26.09.2013 Views

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

Oude gebouwen nieuwe functies - Evert Verhagen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk 5<br />

Jeroen Saris, de Stad bv<br />

In samenspraak met Renée Hoogendoorn, directeur Gebiedsontwikkeling AM BV.<br />

De gepresenteerde procesopzet is ontwikkeld in haar vorige functie als directeur<br />

Strategische Projecten bij ING Real Estate Development NL<br />

Nieuwe<br />

verbindingen<br />

maken het<br />

creatief DNA:<br />

proces en<br />

coalitie vorming<br />

Als het werken aan de creatieve stad in de afgelopen jaren ons iets geleerd heeft, dan is<br />

het wel dat daarvoor <strong>nieuwe</strong> verbindingen nodig zijn tussen de hardware (stad, gebouw,<br />

ontwikkelaar) en de software (creatieve bedrijvigheid en consumenten). Dat creativiteit en<br />

cultuur bijdragen tot de waardevorming van een gebouw of van een gebied is wel bekend,<br />

maar hoe komen we erachter welke waarde bij welke omgeving past? Welk samenspel tussen<br />

gebruikers, ontwikkelaars en omgeving, de culturele en kennisinstellingen, de gemeente en<br />

financiers, leidt tot succesvolle herontwikkelingsprojecten? De casus in dit boek illustreren<br />

de grote verscheidenheid aan succesvolle projecten. Creatieve economie vraagt om een<br />

andere benadering van de vastgoedontwikkeling, maar ook een andere benadering van de<br />

stad. Het einde van scheiding van <strong>functies</strong> betekent het leggen van <strong>nieuwe</strong> verbindingen.<br />

Andere markt, ander proces?<br />

Bij de herontwikkeling van binnenstedelijke locaties voor creatieve economie zijn de<br />

standaard methodieken voor vastgoedontwikkeling veelal niet van toepassing. De redenen<br />

daarvoor liggen zowel in de aard van de markt als in het afwijkende karakter van de locaties.<br />

De creatieve markt bestaat uit meerdere sectoren waarvan sommige, zoals media en marketing,<br />

een levenscyclus doorlopen conform de economische wetten van omzetgroei, standaardisatie,<br />

kostenbeheersing en efficiency. Voor deze bedrijven is de projectontwikkeling niet wezenlijk<br />

anders dan in de kantorenmarkt, zij het dat deze creatieve bedrijven andere eisen stellen aan<br />

de locatie. Leegstaande kantoren komen niet in aanmerking omdat ze niet aan de locatie-<br />

en imagovereisten van de creatieve sector voldoen. Een mediaproducent als Endemol kan<br />

in Aalsmeer groot worden dankzij de beschikbare ruimte, bereikbaarheid en lage kosten,<br />

maar kiest uiteindelijk toch voor verhuizing naar een plek in de stad die aan dezelfde criteria<br />

voldoet. Voor IdtV of MTV spelen de traditionele factoren een ondergeschikte rol bij de<br />

keuze voor een vestigingsplaats. Directies en de medewerkers van deze bedrijven hebben<br />

een voor keur voor locatie met een veel hogere ‘belevingswaarde’. In de keuze van MTV<br />

voor het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord is de stem van het personeel doorslaggevend<br />

geweest. Dat is ook logisch voor een creatief bedrijf: de creativiteit van de medewerkers<br />

is gebaat bij een uitdagende en prikkelende omgeving. Degenen die in deze sector werken,<br />

stellen een creatieve omgeving dermate op prijs dat het mogelijk een reden kan zijn om<br />

al dan niet bij MTV te willen werken.<br />

Voor IdtV heeft het creatieve gebruik van een oud kraanspoor voor de nieuwbouw van<br />

een langgerekt kantoor in het IJ een hoge toegevoegde waarde. Het gedurfde ontwerp<br />

van Trude Hooykaas is een krachtige onderstreping van het imago van IdtV als een zichzelf<br />

telkens ver<strong>nieuwe</strong>nd creatief productiebedrijf.<br />

De projectontwikkeling voor deze markt van ‘gevestigde’ creatieve industrie verschilt van de<br />

gewone kantoor- en verhuurmarkt vooral in het opzicht dat de locatiekeuze en de conceptontwikkeling<br />

aan de specifieke eisen van de creatieve markt moeten voldoen. De wijze waar op<br />

de <strong>gebouwen</strong> worden herontwikkeld en verhuurd, verschilt niet van de reguliere markt.<br />

Voor andere delen van de creatieve economie (design, kunsten, mode) gelden andere regels.<br />

Ze gedragen zich minder volgens de klassieke wetten van de groei. Het overgrote deel van<br />

de creatieve bedrijvigheid in deze sectoren bestaat uit kleine bedrijven met weinig of geen<br />

personeel. Deze ondernemers hechten meer waarde aan het permanent creatief blijven dan<br />

aan de groei van het bedrijf. De omzet wordt vaak gemaakt in samenwerking met andere<br />

zelfstandig ondernemers in elkaar overlappende netwerken. Studies die gedaan zijn naar<br />

de mediasector in Amsterdam en Hilversum laten deze verschillen in ondernemerschap<br />

goed zien (Van der Groep, 2005). Veelal wordt verondersteld dat het zelfstandig creatief ondernemerschap<br />

een fase in de ontwikkeling is. Om deze reden wordt ook gedacht dat een<br />

broedplaats of bedrijfsverzamelgebouw voor creatieve ondernemers een tijdelijke behuizing<br />

is die als springplank dient tot het moment dat de ondernemers succesvol worden. Oedzge<br />

Atzema et al. (2005) heeft in een vergelijking van bedrijfsverzamel<strong>gebouwen</strong> laten zien dat<br />

dat slechts voor een deel van de ondernemers geldt. Voor een andere groep is het bedrijfs-<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!