Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DRIE<br />
gunstig: mogelijk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze niet meer <strong>voor</strong> hun<br />
oorspronkelijke functie gebruikt.<br />
De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> potentiële<br />
beroepsbevolking stijgt in <strong>de</strong> toekomst. Dit geldt <strong>voor</strong>al<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke gemeenten van overig Ne<strong>de</strong>rland,<br />
aangezien <strong>voor</strong>al jongeren hier wegtrekken. Hierdoor<br />
kunnen er tekorten ontstaan aan geschikt personeel<br />
(<strong>voor</strong> on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re lichamelijk zware beroepen en<br />
beroepen met een hoog opleidingsniveau). Hierdoor<br />
wordt het platteland nog min<strong>de</strong>r aantrekkelijk <strong>voor</strong><br />
vestiging en bovendien kan dit ertoe lei<strong>de</strong>n dat bedrijven<br />
en instellingen gaan vertrekken.<br />
In een hoog scenario is <strong>de</strong> krimp van <strong>de</strong> beroepsbevolking<br />
min<strong>de</strong>r sterk. Hierdoor is <strong>de</strong> terugloop in <strong>de</strong><br />
werkgelegenheid min<strong>de</strong>r sterk, en is daarmee het risico<br />
op leegstaand van vastgoed min<strong>de</strong>r groot. Toch is er<br />
waarschijnlijk geen behoefte aan nieuwe<br />
bedrijventerreinen, kantoren en winkels, omdat het<br />
aanbod momenteel al te ruim lijkt te zijn. In een laag<br />
scenario ligt een terugloop van <strong>de</strong> werkgelegenheid veel<br />
meer in <strong>de</strong> lijn <strong>de</strong>r verwachting en is er waarschijnlijk<br />
meer leegstand van vastgoed en bedrijventerreinen.<br />
Ruimte <strong>voor</strong> mobiliteit<br />
Gezien <strong>de</strong> daling van <strong>de</strong> beroepsbevolking lijkt een daling<br />
van het woon-werkverkeer waarschijnlijk; dit is <strong>voor</strong>al<br />
van toepassing op <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke gemeenten van overig<br />
Ne<strong>de</strong>rland. Mogelijk neemt het recreatieve verkeer toe<br />
door <strong>de</strong> groei van het aantal actieve ou<strong>de</strong>ren (die veel<br />
vrije tijd hebben). Dit kan resulteren in toenemen<strong>de</strong><br />
drukte buiten <strong>de</strong> ochtendspits. Vermoe<strong>de</strong>lijk is <strong>de</strong> huidige<br />
capaciteit van <strong>de</strong> wegen voldoen<strong>de</strong>, hoewel daarbij moet<br />
wor<strong>de</strong>n bedacht dat in het geheel van drijven<strong>de</strong> krachten<br />
<strong>voor</strong> mobiliteit <strong>de</strong>mografische factoren maar <strong>voor</strong> een<br />
<strong>de</strong>el bepalend zijn.<br />
In een hoog scenario neemt <strong>voor</strong>al het recreatieve<br />
verkeer door ou<strong>de</strong>ren toe pakt <strong>de</strong> daling van het woonwerkverkeer<br />
min<strong>de</strong>r sterk uit. Mogelijk is enige<br />
uitbreiding van <strong>de</strong> wegencapaciteit op bepaal<strong>de</strong> drukke<br />
stukken noodzakelijk. Bij een laag scenario neemt het<br />
woon-werkverkeer sterk af.<br />
Ruimte <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>zieningen<br />
Uitgaan<strong>de</strong> van een stabiele bevolkingsomvang (zoals in<br />
<strong>de</strong> prognose wordt <strong>voor</strong>zien), mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat<br />
het draagvlak van alle <strong>voor</strong>zieningen (van winkels,<br />
bioscopen en zwemba<strong>de</strong>n tot ziekenhuizen) vrijwel niet<br />
zal veran<strong>de</strong>ren op het platteland en er geen behoefte is<br />
aan uitbreiding van het <strong>voor</strong>zieningenniveau. Wel kunnen<br />
er als gevolg van <strong>de</strong> vergrijzing verschuivingen optre<strong>de</strong>n<br />
tussen verschillen<strong>de</strong> typen <strong>voor</strong>zieningen. Wat betreft <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>lijke gemeenten in overig Ne<strong>de</strong>rland geldt dat <strong>de</strong><br />
vraag naar <strong>voor</strong>zieningen kan toenemen, aangezien hier<br />
nog bevolkingsgroei plaatsvindt (in een hoog scenario<br />
nog meer groei en in een laag scenario nog amper groei).<br />
Hierbij dient wel te wor<strong>de</strong>n bedacht dat <strong>ontwikkelingen</strong><br />
in het gebruik vanuit sociaal-culturele en economische<br />
trends van zeker zo groot belang zijn <strong>voor</strong> het gebruik van<br />
verschillen<strong>de</strong> typen <strong>voor</strong>zieningen als <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische<br />
<strong>ontwikkelingen</strong>.<br />
De potentiële beroepsbevolking gaat sterk dalen in <strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>lijke gemeenten van overig Ne<strong>de</strong>rland (met 15<br />
procent in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> drie <strong>de</strong>cennia). Deze ontwikkeling<br />
kan tot problemen lei<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al als wordt gekeken naar<br />
<strong>de</strong> beschikbaarheid van personeel <strong>voor</strong><br />
zorg<strong>voor</strong>zieningen. Ondanks dat <strong>de</strong> vergrijzing in <strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>lijke gemeenten van overig Ne<strong>de</strong>rland niet sterker is<br />
dan el<strong>de</strong>rs in Ne<strong>de</strong>rland, betekent dit toch dat <strong>de</strong><br />
verhouding tussen 65-plussers en <strong>de</strong> werkzame<br />
beroepsbevolking danig gaat verslechteren, waardoor het<br />
steeds moeilijker gaat wor<strong>de</strong>n genoeg personeel te<br />
krijgen <strong>voor</strong> het verlenen van zorg. De verhouding tussen<br />
het aantal potentieel werken<strong>de</strong>n en ou<strong>de</strong>ren zakt van<br />
ruim 4 nu naar ruim on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 2 in <strong>2040</strong> en evenaart<br />
hiermee het laagterecord van <strong>de</strong> krimp- en<br />
anticipeergebie<strong>de</strong>n.<br />
Het aantal jongeren (tot 20 jaar) neemt in <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke<br />
gemeenten van overig Ne<strong>de</strong>rland sterk af (rond 15<br />
procent tussen <strong>2010</strong> en <strong>2040</strong>). Hierdoor loopt op het<br />
platteland, net als in <strong>de</strong> krimp- en anticipeergebie<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />
draagkracht sterk terug van <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> jongeren,<br />
zoals basisscholen en op termijn ook mid<strong>de</strong>lbare scholen.<br />
Aandachtspunten <strong>voor</strong> het beleid ten aanzien van<br />
overig Ne<strong>de</strong>rland<br />
Uit <strong>de</strong>ze paragraaf is naar voren gekomen dat <strong>de</strong> termen<br />
‘onzekerheid en heterogeniteit’ <strong>voor</strong>al van toepassing<br />
zijn op dit <strong>de</strong>el van Ne<strong>de</strong>rland. Dit speelt op meer<strong>de</strong>re<br />
niveaus:<br />
• er zijn verschillen in <strong>de</strong>mografische trends: soms is er<br />
sprake van groei, soms van krimp en soms van<br />
stabilisatie;<br />
• <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische ontwikkeling en ruimtelijke gevolgen<br />
verschillen tussen <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke en ste<strong>de</strong>lijke<br />
gemeenten van overig Ne<strong>de</strong>rland;<br />
• <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkelingen</strong> en ruimtelijke<br />
gevolgen verschillen tussen <strong>de</strong> prognose, het lage en<br />
het hoge scenario.<br />
Niet alleen gezien <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> problemen, maar ook<br />
gezien <strong>de</strong> grote onzekerheid en sterke heterogeniteit van<br />
<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkelingen</strong> en ruimtelijke gevolgen<br />
lijkt er een dui<strong>de</strong>lijke taak <strong>voor</strong> het beleid weggelegd. In<br />
<strong>de</strong> Ruimtelijke Verkenning (PBL 2011) wor<strong>de</strong>n drie<br />
hoofdlijnen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> een beleidsstrategie bij<br />
onzekerheid:<br />
• een adaptieve planning gebruiken;<br />
• een monitoringssysteem opbouwen om vroegtijdig te<br />
kunnen signaleren of aanpassing van beleid nodig is; en<br />
• een afwegingska<strong>de</strong>r ontwikkelen <strong>voor</strong> risicovolle<br />
investeringsbeslissingen.<br />
76 | <strong>Demografische</strong> <strong>ontwikkelingen</strong> <strong>2010</strong>-<strong>2040</strong>