Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
EEN<br />
Figuur 1.21a<br />
Ontwikkeling werkzame beroepsbevolking in hoog scenario per COROP-gebied<br />
<strong>2010</strong>-2020<br />
2020-2030<br />
2030-<strong>2040</strong><br />
pbl.nl<br />
pbl.nl<br />
pbl.nl<br />
Sterke krimp (6% of meer)<br />
Krimp (2 tot 6%)<br />
Re<strong>de</strong>lijk stabiel (-2 tot 2%)<br />
Groei (2 tot 6%)<br />
Groei (6 tot 10%)<br />
Groei (10 tot 14%)<br />
Groei (14% of meer)<br />
Bron: PBL (2011)<br />
scenario daalt <strong>de</strong> werkzame beroepsbevolking per<br />
saldo met circa 14 procent tussen <strong>2010</strong> en <strong>2040</strong>.<br />
• Volgens <strong>de</strong> nationale bevolkingsprognose van het CBS<br />
zet <strong>de</strong> groei van <strong>de</strong> potentiële beroepsbevolking in <strong>de</strong><br />
toekomst niet door. Het aantal 15-65-jarigen gaat<br />
krimpen vanaf 2020 (figuur 1.19). In <strong>2040</strong> telt Ne<strong>de</strong>rland<br />
ten opzichte van <strong>2010</strong> naar verwachting ruim 700.000<br />
min<strong>de</strong>r 15-65-jarigen (tabel 1.5).<br />
• Het hoge en lage scenario en <strong>de</strong> nationale<br />
bevolkingsprognose vertonen een vergelijkbare daling<br />
in het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> 15-65-jarigen (tabel 1.5).<br />
Regionale <strong>ontwikkelingen</strong><br />
• In ruim <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 40 COROP-gebie<strong>de</strong>n is <strong>de</strong><br />
potentiële beroepsbevolking inmid<strong>de</strong>ls al gekrompen.<br />
De groei is geconcentreerd in <strong>de</strong> Randstad en<br />
aanliggen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n ten noor<strong>de</strong>n, oosten en zui<strong>de</strong>n<br />
daarvan en in <strong>de</strong> regio’s rond <strong>de</strong> gemeenten Groningen,<br />
Arnhem en Nijmegen. In <strong>de</strong> klassieke krimpregio’s<br />
(Oost-Groningen, Delfzijl en omstreken, Zeeuws-<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren, het Gooi en Zuid-Limburg) gaat krimp van<br />
<strong>de</strong> bevolking samen met krimp van <strong>de</strong> potentiële<br />
beroepsbevolking.<br />
• Op regionaal niveau werkt niet alleen buitenlandse<br />
migratie maar ook binnenlandse migratie als een<br />
katalysator op <strong>de</strong> regionale verschillen in <strong>de</strong> groei van<br />
<strong>de</strong> potentiële beroepsbevolking. Zowel immigranten<br />
als jongeren uit <strong>de</strong> periferie en <strong>de</strong> intermediaire zone<br />
trekken naar <strong>de</strong> Randstad vanwege <strong>de</strong> aanwezigheid<br />
van (familie)netwerken (<strong>voor</strong> immigranten),<br />
opleidingsinstituten en <strong>de</strong> concentratie van banen.<br />
• In het hoge scenario concentreert <strong>de</strong> toename van het<br />
aantal mensen in <strong>de</strong> werkzame leeftijd zich in <strong>de</strong><br />
komen<strong>de</strong> tien jaar eerst in <strong>de</strong> Randstad, terwijl el<strong>de</strong>rs<br />
al krimp kan optre<strong>de</strong>n (figuur 1.20a). De regio’s die nu al<br />
met bevolkingskrimp kampen, wor<strong>de</strong>n ook<br />
geconfronteerd met een bedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> krimp van <strong>de</strong><br />
potentiële beroepsbevolking. Tussen <strong>2010</strong> en <strong>2040</strong><br />
blijft <strong>de</strong> potentiële beroepsbevolking groeien in <strong>de</strong><br />
Randstad en ste<strong>de</strong>lijke regio’s als Overig Groningen,<br />
Mid<strong>de</strong>n-Noord-Brabant, en Arnhem-Nijmegen (figuur<br />
1.22).<br />
• De ontwikkeling van <strong>de</strong> (werkzame) beroepsbevolking<br />
hangt sterk samen met <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> totale<br />
bevolking, omdat <strong>de</strong> twee scenario’s beperkt<br />
verschillen in regionale arbeidsparticipatie. In het hoge<br />
scenario neemt <strong>de</strong> werkzame beroepsbevolking door<br />
<strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong> arbeidsparticipatie in het eerste tijdvak<br />
sterker toe in omvang dan <strong>de</strong> potentiële<br />
beroepsbevolking (figuur 1.21a).<br />
• In het lage scenario beginnen <strong>de</strong> potentiële en<br />
werkzame beroepsbevolking al in het eerste tijdvak<br />
De <strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkelingen</strong> op een rij | 33