Breedte geneesmiddelenpakket - Index of
Breedte geneesmiddelenpakket - Index of
Breedte geneesmiddelenpakket - Index of
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Neeling, 2000; Berg, in press). Van oudsher is het immers de arts die inschat in<br />
hoeverre een specifieke patiënt baat kan hebben bij een bepaalde behandeling. Daarbij<br />
houdt de arts rekening met de kans dat patiënten met dezelfde indicatie in verschillende<br />
mate baat kunnen hebben bij een bepaalde interventie. De prioritering die de arts op<br />
microniveau toepast wordt aangevuld met prioritering op macroniveau omdat er te<br />
weinig middelen zijn om te voldoen aan alle behoeften van de individuele patiënt. De<br />
medische pr<strong>of</strong>essional werkt binnen de kaders die daar maatschappelijk aan worden<br />
gesteld. Bij het vaststellen van die kaders kan dan rekening worden gehouden met<br />
bijvoorbeeld de doelmatigheid en verdelingsaspecten, zoals ook dit rapport beschrijft.<br />
Hierdoor zou de arts bijvoorbeeld beperkt kunnen worden in de mogelijkheid om<br />
patiënten met dezelfde indicatie, maar naar inzicht van de arts een andere kans op<br />
succes, verschillend te behandelen. Prioritering op macroniveau conflicteert dan met de<br />
pr<strong>of</strong>essionele opinie van de arts. Spanningen tussen micro en macroniveau zullen<br />
gedeeltelijk onvermijdelijk zijn, omdat er altijd sprake is van een maatschappelijk kader<br />
waardoor de pr<strong>of</strong>essionele autonomie nooit volledig is.<br />
Gelukkig onderschrijft de medische praktijk veelal de doelen die vanuit maatschappelijk<br />
perspectief gesteld worden. Onder de aanname van schaarste onderkennen ook artsen<br />
immers het belang van een inzichtelijke, consistente en eerlijke verdeling van middelen.<br />
Juist in die context heeft beleid op macroniveau meerwaarde. Er is dan ook geen reden<br />
om te twijfelen aan het draagvlak voor de te realiseren doelstelling. De<br />
uitvoeringsproblemen door de spanningen tussen het macro en microniveau zijn dus niet<br />
absoluut. Ze worden juist gekenmerkt door hun subtiele karakter en de veelvormigheid<br />
waarin zij kunnen voorkomen. Men kan bijvoorbeeld denken aan een situatie waarbij<br />
vanuit verschillende perspectieven (arts, patiënt, maatschappij) het effect van een<br />
behandeling anders beoordeeld wordt, zoals beschreven wordt door Berg et. al.<br />
(in press). De arts zal het gevoel hebben te moeten vertrouwen op het oordeel van een<br />
leek, terwijl daartegenover een getrainde beoordeling staat, aangevuld met andere<br />
overwegingen zoals variatie tussen patiënten, voorkeuren en wensen van de patiënt en<br />
zijn eigen visie op goed medisch handelen en passende medische zorg. Wanneer een<br />
arts goede redenen heeft, mag hij afwijken van de richtlijnen. Inzicht van de arts in de<br />
overwegingen die geleid hebben tot het besluit over vergoeding kan dan een arts steun<br />
bieden om te bepalen <strong>of</strong> er andere argumenten zijn om in een specifiek geval af te<br />
wijken van het macrobeleid <strong>of</strong> dat juist dit beleid beter gevolgd kan worden (Grijseels,<br />
1999). Ook zouden artsen betrokken kunnen worden bij de beoordelingsprocedure,<br />
zoals dit gebeurt in de ontwikkeling van richtlijnen.<br />
Het is interessant om te zien dat de concepten die bij prioritering op macroniveau<br />
gebruikt worden, goed te vergelijken zijn met die op het microniveau. Door de<br />
ontwikkeling van pr<strong>of</strong>essionele standaarden en richtlijnen wordt geprobeerd de<br />
resultaten van klinische studies om te zetten in een medische praktijk, waarbij een<br />
steeds scherper onderscheid gemaakt wordt tussen individuele patiënten die een grote<br />
<strong>of</strong> een kleine kans hebben op succes bij een medische behandeling. Bij deze prioritering<br />
op microniveau in richtlijnen en protocollen wordt naast de vanzelfsprekende rol voor<br />
© iMTA, Rotterdam april 2001 55