Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Demografische ontwikkelingen 2010-2040 - Planbureau voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DRIE<br />
installeren van ‘smart-home’-achtige snufjes. Ook <strong>de</strong><br />
vraag naar wonen met (zorg)diensten neemt toe. Hoewel<br />
ou<strong>de</strong>ren van nu vitaler zijn dan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren van vroeger,<br />
krijgen vrijwel alle ou<strong>de</strong>ren immers op een gegeven<br />
moment te kampen met lichamelijke gebreken en een<br />
toenemen<strong>de</strong> behoefte aan zorg. Dit laatste kan lastig te<br />
faciliteren zijn in <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n, gezien <strong>de</strong> dalen<strong>de</strong><br />
potentiële beroepsbevolking en <strong>de</strong> relatief grote grijze<br />
druk alhier. Waar in <strong>de</strong> krimpbie<strong>de</strong>n in <strong>2040</strong> <strong>de</strong><br />
verhouding tussen 65-plussers en potentiële<br />
arbeidskrachten (15-65 jarigen) ongeveer 10 op 19<br />
bedraagt, geldt op nationaal niveau een verhouding van<br />
10 op 22 en in <strong>de</strong> vier grote ste<strong>de</strong>n zelfs 10 op 36. Door<br />
technologische toepassingen, zoals telemedicine en<br />
alarmsystemen, kan <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> behoefte aan wonen<br />
met zorg mogelijk <strong>voor</strong> een <strong>de</strong>el met min<strong>de</strong>r<br />
zorgpersoneel wor<strong>de</strong>n vervuld. Toch kan het <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>lijke krimpgebie<strong>de</strong>n moeilijk zijn om <strong>de</strong><br />
toenemen<strong>de</strong> behoefte aan wonen met zorg te faciliteren,<br />
vanwege <strong>de</strong> geringere dichthe<strong>de</strong>n en grotere afstan<strong>de</strong>n<br />
alhier. Op het platteland zijn ou<strong>de</strong>ren mogelijk eer<strong>de</strong>r<br />
genoodzaakt te verhuizen naar een nabijgelegen grote<br />
stad of centrale dorpskern waar wel wonen met zorg<br />
wordt aangebo<strong>de</strong>n.<br />
Ruimte <strong>voor</strong> werken<br />
De relatie tussen <strong>de</strong>mografische en regionaaleconomische<br />
<strong>ontwikkelingen</strong> is complex en verloopt<br />
min<strong>de</strong>r direct dan die tussen <strong>de</strong>mografie en woningmarkt<br />
(zie ook Verwest & Van Dam <strong>2010</strong>). Bovendien verloopt<br />
<strong>de</strong> relatie zowel via <strong>de</strong> vraag- als via <strong>de</strong> aanbodkant.<br />
Krimpgebie<strong>de</strong>n zien het aantal mensen in <strong>de</strong> werkzame<br />
leeftijd (15-65 jaar) met circa 23 procent krimpen tussen<br />
<strong>2010</strong> en <strong>2040</strong> (wat neerkomt op een absolute afname van<br />
140.400 potentieel werken<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> leeftijdsgroep 15-65<br />
jaar). Toch krimpt het arbeidsaanbod naar verwachting<br />
niet evenredig mee met <strong>de</strong> potentiële beroepsbevolking.<br />
De arbeidsparticipatie neemt <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren namelijk<br />
nog toe. Hoewel het <strong>de</strong> omslag naar krimp niet volledig<br />
ongedaan kan maken, kan het <strong>de</strong> invloed van<br />
<strong>de</strong>mografische krimp op het arbeidsaanbod wel ten <strong>de</strong>le<br />
compenseren (Van Dam et al. 2006; Ritsema van Eck et al.<br />
2012).<br />
Vanwege <strong>de</strong> daling van het aantal potentieel werken<strong>de</strong>n<br />
kunnen – zeker in arbeidsintensieve sectoren – tekorten<br />
ontstaan aan (gekwalificeer<strong>de</strong>) werknemers. Door <strong>de</strong><br />
regionale krapte op <strong>de</strong> arbeidsmarkt wordt het dan ook<br />
moeilijker om vacatures in te vullen. In krimpgebie<strong>de</strong>n<br />
verwachten lokale overhe<strong>de</strong>n en het bedrijfsleven dat het<br />
tekort aan arbeidskrachten snel toeneemt, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re<br />
in <strong>de</strong> technische en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> zorgsector omdat hier <strong>de</strong><br />
vraag naar personeel vanwege <strong>de</strong> vergrijzing juist<br />
toeneemt (zie bij<strong>voor</strong>beeld Verwest & Van Dam <strong>2010</strong>).<br />
Om toch in <strong>de</strong> zorgbehoefte te <strong>voor</strong>zien, kan grote<br />
financiële gevolgen hebben. En daardoor kan min<strong>de</strong>r<br />
financiële ruimte overblijven <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re (publieke)<br />
<strong>voor</strong>zieningen.<br />
Op <strong>de</strong> langere termijn past <strong>de</strong> werkgelegenheid (en dus<br />
vraag naar arbeid) zich aan aan <strong>de</strong>mografische<br />
<strong>ontwikkelingen</strong>. De krimpgebie<strong>de</strong>n moeten op <strong>de</strong> langere<br />
termijn dan ook rekening hou<strong>de</strong>n met een afname van <strong>de</strong><br />
werkgelegenheid/het aantal banen (Ritsema van Eck et<br />
al. 2012).<br />
Daarnaast kan <strong>de</strong> kleinere afzetmarkt, via<br />
bedrijfsbeëindigingen en <strong>de</strong> verwachte afname van <strong>de</strong><br />
potentiële beroepsbevolking (Renes et al. 2009),<br />
resulteren in een toenemen<strong>de</strong> leegstand van<br />
winkelpan<strong>de</strong>n en kantoren (Van Dam et al. 2006; Verwest<br />
& Van Dam <strong>2010</strong>). In <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n neemt <strong>de</strong><br />
behoefte aan kantoren en bedrijventerreinen dan ook<br />
naar alle waarschijnlijkheid af. Het is nog maar <strong>de</strong> vraag<br />
of in <strong>de</strong> perifere krimplocaties een nieuwe huur<strong>de</strong>r kan<br />
wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> leegstaan<strong>de</strong> (nieuwe)<br />
kantoorpan<strong>de</strong>n (Zui<strong>de</strong>ma & Van Elp <strong>2010</strong>). Tegelijkertijd<br />
moet wor<strong>de</strong>n bedacht dat op bedrijventerreinen in <strong>de</strong><br />
krimpgebie<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>al bedrijven uit <strong>de</strong> logistieke sector<br />
en kantoren zijn gevestigd (Van Dijk & Pellenbarg 2006).<br />
En zulke bedrijven lijken min<strong>de</strong>r gevoelig <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong>mografische krimp. Bovendien wordt <strong>de</strong> vraag naar<br />
bedrijventerreinen niet alleen bepaald door<br />
<strong>de</strong>mografische <strong>ontwikkelingen</strong>, maar ook door <strong>de</strong><br />
elasticiteit van grondprijzen, regionaal-economische<br />
<strong>ontwikkelingen</strong> en het ruimtelijkeor<strong>de</strong>ningsbeleid (Van<br />
Dam et al. 2006).<br />
Ruimte <strong>voor</strong> mobiliteit<br />
De re<strong>de</strong>nering volgend dat een groeien<strong>de</strong> bevolking heeft<br />
bijgedragen aan <strong>de</strong> mobiliteitsgroei, lijkt het aannemelijk<br />
dat <strong>de</strong>mografische krimp kan resulteren in een afname<br />
van <strong>de</strong> mobiliteit (Van Dam et al. 2006). Min<strong>de</strong>r inwoners<br />
betekent immers min<strong>de</strong>r automobilisten en<br />
verkeers<strong>de</strong>elnemers. Echter, in <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n krimpt<br />
het aantal huishou<strong>de</strong>ns veel min<strong>de</strong>r. En juist het aantal<br />
huishou<strong>de</strong>ns is belangrijker <strong>voor</strong> een aantal aspecten van<br />
mobiliteit dan <strong>de</strong> bevolkingsomvang. Denk daarbij in<br />
ie<strong>de</strong>r geval aan het autobezit maar ook aan<br />
verplaatsingen die <strong>voor</strong> het huishou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gemaakt,<br />
zoals verplaatsingen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> dagelijkse boodschappen<br />
(CPB et al. 2006). In <strong>de</strong> krimpgebie<strong>de</strong>n neemt binnen het<br />
krimpen<strong>de</strong> aantal huishou<strong>de</strong>ns het aantal<br />
eenpersoonshuishou<strong>de</strong>ns bovendien toe. En doorgaans<br />
is <strong>de</strong> mobiliteit van alleenstaan<strong>de</strong>n in termen van<br />
aantallen verplaatsingen groter dan die van le<strong>de</strong>n van<br />
meerpersoonshuishou<strong>de</strong>ns (Harms 2008).<br />
Krimpgebie<strong>de</strong>n krijgen ook te maken met een krimp van<br />
het aantal personen in <strong>de</strong> werkzame leeftijd. Dit kan<br />
resulteren in een vermin<strong>de</strong>ring van het woonwerkverkeer<br />
en drukte in <strong>de</strong> spitsuren. Hier tegenover<br />
staat een mogelijke toename van het aantal recreatieve<br />
70 | <strong>Demografische</strong> <strong>ontwikkelingen</strong> <strong>2010</strong>-<strong>2040</strong>