Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam

Toelichting bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005
Opmerking 6:
Adressant merkt op dat de bestemmingsgrenzen tussen met name de bestemming
“Wonen” en “Autoboxen” niet overal op de plankaart zijn aangegeven.
Beantwoording: De plankaart zal op dit punt worden aangepast.
Opmerking 7:
Adressant stelt dat de in artikel 4 lid 5 onder b. aangegeven voorwaarde voor het
toepassen van de wijzigingsbevoegdheid niet concreet genoeg geformuleerd is.
Het in het voorschrift ontbreken van een cijfermatige norm brengt volgens
adressant ongewenste rechtsonzekerheid met zich mee.
Beantwoording: Lid 5 van artikel 4 betreft een “uitsterfregeling” van afwijkend gebruik ter plaatse
van autoboxen. Het beleid van het stadsdeel is gericht op het zoveel mogelijk als
zodanig gebruiken van de autoboxen. In de bestaande situatie zijn op enkele
locaties de autoboxen omgebouwd ten behoeve van een ander gebruik. Lid 5 van
art. 4 maakt het mogelijk om het plan te wijzigen nadat de afwijkende vorm van het
gebruik permanent (meer dan een jaar) is beëindigd. Ons inziens is deze bepaling
voldoende duidelijk en objectief. In het voorontwerp was voorts bepaald dat alleen
gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid als dit is gerechtvaardigd
blijkens het aantal benodigde parkeerplaatsen. Deze bepaling is geschrapt omdat
dit reeds volgt uit de doelstelling van het stadsdeel om het parkeren in de
autoboxen zoveel mogelijk te stimuleren.
Opmerking 8:
Adressant merkt op de strafbaarstelling van de overtreding van
bestemmingsplanvoorschriften bij besluit van 24 augustus 2004 in de Wet op de
economische delicten is overgebracht. Adressant doet een voorstel om dit in de
voorschriften aan te passen.
Beantwoording: Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.
Opmerking 9:
Adressant meldt dat het Luchthavenindelingbesluit van toepassing is op het
plangebied van het bestemmingsplan. Dit dient volgens adressant in de
voorschriften en eventueel op de plankaart te worden aangegeven. Adressant
merkt daarbij op dat het Luchthavenindelingbesluit voor het plangebied een
hoogtebeperking van 150 meter aangeven, waardoor het
Luchthavenindelingbesluit geen daadwerkelijke consequenties heeft.
Beantwoording: Het bestemmingsplan wordt aangepast zodat in een nieuw op te nemen voorschrift
wordt aangegeven dat het Luchthavenindelingbesluit van toepassing is.
Adressant 04 (DWR)
Opmerking 1:
Adressant geeft aan dat in de toelichting van het voorontwerp kan worden
opgenomen dat het plangebied in de polder Bijlmermeer ligt en dat het plangebied
direct aan het water grenst met een waterpeil van NAP – 4,20 m.
Beantwoording: De toelichting wordt op dit punt aangevuld.
Opmerking 2:
Gesteld dat de paragraaf “Watertoets” nog kan worden aangevuld met een
passage over de in het gebied aanwezige riolering. Hiertoe wordt een suggestie
gedaan.
Beantwoording: De toelichting wordt overeenkomstig de suggestie aangevuld.
Opmerking 3:
Adressant wijst erop dat indien tuinuitbreidingen leiden tot het dempen van water,
dit Keurplichtig is en dat in deze gevallen 1 op 1 compensatie van
oppervlaktewater plaats dient te vinden.
Beantwoording: Binnen het plangebied van het voorontwerp bestemmingsplan is geen oppervlakte
water aanwezig.
43