Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam

Toelichting bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005
leidingenstrook ingetekend op basis van op dat moment beschikbare gegevens. De
exacte en feitelijke ligging van de kabels en leidingen wordt verwerkt in het ontwerp
bestemmingsplan. Het probleem dat insprekers schetsen dat onderhoud van
groenvoorzieningen niet mogelijk is ter plaatse van de gronden met de nadere
aanduiding “kabel- en leidingenstrook” is overigens niet aan de orde aangezien er
geen nadere eisen gelden voor werkzaamheden die normaal onderhoud en beheer
betreffen.
Opmerking 5:
Insprekers zijn voornemens om een uitbouw aan de zijde van de kabels en
leidingen te realiseren. Gesteld wordt dat dit volgens het geldende
bestemmingsplan is toegestaan, maar niet mogelijk zou zijn wanneer de kabels en
leidingenstrook is vastgesteld.
Beantwoording: De kabels en leidingen betreffende bestaande situatie, en zijn ook in het geldende
bestemmingsplan “Bijlmermeer” opgenomen. In het geldende plan is ter plaatse
daarom niet voorzien in een uitbouw.
De in het voorontwerp bestemmingsplan opgenomen regeling ter plaatse van de
kabel en leidingenstrook houdt in dat bouwwerken slechts zijn toegestaan indien
de belangen van de kabels en leidingenstrook zich hiertegen niet verzetten en
indien hiervoor advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder. Het is dus niet
uitgesloten om bouwwerken te realiseren. De uitbouw die insprekers wensen ligt
overigens binnen een vlak met de bestemming “Groenvoorzieningen”. Het gaat om
openbare ruimte. Het realiseren van een uitbouw ter plaatse impliceert dat er
openbaar groen moet worden uitgegeven. In het voorontwerp bestemmingsplan is
niet voorzien in bebouwing binnen dit openbaar groen aangezien dit een essentieel
onderdeel uitmaakt van de groenstructuur van de wijk Geerdinkhof.
Opmerking 6:
Insprekers stellen dat ter plaatse van het groen naast de woning van insprekers
alleen niet ingrijpende kabels liggen. Gevraagd wordt deze terug te leggen.
Beantwoording: Zie de beantwoording bij de opmerking 4 en 5.
Opmerking 7:
Gesteld wordt dat in het plan niet de suggestie gewekt moet worden dat
knelpunten m.b.t. het parkeren ontstaan door het parkeren buiten de garage. Voor
een groot deel van Geerdinkhof wordt de auto niet in de garagebox gezet, maar
ervoor. Gesteld wordt dat bezoekers op deze plaats geen auto zullen zetten omdat
anders de garagedeur geblokkeerd word.
Verder wordt gesteld dat als er een tekort is aan parkeerplaatsen, dit eerder wordt
veroorzaakt door toenemend autobezit onder de bewoners van Garstkamp en het
personeel van de scholen. Ook de herprofilering van de straat tegenover de
garages heeft volgens insprekers voor meer parkeerproblemen gezorgd omdat de
straat nu smaller is geworden en alleen langsparkeren mogelijk is. Insprekers
geven aan dat een stopverbod voor auto’s en/of de ontsluiting van de scholen aan
de kant van de dreef mogelijke oplossingen zijn. Gevraagd wordt ook het gebruik
van de garages voor berging/hobbyruimte toe te staan.
Beantwoording: Zie de beantwoording bij opmerking 2 van inspraakreactie 4. De door inspreker
genoemde maatregelen (een stopverbod en een alternatieve ontsluiting van de
scholen) kunnen niet in dit bestemmingsplan worden geregeld.
Opmerking 8:
Insprekers stellen dat de grenzen van het voorontwerp bestemmingsplan te krap
zijn om zaken als parkeerbalans en verkeersareaal behorend bij de buurt als
geheel te regelen. Dit is volgens insprekers geen punt van kritiek indien deze
krappe begrenzing ervoor zorgt dat verdichting buiten het plangebied alleen
invloed heeft op dat gebied. Insprekers stellen dat de plangrens aan de zuidkant
van de afrit van de dreef (de Geerdinkhofweg) de bebouwing van het plangebied
raakt. Dit kan volgens insprekers niet omdat de ontsluiting onmiskenbaar deel
uitmaakt van de bebouwing. Insprekers willen de groenstrook ter plaatse
handhaven.
36