Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam

Toelichting bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005
Opmerking 1:
Opmerking 2:
Inspreker stelt dat de afwezigheid van politieke en ambtelijke vertegenwoordigers
van het stadsdeel tijdens de inspraakavond door alle aanwezigen inclusief
inspreker als politiek en bestuurlijk onbehoorlijk werd ervaren.
Inspreker maakt bezwaar tegen de in het voorontwerp bestemmingsplan
gehanteerde plangrenzen. Inspreker stelt dat hierdoor de inspraak beperkt blijft tot
het gebouwde deel, terwijl het gebruikelijk is dat ook de omgeving,
toegangswegen, groenvoorzieningen en waterhuishouding aan de orde komen.
Inspreker is van mening dat het wettelijk niet mogelijk is om “op de bij u vertrouwde
artikel 19 methode, een groot aantal kleinere (sub-deel) bestemmingsplannen te
maken en die er met minimale inspraak doorheen te jagen”. Inspreker verwijst
daarbij naar artikel 38 van het vigerende bestemmingsplan.
Beantwoording: Zie de beantwoording bij opmerking 2 van inspraakreactie 2. Een artikel 19
procedure is overigens niet hetzelfde als een bestemmingsplan procedure. Artikel
38 van het geldende bestemmingsplan Bijlmermeer heeft betrekking op een
(binnenplanse) wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO en staat geheel los van
het in voorbereiding zijnde voorontwerp bestemmingsplan Geerdinkhof. Het
voorontwerp bestemmingsplan Geerdinkhof betreft een nieuw bestemmingsplan,
dat de gehele regeling van het geldende bestemmingsplan vervangt.
Opmerking 2:
Inspreker stelt dat door de “krakkemikkige” bouw van de woningen in Geerdinkhof
het realiseren van dakopbouwen heeft geleid tot bouwkundige problemen. Ook
wordt het uiterlijk van de wijk ingrijpend gewijzigd door de dakopbouwen. Verder
stelt inspreker dat het “legaliseren” van de huidige dakopbouwen die zijn mogelijk
gemaakt met een artikel 19 procedure de mogelijkheid biedt om na vaststelling van
dit bestemmingsplan opnieuw een dakopbouw te realiseren.
Beantwoording: In het voorontwerp bestemmingsplan is aangegeven waar de realisatie van onder
meer dakopbouwen ruimtelijk aanvaardbaar is. In het kader van de bouwaanvraag
wordt getoetst of wordt voldaan aan de regelgeving van het bouwbesluit, toetsing
van de voorgestelde constructie hoort daarbij. In het voorontwerp
bestemmingsplan worden geen nieuwe dakopbouwen bovenop de reeds
realiseerde dakopbouwen toegestaan. De maximum bouwhoogte van de
betreffende woningen is 6 meter. Deze bouwhoogte mag met maximaal 3 meter
worden overschreden ten behoeve van een dakopbouw.
Opmerking 3:
Inspreker stelt dat de straten in de laatste uitbreiding van de Geerdinkhof, de
zogenaamde “gele huizen” (deelgebied 3) zeer nauw zijn. Vanwege deze hoge
dichtheden verwacht inspreker door de realisatie van dakopbouwen “illegale
schaduwwerking”. Inspreker verwijst naar het “arrest herbouw de Pijp”.
Beantwoording: Op veel woningen in deelgebied 3 is reeds in de bestaande situatie een
dakopbouw gerealiseerd. Het bestemmingsplan staat deze dakopbouwen conform
de bestaande situatie toe. Gezien de onderlinge afstanden van de woningen van
meer dan 20 meter (de autoboxen worden hierbij niet meegerekend) en de
bouwhoogte van de woningen inclusief dakopbouw van 9 meter worden de
gevolgen van de dakopbouwen voor schaduwwerking aanvaardbaar geacht. Een
dergelijke onderlinge afstand is in een stedelijke omgeving als de Geerdinkhof niet
ongebruikelijk.
Opmerking 4:
Inspreker stelt dat het voorontwerp bestemmingsplan in overeenstemming moet
worden gebracht met de situatie die gold ten tijde van de laatste erfpacht uitgifte in
dit gebied in 1987. Gesteld wordt dat alle bewoners/erfpachters een contract
hebben met de gemeente, en dat hierdoor recht bestaat op de onverdeelde
erfpacht. Eenzijdige veranderingen zijn volgens inspreker niet mogelijk binnen de
contract periode zonder een overeenkomstaanpassing.
Beantwoording: Het voorontwerp bestemmingsplan staat los van erfpachtcontracten. Erfpacht
contracten kunnen niet door middel van het bestemmingsplan worden gewijzigd.
39