Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DRIE<br />
verplaatsingen als gevolg van <strong>de</strong> versnel<strong>de</strong> vergrijzing.<br />
Niet alleen door <strong>de</strong> ‘eigen’ ou<strong>de</strong>ren, maar ook door<br />
ou<strong>de</strong>ren uit an<strong>de</strong>re regio’s, juist omdat diverse<br />
krimpgebie<strong>de</strong>n (waaron<strong>de</strong>r in Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren en<br />
Zuid-Limburg) een op toerisme gericht profiel hebben.<br />
Vooral landschappelijk aantrekkelijke krimpgebie<strong>de</strong>n<br />
maken dan ook kans op toenemen<strong>de</strong> recreatieve spitsen<br />
en langer en drukker wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> avondspitsen als gevolg<br />
van <strong>de</strong> vergrijzing (Van Dam et al. 2012).<br />
Bevolkingsdaling leidt al met al niet per <strong>de</strong>finitie tot<br />
min<strong>de</strong>r mobiliteit. De omvang en <strong>de</strong> samenstelling van <strong>de</strong><br />
bevolking zijn weliswaar van invloed op <strong>de</strong> mobiliteit en<br />
<strong>de</strong> verkeersdrukte, maar <strong>de</strong> som van an<strong>de</strong>re<br />
<strong>ontwikkelingen</strong> is bepalen<strong>de</strong>r. Mobiliteit wordt slechts<br />
ten <strong>de</strong>le bepaald door <strong>de</strong>mografische factoren; an<strong>de</strong>re<br />
factoren als welvaarts<strong>ontwikkelingen</strong>, sociaal-culturele<br />
<strong>ontwikkelingen</strong> en gedragsveran<strong>de</strong>ringen in<br />
vervoersmid<strong>de</strong>lkeuze en tijdsbesteding zijn ook van<br />
belang (Van Dam et al. 2006).<br />
Door <strong>de</strong> afname van <strong>de</strong> vraag naar openbaar vervoer kan<br />
<strong>de</strong> exploitatie on<strong>de</strong>r druk komen te staan. Voor gebie<strong>de</strong>n<br />
waar sprake is van bevolkingsdaling en waar <strong>de</strong> vraag<br />
naar openbaar vervoer al laag is, boet het reguliere<br />
openbaar vervoer waarschijnlijk aan kwaliteit in. Dat<br />
hoeft echter niet tot een verslechtering van <strong>de</strong><br />
bereikbaarheid te lei<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>re vervoersconcepten,<br />
zoals vraagafhankelijke vervoerssystemen waaron<strong>de</strong>r<br />
regiotaxi’s, kunnen er als alternatief aan bijdragen dat <strong>de</strong><br />
kwaliteit van <strong>de</strong> bereikbaarheid op peil blijft (zie<br />
bij<strong>voor</strong>beeld Rijk et al. 2011).<br />
Ruimte <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>zieningen<br />
De <strong>voor</strong>ziene <strong>de</strong>mografische krimp (<strong>voor</strong>al<br />
bevolkingskrimp) in <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n, resulteert in<br />
hogere kosten van <strong>voor</strong>zieningen per hoofd van <strong>de</strong><br />
bevolking en een afnemend draagvlak van <strong>voor</strong>zieningen<br />
en bedrijven. Dit geldt zowel op het niveau van buurten<br />
en wijken als op het niveau van gemeenten en regio’s.<br />
Ook krimp van samenstellen<strong>de</strong> <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> bevolking<br />
kan het draagvlak van bepaal<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zieningen<br />
verkleinen. Denk bij<strong>voor</strong>beeld aan een dalend aantal<br />
kin<strong>de</strong>ren (en dus leerlingenaantallen) als gevolg van <strong>de</strong><br />
ontgroening in <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n. Het dalen<strong>de</strong> aantal<br />
leerlingenaantal resulteert in teruglopen<strong>de</strong> inkomsten<br />
(het grootste <strong>de</strong>el van het personele en materiële<br />
on<strong>de</strong>rwijsbudget is immers leerling-afhankelijk) en kan<br />
ertoe lei<strong>de</strong>n dat scholen <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> opheffingsnorm<br />
on<strong>de</strong>rschrij<strong>de</strong>n (Rijk et al. 2009). Vanwege het<br />
afvlakken<strong>de</strong> draagvlak, is het goed <strong>de</strong>nkbaar dat<br />
uitein<strong>de</strong>lijk bepaal<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zieningen – zoals<br />
supermarkten, postkantoren,<br />
openbaarvervoer<strong>voor</strong>zieningen en ‘kindgerichte’<br />
<strong>voor</strong>zieningen als basisscholen en crèches in<br />
toenemen<strong>de</strong> mate uit <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n verdwijnen. Het<br />
verdwijnen van <strong>de</strong>ze <strong>voor</strong>zieningen is echter niet alleen<br />
toe te schrijven aan <strong>de</strong>mografische krimp. Ook<br />
schaalvergrotings- en concentratieten<strong>de</strong>nsen en<br />
veran<strong>de</strong>rend (keuze)gedrag van gebruikers/consumenten<br />
spelen daarbij een rol. Deze processen zijn niet alleen<br />
<strong>voor</strong>behou<strong>de</strong>n aan krimpgebie<strong>de</strong>n, maar tre<strong>de</strong>n daar wel<br />
versneld op (Rijk et al. 2009).<br />
Waar bevolkingskrimp het draagvlak van <strong>voor</strong>zieningen<br />
verkleint, kan vergrijzing het draagvlak <strong>voor</strong> bepaal<strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>zieningen verstevigen. Vergrijzing heeft in die zin dus<br />
een compenserend effect. Het toenemen<strong>de</strong> aantal<br />
ou<strong>de</strong>ren, en <strong>voor</strong>al min<strong>de</strong>r mobiele en zorgbehoeven<strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>ren, betekent bovenal een toenemen<strong>de</strong> vraag naar<br />
zorgdiensten en zorg<strong>voor</strong>zieningen, zoals<br />
zorgsteunpunten, thuiszorg en ziekenhuizen. Een<br />
toename van het aantal (actieve) ou<strong>de</strong>ren kan in <strong>de</strong> meer<br />
ste<strong>de</strong>lijke krimpgebie<strong>de</strong>n ook resulteren in een<br />
toenemen<strong>de</strong> vraag naar culturele en recreatieve<br />
<strong>voor</strong>zieningen (van theaters tot horeca). Een toename<br />
van het aantal ou<strong>de</strong>ren kan, gezien hun steeds kleiner<br />
wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> actieradius, het draagvlak van allerlei<br />
buurt<strong>voor</strong>zieningen (zoals buurtwinkeltjes) vergroten. Of<br />
dit in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>ziene bevolkingskrimp genoeg<br />
is om bepaal<strong>de</strong> <strong>voor</strong>zieningen te behou<strong>de</strong>n, is uiteraard<br />
<strong>de</strong> vraag. Wel staat vast dat het verdwijnen van lokale<br />
<strong>voor</strong>zieningen grote gevolgen kan hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
groeien<strong>de</strong> groep min<strong>de</strong>r mobiele, ou<strong>de</strong>re inwoners in <strong>de</strong><br />
krimpgebie<strong>de</strong>n (vergelijk Rijk et al. 2009).<br />
De bevolking in <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n wordt niet alleen<br />
grijzer, maar ook min<strong>de</strong>r ‘wit’– in aantallen en in aan<strong>de</strong>len<br />
allochtonen. Het is onzeker hoe het toenemen<strong>de</strong> aantal<br />
niet-westerse allochtonen binnen het dalen<strong>de</strong> aantal<br />
inwoners gaat uitwerken wanneer het gaat om<br />
<strong>voor</strong>zieningen. De toenemen<strong>de</strong> vraag naar etnischspecifieke<br />
<strong>voor</strong>zieningen kan enerzijds resulteren in<br />
nieuwe op niet-westerse allochtonen gerichte<br />
buurtwinkels. An<strong>de</strong>rzijds is het ook goed mogelijk dat<br />
daar waar het aantal/aan<strong>de</strong>el allochtonen in <strong>de</strong><br />
krimpgebie<strong>de</strong>n het meest toeneemt, buurtwinkels er in<br />
toenemen<strong>de</strong> mate <strong>voor</strong> kiezen om etnisch-specifieke<br />
producten in hun assortiment op te nemen.<br />
Anticipeergebie<strong>de</strong>n<br />
Ruimte <strong>voor</strong> wonen<br />
In anticipeergebie<strong>de</strong>n zijn min<strong>de</strong>r grote effecten <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
woningmarkt <strong>voor</strong>zien waar het gaat om <strong>de</strong>mografische<br />
krimp dan in <strong>de</strong> typische krimpgebie<strong>de</strong>n. In<br />
anticipeergebie<strong>de</strong>n is immers geen sprake van<br />
huishou<strong>de</strong>nskrimp, maar neemt het aantal huishou<strong>de</strong>ns<br />
nog met circa 154.000 toe. In <strong>de</strong> anticipeergebie<strong>de</strong>n is<br />
dan ook eer<strong>de</strong>r sprake van een uitbreidingsbehoefte dan<br />
van een overmaat aan woningen.<br />
Toekomstige sociaal-<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkelingen</strong> en <strong>de</strong> vraag naar ruimte in drie gebiedstypen | 71