoering. Bij de creatieve 39<br />

mogelijke verdwijning van bestaande creatieve milieus en verkleuring ervan. Inzicht in<br />

markt bestaat vaak geen bekende gebruiker. In dat geval zal eerst de ruimte voor ‘het mogelijke’<br />

de ontwikkelingen die al gaande zijn in ‘hun’ creatieve economie wakkert ook de wens aan<br />

vergroot moeten worden. In het model wordt de toename van de vrijheidsgraden verbeeld<br />

bij steden en projectontwikkelaars om deze ontwikkelingen te faciliteren. De herontwikke-<br />

door de oplopende lijn van de divergentie. Het toevoegen van <strong>nieuwe</strong> mogelijkheden en<br />

ling van oude industriële locaties, maar ook strategieën voor wijken en steden, springen in<br />

vrijheidsgraden vindt plaats door een systematisch onderzoek van de condities, de herwaar-<br />

op de kansen die de creatieve economie biedt. Daarbij moeten de oude manieren van herdering<br />

van de locatie en het (laten) formuleren van perspectieven door verschillende partijen.<br />

ontwikkeling en strategievorming worden verlaten. In de Proeftuinen Creatieve Economie<br />

Tijdens dit proces kan worden begonnen met het inzetten van tijdelijk gebruikers en evene-<br />

begon een zoektocht naar <strong>nieuwe</strong> manieren van samenwerken en strategievorming.<br />

menten om beter zicht te krijgen op doelgroepen en gebruikers die bij de ontwikkeling<br />

Een van de economische wetten, groei is schaalvergroting, gaat daarbij niet zonder meer<br />

(en de coalitievorming) kunnen worden betrokken. De publieke en private samenwerkings-<br />

op. De (kleine) ondernemers in de creatieve markt hechten vaak meer waarde aan interessant<br />

partners worden tijdens het onderzoek middels een interactief proces in de opgaande lijn<br />

werk dan aan de opbrengst en omzet. Voor de huisvesting van de creatieve sector vloeien<br />

meegenomen naar het opbouwen van een coalitie. De verschillende fases van het proces<br />

hieruit specifieke vraagstukken voort met gevolgen voor de betrokken gebiedsontwikkelaars,<br />

worden telkens afgesloten met een cyclische evaluatie en selectie van de resultaten. De resul-<br />

financiers en gemeenten. Zo bleek in Arnhem (ETIN, 2006) een duidelijke mismatch tussen<br />

taten gaan mee naar de volgende ronde en worden daarin opnieuw beproefd en zonodig aan-<br />

de huisvestingsvraag en het aanbod.<br />

gevuld. Het divergentieproces wordt afgesloten met een reeks gemeenschappelijke waarden<br />

Voor gemeenten en projectontwikkelaars ligt hier een kans om waarde te ontwikkelen, zowel<br />

die de partijen delen bij het ontwerp van de toekomstige identiteit van de plek, wijk of stad.<br />

in culturele als in financieel-economische zin, van oude industriële locaties en van voormalige<br />

In de convergentiefase staan het programma en ontwerp centraal. Door steeds preciezer te<br />

arbeiderswijken. Deze <strong>gebouwen</strong> en wijken blijken aantrekkelijk voor een specifieke groep<br />

worden in de markt en de verhouding tussen kosten en opbrengsten wordt toegewerkt naar<br />

ondernemers die tijdelijk gebruik en de slechte staat van onderhoud juist omarmen. Deze<br />

de uitvoering. In dit model wordt niet uitgegaan van een grand design/masterplan. Onder-<br />

vernieuwingen in herontwikkeling, ook hier blijkt de creatieve economie creatief, stellen<br />

zoek en ontwikkeling gaan hand in hand. De aanvankelijke investeringen zijn beperkt tot<br />

<strong>nieuwe</strong> eisen aan samenwerking tussen eigenaren en gebruikers van de ruimten.<br />

het mogelijk maken van tijdelijk gebruik, zodat zo snel mogelijk kan worden begonnen met<br />

het genereren van inkomsten. De risico’s kunnen op deze wijze worden beperkt en de grote<br />

Venetiaanse brug<br />

investeringen kunnen worden gedaan als de gebruikers bekend zijn.<br />

De proeftuinen hebben stuk voor stuk geworsteld met de vraag hoe de samenwerking tussen<br />

In hoofdstuk 4 werkt Gerben van Straaten de relatie tussen het proces, de Venetiaanse brug<br />

de partijen, ontwikkelaar, gemeente en creatieve ondernemers gestalte zou kunnen krijgen.<br />

In de verschillende casus wordt beschreven hoe deze vraag zich telkens in een andere vorm<br />

en de waardevorming verder uit in de vorm van verschillende modellen voor waardevorming.<br />

weer opnieuw voordeed. De gemeente Hengelo en de ontwikkelaars van De Creatieve<br />

Volwaardige en effectieve strategieën<br />

Fabriek hebben twee jaar nodig gehad om een goede balans te vinden tussen de vrijheid<br />

Het is een wereldwijd verschijnsel dat leegstaande industriële <strong>gebouwen</strong> tijdelijk in gebruik<br />

die de ontwikkeling van de creatieve bedrijvigheid nodig heeft en de grenzen die de<br />

worden genomen door kunstenaars, soms als krakers, als antikraak of gewoon als huurders.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!