Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam

Toelichting bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005
Direct ten noorden van het plangebied bevindt zich een gebied met een zeer hoge natuurwaarde.
Tuinuitbreidingen zijn voor de tuinen die grenzen aan de bovengenoemde gebieden met hoge /
zeer hoge natuurwaarde niet aan de orde.
In opdracht van het stadsdeel is in juni 2004 een onderzoek naar flora en fauna uitgevoerd door
een gespecialiseerd extern bureau, waarbij is gekeken naar de mogelijkheden van
tuinuitbreidingen in het licht van de natuurbeschermingswetgeving (onder meer de Flora en
Faunawet en de Natuurbeschermingswet).
In het onderzoek wordt geconcludeerd dat het eventueel realiseren van tuinuitbreidingen mogelijk
is wanneer een ontheffing wordt aangevraagd ingevolge de Flora en Faunawet. Omdat geen
sprake is van een significante aantasting van de gunstige staat van instandhouding van de soorten
en aansluitend aan het plangebied alternatief en geschikter leefgebied voorhanden is, wordt
verwacht dat deze ontheffing zonder problemen kan worden verkregen. De tuinen in het
plangebied hebben een zeer groen karakter, zodat ervan wordt uitgegaan dat de natuurwaarden in
het plangebied niet achteruit gaan door mogelijke tuinuitbreiding. Hiervoor moeten dan wel de
volgende uitgangspunten in acht worden genomen:
- de bestaande bomen blijven gehandhaafd;
- struwelen en plantsoenen worden niet tijdens het broedseizoen verwijderd;
- de oevers (langs de randen van het plangebied) worden zoveel mogelijk vrijgehouden van
bebouwing;
- de tuinen hebben een groen karakter.
Omdat geen ontheffing ten aanzien van broedvogels mogelijk is, mogen werkzaamheden waarbij
broedvogels worden verstoord niet worden uitgevoerd. Dit betekent dat dergelijke werkzaamheden
niet mogen worden uitgevoerd in de periode van 15 maart tot en met 15 juli.
De relevante delen van het onderzoeksrapport zijn weergegeven in bijlage 1 bij deze toelichting.
Op de plankaart van het bestemmingsplan is met de bestemming “Tuinen” (T) aangegeven waar
(bestaande en nieuwe) tuinen aanvaardbaar zijn. Hierbij is onder meer rekening gehouden met
flora en fauna (zie paragraaf 2.3).
6.6 Monumenten en archeologie
In het bestemmingsplan wordt, behoudends het toestaan van woninguitbreidingen en
tuinuitbreidingen, bestaande situatie vastgelegd.
Volgens de cultuurhistorische waardekaart van de provincie Noord-Holland bevinden zich binnen
het plangebied geen (archeologische of overige) Rijksmonumenten en geen zogeheten
“Bouwkunde” punten / vlakken / lijnen van hoge waarde.
Verder bevinden zich binnen het plangebied volgens de cultuurhistorische waardenkaart geen
“Historische geografie” punten / vlakken / lijnen van hoge waarde.
6.7 Luchtkwaliteit
Op 19 juli 2001 is het Besluit Luchtkwaliteit van kracht geworden. In dit besluit worden strenge
normen gesteld aan de luchtkwaliteit, voor wat betreft een zestal stoffen. Hierbij geldt voor de
normen voor zwaveldioxide, koolmonoxide, benzeen en lood dat een overschrijding ervan in
Nederland niet of nauwelijks valt te verwachten. De norm voor stikstofdioxide wordt in Nederland
met name in de directe nabijheid van drukke snelwegen overschreden. De norm voor zwevende
deeltjes wordt eveneens op diverse locaties (met name langs drukke wegen) overschreden.
In het Besluit Luchtkwaliteit is indirect een koppeling gelegd met ruimtelijke plannen. Deze
koppeling houdt in dat bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen, waaronder een
bestemmingsplan, de luchtkwaliteit moet worden betrokken in de afwegingen. Met name de in het
Besluit Luchtkwaliteit opgenomen “grenswaarden” zijn in dit kader relevant. Grenswaarden geven
een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, op een aangegeven moment zoveel mogelijk moet
zijn bereikt, en waar die kwaliteit al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand moet worden gehouden;
25